Leeslogboek havo 4 - 2018/2019 - kopie 1

Leeslogboek havo 4 - 2018/2019 - kopie 1

Algemeen

Planning schooljaar 2018 - 2019

In havo 4 ga je 6 boeken lezen. Bij elk boek update je het leeslogboek

Hieronder vind je een schema met deadlines. Wanneer je dit schema volgt, weet je zeker dat je tijd genoeg hebt om alle boeken te lezen en je leeslogboek tijdig bij te werken. Je docent zal aangeven wanneer zij de leeslogboeken bekijkt. Op deze momenten kun je feedback ontvangen over de gelezen boeken en over de inhoud van je leeslogboek.

 

Leeslogboek starten       zorg dat je leeslogboek uiterlijk vrijdag 31 augustus gemaakt is
Boek 1                            periode 1 - vrijdag 12 oktober
Boek 2                            periode 2 - vrijag 23 november
Boek 3                            periode 2 - vrijdag 11 jaunuari
Boek 4                            periode 3 - vrijdag 22 februari
Boek 5                            periode 3 - vrijdag 5 april
Boek 6                            periode 4 - vrijdag 17 mei
Leeslogboek compleet   periode 4 - vrijdag 14 juni

Voorwaarden boekkeuzes

In havo 4 ga je 6 boeken lezen. Geef altijd aan je docent door welk boek je gaat lezen. Op deze manier kan de docent
tijdig adviseren om eventueel een ander boek te kiezen.

De boeken op je leeslijst moeten aan een aantal eisen voldoen:
- De boeken moeten oorspronkelijk in de Nederlandse taal zijn geschreven. Dus geen vertaalde werken.
- Je leeslijst mag 1 literaire thriller bevatten.
- Er moet een ontwikkeling zichtbaar zijn in het niveau van de boeken die je leest.
Gebruik hiervoor http://www.lezenvoordelijst.nl/zoek-een-boek/nederlands-15-tm-19-jaar/

Lezen voor de lijst
Op de website Lezen voor de lijst vind je 6 verschillende leesniveaus (http://www.lezenvoordelijst.nl/zoek-een-boek/nederlands-15-tm-19-jaar/home/leesniveaus) Probeer te bepalen welk niveau bij de start van havo 4 het beste bij jou past. Probeer om in havo 4 in elk geval één boek van een hoger niveau te lezen. Bij het mondeling in havo 5 komt de ontwikkeling ook ter sprake. Wil je een boek lezen dat je niet terug kunt vinden op Lezen voor de lijst? Overleg dan met je docent over het niveau van het boek.

Instructie leeslogboek

Hoe moet je leeslogboek eruit zien?

Je leest in havo 4 in totaal zes boeken. Bij elk boek moet je je leeslogboek updaten. Maak de opdracht in Wikiwijs en niet via een bestand als bijlage!

 

Bij elk gelezen boek moet er een reflectie terug te vinden zijn in je leeslogboek. Hiervoor moet je de volgende stappen doorlopen:

1. Zorg er eerst voor dat je een eigen Wikiwijspagina aanmaakt. De instructie die je stap voor stap uitlegt hoe dit moet, vind je in de studiewijzer.
2. De gemaakte opdrachten moeten direct zichtbaar zijn. Dat betekent dat je de teksten typt in Wikiwijs of kopieert vaunit Word. Je mag geen Worddocument toevoegen als bijlage!
3. Geef op het tabblad  'boekenoverzicht' een volledig overzicht van de gelezen boeken. Zo kun je in één oogopslag zien welke boeken je gelezen hebt. Noteer van elk boek: de titel, de auteur, het niveau van het boek en het aantal sterren dat je het boek zou geven. Hierbij geldt dat 5 sterren maximaal is. Houd dit overzicht up-to-date!
2. Voor elk boek gebruik je vervolgens een tabblad waar je een verwerkingsopdracht maakt bij het gelezen boek. De opdrachten waar je uit kunt kiezen, vind je bij het tabblad 'opdrachten'. Je mag hierbij natuurlijk werken met afbeeldingen als je wilt!
3. Aan het begin en aan het einde van het schooljaar ontvang je van je docent nog overige opdrachten die je bij het tabblad 'overige opdrachten' moet uitvoeren.

Tussentijdse 'beoordeling'
Wanneer je docent tussentijds je leeslogboek bekijkt, zal hij/zij letten op de volgende aspecten:

- Kwaliteit: heb je de juiste opdrachten gekozen die passen bij jouw visie op het gelezen boek? Heb je ook niet altijd de makkelijkste weg gekozen?
- Ontwikkeling: is er in de gelezen boeken een ontwikkeling in niveau waar te nemen? Zoek je uitdaging en ontwikkeling in de boeken die je leest?
- Volledigheid: geeft je opdracht een volledig beeld van jouw visie op het gelezen boek?
- Taalgebruik: heb je niet te veel spel- en taalfouten gemaakt?

Je krijgt feedback van je docente zodat je eventueel de gemaakte opdrachten kunt aanpassen. Natuurlijk kun je de feedback altijd gebruiken bij de komende opdrachten.

 

Een Wikiwijspagina maken

Je gaat je leeslogboek maken in je eigen Wikiwijspagina. Je hebt hiervoor deze Wikiwijspagina nodig. Deze ga je kopiëren naar je eigen Wikiwijsaccount. Daar kun je de pagina wijzigen door steeds je eigen verwerkingsopdrachten toe te voegen.
Hoe je deze Wikiwijspagina naar je eigen account kunt kopiëren, vind je hier

 

 

Verwerkingsopdrachten

In je leeslogboek is het van belang dat je bij elk gelezen boek vooral aangeeft wat je ervan vond en waarom. Je kunt hierbij kiezen uit een aantal vaste opdrachten of je maakt een eigen verslag waarin de voor jou belangrijkste informatie is opgenomen.

Neem bij elk boek sowieso op: titel - auteur
Op deze manier is het voor jouzelf en voor je docent direct duidelijk over welk boek het verslag gaat.

 

Je mag bij elk boek kiezen uit onderstaande verwerkingsopdrachten:

Standaardverslag

Het standaardverslag bestaat uit de volgende onderdelen:
- samenvatting van het boek
- overzichtelijke analyse met de belangrijkste elementen uit de verhaalanalyse
- informatie over de schrijver
- je eigen mening over het gelezen boek
Bij deze opdracht geldt dat je alle informatie (met uitzondering van je eigen mening) letterlijk van internet mag overnemen. Vermeld in dat geval bij elk onderdeel de gebruikte bron. Wees kritisch in de bronnen die je gebruikt. Jij bent verantwoordelijk voor de kwaliteit van de verwerkingsopdracht.

Recensieopdracht

Schrijf een recensie waarin je elementen uit de samenvatting, de analyse, de schrijversinformatie en je eigen mening combineert. Let hierbij op het volgende:
- Je schrijft de recensie voor iemand die het boek niet gelezen heeft. Laat de lezer van de recensie dus eerst kennismaken met het boek. Vertel kort waar het over gaat / neem een stukje uit het boek letterlijk over. Maak de lezer nieuwsgierig naar het verhaal
- Vertel in de kern meer over de analyse en de schrijver. Combineer deze informatie met je eigen mening. Leg dus steeds uit wat jij ergens van vindt.
- In het slot geef je je eindoordeel. Je vertelt wat je uiteindelijk ‘over-all’ van het boek vond. Je geeft een tip aan mogelijke lezers of reageert op de verwachting die je had voordat je ging lezen.
- Je recensie krijgt een passende en pakkende titel. Dat kan een quote zijn uit het boek, het mag al iets zeggen over je eindoordeel. Als het maar origineel is en de aandacht trekt.
- Markeer in je recensie de zinnen / zinsdelen waarin je je eigen mening verwoordt.

 

Opdracht van Lezen voor de Lijst

Maak de opdrachten die op de site www.lezenvoordelijst.nl horen bij jouw boek. Als er bij jouw boek opdrachten horen op verschillende niveaus, kies dan de opdracht die het beste bij jou past. Neem bij de uitwerking van de opdracht telkens de opdracht over en het bijbehorende antwoord. Geef tot slot kort aan waarom je voor deze opdracht gekozen hebt.

 

Juryrapport

Je doet alsof het boek dat je hebt gelezen is ingezonden voor een landelijke boekenwedstrijd. Bij deze wedstrijd ben je als jurylid op zoek naar het beste Nederlandstalige boek. Om dit beste boek te kunnen kiezen, moet je eerst bepalen aan welke eisen het moet voldoen. 2 eisen zijn al bekend, namelijk: - het boek moet een verrassend einde hebben EN - de titel moet perfect de strekking van het verhaal weergeven.
Wat ga jij als jurylid op papier zetten:
- Je vult de gegeven eisen aan met 3 eigen eisen waarvan jij vindt dat het beste boek daaraan moet voldoen. Geef ook een korte motivatie / verantwoording bij elke eis: waarom vind je deze eis belangrijk?
- Uiteindelijk heb je een lijst van 5 eisen verzameld die je nu moet gaan koppelen aan het gelezen boek. Dit doe je door bij elke eis een omschrijving te geven van jouw boek. Dus bijvoorbeeld: heeft het boek een verrassend einde? Waarom wel of waarom niet? De antwoorden hoeven niet altijd positief te zijn.
- De laatste stap is bepalen of jouw boek het beste Nederlandstalige boek is. Dit doe je door een conclusie te schrijven bij de 5 eisen. Je geeft een korte samenvatting van jouw bevindingen en komt tot een eindoordeel. Dit eindoordeel hoeft niet altijd positief te zijn!

 

Brief van de uitgever

Bij deze opdracht kruip je in de huid van de uitgever. Je doet je alsof het boek dat je gelezen hebt, nog niet is uitgegeven.
Stel je voor: je werkt bij een uitgeverij. De schrijver van jouw boek komt binnen met zijn verhaal en vraagt of jij het werk wilt uitgeven. Je bent best enthousiast, maar je ziet nog wel ruimte voor verbeteringen. Je besluit om jouw reactie op papier te zetten en naar de schrijver te sturen.
De opdracht:
- Schrijf een brief aan de schrijver. Je begint natuurlijk met een korte inleiding.
- Vervolgens geef je jouw persoonlijke oordeel over het boek. Het is jouw oordeel, dat betekent dat het zowel positief als negatief kan zijn.
- Daarna ga je aangeven waarom je op dit moment het boek nog niet wilt uitgeven. Je geeft 3 elementen waarvan je vindt dat deze aangepast moeten worden en waarom. Denk bij elementen aan de theorie van verhaalanlyse.
- Als je hebt aangegeven wat je aangepast wilt hebben en waarom, ga je de schrijver advies geven in hoe hij/zij het moet aanpassen. Je hebt hier als uitgever natuurlijk een visie in. Dus: wat zou de schrijver moeten doen om ervoor te zorgen dat je het boek wel uitgeeft.
- Je rondt de brief netjes af.

