Keuzedelen

Keuzedelen

Algemeen

Keuzedelen zijn vakken die je zelf kiest om je kennis te verbreden of te verdiepen. Het kunnen vakken zijn die lijken op vakken in je eigen opleiding, of juist helemaal niet. Keuzedelen zorgen ervoor dat je bijvoorbeeld sneller werk kunt vinden of makkelijker kunt doorstromen naar een vervolgopleiding.

Tijdens de opleiding Servicemedewerker Breed ga je in zowel het eerste jaar als in het tweede jaar van de opleiding een keuzedeel volgen. Je mag zelf kiezen welk keuzedeel je wilt gaan volgen.

 

In het eerste jaar kun je kiezen uit de volgende keuzedelen:

- Assisteren bij zorg & welzijn

- Assisteren bij facilitaire dienstenGerelateerde afbeelding

- Klantcontact en verkoop

 

In het tweede jaar kun je kiezen uit onderstaande keuzedelen:

- Helpende Plus

- Doorstroom niveau 3 zorg & welzijn

- Oriëntatie in ondernemerschap

- Digitale vaardigheden

Assisteren bij zorg en welzijn

Dit verbredende keuzedeel omvat assisterende werkzaamheden op het gebied van wonen, huishouden en activiteiten van het dagelijks leven (ADL), zoals bij eten, drinken, aan- en uitkleden en bewegen.

Deze werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd in de woonomgeving van de cliënt, maar ook in bijvoorbeeld een verzorgingshuis, bij begeleid wonen, in het onderwijs of in de kinderopvang.

De student voert vraaggericht ondersteunende taken uit. Je hebt daarbij aandacht voor de zelfredzaamheid van de cliënt en naastbetrokkenen. Je houdt rekening met afspraken in het zorg- en/of ondersteuningsplan en met de mogelijkheden, wensen en gewoonten van de cliënt en naastbetrokkenen.

 

Competenties waar je tijdens dit keuzedeel aan werkt zijn: materialen en middelen inzetten, op de behoeften en verwachtingen van de "client" richten, instructies en procedures opvolgen, begeleiden en aandacht en begrip tonen.

Afbeeldingsresultaat voor assisteren bij zorg en welzijn

Werkprocessen

  • Werkproces D1-K1: Ondersteunen bij dagelijkse activiteiten in zorg en welzijn:
    Als beginnend beroepsbeoefenaar voer je uitvoerende, laagcomplexe werkzaamheden uit binnen het kader van gemaakte afspraken. In je werkzaamheden pas je routines en standaardprocedures toe en maak je gebruik van basiskennis en vaardigheden om cliënten passend te ondersteunen.

 

  • D1-K1-W1: Ondersteunt bij wonen en huishouden:
    Daarnaast ondersteun je de cliënt vraaggericht bij het huishouden. Je spreekt op basis van het zorg- en/of ondersteuningsplan met de cliënt en naastbetrokkenen af welke werkzaamheden de cliënt en naastbetrokkenen  kunnen uitvoeren en welke ondersteuning wordt geboden. Jij zorgt ervoor dat de cliënt zoveel mogelijk de werkzaamheden zelf kan doen en je biedt daarbij indien nodig ondersteuning. Je voert alleen werkzaamheden uit die zijn afgesproken.

 

  • D1-K1-W2: Ondersteunt bij activiteiten van het dagelijks leven (ADL):
    Ook ondersteun je als beginnend beroepsbeoefenaar de cliënt vraaggericht bij activiteiten van het dagelijks leven (ADL), zoals eten, drinken, aan- en uitkleden en bewegen. Je gaat na wat de afspraken zijn in het zorg- en/of ondersteuningsplan m.b.t. de ADL van de cliënt en biedt op basis daarvan ondersteuning. Je  draagt er aan bij dat de cliënt zoveel mogelijk zelf doet (zelfredzaamheid).

Assisteren bij facilitaire diensten

Assisteren bij facilitaire diensten is een verbredend keuzedeel en omvat werkzaamheden die van belang zijn voor het werkveld Zorg en Welzijn, waardoor beginnend beroepsbeoefenaren die dit keuzedeel hebben gevolgd breder inzetbaar zijn. Het keuzedeel omvat facilitaire werkzaamheden die niet in het profiel van de Helpende Zorg en Welzijn staan.Het gaat om het assisteren bij logistieke werkzaamheden en het assisteren bij cateringwerkzaamheden.