 

Brief aan de uitgeverij

Stel je voor: het werk dat je gelezen hebt, heb je zelf geschreven. Je blijkt over bijzonder schrijftalent te beschikken. Het verhaal is nog niet gepubliceerd, maar je wilt graag dat een uitgeverij het uit gaat geven. Je besluit een uitgeverij te schrijven om je verhaal te promoten!
- Je schrijft een brief aan een uitgeverij. Ga eerst eens op zoek naar bestaande uitgeverijen en kies een geschikte uit voor jouw boek.
- Je introduceert jezelf als schrijver en je vertet kort waarom je deze brief schrijft.
- In de kern introduceer je het verhaal. Je geeft informatie over de titel, het thema, het plot en het perspectief.
- Je legt uit voor welk publiek jouw boek geschikt is. Koppel dit aan de niveaus van Lezen voor de Lijst en leg uit waarom dit het geschikte publiek is.
- Rond je brief netjes af.

Beoordeling

Algemeen

In havo 4 ben je verantwoordelijk voor het eerste deel van je leeslogboek. Aan het einde van het schooljaar moeten er 6 boeken terug te vinden zijn in je logboek. Je docent zal tussentijds aangeven wanneer zij de leeslogboeken bekijkt. In havo 5 vul je het leeslogboek aan met nog 4 boeken. Aan het einde van havo 5 vindt tot slot het mondeling plaats over de 10 gelezen boeken. Voor dit mondeling krijg je een cijfer. Het leeslogboek dat je in havo 4 hebt opgebouwd wordt beoordeeld met een cijfer. Dit cijfer is onderdeel van het PTA van Nederlands.


Tussentijdse 'beoordeling'
Wanneer je docent tussentijds je leeslogboek bekijkt, zal ze letten op de volgende aspecten:

- Kwaliteit: heb je de juiste opdrachten gekozen die passen bij jouw visie op het gelezen boek? Heb je ook niet altijd de makkelijkste weg gekozen?
- Ontwikkeling: is er in de gelezen boeken een ontwikkeling in niveau waar te nemen? Zoek je uitdaging en ontwikkeling in de boeken die je leest?
- Volledigheid: geeft je opdracht een volledig beeld van jouw visie op het gelezen boek?
- Taalgebruik: heb je niet te veel spel- en taalfouten gemaakt?

Je krijgt feedback van je docente zodat je eventueel de gemaakte opdrachten kunt aanpassen. Natuurlijk kun je de feedback altijd gebruiken bij de komende opdrachten.

Boeken

boeken overzicht

Isabelle- niveau 2- Tessa de Loo- beoordeling:4/5

Verslag Isabelle

 

Informatie schrijfster:

Tessa de Loo (1946) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Ze werkte enkele jaren als lerares alvorens ze in 1983 debuteerde met de verhalenbundel De meisjes van de suikerwerkfabriek, waarmee ze onmiddellijk haar naam vestigde. Het boek beleefde meer dan twintig drukken en werd bekroond met twee debuutprijzen (de Anton Wachterprijs en het Gouden Ezelsoor).

Sindsdien is Tessa de Loo een geliefd schrijfster gebleven. Haar populariteit dankt ze aan de toegankelijke stijl van haar proza, waarin altijd een intrigerende verhaallijn wordt uitgewerkt, en aan de thematiek van haar werk - vaak conflictueuze liefdes waarin macht een belangrijke factor is.

Bron: https://tessadeloo.com/werk/

 

Samenvatting van het boek:

De beroemde actrice Isabelle Amable verdwijnt. Er wordt in de bossen van de Auverge naar haar gezocht, maar zonder resultaat. De aandacht verflauwt en de zoektocht wordt uiteindelijk gestaakt. Er zijn verschillende personen ondervraagd, maar een gesprek met de lelijke Jeanne Bitor wordt zo snel mogelijk afgehandeld. Zij woont in een bouwvallig huis en werkt in het dorpscafé 'La Truite Dorée'. In haar vrije tijd schildert ze vooral dood en verval. Voor haar nieuwe werk heeft ze de mooie Isabelle ontvoerd om de aftakeling van de mens te schilderen. Ze wordt gedreven door jaloezie, vanwege haar eigen lelijkheid en de schoonheid van Isabelle. Jeanne wil Isabelle laten verhongeren en deze raakt daardoor helemaal uitgeput. De schilderes wil niet met haar 'model' praten maar Isabelle toont zich in haar geïnteresseerd. Jeanne voelt zich hierdoor zeer gevleid. Zij voert voor het eerst van haar leven een klaagzang op over haar lelijkheid en haar ideeën over schoonheid.

Isabelle probeert het vertrouwen van Jeanne te winnen door verhalen te verzinnen over de zogenaamde moeilijkheden in haar leven. Ze vertelt over vernederende huwelijksrelaties en het misbruik door haar stiefvader. Jeanne krijgt hierdoor medelijden met haar slachtoffer. Ze hoopt dat Isabelle bij haar wil blijven zodat ze haar problemen met iemand kan delen. Jeanne verleent Isabelle enkele gunsten.

Iedereen heeft de moed om Isabelle te vinden opgegeven behalve Bernard Buffon. Hij is onderwijzer in het dorp waar Isabelle ooit gelogeerd heeft. Bernard werd vroeger altijd gepest vanwege zijn dikke figuur, dat aan een schildklieraandoening te wijten is. Deze pesterijen liepen zo uit de hand, dat ze hem in een waterton geduwd hebben. Isabelle en haar vader hebben hem toen gered. Sindsdien is hij idolaat van de actrice. Hij weet van een jeugdvriendin van Isabelle dat zij een gelukkige jeugd heeft gehad en verloofd is met Jean-Pierre.

Bernard merkt in het dorpscafé dat Jeanne steeds vrolijker wordt en dat vindt hij verdacht. Hij praat met haar over Isabelle. Jeanne ontdekt dat Isabelle over haar privé-leven gelogen heeft. Het blijkt dat ze helemaal niet onder haar schoonheid lijdt. Bij thuiskomst besluit Jeanne om Isabelle weer onder streng regime te stellen. Isabelle acteert huilbuien en smeekbedes, maar Jeanne is niet onder de indruk. De volgende ochtend ziet zij dat Isabelle zich heeft opgehangen. Geschokt door het verlies van haar 'vriendin', verbrandt ze al haar schilderijen en loopt weg.

Op dat moment bezoekt Bernard het huis van Jeanne en hij ontdekt Isabelle. Het blijkt dat zij haar ophanging heeft geacteerd. Dat had bijna een fatale afloop. De twee pitbulls van Jeanne hadden namelijk de kisten, waarop ze stond, omgegooid. Bernard bevrijdt haar. Isabelle wil niet dat Jeanne gestraft wordt en Bernard kan dat niet begrijpen. Zijn verering voor Isabelle is verleden tijd. Hij besluit een zoektocht naar Jeanne te starten, omdat hij gefascineerd is door haar lelijkheid en benieuwd is naar haar beweegredenen voor de ontvoering.

Bron: http://www.boekverslag.nl/Verslag/Isabelle/

 

Personages:

Jeanne Bitor

Jeanne Bitor is lang, dun en knokig. Ze heeft een kromme rug en een platte borst. Boven de gebogen rug steekt een kop met een lange scherpe neus en een puntige kin. Daartussen zit haar ingevallen mond met een vermolmd gebit. Op haar hoofd zit wat schamel, kleurloos nesthaar dat met een elastiekje op het achterhoofd bijeen wordt gehouden. Haar kleine, half toegeknepen ogen, die door dikke brillenglazen kijken zorgen bij veel mensen voor een groot onbehagen. De naam, Jeanne Bitor verwijst naar haar uiterlijk. Bitor is een verhaspeling van butor wat reiger betekent.
Jeanne Bitor werkt in het weekend achter de tap in het dorpscafé. Ze is ook een goede schilder maar verdient hier geen geld mee. Jeanne Bitor is sluw, erg jaloers en soms ook gemeen. Dit verandert wanneer zij in aanraking komt met de mooie vriendelijke Isabelle. Jeanne Bitor krijgt een band met Isabelle. Dit is aan haar te zien. Ze wordt hier vrolijk van.

 

Isabelle Amable
Isabelle is zoals haar naam al aangeeft erg mooi en vriendelijk. Belle betekent mooi en Amable betekent vriendelijk. Isabelle Amable heeft blonde haren en blauwe ogen. Haar huid is egaal. Haar postuur is tenger maar mooi.
Isabelle Amable is erg slim. Dit valt op te maken uit de verhalen die zij verzint om Jeanne Bitor voor zich te winnen. Ze is niet zo oppervlakkig als de meeste mensen denken. Isabelle Amable heeft medelijden met Jeanne Bitor, ze is erg vriendelijk.
Isabelle Amable werkt als actrice in bekende films. Zij heeft een groot acteertalent wat noodzakelijk was voor haar ontsnapping.
Isabelle Amable is een beroemde filmster.

Onderlinge relaties:
Op het begin haat Jeanne Isabelle vanwege haar uiterlijk. Isabelle voert een toneelstukje op waardoor Jeanne Isabelle aardig gaat vinden. Wanneer Jeanne ontdekt dat het maar een toneelstukje is haat Jeanne Isabelle. Hierdoor pleegt Isabelle zelfmoord. Wat ook een toneelstukje blijkt te zijn. Jeanne is zo overstuur dat ze wegloopt.

 

Overzichtelijke analyse met de belangrijkste elementen uit de verhaalanalyse:

Jaloezie is een belangrijk motief. Jeanne is heel erg lelijk. Hierdoor voelt zij zichzelf erg ondergewaardeerd, zowel haar kunstwerken als haar intelligentie. Jeanne vindt het onrechtvaardig dat zij lelijk is en Isabelle mooi. Jaloezie is Jeannes drijfveer. Jeanne verafschuwt schoonheid doordat dit haar lelijk maakt. Hierdoor haat zij Isabelle Amable terwijl zij haar eigenlijk niet kent. Hiermee is Jeanne even oppervlakkig als de mensen die haar verafschuwen omdat zij lelijk is. De jaloezie en het verafschuwen van mooie dingen hangen met elkaar samen.

In bovenstaand fragment is er sprake van zelfspot. Jeanne noemt zichzelf een monster waarmee zij duidelijk maakt dat zij erg jaloers is op Isabelle.