Werkprocessen

D1-K1: Assisteert bij facilitaire diensten

De beginnend beroepsbeoefenaar voert eenvoudige werkzaamheden uit. In zijn werkzaamheden past hij routines en standaardprocedures toe. Hij maakt gebruik van basiskennis en vaardigheden om te assisteren bij facilitaire werkzaamheden. De werkzaamheden zijn wisselend van aard, maar altijd in een vaste context en routine. Zijn werkzaamheden zijn weinig complex, maar door de diversiteit aan werkzaamheden moet hij snel kunnen schakelen tussen werkzaamheden en personen waarmee hij communiceert.
 
D1-K1-W1: Assisteert bij logistieke werkzaamheden
De beginnend beroepsbeoefenaar assisteert bij interne en externe transportwerkzaamheden en indien van toepassing bij (interne) verhuizingen. Hij verzamelt, selecteert en controleert goederen op defecten en geeft bijzonderheden door aan de leidinggevende. Hij transporteert goederen naar de gewenste locatie. Hij slaat goederen op. Hij begeleidt en vervoert cliënten naar de afgesproken locatie.
 
D1-K1-W2: Assisteert bij cateringwerkzaamheden
De beginnend beroepsbeoefenaar assisteert bij werkzaamheden in de catering. Hij assisteert bij de bereiding van maaltijden en bij voorkomende werkzaamheden in de keuken. Hij assisteert bij het verwerken en bewerken van voedingsmiddelen. Hij assisteert bij het bijvullen van automaten, bij het aanvullen van buffetten en bij het bedienen van cliënten, collega's en/of bezoekers. Hij reinigt gebruikte middelen en materialen en ruimt deze vervolgens op. Hij zorgt dat de keuken weer op orde is voor het volgend gebruik.

Klantcontact en verkoop

Dit generieke keuzedeel is bedoeld voor opleidingen waarbij slechts in bepaalde bedrijven/branches of bij bepaalde functies klantcontact plaatsvindt en verkoop- of promotietaken worden uitgevoerd. Het gaat hier met name over de verkoop van artikelen/producten aan (interne) klanten, het promoten ervan en het onderhouden van contacten met bestaande klanten.

Voor veel bedrijven is omzet maken steeds belangrijker, waardoor functies steeds commerciëler worden. Voor deze functies is het keuzedeel bedoeld: vanuit het eigen vakmanschap ook klanten kunnen informeren en verkopen als onderdeel van je takenpakket.

 

Competenties waar je tijdens dit keuzedeel aan werkt zijn: vakdeskundigheid toepassen, op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten, ondernemend en commercieel handelen, ethisch en integer handelen, presenteren, instructies en procedures opvolgen en kwaliteit leveren.

Werkprocessen

D1-K1: Adviseert, verkoop en verleent service

Bij het verkopen en verlenen van service combineer je organisatieafhankelijke procedures met de dynamiek van het klantencontact. De leert om te gaan met de diversiteit aan klanten met verschillende klantvragen.

Voor het adviseren, verkopen en verlenen van service zijn (basis)kennis en vaardigheden met betrekking tot het aanbod (assortimentskennis), verkooptechniek en bedrijfsspecifieke procedures noodzakelijk.

D1-K1-W1: Informeert (nieuwe) klanten/bezokers over de organisatie

Je begroet (interne) klanten en bezoekers. Je observeert hen en/of stelt vragen om na te gaan op welke wijze je klanten en bezoekers tot dienst kan zijn en past op basis daarvan je benadering aan. Je legt desgewenst uit waaruit het aanbod en/of dienstverlening van de organisatie bestaat, informeert over de aanschafmogelijkheden en prijs- en leveringsvoorwaarden en/of verwijst hen door. Wanneer relevant geef je informatiemateriaal mee of verwijs je door naar een collega en/of afdeling.

D1-K1-W2: Voert verkoopgesprek

Je stelt vragen aan de (interne/externe) klant/bezoeker om de koopbehoefte van de klant te inventariseren. Op basis van de vraag informeer je de klant over de mogelijkheden van het assortiment en producttoepassingen. Wanneer nodig zoekt hij in het systeem de producteigenschappen en -toepassingen op.
Vervolgens doet hij verkoopvoorstellen op basis van zijn assortimentskennis die aan de wens en/of vraag van de klant voldoen. Wanneer nodig adviseer je over alternatieven. Je beantwoordt vragen van klanten over leveringsvoorwaarden, leveringstijd en betaling.

Je kijkt na of producten direct leverbaar zijn of besteld dienen te worden. Ook ga je bij je leidinggevende of in het systeem na of korting berekend kan worden bij bestellingen. Bijzondere bestellingen bespreekt je in ieder geval met je leidinggevende.