Mensen vinden het onaangenaam om haar aan te zien. Hierdoor ontstaat Jeannes jaloezie naar mooie mensen.

Lijdmotief

Isabelles rode hakjes staan voor Isabelle in de loop van het verhaal. Wanneer haar schoenen worden gevonden wordt Isabelle ook gevonden.

In bovenstaand fragment onderzoekt Bernard Isabelles schoenen. Bernard heeft net Isabelles schoenen gevonden dus ook Isabelle zelf. Wanneer Isabelle haar schoenen weer aantrekt gaat zij weer verder met haar oude leven. Alsof er niets is veranderd. Bernard blijft echter zoeken naar Jeanne Bitor.

 

Eigen mening:

Ik vond het een leuk boek om te lezen, het was vooral een heel spannend verhaal. Wat ik helaas wel minder vond is dat het niet echt een echt verhaal is het is allemaal een beetje te fictie. Hierdoor had ik niet echt de motivatie om hele uren achter elkaar door te lezen wat ik wel heb bij de andere boeken die ik heb gelezen.

Sonny boy- niveau 3- Annejet Van Der Zijl- beoordeling: 4/5

verslag Sonny Boy

Informatie over de schrijfster:
Wat opvalt is dat Annejet van der Zijl vaak schrijft over het verleden. De stijl is eenvoudig, ze gebruikt lange zinnen met niet al te moeilijke woorden, waardoor ik het een prettig boek vond om te lezen. Er wordt wel erg uitgebreid geschreven over de omgeving (in precieze details), waardoor het soms langdradig wordt. Annejet schrijft realistische boeken, die waargebeurd (zouden kunnen) zijn.

Samenvatting:
Rika woonde samen met haar man Willem totdat ze ging scheiden en een nieuwe man ontmoette. Via de zus van Rika kwam ze in contact met een Surinaamse jongen die haar dienstjongen wordt. Al snel lijken de Surinaamse jongen, Waldemar, en Rika elkaar leuk te vinden. Het gaat snel en ze beginnen een relatie tot grote afschuw van Willem. Hij was er namelijk heel lang van overtuigd dat Rika hem uiteindelijk terug wilde zodat ze samen voor de kinderen konden gaan zorgen.
Als blijkt dat Rika zwanger is van Waldemar, begint Willem de kinderen van Rika af te pakken. Als dit hem lukt lijkt Rika gek te worden: ze mag haar eigen kinderen niet meer opvoeden en ze mag ze niet eens meer zien. Gelukkig wil de oudste dochter Bertha nog wel contact met haar moeder, en door stiekem contact kan Rika toch nog op de hoogte gehouden worden van het groeien van haar kinderen.

In 1929 wordt de zoon van Waldemar en Rika geboren en ze noemen hem Waldy. Zijn bijnaam is Sonny Boy welke te danken is aan een film. Waldy heeft een donkere huid, krullen en blauwe ogen. Omdat Waldemar en Rika nauwelijks geld hebben worden ze het huis uitgezet en staan ze op straat samen met hun kleine kind Waldy. Uiteindelijk vinden ze een huis in Scheveningen en samen met Hilda, de zus van Waldemar, beginnen ze een pension. Hier kunnen mensen verblijven als ze in Scheveningen zijn.
Als Waldy acht jaar is besluiten Rika en Waldemar te gaan trouwen. Ondertussen is het contact met Bertha nog steeds goed en Rika mag zelfs nog een andere zoon van haar zien. Tot grote vreugde van Waldy, want Waldy ziet als zijn half broers- en zussen als grote voorbeelden.

Vervolgens breekt de oorlog uit en aangezien Rika en Waldemar nog steeds het pension in Scheveningen hebben, besluiten ze om daar joden onder te laten duiken. Wanneer de huizen in Scheveningen worden gesloopt krijgen ze een nieuw huis in Rijswijk. Omdat ze daar geen nieuw leven op kunnen bouwen besluiten ze om weer een nieuw huis in Scheveningen te zoeken. Hier beginnen ze weer met het pension en al snel duiken hier ook weer joden onder. Rika en Waldemar worden steeds armer en zien het gevaar van joden onder laten duiken niet. Na een tijdje gaan ze ook nog samenwerken met iemand, waardoor er veel joden bij hun kunnen blijven zodat de joden een vaste plek hebben.
In 1944 komen er mensen het huis binnenvallen en Rika en Waldemar moeten mee gaan. Ze komen in een cel waar ze een lange tijd apart van elkaar verblijven. De joden die ondergedoken zaten gaan naar Westerbork en na een tijdje worden ook Rika en Waldemar verplaatst.
Waldemar wordt uiteindelijk over geplaatst naar een kamp in Vught. Rika wordt veroordeeld en krijgt levenslang, en ook zij gaat naar Vught. Daar kunnen Rika en Waldemar elkaar nog af en toe zien tussen de hekken door. Ondertussen hebben ze ook zwak contact met het thuisfront en worden er spullen naar de kampen opgestuurd. Waldy verblijft ondertussen bij familie. Uiteindelijk worden Rika en Waldemar apart van elkaar overgeplaatst naar andere kampen in Duitsland.
In het kamp van Rika horen alle vrouwen voor het eerst van gaskamers. Hier moeten de zieke en zwakke vrouwen naartoe en worden ze vergast. Na een tijdje wordt Rika ook ziek nadat ze altijd veel kracht heeft gehad. Doordat ze ziek is moet ook zij naar de gaskamer en wordt ze vergast.
Bij Waldy thuis horen ze niks meer van Waldemar. Ze weten inmiddels wel al dat Rika is overleden en ze beginnen te vrezen dat ook Waldemar is overleden. Maanden na de Bevrijdingsdag komen ze er via een brief achter dat ook Waldemar is overleden. Hij is vanuit een boot gaan zwemmen en voor de kust is hij doodgeschoten door agenten.

Waldy is uiteindelijk weer terug gegaan naar Suriname en is daar bij zijn oom en tante gaan wonen. Daar gedraagt hij zich stil en schuchter en ook toen hij groter werd bleek hij veel last te hebben van zijn verleden. Hij heeft bij psychologen en psychiaters gelopen en daar bleek al snel dat hij het verleden onder ogen moet zien. Helaas heeft het allemaal niet geholpen en heeft hij altijd gerouwd om het verlies van zijn ouders.

Bron: www.scholieren.com

 

Personages:
Bertha
Bertha is de dochter van Rika en Willem. Als Rika samen gaat wonen met Waldemar mag Bertha haar moeder niet meer zien. Maar ondanks dat het van haar vader niet mag, blijft ze contact zoeken met haar moeder.

Waldy Nods/Sonny Boy

Waldy is de rustige zoon van Waldemar en Rika en heeft de bijnaam ‘Sonny Boy’. Gek genoeg krijgt hij in dit boek geen hele grote rol en je komt dan ook niet heel veel over zijn karakter te weten. Hij heeft een donkere huid, krullend haar en blauwe ogen. Als allebei zijn ouders zijn overleden begint hij zich wel heel stil en terughoudend te gedragen.

Waldemar Nods

Waldemar is een man van Surinaamse afkomst die bij Rika komt wonen. Aan het begin is het een hele stille en terughoudende jongen, maar wanneer hij een relatie met Rika heeft lijkt hij helemaal op te bloeien. Na een lange tijd voelt hij zich ook thuis in Nederland en begint hij een stuk meer aanwezig te worden. Ook Waldemar is een lieve man die veel voor anderen over heeft.



Rika van der Lans

Rika heeft altijd een relatie met Willem gehad maar na een lange tijd besluit ze om te scheiden en begint ze met Waldemar een relatie. Rika is een lieve en vooral een bijzondere vrouw die alleen maar aan anderen denkt en zichzelf soms wegcijfert. Dat blijkt natuurlijk uit het hele verhaal: doordat zij joden heeft onder laten duiken is zij uiteindelijk vergast.

 

Willem Hagenaar
Hij was de man van Rika. Vroeger was hij stapelverliefd op Rika. Hij vroeg haar ouders of Rika met hem mocht trouwen, en ondanks dat deze dat liever niet zagen stemden ze toch toe. Willem was protestants opgevoed, Rika katholiek. Willem werkt bij Rijkswaterstaat en heeft daarbinnen een redelijk hoge positie, in Goedereede is hij zelfs dijkgraaf. Dit bezorgt hem een behoorlijk aanzien en daar geniet hij ook van. Hij komt echter over als een onsympathieke man. Als Rika zich niet gedraagt zoals hij wil, begint hij haar te slaan. Als Rika verhuist is eist hij dat de kinderen weer bij hem komen wonen.
Willem is een man met veel trots, die hij niet snel opzij zet.

 

Eigen mening:
Ik vond het een heftig maar mooi verhaal omdat het de oorlog goed beschrijft en hoe er met de mensen werd omgegaan. Ik vond vooral het eind heftig als je leest hoe Waldemar wordt vermoord. En hoe Waldy leeft zonder zijn ouders.


Waarom ik voor dit boek heb gekozen:
Ik heb voor dit boek gekozen omdat ik de film ook heb gezien en ik die heel mooi vond. Het boek is wel anders dan de film maar in grote lijnen is het hetzelfde.

De Aanslag- niveau 3- Harry Mulisch- beoordeling:3/5

verslag de aanslag

Informatie over de schrijver:
Harry Mulisch (1927-2010) groeide op als zoon van een Oostenrijks-Hongaarse vader die tijdens de Eerste Wereldoorlog officier was in het leger. Al voor de Tweede Wereldoorlog scheidden zijn ouders en verhuisde zijn moeder naar Amsterdam. Zijn moeder emigreerde naar Amerika, terwijl hij in Nederland achterbleef en zijn schrijversdebuut maakte. In 1946 schreef Mulisch zijn eerste verhaal, ‘De kamer', dat een jaar later in Elseviers Weekblad gepubliceerd werd. Pas na zijn eerste publicatie begon Mulisch zich in literatuur te verdiepen. Daarnaast liet hij zich inspireren door toneel.

 

Samenvatting:

 

Eerste episode, 1945 .
Op een avond in januari 1945 wordt de familie Steenwijk opgeschrikt door zes schoten. Voor het huis van de buren Korteweg ligt het lijk van Fake Ploeg,hoofdinspecteur van politie. Korteweg en Karin slepen het lijk voor het huis van de familie Steenwijk. Peter rent naar buiten om het dode lichaam weer weg te zeulen. De Duitsers komen;Peter vlucht weg en neemt het pistool van Ploeg mee.


Anton en zijn ouders worden uit hun huis gehaald en de villa wordt in brand gestoken, nadat eerst de ruiten kapot zijn geslagen. Anton wordt in een auto gestopt en weggevoerd. Wat er met zijn ouders gebeurt, weet hij niet.

Hij wordt in een cel in het politiebureau in Heemstede geworpen. In deze cel zit al een vrouw. Ze troost Anton en praat met hem over de fascisten ('ze zullen zeggen, dat het de schuld van de illegaliteit is') en over de noodzaak hen te haten. Anton wordt de volgende dag overgebracht naar de Ortskommandant in Haarlem, van wie hij naar zijn oom en tante in Amsterdam mag gaan. Tijdens de rit van Haarlem naar Amsterdam wordt het konvooi door een Engels vliegtuig beschoten, waarbij enige doden vallen. In Amsterdam komt Anton bij een Duitse generaal terecht, die vriendelijk voor hem is. Oom Peter haalt hem op.

Tweede episode , 1952.
Anton wordt opgevoed door zijn oom en tante, een kinderloos doktersechtpaar aan de Apollolaan te Amsterdam. Na de oorlog blijkt, dat zijn ouders en Peter in de fatale nacht ter plekke zijn doodgeschoten. Anton reageert beheerst; hij gaat niet op onderzoek uit.



Na het gymnasium gaat hij medicijnen studeren. Als hij tweedejaars is, wordt hij door een studiegenoot uitgenodigd op een feestje in Haarlem. Zo komt hij in 1952 voor het eerst weer terug in de stad die hij in januari 1945 heeft verlaten. Het feestje wordt voor hem een teleurstel-ling, omdat een paar brallerige studenten kwetsende opmerkingen maken. Anton wordt hierdoor herinnerd aan hetgeen hij in de oorlog heeft meegemaakt. De aansporingen om zich als vrijwilliger aan te melden voor de oorlog in Korea doen hem besluiten het feestje vroegtijdig te verlaten.

Op de terugweg komt hij langs de kade waar zijn ouderlijk huis heeft gestaan. Mevrouw Beumer roept hem binnen. Ze vertelt dat Antons moeder op die fatale januari-avond een Duitser is aangevlogen en dat zij en haar man daarna zijn doodgeschoten. Anton vertrekt zwijgend en loopt langs het monument dat is opgericht voor de slachtoffers van de januari-tragedie. Hij leest de namen van de gefusilleerden, waaronder die van zijn ouders. De naam van Peter staat er niet bij.

Bij navraag blijkt dat zijn oom hem wel verteld heeft over het monument, maar dat hij de onthulling niet wilde bijwonen. Anton voelt voor het eerst iets van angst voor het afgesloten verleden.

Derde episode , 1956.
Na zijn kandidaatsexamen gaat Anton op kamers wonen in de binnenstad van Amsterdam. In 1956 vallen de Russen Hongarije binnen. Dagenlang is het rumoerig rond het hoofdkwartier van de CPN in Amsterdam (het gebouw Felix Meritis). Tijdens een relletje ontmoet Anton in het portiek van zijn huis Fake Ploeg jr., die een kei in zijn hand heeft. Op de kamer van Anton ontwikkelt zich een heftig gesprek. Omdat zijn vader in de oorlog fout was, heeft Fake niet kunnen studeren. Hij werkt nu in een zaak voor huishoudelijke artikelen. Hij is fel anti-communistisch ('Het zijn niet toevallig dezelfde rotcommunisten geweest,die mijn vader hebben vermoord.'). Anton verwijt Fake dat het de vrienden van zijn vader waren die Antons familie hebben uitgeroeid. Fake wordt woedend en verbrijzelt de spiegel met zijn kei.Kort daarop ontploft de oliekachel, waardoor de kamer vol roet komt. (Er is sprake van een herhaling van hetgeen in januari 1945 is gebeurd: de Duitsers sloegen de ruiten kapot en staken het huis van Antons ouders in brand.)

Vierde episode , 1966.
In 1959 doet Anton artsexamen. Hij krijgt een assistentschap in de anesthesie en gaat in de buurt van het Leidseplein wonen. Hij werkt in het Wilheimina Gasthuis. In Londen ontmoet hij de stewardess Saskia de Graaff. Een jaar later trouwen ze. Ze kopen een half huis in de buurt van het Concertgebouw. De vader van Saskia is ambassadeur in Athene. In de oorlog speelde hij een belangrijke rol in het verzet.

Begin juni 1966 wordt Sjoerd begraven. Hij was een bekend journalist, die in de oorlog in het verzet zat. Omdat hij een vriend was van De Graaff, gaan Anton, Saskia en hun dochtertje Sandra ook naar de begrafenis. Na afloop van de plechtigheid komt Anton in contact met de verzetsstrijder Cor Takes. Deze heeft Fake Ploeg doodgeschoten. Anton wil eigenlijk niet meer over het gebeurde uit de oorlog praten, maar Takes moet zijn hart luchten. Hij tracht zich te rechtvaardigen door te vertellen over de gruweldaden van Ploeg. Over het gezeul met het lijk van Ploeg weet hij niets. Hij vertelt over zijn vriendin Truus Coster. Zij blijkt het meisje te zijn met wie Anton een nacht in de cel heeft gezeten. Anton hoort nu, dat ze drie weken vóór de bevrijding is terechtgesteld. Takes geeft zijn adres en telefoonnummer aan Anton.

Anton gaat met zijn gezin en schoonouders ergens lunchen. Daarna gaat hij met Saskia en Sandra naar het strand. Door de onthullingen van Takes is hij helemaal uit zijn evenwicht. Hij wil de foto van Truus die in het bezit is van Takes, zien. In een foto van Saskia herkent hij het beeld, dat hij sinds 1945 in zijn hoofd heeft van Truus.

De volgende dag gaat Anton naar Takes, die nog helemaal met zijn gedachten in het oorlogsver-leden leeft. Het vrijlaten van de oorlogsmisdadiger Lages maakt de verzetsheld woedend. Anton ziet de foto van Truus. Takes vertelt over zijn verhouding met Truus. Zij was het die de laatste twee schoten op Ploeg afvuurde. Ploeg heeft haar daarna nog met een schot verwond. Anton is zeer geëmotioneerd.

Laatste episode , 1981.
Anton en Saskia zijn gescheiden en Anton is hertrouwd met Liesbeth, die kunstgeschiedenis studeert. Ze hebben een zoon: Peter (1969). Anton verdient veel en heeft vier huizen. Hij is vaak in Italië. Hij wordt neerslachtig en heeft soms ook last van een crisis. In 1978 gaat hij met Sandra naar Haarlem. Op de plaats waar het verbrande huis heeft gestaan, is een bungalow gebouwd. Ze bezoeken het monument en het graf van Truus Coster op de erebegraafplaats in Bloemendaal. Sandra legt een roos op het graf. Door de emoties weet Anton nu plotseling, wat Truus in de cel tegen hem gezegd heeft. Als Anton het aan Takes wil vertellen, blijkt het huis van de verzetsman te zijn gesloopt.

Tijdens de vredesdemonstratie op 21 november 1981 te Amsterdam ontmoet Anton Karin Korteweg. Van haar verneemt hij dat Peter in januari 1945 bij de Kortewegs is binnengevlucht.De Duitsers hebben hem neergeknald. Korteweg en zijn dochter zijn naar de Ortskommandatur gebracht. Anton herinnert zich dat hij Korteweg daar even heeft gezien. Hij hoort nu ook waarom Korteweg het lijk weg wilde hebben: hij was bang voor zijn hagedissen. Toen bleek welke represaillemaatregelen de Duitsers namen, heeft hij de beestjes zelf doodgetrapt. Hij wilde het lijk niet voor het huis van Aarts leggen, omdat daar drie joden ondergedoken zaten.

 

Bron: www.scholieren.com

 

 

 

analyse:
De titel van het boek ‘De Aanslag’ zegt iets over het onderwerp, over de tweede Wereldoorlog en de aanslag op Fake Ploeg, de hoofdinspecteur van de politie.

Tijd:
- Het verhaal speelt zich af in de 2e wereldoorlog en de jaren daarna (tot juli 1982), er verloopt ook tijd tussen begin en eind. Het verhaal wordt in de verleden tijd verteld.
- Het verhaal wordt chronologisch verteld, maar niet continu. Het boek is in 6 delen verdeeld; proloog en daarna 5 episodes, iedere episode in een andere tijd.
- Het verhaal is ‘Ab Ovo’, het begint bij het begin.

 

Personages:
- Anton:

Is de jongste zoon van meneer en mevrouw Steenwijk, en het jongere broertje van Peter. In het begin is hij 12 jaar en zit hij momenteel niet op school wegens kolengebrek. Normaal zit hij in de eerste klas van het Lyceum. Hij heeft bruin haar, donkere ogen en een notenkleurige huid die rond de ogen iets donkerder wordt. Hij lijkt op zijn vader.
- Peter:
Oudste zoon van meneer en mevrouw Steenwijk. Zit in de vierde klas van het lyceum, want hij is twee keer blijven zitten. Hij is nu 17 jaar. Hij heeft blond haar en blauwe ogen, en hij lijkt op zijn moeder. Hij is de oudere broer van Anton.
- Korteweg:
de buurman, was stuurman op de grote vaart en door de oorlog tot nietsdoen gedwongen. Het was een stevige, grote man, met al wat grijzend haar. Hij had een dochter, Karin.
- Karin:
dochter van Korteweg. Ze was verpleegster. Ze had blond haar en blauwe ogen.
- Breumers:
een gepensioneerde, ziekelijke procuratiehouder met zijn vrouw. Ze hadden geen kinderen.
- Saskia:
eerste vrouw van Anton. Ze was stewardess bij de K.L.M. Ze had bruin haar en bruine ogen. Ze had samen met Anton een dochter, Sandra.
- Liesbeth:
tweede vrouw van Anton. Ze had blond haar, blauwe ogen. Ze had samen met Anton een zoon, Peter.
Het verhaal speelt zich af in Haarlem, waar Anton woonde met zijn ouders, en in Amsterdam, waar hij eerst bij zijn oom en tante woont en later zelf in een huis woont.
Het speelt zich af in een personale situatie: Eer hij wist wat hij deed, was hij onder de arm van meneer Bos door gedoken en ging op zijn plaats zitten. In deze zin kun je hij vervangen door ik.                                                                                    


 

Eigen mening:

Mijn verwachting was dat het boek zielig zou zijn, omdat er iemand vermoord was.. Dit was helemaal niet hoe het boek verliep het ging juist over hoe ‘de aanslag’ heeft kunnen gebeuren.