D1-K1-W3 Handelt de verkoop af

Je neemt de order op of handelt de verkoop af wanneer de klant tot aanschaf overgaat en verwerkt mogelijke afspraken over korting en/of leveringsvoorwaarden. Je verwerkt de order/aankoop in het systeem in afstemming met de klant. Je administreert desgewenst de gegevens van de klant. Je maakt afspraken over betaling en levering en verwerkt deze afspraken in de wijze van verkoopafhandeling (orderbon, inpakken, bestellen, etc.).

Wanneer de klant direct afrekent,verwerk je dit in het systeem en overhandig je het betalingsbewijs aan de klant. Je bergt verkregen contanten op. Wanneer de factuur verstuurd wordt, zorg je zelf voor verzending of lever je de benodigde gegevens aan bij een collega.

D1-K1-W4 Behandelt (online-)verzoeken, bestellingen en/of klachten van klanten

Je ontvangt (online) een verzoek tot serviceverlening, bestelling of klacht. Jeverzamelt alle gegevens voor het verzoek, de bestelling of de klacht, registreert deze en controleert of je voldoende gegevens hebt om het verzoek, de bestelling of de klacht te kunnen behandelen. Desgewenst registreer je de informatie. Desgewenst verzorg je online interacties tussen klanten en de organisatie, handelt binnenkomende reacties/vragen op de website af en/of reageert op uitlatingen over de organisatie in sociale media, bijvoorbeeld op vragen en klachten.
Je gaat na bij welke bedrijfsprocedure het verzoek, de bestelling en/of de klacht past. Binnen je bevoegdheid pas je de procedure toe of overlegt met je leidinggevende. Je licht de behandeling van het verzoek, de bestelling of de klacht aan de klant toe, maakt afspraken met de klant, volgt de afspraken op en registreert de gegevens.

D1-K1-W5 Voert ondersteunende marketing- en/of promotie-activiteiten uit

Je presenteert in de verkoop-/ontvangstruimte het assortiment, verwerkt promotiemateriaal en/of voert andere taken uit op het gebied van marketing en promotie. Je bouwt desgewenst presentaties op, sluit materiaal aan, verzamelt klantinformatie of informeert klanten/bezoekers op locatie.

Helpende Plus

Door de ontwikkelingen in de zorg is de complexiteit van de zorgvraag toegenomen en kan de helpende zorg en welzijn iets extra’s goed gebruiken. Er worden momenteel met regelmaat na- en bijscholingen gestart voor niveau 2 werknemers om de 'plus' (vaardigheden op basis van de Vilans protocollen) te behalen.  De kansen op de arbeidsmarkt zullen groter worden voor helpenden zorg en welzijn die een keuzedeel Helpende Plus hebben afgerond. Zij zijn breder inzetbaar in de zorg, met zowel voordelen voor zichzelf als voor de werkgevers.

Ook voor doorstroom naar niveau 3 is het volgen van keuzedeel Helpende Plus relevant. De helpende leert een aantal onderdelen die ook bij niveau 3 aan de orde zijn. Bovendien kan de student alvast ‘ruiken aan’ een niveau 3 en wanneer dit een succeservaring oplevert, zal zij wellicht doorstromen.

Aan het eind van dit keuzedeel heeft de student vakkennis en vaardigheden in o.a.:

  • COPD, diabetes, dementie, reuma, CVA, Parkinson
  • Werking en bijwerkingen van veel voorkomende medicatie
  • Aandoeningen en anatomie van het urinewegstelsel
  • Oncologie, chemotherapie en bestraling
  • Sterven en rouwen
  • Palliatieve zorg
  • Kan de huid van een client zalven
  • Kan de ogen van een client druppelen/zalven
  • Kan wondbehandeling uitvoeren
  • Kan medicatie toedienen
  • Kan steunkousen aan- en uittrekken

Werkprocessen

Doorstroom niveau 3 Zorg en Welzijn

Dit keuzedeel is bedoeld om niveau 2 studenten voor te bereiden op een mogelijke opleiding Zorg en Welzijn op niveau 3. Er wordt in dit keuzedeel aandacht besteed aan beroepsspecifieke kennis en vaardigheden en aan studievaardigheden, zodat de student een grotere kans op succes heeft als hij/zij een opleiding Zorg en Welzijn niveau 3 gaat volgen.

 

Aan het eind van dit keuzedeel heb je basiskennis in o.a.:

  • De verschillende werkvelden binnen zorg & welzijn
  • De verschillende doelgroepen binnen zorg & welzijn
  • Anatomie, fysiologie en pathologie
  • Ziektebeelden
  • Ontwikkelingspsychologie en pedagogiek
  • Opstellen van SMART doelen

 

Competenties waar je tijdens dit keuzedeel aan werkt zijn: samenwerken en overleggen, formuleren en rapporteren, vakdeskundigheid toepassen en plannen en organiseren

Werkprocessen

D1-K1: Voorbereiden op doorstroom naar niveau 3 Zorg en Welzijn

De student verwerft kennis en vaardigheden om (studie)taken op beginnend niveau 3 succesvol uit te voeren. Deze (studie)taken zijn ten opzichte van niveau 2 moeilijker, omvangrijker en worden in een hoger tempo aangeboden. Het gaat hierbij om uitgebreide praktische en theoretische kennis die belangrijk is voor niveau 3 Zorg en Welzijn en grotere bewustwording van de
verschillen tussen niveau 2 en niveau 3. De student volgt procedures, maar krijgt onder begeleiding van de docent grotere vrijheid in het kiezen (en mogelijk combineren) van procedures.
 
D1-K1-W1: Oriënteren op beroepen niveau 3 Zorg en Welzijn
De student oriënteert zich op beroepen Zorg en Welzijn waarvoor niveau 3 vereist is. Zij formuleert duidelijke en haalbare leervragen om te kunnen achterhalen welk beroep bij haar past. Zij onderneemt verschillende activiteiten (zoals gesprekken voeren, voorlichtingsbijeenkomsten volgen) om te kijken of een beroep en bijbehorende opleiding bij haar past en voor haar haalbaar is. De student reflecteert op haar eigen ambities en geschiktheid voor het starten aan een niveau 3 opleiding. Zij bespreekt haar reflecties met medestudenten en/of haar docent.
 
D1-K1-W2: Voert een opdracht uit
De student voert een studieopdracht en/of praktijkopdracht uit ter voorbereiding op een opleiding niveau 3 Zorg en Welzijn. Zij maakt een studieplanning en stelt hierin prioriteiten. Ze werkt samen met andere studenten en overlegt met hen over de taakverdeling. Zij geeft feedback aan en ontvangt feedback van medestudenten, verwerkt deze feedback en evalueert haar eigen werk. Ze past haar manier van studeren aan als blijkt dat dit nodig is. Zij zoekt bij moeilijkheden naar oplossingen en maakt deze bespreekbaar met medestudenten en indien nodig de docent.

Orientatie op ondernemerschap

Dit keuzedeel gaat over ondernemerschap. Kansen zien, kansen grijpen en er iets mee doen voor eigen rekening en risico! Het gaat om een oriëntatie, omdat je misschien nog niet zeker weet of ondernemen iets voor jou is. Daarom mag je eraan ‘snuffelen’

In dit keuzedeel ga je je verdiepen in het starten van je eigen onderneming. Je gaat kijken of het opstarten van een eigen onderneming bij je past.

 

Competenties waarmee je aan de slag gaat tijdens dit keuzedeel zijn: Ondernemend handelen, presenteren, het maken van een ondernemingsplan.

Afbeeldingsresultaat voor ondernemerschap

Werkprocessen

D1-K1: Oriënteert zich op het ondernemerschap

De beroepsbeoefenaar onderzoekt of het ondernemerschap iets voor hem is door verschillende werkwijzen te hanteren en te combineren in wisselende situaties.
Voor de oriëntatie op ondernemerschap is (basis)kennis noodzakelijk ten aanzien van zelfstandig ondernemerschap, marktonderzoek, marketing en promotie en financiële administratie. Verder is hij in staat om technieken op het gebied van communicatie en zelfreflectie toe te passen.
 
D1-K1-W1: Oriënteert zich op het starten van een onderneming
De beroepsbeoefenaar onderzoekt met behulp van verschillende informatiebronnen wat het betekent om een onderneming te starten. Hij bedenkt waarin hij zou kunnen of willen ondernemen. Hij gaat na of hij anderen met zijn ideeën kan enthousiasmeren en of anderen openstaan voor zijn ideeën. Hij onderzoekt wat goed is aan zijn idee, wat zwakke punten zijn van zijn idee en hoe hij hiermee kan omgaan.
Hij gaat na hoe hij zijn ideeën kan vermarkten: wat is zijn aanbod, wat wil hij daarvoor krijgen en wat levert het hem op. Hij denkt na over zijn aanbod, de presentatie van zijn aanbod en wat hij nodig heeft om zijn plannen te realiseren. Ook gaat hij na hoeveel geld hij nodig heeft en welke mogelijkheden er zijn om aan geld te komen. Hij weegt verschillende mogelijkheden af en onderzoekt wat er in een plan voor een onderneming moet komen te staan. Hij presenteert zijn idee (mondeling of schriftelijk) aan anderen, verzamelt feedback op zijn idee en schat de slagingskans van het idee in.
 