Ik vond het verhaal zelf wel spannend en aangrijpend, je wilt graag weten wat er met de familie Steenwijk is gebeurd. En het boek gaat niet alleen over de oorlog maar ook over het leven daarna, dat vond ik zelf wel interessant. Maar het taalgebruik vond ik soms wel lastig. Er werden moeilijke woorden gebruikt en ik las er niet makkelijk doorheen. Het boek heeft zeker iets nieuws gebracht, ik ben meer gaan nadenken over de aanslagen die hebben plaatsgevonden, en die misschien nog niet eens ontdekt zijn.

terug naar de kust- niveau? - Saskia Noort- beoordeling:2/5

Boekverslag terug naar de kust

 

Informatie over Saskia Noort:

Het boek is geschreven door Saskia Noort, het boek terug naar de kust was haar debuut. Daarvoor schreef ze columns voor o.a. Marie Claire, VT wonen en Viva. De boeken die Saskia Noort geschreven heeft zijn literaire thrillers, dit is dus voornamelijk haar stijl. Na haar debuut terug naar de kust kwamen o.a. de eetclub en de verbouwing, beiden boeken zijn zeer goed verkocht ookal waren de recensies verschillend. De bedoeling van Saskia Noort is om je te amuseren en je te laten realiseren dat niet iedereen te vertrouwen is omdat Maria daar een grote fout mee gemaakt heeft.

 

 

Samenvatting.
Het boek gaat over Maria, zij blijkt zwanger van haar derde kind maar wil dit niet. Ze laat het kind weghalen en verbreekt de relatie met Geert, de vader van het kind. Samen hebben ze al een kind, Wolf. Ook heeft Maria een meisje van een eerdere partner, Merel. Deze heeft ze voor het laatst gezien toen hij werd afgevoerd door twee agenten omdat hij de keukendeur had ingetrapt nadat zij hem had gevraagd waar hij was geweest. Daarna was hij uit haar leven verdwenen en niemand wist waarheen. De situatie met Geert lag anders, hij was depressief en zij wilde verder met haar leven, zonder de hele dag te moeten zorgen voor een ‘groot kind’.
Na vijf dagen krijgt ze een kaartje in de brievenbus… “Maria! Je bent een adder. Een slet die haar kind heeft vermoord. Je bent je kinderen niet waard. Je bent het leven niet waard. Al jaren volg ik je. Iemand moet je straffen, hoer! Ik hou je in de gaten.” Ze weet niet wie dit heeft gedaan, maar verdenkt Geert. Als ze bij hem langs is geweest weet ze beter. Hij is niet iemand die dit zou doen. Maar wie dan? Terwijl Maria met schuldgevoelens zit vanwege het ongeboren (nu dode) kind, ziet haar stalker steeds meer mogelijkheden. Zo krijgt ze foto’s van baby’s die eerst in de buik zitten en daarna foto’s van vruchtwaterzakjes, gevuld met foetussen, hangend aan de grote, mannelijke vingers van de abortusarts. (zoals in het boek omschreven.) Dan net na een concert krijgt ze een pakje met een dode rat. Met een briefje; “Je bent een rat. De rat fokt als een konijn. In het riool. Ik ben de rattenvanger. Met een klap sla ik je schedel in. En de wereld is weer een slet armer.” Na dit alles stapt ze naar de politie, maar zij zeggen niets voor haar te kunnen doen. Als ze terug fietst naar huis merkt ze dat ze achtervolgd wordt door een krakende fiets. Ze probeert hem af te schudden maar haalt hij haar in, het is Steve, de vader van Merel. Hij is terug uit Amerika en wilt een keer iets afspreken om zijn dochter te zien. Na een tijdje gaat ’s morgens de deurbel. Als Maria open maakt staat er een begrafenisondernemer die zou zijn gebeld door ene Petra Vos (haar moeder), dat Maria zou zijn overleden. Weer wordt de politie ingelicht maar deze kunnen nog steeds niets doen. Als Maria dit allemaal heeft gehad wilt ze weg uit Amsterdam en ‘vlucht’ met haar kinderen naar haar ouderlijk huis aan zee, waar haar zus woont. Ze heeft niet echt een band met haar zus maar zij is de enige wie Maria durft te vertrouwen. Dan krijgt ze een telefoontje op haar mobiel dat haar huis is afgebrand. Dit wordt onderzocht en het lijkt er op dat het haar eigen schuld is. De keukenlampjes zouden zijn doorgebrand waardoor de kastjes vlam hebben gevat en, omdat het gas had opengestaan, een explosie tot gevolg had. Maria wist zeker dat zij de lichten had uitgedaan en het gas had dicht gedraaid. De politie scheen dit niet te denken. Het was duidelijk, Maria was gek aan het worden. Ze dacht dat er een gestoorde fan achter haar aan zat, die mogelijk die brieven had gestuurd, een dode rat zou hebben gestuurd, een begrafenisondernemer had gebeld en uiteindelijk haar huis in de as had gelegd. Niet veel later wordt Maria wakker in de kamer van haar zus, badend in het zweet, overal bloed en een dik oog. Als ze beneden komt zit daar een man, genaamd Victor met haar zus te praten. Victor, een psychiater bij het RIAGG, wilt even met haar praten. Ze merkt dat er iets niet goed is en vraagt wat er die nacht gebeurd is. Ans, haar zus, verteld haar dat ze ’s nachts naar haar kamer was gekomen en na een gesprek over de afgelopen tijd heel erg woedend werd en Ans aanviel. Ans zou de kamer uit zijn gevlucht, had de deur op slot gedaan en Victor gebeld. Toen hij er was stond ze met haar hoofd tegen de deur te bonken en kreeg een medicijn om te kalmeren. Hij denkt nu dat ze psychotisch is en wil haar het liefst laten opnemen. Ans wil dit niet en dus blijft ze gewoon waar ze is. Wel moet ze medicijnen nemen en hij komt over drie dagen de situatie bekijken. Maria is door het gesprek gaan nadenken en verdenkt nu Martin, de man van Ans die op mysterieuze wijze ineens is vertrokken naar, volgens Ans, Madrid. Hij had toegang tot het huis en kon haar makkelijk een of ander medicijn geven waardoor ze haar controle verloor, ook wist hij alles over haar verleden (psychotische moeder) en hij regelde al haar financiële dingen. Ze besluit niet tegen Ans te zeggen dat ze haar man verdenkt. Als de rest van huis is en alleen Maria thuis is, gaat ze in Ans kantoor zoeken naar iets wat haar zou kunnen helpen. Maar al haar lades zijn op slot en ze word er niet echt wijzer van. Dan wordt er aan gebeld en staat er een man aan de deur die zichzelf voorstelt als ‘Harry Menninga’. Hij vraagt naar Martin en Maria laat hem binnen. Na een heel gesprek wordt alles niet echt duidelijker. De man verteld haar dat Martin zijn financiële zaken regelt een vriend en collega van hem is en dat ze samen wat geld hadden belegd. Nadat de man nog wat extra geld had gegeven omdat de zaken zo goed gingen kon hij Martin ineens niet meer bereiken. Ze spreken samen wat af om alles wat op te helderen, en hij geeft zijn kaartje aan Maria en vertrekt. Er moest iets gebeurd zijn volgens hem, Martin zou hem niet zomaar naaien. Na een tijdje niets te hebben gehoord van haar belager krijgt ze een smsje; je kunt niet aan je lot ontkomen, al vlucht je nog zo ver. Afzender: Petra, Nummer: onbekend. Maria moest nog eens naar Amsterdam om nog wat vragen te beantwoorden over het onderzoek naar de brand. Op het bureau komt ze er achter dat Ans hier al eerder was geweest om de politie te zeggen dat ze haar met rust moesten laten. Ze had rust nodig en Ans vroeg ook nog of zij iets kon doen voor haar. Nu wordt nog eens extra duidelijk dat de politie denkt dat ze haar moeder achterna aan het gaan is en gek wordt. Na het gesprek dat uitliep op niets, belt Maria Harry op. Ze spreken af om de volgende avond in Martin’s kantoor te kijken. Als ze thuis komt doet Victor de deur open. Hij wil Maria meenemen. Na een lichte ruzie stemt ze in om mee te gaan. Ze neemt haar medicijn en loopt naar boven om nog wat spullen te pakken. Zodra ze in de badkamer is steeds ze haar vinger in haar keel en spuugt het medicijn dat ze zojuist had ingenomen uit. Dan neemt ze afscheid van haar kinderen, klimt over de balustrade en springt. Ze rent en rent net zo lang tot dat ze Victor kwijt is, naar het bos. Ze belt Harry op, die haar meteen komt halen. Ze knapt zich daar op en slaapt met hem. De volgende dag gaan ze toch naar het kantoor van Martin. Maar dan moeten ze wel eerst Ans daar weg zien te krijgen. Maria had Ans gebeld om te zeggen dat ze haar moest komen halen en zij en Harry zaten nu in zijn auto te wachten tot ze zou vertrekken. Maar ze kwam het huis niet uit. Maria belt nog een keer en zegt haar gelijk te komen anders zal de politie gehaald worden. Nu gaat ze wel en Harry en Maria gaan naar binnen. Hier vinden ze eerst niets, dan blijkt dat Martin al een hele tijd niets meer heeft betaald met zijn creditcard. En hij zou ook al een hele tijd niet meer met zijn mobiel gebeld hebben. Als Maria de prullenbak doorspit ziet ze een klein briefje met het adres van de abortus website. Hier kwamen die foto’s vandaan. Als ze Harry op de grond ziet liggen krijgt ze een harde klap in haar nek. Als ze wakker wordt ligt ze vastgebonden op een bed en krijgt pillen en injecties. Haar hoofd wordt kaalgeschoren. Als ze na het slikken van een van de vele pillen ontwaakt, ligt ze in een kofferbak van een auto. Als deze wordt opengemaakt ziet ze wie dit met haar doet… haar zus. Ze had in de kofferbak een glasscherf gevonden en was druk bezig haar handen te bevrijden. Ondertussen loopt ze met haat zus mee naar het strand. Haar zus zegt haar waarom ze dit verdient en dat ze Martin en Harry heeft vermoord en dat zij de volgende zal zijn. Als Maria’s handen los zijn wilt ze vluchten maar Ans vliegt haar aan en grijpt haar bij de keel. Als Ans even niet goed oplet, grijpt Maria haar kans en slaat Ans van zich af en grijpt het pistool. Als Ans bijkomt door de koude regen staat Maria met het pistool op haar gericht. Ans zegt haar dat dit dom is omdat toch niemand haar zal geloven. Dan staat ineens Victor achter Maria en pakt haar vast en het pistool af. Hij was samen met de rechercheur en nog vier andere agenten. Maria wordt meegenomen in een ambulance en als ze in het ziekenhuis wakker wordt weet ze niet meer zo goed wat er allemaal is gebeurd. De kinderen kwamen binnen met kaalgeschoren hoofdjes en na een tijdje gingen ze weer mee met Geert die ze zou trakteren op een ijsje. Victor en Van Dijk (de rechercheur) kwamen binnen en boden hun excuses aan. Ze legde haar haarfijn uit wat er die avond daarvoor was gebeurd en dat Ans was opgenomen en Maria veilig. Maria zocht Ans nog een keer op maar dat was geen succes. Ze begon Maria verwijten te maken en uiteindelijk zegt Maria haar eens goed de waarheid en drukt ze haar laatste sigaret uit ten goede van Wolf en Merel.