D1-K1-W2: Oriënteert zich op het runnen van een onderneming
De beroepsbeoefenaar bedenkt welke activiteiten je kunt ondernemen om klanten te krijgen, te houden en van dienst te zijn. Waar mogelijk probeert hij verschillende activiteiten uit en bepaalt het effect ervan. Hij gaat na welke praktische zaken hij dient te regelen voor het runnen van de onderneming: kan hij alles alleen of dient hij partners te zoeken, aan welke eisen moeten processen en producten voldoen, welke (financiële) gegevens dient hij te verzamelen en te bewaken, etc. Hij bespreekt zijn ideeën hierover met betrokkenen en/of probeert zaken uit, kijkt mee met een ondernemer, oefent zaken, etc.
 
D1-K1-W3: Besluit of ondernemen (als toekomstperspectief) bij hem past
De beroepsbeoefenaar bepaalt wat hij leuk en minder leuk vindt aan ondernemen en gaat na of het starten en runnen van een eigen onderneming bij hem past op korte of lange termijn. Hij bekijkt welke persoonskenmerken van pas komen en welke persoonskenmerken hij nog verder zou moeten ontwikkelen. Ook gaat hij na wat het ondernemerschap verder vraagt qua inzet (bijv. beschikbaarheid, werkomstandigheden), houding (doelgericht, gedisciplineerd, pro-actief) en vaardigheden (bijv. plannen, organiseren, netwerken), welke mogelijkheden ondernemerschap hem kan bieden en in hoeverre dit bij hem past. Hij benut mensen in zijn omgeving door hen feedback en advies te vragen. Op basis van zijn reflectie weet hij wat ondernemen van hem vraagt en of hij gemotiveerd is hieraan (nu of in de toekomst) tijd, energie en middelen te besteden.

Digitale vaardigheden basis

Dit keuzedeel leert je omgaan met verschillende typen software en programma's die je tijdens je beroep zou kunnen tegenkomen.

Programma's waar je mee leert werken zijn: Excel, Word en PowerPoint. Daarnaast leer je ook meer over auteursrechten, veilig internetten en de basiskennis van de verschillende besturingssystemen.

Afbeeldingsresultaat voor digitale vaardigheden

Werkprocessen

D1-K1: Verzamelt informatie, gegevens en content

De beginnend beroepsbeoefenaar hanteert een standaard werkwijze bij het verrichten van eenvoudige en routinematige handelingen bij het inwinnen van digitale informatie. Hij zal steeds dezelfde stappen doorlopen. Hij werkt op een gestructureerde wijze, maar de inhoud van zijn werk en de bronnen kunnen wisselen en internationaal van aard zijn. Voor het uitvoeren van de werkzaamheden zijn basiskennis en -vaardigheden nodig bij het verzamelen van informatie, gegevens en content. Het kunnen reflecteren op zijn mediagebruik en op de betrouwbaarheid van informatie is voor hem vrij complex. Hier kunnen makkelijk fouten worden gemaakt. Zo mogelijk zal hij om ondersteuning vragen, maar omdat zijn werkplek kan variëren (grote, kleine organisatie, zelfstandige), hangen de mogelijkheden tot reflectie en overleg er van af van waar hij werkt.
 
D1-K1-W1: Wint digitale informatie in
De beginnend beroepsbeoefenaar verzamelt en interpreteert informatie (zoals tekeningen, schema's, logboeken, handboeken, handleidingen, procedures, informatie op internet etc.) ten behoeve van zijn werkproces. Hij bepaalt wat hij wilt zoeken, hoe en waar hij gaat zoeken en houdt dit bij. Hij gebruikt een bron en zoekt in een bron. Hij selecteert informatie uit de bron. Ten behoeve van verder gebruik downloadt hij informatie, slaat deze op en drukt deze af.
 
D1-K2: Produceert informatie/content
De beginnend beroepsbeoefenaar hanteert een standaard en gestructureerde werkwijze bij verrichten van eenvoudige en routinematige handelingen rondom het produceren van informatie. Voor het uitvoeren van de werkzaamheden zijn basiskennis en vaardigheden nodig bij het produceren van informatie/content.
Zijn werkplek kan variëren, dit hangt er van af waar hij werkt: in een grote of kleine organisatie of als zelfstandige voor zichzelf. Het produceren van informatie kan ook internationaal zijn. Hij heeft te maken met een afbreukrisico doordat hij te maken heeft met het imago van zijn bedrijf of organisatie en risico's op het gebied van digitaal uitwisselen van gegevens.
 
D1-K2-W1: Stelt content samen
De beginnend beroepsbeoefenaar verwerkt tekstuele content op basis van ingewonnen informatie, concepten, instructies van een opdrachtgever of eigen aantekeningen. Hij stelt documenten op, stelt deze samen, voegt onderdelen toe en voegt samen. Hij verzorgt de basisopmaak en gebruikt hierbij speciale functies. Hij controleert de verwerkte teksten. Tot slot drukt hij af.
 
D1-K2-W2: Deelt informatie/content
De beginnend beroepsbeoefenaar deelt informatie/content via een medium (denk aan social media, e-mail, een agenda-afspraak,
een online chatsessie, etc.) met een ontvanger of een online gemeenschap. Hij selecteert de informatie/content die hij wil delen, verzenden of publiceren. Hij deelt de informatie/content/gegevens met de ontvanger/online gemeenschap, controleert zijn werk en voorziet deze zo nodig van informatieve of audiovisuele elementen of van bijlagen. Hij gaat na of er reacties zijn van de ontvanger of de online gemeenschap. Hij reageert of reacties van de ontvangers en neemt deel aan discussies met ontvangers en de online gemeenschap.
 
D1-K3: Beheert informatie/content
De beginnend beroepsbeoefenaar hanteert een standaard en routinematige werkwijze bij het verrichten van eenvoudige en routinematige handelingen bij het beheren van informatie/content. Hij zal steeds dezelfde stappen op een gestructureerde manier doorlopen. Voor het uitvoeren van de werkzaamheden zijn basiskennis en -vaardigheden nodig bij het beheren van
informatie/content. Er is een afbreukrisico bij het beheren van informatie/content. Het verkeerd indelen of vernietigen van informatie kan leiden tot onvindbaarheid.
 
D1-K3-W1: Deelt informatie in
De beginnend beroepsbeoefenaar deelt informatie (documenten, bestanden, beeld en geluid etc.) in. Dit doet hij door te bepalen wat zijn opdracht is. Dan registreert hij informatie, deelt hij informatie in of slaat deze op en voegt hij de benodigde gegevens over de herkomst (auteur, tijdstip of jaar, organisatie) en gegevens over de inhoud toe. Hij ordent zo nodig de informatie in het systeem. Hij signaleert ontbrekende informatie en zoekt naar een oplossing. Hij controleert zijn werk. Tot slot slaat hij duurzaam op en drukt hij zo nodig af.
 

Mode

In het keuzedeel mode ga je meer leren over mode modespecifieke kennis, vaardigheden en werkzaamheden die een beginnend beroepsbeoefenaar  nodig heeft om in de moderetail te werken. Er is in dit keuzedeel aandacht voor onder andere visual merchandising, het geven van een stylingadvies, het voorbereiden van vermaakwerkzaamheden en het zien en vertalen van kansen naar de modeonderneming.

Verbeterde site

Werkprocessen

D1-K1: Voert modespecifieke winkelwerkzaamheden uit

Van de beginnend beroepsbeoefenaar wordt gevraagd dat zij per situatie een afweging maakt hoe zij het beste kan handelen in relatie tot de klant. Dit komt doordat de moderetail zich kenmerkt door een grote diversiteit aan klanten (met verschillende behoeften, koopintenties, etc.), nadruk op persoonlijke verkoop en de 'must' om up-to-date blijven met (collectie)ontwikkelingen en deze in te brengen in het werk. Hiervoor gelden nauwelijks standaardwerkwijzen en worden de werkzaamheden in directe relatie met de klant veelal naar eigen inzicht uitgevoerd binnen het gestelde beleid. Onderdeel van het beleid kan ook maatschappelijk verantwoord en/of duurzaam ondernemen zijn.

D1-K1-W1: Verzorgt visual merchandising

De beginnend beroepsbeoefenaar gaat na hoe ze de collectie in de winkel gaat presenteren. Hiervoor selecteert ze kledingstukken en accessoires uit het assortiment en stelt modecombinaties samen. Ze maakt hierbij gebruik van hulpmiddelen voor modepresentaties zoals presentatieplannen, voorschriften van merken, paspoppen en accessoires. Zij varieert in de presentaties door kleur- en stijlcombinaties en andere presentatievormen toe te passen. Vervolgens plaatst ze deze combinaties in de winkel of in de etalage.