 

Bron: www.scholieren.com

 

 

Analyse van het boek.
Beschrijving van de werkelijkheid

Terug naar de kust is zo geschreven, dat het precies zo heeft kunnen gebeuren je kan je goed inleven in Maria die zichzelf eigenlijk ‘opeet’ door haar angst. Dit is ook wat de meeste mensen zou gebeuren.

 

Bedoeling van de schrijver
De bedoeling van de schrijver is om je na te laten denken over wie wel en niet te vertrouwen is en dat je jezelf bijna ‘gek’ kunt maken, door nadenken over problemen.

 

Thema
Ik denk dat het thema in dit boek voornamelijk ‘angst’ is. Maria is namelijk erg bang, eerst voor wie haar bedreigt, later voor alle mensen om haar heen en op het eind van het boek zelfs voor zichzelf. Ze wordt gek gemaakt door haar belager en weet niet meer wat ze moet. Ze is bang en denkt dat ze niet goed voor haar kinderen kan zorgen. Het boek gaat ook over dat niet alles is wat het lijkt. De titel heeft niet echt te maken met het thema, maar meer met de gebeurtenissen.

 

Personages

  • Maria is de hoofdpersoon van het boek, ze heeft 2 kinderen een van haar ex-man Steve en een van haar ex- man Geert, ze kreeg nog een derde kind maar heeft het weg laten halen.
  • Merel en Wolf zijn de 2 kinderen van Maria. Alleen Merel weet van de stalker van Maria. Zij zijn bijpersonen.
  • Ans is de zus van Maria, ze kan erg goed opschieten met de kinderen van Maria en het lijkt erop dat ze ook Maria goed verzorgt, achteraf blijkt ze de stalker te zijn. Ans is een bijpersoon.
  • Steve is de eerste ex-man van Maria en de vader van Merel. Even verdenkt ze hem, later niet meer. Steve is een achtergrond persoon.
  • Geert is de tweede ex-man van Maria en de vader van Wolf. Ook Geert heeft ze verdacht maar al snel laat ze dat idee vallen omdat ze zich niet voor kan stellen dat Geert zoiets doet. Geert is ook een achtergrond persoon.
  • Martin is de man van Ans, op het moment van aankomst bij de kust gaat het niet goed tussen Ans en Martin, zoals Ans zei zou Martin weg gegaan zijn op vakantie. Later blijkt dat Ans hem vermoord heeft. Martin is ook een achtergrond persoon.
  • Victor is een collega van Ans, hij denkt (net als Ans) dat Maria ‘gek’ is. Victor is een achtergrond persoon.
  • Harry is een vriend van Martin, Maria is toevallig met hem in contact gekomen als hij aanbelt. Later gaan ze kijken in Martin’s kantoor en wordt Harry vermoord door Ans.

 

Perspectief
Dit verhaal is geschreven in het ik-perspectief. Je leest wat Maria heeft meegemaakt, kunt dus ook heel goed meevoelen met haar. Zij vertelt haar verhaal, alsof ze wil laten zien dat dit nooit iemand anders moet overkomen. Het is een soort dagboek, maar zonder dagindeling.

Tijd
Het verhaal is ‘Ab Ovo’, het begint bij het begin. De duur is ongeveer een half jaar. En het speelt zich af in het nu, dat kun je vooral merken aan de kinderen en waar zij mee spelen.

Chronologie
Het is een niet-chronologisch verhaal, want tijdens het verhaal krijg je telkens een kijkje in het verleden van Maria.

Stof/motief
Stalker, kust, pillen, dood, strandhuisje, pension, jaloezie, gek, verbrand

Het eind van het boek
Het boek heeft een gesloten eind, want Maria wordt naar een gesticht gestuurd en dus is duidelijk wie de stalker is, Maria is veilig en Ans krijgt hulp.

 

Eigen mening:

Mijn verwachting van het boek was groot, vooral dat het erg spannend zou zijn. Dat had ik al van veel mensen gehoord. Ik vond de titel erg aandachttrekkend je kan er verschillende dingen bij bedenken.

Ik vond het echt een heel spannend boek, als je er eenmaal in zit moet je eigenlijk gewoon doorlezen. Heel soms vond ik het wel een beetje saai worden bijvoorbeeld als Harry en Maria in Martin’s kantoor zijn. Dat was een beetje eentonig.

Het boek heeft mij aan het denken gezet, wat voor een dingen je kan doen als je psychologisch gek bent. Het kan echt rare dingen met je doen, zoals Ans die Maria bijna vermoord als ze op het strand zijn, alleen omdat ze jaloers is volgens haarzelf. Hierdoor was het ook wel een thema dat mij aansprak en waarvan ik nu eigenlijk ook wel meer wil weten. Ook haar stijl was fijn om te lezen, en ik denk zeker vaker literaire thrillers te gaan lezen.

de passievrucht- niveau 2- Glastra van Loon- beoordeling: 3/5

boekverslag De Passievrucht

Informatie over Karel Glastra van Loon:

Karel is geboren in Amsterdam op 24 december 1962. Zijn meest bekende werk is het boek Passievrucht (1999), dit is vertaald in 34 talen en daarmee de meest bekende roman ooit. Zijn stijl is vrij normaal, geen moeilijke maar ook geen makkelijke schrijftaal. Wel kan je je door zijn stijl heel makkelijk verplaatsen in de gedachten van Armin. Ook was er in het boek veel lege ruimte, waardoor het lekker wegleest. De bedoeling van de schrijver in dit boek is je duidelijk maken dat door een klein verschil je hele wereld om kan draaien.

 

Samenvatting

Op een eerst heel doodnormaal lijkende dag wordt Armin Minderhout’s leven compleet overhoop gegooid. Na een vruchtbaarheidsonderzoek in het ziekenhuis krijgt hij namelijk te horen dat hij al zijn hele leven lang onvruchtbaar is. Hij lijdt aan het syndroom van Klinefelter, een aangeboren afwijking van de geslachtschromosomen waardoor zijn sperma geen zaadcellen bevat. Na 13 jaar blijkt dat Armin niet de vader kan zijn van zijn ‘zoon’ Bo. Alles waar hij in geloofde, blijkt één grote leugen.

Armin begint een zoektocht naar de biologische vader van Bo. Maar dit wordt bemoeilijkt door het feit dat Bo’s moeder, Monika, al tien jaar dood is (overleden aan een hersenvliesontsteking). Armin kan het dus niet zomaar achterhalen en weet zich geen raad. Evenals zijn huidige vriendin, Ellen, die destijds Monika’s beste vriendin was. Armin besluit het voor Bo te verzwijgen, en hem in de ‘waan’ te laten dat Armin zijn vader is.

Armin gaat op onderzoek uit en graaft in het verleden van zijn overleden vriendin. Hij zoekt de ‘dader’, de werkelijke vader van Bo, omdat hij kan niet verder kan leven zonder antwoord op zijn vragen. Hij moet zijn hele leven heroverwegen; al zijn overtuigingen blijken zich op drijfzand te bevinden.

Armin maakt een lijstje van mogelijke ‘daders’ die wel eens de vader van Bo zouden kunnen zijn. De eerste op dit lijstje is de ex van Monika, Robbert Hubeek. De twee mannen hebben elkaar nooit echt gemogen en dat blijkt ook wel, want het gesprek is niet erg gezellig. Robbert vertelt Armin uitgebreid over de seksuele dingen die hij met Monika heeft uitgespookt, maar Armin gelooft niet dat hij Bo’s vader kan zijn. (Robert weet niet eens van Monika’s dood af)

Als Armin terugkomt van Robbert, denkt hij terug aan de nacht waarvan hij altijd gedacht had dat Bo erin verwekt was. Monika en hij waren met de auto naar het Amsterdamse Bos geweest, en vreeën later in die auto. Ze werden betrapt door twee politieagenten, wat het allemaal een spannende en ongewone sfeer gaf.

De volgende mogelijke ‘dader’ is de huisarts van Monika. Hij staat lichamelijk natuurlijk dicht bij zijn patiënten, en er gaan wel vaker verhalen de rondte over relaties tussen dokter en patiënt. Maar de huisarts beweert uitdrukkelijk dat er nooit iets tussen Monika en hem is gebeurd.

De volgende en laatste op het lijstje van mogelijke verdachten is Nico Neerinckx, een ex-collega van Monika. Hij past op alle punten in het ‘profiel’ dat Armin voor ogen heeft. Zo heeft hij zijn oudste zoon bijvoorbeeld ook Bo genoemd. Armin overlegt met zijn beste vriend Dees wat hem te doen staat. Ook Ellen vertelt hij over zijn verdenking, maar verder zwijgt hij erover tegen iedereen.

Uiteindelijk weet hij met een rotsmoes kennis te maken met de vrouw van Nico en hij hoort haar helemaal uit. Vrijwel alles wat hij te weten komt blijkt te kloppen binnen zijn ‘profiel’. Wat hij ermee aanmoet weet hij niet - hij denkt aan een moord op Nico of een verkrachting van Nico’s vrouw, maar zo gek is hij nog net niet.

De relatie tussen Armin en Ellen verslechtert een beetje. Armin besluit er samen met Bo een weekend tussenuit te gaan, naar Ameland. Dit schiereiland roept veel herinneringen op bij Armin. Hij ging er vroeger vaak met Monika heen, en is net als Bo dol op haar natuur. Om hier even tot rust te komen leek hen dus een prima idee.

Armin en Bo wandelen op een gegeven moment samen over het strand. Ze ontmoeten een groepje jongeren van Bo’s leeftijd. Er is een meisje met een zwarte pet bij, die Bo wel leuk lijkt te vinden. ’s Avonds gaan ze samen op stap en als Armin dronken thuis komt, vindt hij het meisje bij Bo in bed. In zijn dronken bui schreeuwt hij dat Bo niet zijn zoon is en kotst hij ’s morgens het kussen onder waar het meisje op geslapen heeft.

Zodra ze weer thuis zijn komt de vader van Armin te overlijden. Als Armin en Dees in het huis van zijn vader aan het opruimen zijn, vindt Armin een briefje van Monika aan zijn vader met daarop de tekst “Ik ben zwanger. M.” Armin weet direct wat dit betekent: zijn vader is de ‘dader’ waar hij zo lang naar op zoek was. Híj heeft Monika zwanger gemaakt en is dus de vader van Bo.

Thuisgekomen geeft Ellen hem een brief van Monika aan Bo. Hierin legt Monika haar zoon uit wie zijn vader is. Armin e Bo blijken dus half-broers te zijn.

Armin wil meteen een stuk gaan lopen, Ellen gaat met hem mee en vertelt alles wat ze weet. Zij heeft het al die tijd al geweten, maar heeft hem tegelijkertijd die pijn willen besparen.

Na een tijd komt Bo met het idee om de as van de vader van Armin uit te strooien over het graf van Monika om de moeilijke tijd af te sluiten en weer verder te gaan met hun leven.

 

http://www.scholieren.com/boekverslag/50228

 

 

 

 

Personages

Armin Minderhout

Armin Minderhout is zesendertig jaar oud. Zijn beroep is wetenschapper. Hij voert proeven uit op dieren. Armin is erg slim. Hij bekijkt veel fragmenten uit zijn leven vanuit een filosofisch punt. Armin is ook erg nieuwsgierig, hij doet er alles aan om de ‘dader’ te vinden. Armin is een round character, dit komt doordat zijn gedachtegang wordt gevolgd. Ellen is de huidige vriendin van Armin. Armin is de weduwnaar van Monika en de ‘vader’ van Bo. Eigenlijk zijn Bo en Armin halfbroers. Armins beste vriend is Dees.

 

Bo Paradies

Bo wordt beschreven vanaf zijn geboorte tot zijn veertiende levensjaar. Bo lijkt qua veel op Armin. Bo is erg slim omdat zijn vader hem veel bijbrengt over hoe de wereld in elkaar zit. Bo durft veel, is niet bang. Hij is eerlijk tegenover anderen en neemt veel verantwoordelijkheid op zich. Bo maakt een karakterverandering door. Na het overlijden van zijn moeder is Bo banger. Naarmate hij ouder wordt verdwijnt deze eigenschap. Bo is een round character. Bo is de broer van Armin en de zoon van Monika. Het meisje-met-het-petje is Bo’s vriendin.

 

 

Ruimte

Fysische ruimte

  • De kerk was de ideale plek om een avond vrolijk drinken te geginnen. Of te beeindigen. Op het Muntplein gooide een jongen een milkshakebeker tegen een passerende tram. De roze shake spatte alle kanten op en liet een grillige vlek achter op het raam van de tram. Een passagier stak zijn middelvinger op. Ik liep over het smalle stoepje dat het water van de Robin scheidt met de rijweg. (pagina 136)

Het verhaal speelt zich voornamelijk in Amsterdam af. Armin kent de plek waar hij loopt erg goed. Het Muntplein bevindt zich in de binnenstad van Amsterdam.

  • ‘We liepen over de Ceintuurbaan. Ze liet toe dat ik mijn arm om haar heen sloeg. Ik was natuurlijk dronken. (pagina 70)

De Ceintuurbaan is een straat in Amsterdam. Deze straat ligt aan een parkje waar Armin vaak naartoe gaat. Monika en Armin woonde aan de Ceintuurbaan. Nu wonen Ellen, Armin en Bo er.

Psychische ruimte

  • We parkeren in de betonnen buik van de ziekenhuisstad. Lopen door overdekte straten vol mensen in trainingspakken die rolstoelen voor zich uit duwen. (pagina 7)

De hoofdpersoon ziet ergens tegenop. Het ziekenhuis wordt negatief beschreven. Er wordt niet gesproken van een parkeergarage maar van een betonnen buik. Mensen hebben trainingspakken wat vaak een teken is van luiheid. Ook zijn er mensen in rolstoelen.

Zintuigelijke ruimte

  • Op een plein, waar de geur hangt van frituurvet en verlepte bloemen, speelt een strijkje zigeunermuziek. (pagina 7)

Een bloemengeur staat voor vrolijkheid. Een verlepte bloemengeur werkt averechts. De geur van frituurvet stinkt en zigeunermuziek is treurig.

Symbolische ruimte

  • De spanning trekt de kleur weg uit haar lippen. (pagina 7)

Ellen is erg bang.

 

Motieven

Verhaalmotief vaderschap
Armin verliest plotseling zijn vaderschap. Armin denkt hier veel over na, sociaal gezien maar ook wetenschappelijk gezien.

  • ‘U bent onvruchtbaar. En daar is niet alleen niets aan te doen, het is bovendien, en ik besef dat dit een schok zal zijn, altijd zo geweest.’ (pagina 8)

Armin is onvruchtbaar dus eigenlijk nooit een vader geweest.

  • ‘Want nog moeilijker is dan te leven zonder toekomst, is te leven zonder verleden.’ (pagina 9)

Armin wordt erg onzeker van zichzelf. Hij komt erachter dat zijn de laatste zestien jaar van zijn leven een leugen is.

Verhaalmotief leugens
Armin komt erachter dat monika is vreemd gegaan, dat Bo niet zijn zoon is, dat Ellen monika heeft vertelt dat Armin was vreemdgegaan. Ellen, Monika en Armin’s vader hebben veel voor Armin geheim gehouden.

  • ‘Wat weet jij, Ellen? Wat weet jij dat ik niet weet? Wat heeft Monika jou vertelt? Ze moet je toch iets verteld hebben? Vriendinnen onder elkaar, vertel mij wat, jullie besreken die dingen. Vrouwen praten over dat soort dingen. (pagina 25)

Ondanks aandringen van Armin verklapt Ellen Monika’s geheim niet. Ellen liegt dus tegen Armin.

  • Ja ze heeft erom gevraagd! Ze heeft tegen me gelogen! (pagina 231)

Ellen heeft tegen Armin gelogen.

 

 

Thema

Alles waar je altijd in geloofd hebt, kan door een simpel feit één grote leugen blijken te zijn.

Eigen mening

Ik kon me maar moeilijk voorstellen waar het boek over ging, door de titel werd je niet echt meer verteld. Toen ik eenmaal in het boek zat ( ongeveer bij pagina 26 ) vond ik het steeds spannender worden. En dat is gebleven tot het eind. Ik vind dat de schrijver duidelijke taal gebruikt, waardoor het een fijn boek is om te lezen. Ook het thema sprak me aan met onvruchtbaarheid en het op zoek gaan naar de echte vader van Bo. Ik zou zeker nog een boek lezen van Karel Glastra van Loon, en deze schrijver / dit boek hebben me hierdoor zeker iets nieuws gebracht.                                                                                                                           

Hersenschimmen- niveau 3- J. Benlef- beoordeling:3/5

boekverslag Hersenschimmen 

Informatie J.Bernlef:

De naam Bernlef is een pseudoniem. Eigenlijk heette de dichter Hendrik Jan Marsman, en hoewel hij geen familie van de vooroorlogse dichter H. Marsman was, koos hij ervoor een heel andere naam te gebruiken, namelijk die van een onbekende Friese bard uit de achtste eeuw: Bernlef.

J. Bernlef richtte in 1958 samen met G. Brands en K. Schippers het tijdschrift Barbarber op en schreef daarvoor realistische en neo-realistische gedichten. Het tijdschrift maakte geen onderscheid tussen het gewone en het literaire. Vanaf de jaren zeventig werd zijn poëzie lyrischer van aard en persoonlijker. De toon bleef parlando en helder, tegen het prozaïsche aan. Zelf zei hij dat de meeste ideeën in de eerste plaats als gedichten ontstonden om daarna soms uitgewerkt te worden in verhalen, essays of romans. Hij overleed in 2012.

 

Samenvatting

Hersenschimmen vertelt het verhaal van iemand die langzaam maar zeker begint te dementeren en de gevolgen die dit voor hem en zijn omgeving heeft.

Maarten en Vera Klein wonen al jaren gelukkig in Gloucester, Massachusetts (Verenigde Staten). Langzaam maar zeker begint Maarten heden en verleden door elkaar te halen. Het begin heel klein, op het moment dat hij niet meer weet welke dag het is en op een zondag wacht tot de schoolbus langs zal komen of als hij steeds vaker in gedachten verzonken is. Langzaam maar zeker kan hij zich dingen niet meer herinneren en als hij zich iets herinnert, gaat hij volledig in die herinnering op. Zo denkt hij op een dag dat hij weer op de kleuterschool is en van de juf de potlodendoos mag halen. Hij loopt de gang door naar het materiaalhok en klimt op een stoel om de doos te gaan zoeken. Dan staat Vera plots achter hem en haalt hem uit de droom. Hij blijkt op de keukenstoel in hun washok te staan. Later geeft hij hele rare antwoorden op vragen, omdat hij net ergens anders met z’n gedachten was. Als Vera hem een keer vraagt wat hij zo lang in de keuken deed, antwoordt hij bijvoorbeeld vangstquota. Uiteindelijk gaat dit nog een stapje verder en breekt hij in bij een vakantiehuisje waar vroeger de vergaderingen van zijn bedrijf waren omdat hij denkt dat hij te laat op zijn vergadering komt. Ook vergeet hij dat mensen en dieren dood zijn en vraagt dus steeds naar hen als anderen langskomen. Een keer begint hij plotseling naar de snoepreepjes die zijn oma altijd voor hem achter in de buffetkast verstopte te zoeken.
Vera wordt steeds ongeruster en als Maarten weg begint te lopen van huis laat ze uiteindelijk een meisje, Phil Taylor, in huis wonen die op Maarten kan passen als zij weg is. Maarten vergeet echter steeds wie ze is. Eerst ziet hij haar aan voor een vriendin van zijn dochter, dan voor zijn vroegere piano juf en uiteindelijk voor zijn dochter. Ook van Vera vergeet hij soms wie ze is.

In het boek wordt ook de moeilijker wordende relatie tussen Vera en Maarten weergegeven. Een eerste beschrijving die Maarten van haar geeft (zie eerste quote, een stuk terug in dit verslag) is nog heel scherp, bij kennis. Meer op het einde heeft hij het echter over een oude vrouw, die er een beetje verfomfaaid uitziet met haar vochtig neerhangende slappe bruine krullen en haar gerimpelde hals (p. 134). Later herkent hij haar niet meer op foto’s en uiteindelijk weet hij helemaal niet meer wie ze is.

In het laatste deel van het boek weet Maarten zelf niet meer wie hij is. Eerst heeft hij het nog over “mijn spullen”, “ik kan ..” etc. Maar naarmate hij verder aftakelt begint hij in derde persoon over zichzelf te praten, om het uiteindelijk alleen nog maar over ‘het’ te hebben. Tegelijk met deze verandering in benoeming van zichzelf, trekt hij zich steeds meer in zijn hoofd terug. Hij communiceert bijna niet meer met de buitenwereld, maar denkt in onsamenhangende zinnen en fragmenten aan wat er om hem heen gebeurt. Een van de redenen hiervoor is dat hij ook steeds meer moeite met het Engels begint te hebben, en soms even de taal niet meer lijkt te verstaan. Op het laatst zijn Maartens gedachten zo onsamenhangend en fragmentarisch dat er bijna niet meer duidelijk is wat er nou met hem gebeurt. Wel weet hij op zijn sterfbed weer even wat er om hem heen gebeurt en zoekt en vindt hij Vera’s hand, al weet hij haar naam niet meer.

Bron: scholieren.com

Analyse

Thema: dementie / geheugenverlies

Motieven: Een van de motieven in het boek is de sneeuw en de winter. Al vanaf het begin van het boek zegt maarten steeds dat hij zo van slag is omdat de winters in Gloucester zo lang en koud zijn. In de laatste alinea van het boek, als Maarten sterft (?) fluistert Vera dat de lente eindelijk is aangebroken. Dit duidt op de symbolische waarde van de overgang van winter en lente: Maarten, die dement is, gaat dood en het \\'oude leven\\' is dan voorbij. Lente duidt aan dat er een nieuw, zorgeloos leven weer aanbreekt voor de andere personages.

Het tweede symbolische motief is het boek “Our Man in Havana?” van Graham Greene. Dit boek duikt op allerlei plekken in het verhaal op. Eerst ziet Maarten een ander boek van Greene liggen, en besluit in een antiquariaat de titel “Our Man in Havana?” te kopen. Even later weet hij niet meer dat het zijn boek is en denkt dat het van Vera is. Dit wel en niet herkennen herhaalt zich een paar keer, maar terwijl Maarten verder aftakelt komt het boek ook bij anderen terecht. Zo lezen o.a. Vera en Phil het uit, terwijl Maarten het nooit uit leest. Het boek is een symbolische verbeelding van de toestand van Maartens ziekte.

 

Perspectief:

Het verhaal wordt verteld vanuit een ik-perspectief, in dit geval door de hoofdpersoon Maarten. We kunnen gedurende het hele verhaal met hem, in zijn hoofd meekijken, waardoor we ook heel erg met hem meevoelen

Personages:
Maarten Klein
De hoofdpersoon in het boek is Maarten Klein. Maarten is 71 of 72 jaar, geboren in Alkmaar, maar woont al een hele tijd in Amerika. Hij werkte als notulist bij de IMCO, een visserijorganisatie, maar is inmiddels al gepensioneerd. Hij is een round-character, omdat we steeds meer over hem te weten komen, vooral over zijn verleden. Maarten is een lieve man die zijn vrouw heel graag ziet. Als hij kon dan zou hij zijn vrouw nog altijd zo verwennen zoals hij dat vroeger deed. Hij heeft nog heel jeugdige ideeën. Maarten leer je het beste kennen omdat hij het verhaal vertelt, je zit in zijn denkwereld. Op het einde is hij enorm verward en weet hij soms niet waar hij is of wat hij doet. Hij is een grote fiere man die altijd een kostuum draagt. Vroeger toen hij nog werkte heeft hij de halve wereld rondgereisd (in functie van zijn werk). Hij kan niet leven zonder zijn vrouw, maar toch heeft hij haar vroeger één keer bedrogen op zakenreis in Parijs met een hele dikke vrouw.

Vera Klein
Vera, Maartens vrouw, is een belangrijk persoon in het boek. Zij is al vijftig jaar getrouwd met Maarten en moet hulpeloos toekijken hoe Maarten aan het dementeren is. Vera en Maarten kennen elkaar door en door. Vera is een sterke vrouw, want ze hebben samen al een zware tijd doorstaan. Dan doen de eerste verschijnselen van Maartens dementie zich voor. Vera hecht hier meer waarde aan dan Maarten en schakelt dan ook een dokter in. Als het eenmaal bekend is dat het steeds slechter gaat met Maarten moet ook Vera steeds meer op Maarten letten om te zorgen dat er geen ongelukken gebeuren. Hier blijkt dat het ware liefde is en dat Vera zeer geduldig en sterk is. Als de situatie eenmaal ondraaglijk is geworden neemt Vera de beslissing dat er niets anders op zit dan een tehuis waar Maarten verzorgd zal moeten worden, omdat zij hem niet meer in de hand kan houden. Haar hele dag stond bijna in dienst van Maarten en zelfs met een extra hulp in huis kan ze niet genoeg voor Maarten zorgen, zó ernstig is hij er aan toe. Vera leer je vooral kennen door de opmerkingen van Maarten. Ze heeft een tenger maar mooi uiterlijk. Hoewel ze hard is, is ze ook wel een gevoelige vrouw. Ze heeft een normaal sociaal leven, ze heeft vriendinnen, doet zelf de boodschappen en heeft vroeger in een bieb gewerkt. Vera is een round-character.

Fred en Kitty (de kinderen Klein)
De twee kinderen, Fred en Kitty, zijn typen omdat je weinig over hen te weten komt. Zij zijn geboren in Nederland en op jeugdige leeftijd mee geëmigreerd naar Amerika. Toen ze volwassen waren hebben ze Amerika weer verlaten en zijn ze terug in Nederland gaan wonen. In Nederland leiden ze een normaal leven met kinderen.

Dokter Eardly
Dokter Eardly is een naïeve arts die denkt Maartens bewustzijn met behulp van medicijnen en rust weer te kunnen doen opflakkeren. Hij bedoelt het wel goed met Maarten. Hij komt geregeld langs en blijft in elke situatie vriendelijk. Hij is een forse man.

Phil Taylor
Phil Taylor is de gezinshulp die komt als Vera Maarten in haar eentje niet meer aankan. Maarten verwart Phil met zijn dochter en zijn pianolerares. Phil komt bij hen inwonen. Ze is zeer behulpzaam, maar nog zeer jong van mentaliteit. Ze wil erg vaak tv kijken. Het is een typisch Amerikaans meisje qua gewoontes en kleding. Ze heeft blond haar, een bol voorhoofd en ze is ietwat aan de flinke kant. Ze is een flat-character

Ellen Robbins
Ellen Robbins, een flat-character, is een vriendin van Vera die regelmatig langskomt. Ze is meer een roddeltante, maar een hele goede vriendin. Ze helpt Vera met haar problemen.

 

Tijd:

Het aftakelingsproces van Maarten speelt zich in een medisch niet erg waarschijnlijk kort tijdsbestek af, vanaf de eerste tekenen van vergeetachtigheid tot en met de totale dementie die het noodzakelijk maakt Maarten in een inrichting op te nemen. Gewoonlijk duurt het dementeren veel langer.

Er zijn steeds gedachtesprongen en flashbacks en vaak eindigen die dan dat de hoofdpersoon iets raars doet of nog verder in de war raakt. Dus vaak als de hoofdpersoon in gedachten verzonken raakt, ben je benieuwd naar wat er gaat gebeuren.

Einde van het boek: Het boek heeft een gesloten einde want Maarten sterft nadat hij in een tehuis heeft gezeten. Wat je aan hebt zien komen omdat hij steeds verder aftakelde.

Ruimte:
Het boek speelt zich af in een achteraf gelegen dorp (Gloucester) in Amerika, waar de familie naartoe is geëmigreerd. En waar Maarten het niet meer herkent omdat het gesneeuwd heeft.

Bron: scholieren.com

Eigen mening:

Ik vond het verhaal op het begin best wel goed te lezen, omdat het gaat over dementie en dat vind ik een best interessant onderwerp maar hoe verder ik in het boek kwam hoe ingewikkelder het eigenlijk werd door de verwarde zinnen en gedachtes van Maarten, en daardoor vond ik het ook saaier om te lezen. In het begin van het boek vond ik het ook juist leuk om te merken hoe Maarten denkt. Maar op het einde snapte ik echt helemaal niets meer van wat hij bedoelde of wat de schrijver ermee probeerde over te brengen. Hier kwam ik later pas achter toen ik me meer in het boek verdiept heb.

Boek 7 - havo 5

Boek 8 - havo 5

Boek 9 - havo 5

Boek 10 - havo 5

Overige opdrachten

Wat is je startpositie?

Aan het einde van havo 5 moeten jullie een mondeling examen afleggen over 10 gelezen boeken. Deze boeken lees je in havo 4 en havo 5.

Het is natuurlijk niet zo dat je pas in havo 4 begint met lezen. Jullie hebben allemaal al eerder boeken gelezen. De één misschien wat meer boeken dan de ander. De één leest alleen, omdat het moet, terwijl de ander ook voor zijn of haar ontspanning leest.

Eén van de doelen die we in havo 4 en 5 met lezen hebben, is dat je je ontwikkelt op het gebied van literatuur. Je gaat nog beter ontdekken welk type boek past bij jou en waarom. Aan het einde van havo 5 moet je een beargumenteerde mening kunnen geven over gelezen boeken.

We hebben dus een doel in havo 5, maar om een doel te hebben, moet je ook weten waar je gestart bent. Daarom de volgende opdracht voor jullie:
Denk eens terug aan de boeken die je gelezen hebt. Denk je dat dit literatuur of lectuur is? Wat is eigenlijk het verschil tussen literatuur en lectuur? Beantwoord de vorige vragen en verwerk je antwoorden in een goedlopend geheel.
Kies één van de boeken uit die je recentelijk gelezen hebt. Welk boek kies je en waarom? Raad je mensen dit boek aan of juist niet? En waarom? Beantwoord ook deze vragen en verwerk de antwoorden in een goedlopend geheel.

Plak je antwoorden hieronder

 

  • Het arrangement Leeslogboek havo 4 - 2018/2019 - kopie 1 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Jeroen van Leeuwen Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2019-06-13 16:35:00
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    HAVO 4;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Literatuur;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    20 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    havo4, havo5, leeslogboek, literatuur, nederlands

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Musters, Marloes. (z.d.).

    Leeslogboek havo 4 - 2018/2019

    https://maken.wikiwijs.nl/127670/Leeslogboek_havo_4___2018_2019

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.