 

D1-K1-W2: Geeft de klant stylingadvies

De beginnend beroepsbeoefenaar maakt contact met de klant en stelt de klant op zijn of haar gemak. Aan de hand van vragen en observatie analyseert zij de smaak, kledingstijl, gelaat, figuur, etc. van de klant. Ze vraagt wat de klantwens is. Op basis van de analyse reikt ze mode- en/of kleurcombinaties aan om de klant op ideeën te brengen. Ook toont ze de klant de resultaten van de verschillende combinaties en geeft de klant een beeld van de mogelijkheden als verkoopargument. Daarbij betrekt ze mogelijkerwijs ook de modetrends en het (ruimere) winkelassortiment op internet. In voorkomende gevallen reikt ze voorbeelden van make-up aan om het totaaladvies uit te breiden. Ze beantwoordt verder vragen van de klant over pasvorm, merken, alternatieve mogelijkheden, combinaties en geeft praktische informatie over de stoffen/materialen.


D1-K1-W3: Bereidt vermaakwerkzaamheden voor
De beginnend beroepsbeoefenaar gaat na of vermaakwerkzaamheden nodig of gewenst zijn. Ze kijkt of met aanpassingen het artikel beter bij de klant past. Wanneer dit het geval is bespreekt zij met de klant de wensen met betrekking tot het vermaken van het artikel. Zij legt uit welke mogelijkheden en/of alternatieven er zijn binnen het gestelde organisatiebeleid, wat de voor- en/of nadelen ervan zijn, de deadlines zijn en de kosten bedragen. Voor het vermaken vraagt ze akkoord aan de klant. Zij neemt de specificaties op en speldt eventueel het kledingstuk af. De specificaties van de vermaakwerkzaamheden noteert of markeert ze op de artikelen en vult ze in op een formulier ter informatie van de coupeuse.

D1-K1-W4: Denkt mee met de modeonderneming

De beginnend beroepsbeoefenaar volgt trends en ontwikkelingen in de modebranche en gaat na wat voor invloed deze hebben op haar eigen werk en/of de winkel waarin ze werkt. Daarnaast bekijkt ze welke veranderingen er zijn op het terrein van styling, mode, make-up en/of kleur en bepaalt op basis hiervan op welke vlakken ze nog kennis nog moet vergaren om klanten een goed totaal/stylingadvies te kunnen geven. Hiervoor onderneemt ze actie door bijvoorbeeld vakliteratuur te lezen, informatie te verzamelen via digitale kanalen, vakinhoudelijke trainingen te volgens en/of mode-events/beurzen te bezoeken.

Gastvrijheid in de zorg

In dit keuzedeel is het uitgangspunt dat je wordt opgeleid in de horeca en deze deskundigheid gaat toepassen bij zorgaanbieders. Daarmee ligt het accent van dit keuzedeel op kennis en vaardigheden om gastvrijheid toe te passen bij zorgaanbieders.

gastvrijheid-in-de-zorg - Werken bij Woonzorg Flevoland

Werkprocessen

D1-K1-W1: Treedt op als aanspreekpunt

De gastheer/gastvrouw in de zorg begroet de gast en staat hem te woord. Hij vraagt (proactief) naar de wensen/behoeften van de gast en informeert de gast en/of brengt de gast in contact met een andere collega. Hij rondt het gesprek af en checkt daarbij de tevredenheid van de gast.

D1-K1-W2: Adviseert en informeert de gasten

De gastheer/gastvrouw in de zorg geeft volgens de bedrijfsformule informatie en/of advies aan de gast over diverse dranken en/of gerechten. De gastheer/gastvrouw in de zorg kan zijn advies onderbouwen. Hij bespreekt de mogelijkheden van wensen/behoeften van gasten met de leidinggevende en/of betrokken collega’s.

D1-K1-W3: Bereidt gerechten/snacks/dranken

De gastheer/gastvrouw in de zorg assisteert bij de werkzaamheden in de counter. Hij assisteert bij de bereiding van maaltijden en veelvoorkomende werkzaamheden in de counter. Hij verwerkt en bewerkt voedingsmiddelen. Hij vult automaten bij, vult buffetten aan en bedient de gast. Hij reinigt gebruikte middelen en materialen en ruimt deze vervolgens op. Hij zorgt dat de buffetten weer op orde zijn voor het volgend gebruik.

D1-K1-W4: Rapporteert signalen over gasten

De gastheer/gastvrouw in de zorg geeft relevante informatie door over veranderingen van gedrag van de zorgvrager aan het (multidisciplinair) team. Hij registreert eventuele gegevens in het systeem, volgens de protocollen van de zorgaanbieder.

D1-K1-W5: Handelt in onverwachte situaties

De gastheer/gastvrouw in de zorg overziet onverwachte situaties zo snel mogelijk. Hij reageert op de situatie en neemt zo snel mogelijk contact op met de leidinggevende of een bevoegde collega om hulp in te schakelen of de gebeurtenis te rapporteren. De gastheer/gastvrouw in de zorg geeft aandacht aan de betrokkenen.

D1-K1-W6: Omgaan met wensen en bezwaren

De gastheer/gastvrouw in de zorg observeert het gedrag van de gast om ontevredenheid te signaleren. Hij reageert daarop op gepaste wijze en vraagt zo mogelijk door naar wensen of bezwaren. Hij luistert naar de gast en onderzoekt de oorzaak van de wensen of bezwaren. Hij lost de bezwaren, indien mogelijk, zelf op of schakelt de verantwoordelijke in. Hij handelt de bezwaren af volgens de bedrijfsprocedure en controleert daarbij de gasttevredenheid. De gastheer/gastvrouw in de zorg overlegt met zijn leidinggevende over suggesties om de dienstverlening te verbeteren.

Voeding en Hospitality in de zorg en welzijn

In dit keuzedeel leer je te kijken en luisteren naar de voedingswensen en- gewoonten van de zorgvragers. Ook leer je hen te informeren en adviseren op het gebied van voeding, maaltijden en dranken. Daarnaast leer je hoe je dit gastvrij serveert. Om dit te doen heb je kennis nodig van voeding en de invloed hiervan op het herstel en/of het welzijn van de zorgvrager. Verder heb je hiervoor ook kennis nodig van enkele ziektebeelden.

Nieuw platform voor eten en welzijn in de zorg • Nieuws voor diëtisten

Werkprocessen

D1-K1-W1: Inventariseert voedingswensen en -gewoonten van de zorgvrager

De beginnend beroepsbeoefenaar gaat in gesprek met de zorgvrager (en eventueel een naaste/mantelzorger) om de voedingswensen, -gewoonten en voedingswijze van de zorgvrager te achterhalen en te begrijpen. Hij stemt zijn taalgebruik en communicatie af op de (mogelijkheden van de) zorgvrager. De beginnend beroepsbeoefenaar signaleert bijzonderheden en registreert gegevens en afspraken met de zorgvrager volgens protocol/afspraak.

D1-K1-W2: Informeert en adviseert de zorgvrager met betrekking tot voeding

De beginnend beroepsbeoefenaar raadpleegt het zorgdossier en eventueel een diëtist om zich een beeld te vormen van de (voedings)situatie en het ziektebeeld van de zorgvrager. Hij informeert en adviseert de zorgvrager over voeding en bij het maken van keuzes voor maaltijden en dranken. Hij stemt zijn taalgebruik en communicatie af op de (mogelijkheden van de) zorgvrager. Hij checkt of de zorgvrager de informatie en/of het advies heeft begrepen. Hij voorziet de zorgvrager van keuzemogelijkheden, extra tips en suggesties en helpt eventueel bij het maken van keuzes. De beginnend beroepsbeoefenaar signaleert bijzonderheden en eventuele weerstanden bij de zorgvrager met betrekking tot eten en drinken en geeft deze informatie volgens afspraak door.

D1-K1-W3: Maakt maaltijden en dranken gereed voor de zorgvrager

De beginnend beroepsbeoefenaar stemt maaltijden en dranken af op de situatie van de zorgvrager, zijn wensen en behoeften en op een eventueel dieet. De beginnend beroepsbeoefenaar controleert eventueel aangeleverde maaltijden en dranken en maakt maaltijden en dranken gereed voor uitserveren aan de zorgvrager.

D1-K1-W4: Serveert maaltijden en dranken aan de zorgvrager

De beginnend beroepsbeoefenaar serveert maaltijden en dranken aan de zorgvrager en controleert daarbij of de maaltijden en dranken bedoeld zijn voor de zorgvrager. Wanneer er bezoekers aanwezig zijn, dan biedt de beginnend beroepsbeoefenaar ook hen iets te drinken of eten aan. De beginnend beroepsbeoefenaar biedt waar nodig en volgens afspraak ondersteuning bij het nuttigen van de maaltijd. Hij signaleert en rapporteert bijzonderheden en houdt patiëntgegevens bij met betrekking tot de inname van eten en drinken.

  • Het arrangement Keuzedelen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2020-09-16 16:23:46
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten