Webquest - De Romeinen

1. Inleiding

Het Romeinse Rijk zou in de geschiedenis het grootste rijk worden in Europa. Het begon met de stad Rome (met een paar honderd inwoners) en eindigde met 60 miljoen inwoners!

Mensen uit anderen culturen en tijden zagen de wereld heel anders dan zoals wij nu de wereld kunnen zien. Denk maar aan alle apparaten (radio, televisie, internet) die we thuis hebben staan, waardoor we in korte tijd heel veel over onze wereld te weten kunnen komen.

Maar, zou het niet geweldig zijn als we een bezoek konden brengen aan vroegere tijden. Dan kun je echt ervaren hoe het leven is in de verhalen uit de geschiedenisboeken?

In deze WebQuest maak je kennis met het oude Rome van Julius Caesar. Wil jij ook graag weten hoe de mensen in die tijd leefden? Zouden we in onze tijd ook nog dingen van de Romeinen kunnen terugvinden? Aan het eind van deze week weet je veel van deze vragen te beantwoorden.

 

 

 


 

 

 

2. Opdracht

Tijdens deze week gaan jullie in groepjes van 3 of 4 leerlingen je inleven in het leven van de echte Romeinen. Daarbij gaan jullie niet alleen antwoord vinden op de vragen hoe ze gekleed gingen, wat ze aten of hoe ze vochten maar je gaat bij een aantal opdrachten ook daadwerkelijk iets ervaren!

Alles wat je te weten komt ga je verwerken in een periodeschrift. Daarnaast ga je op school ook zélf nog aan de slag met het maken van verschillende Romeinse producten. Ook je ervaringen daarvan verwerk je in het schrift. Aan het einde van de week is er dan een markt waarbij je alles wat je gemaakt hebt gaat presenteren aan de bezoekers.

Je periodeschrift bestaat uit 5 hoofdstukken. Denk ook aan je voor- en nawoord, inhoudsopgave en inlegvel. Het eerste hoofdstuk in je schrift gaat over "het leven in het oude Romeinse Rijk". Daarna kies je vier onderwerpen, zodat je voor elk hoofdstuk 1 onderwerp hebt. 

 

3. Werkwijze

3.1 Het werken in groepjes

Het werken in groepjes:

Om een periodeschrift te maken over het oude Romeinse Rijk zal jullie groepje verschillende onderdelen moeten onderzoeken.

Je gaat werken in groepjes van 3 of 4 personen uit je eigen klas. Deze groepjes zijn al gemaakt in het mentoruur (in de we(e)k(en) voorafgaand aan de projectweek.

 

Hoeveel tijd heb ik?

Presentatie- & inleverdatum: vrijdag ......

  • Maandag, dinsdag, woensdag en donderdag heb je van 10.30 tot 14.20 de tijd om aan de opracht te werken.
  • Woensdag is er (een deel van de dag) een stadswandeling door Maastricht.
  • Passend aantal uren huiswerktijd om opdracht volledig af te maken.
  • 2 volledige lesuren (op vrijdag) om de zaken af te ronden en je presentatie voor te bereiden.

Wie doet wat?

Schrijf de afspraken op!

  • Je zorgt zelf voor goede afspraken.
  • Iedereen doet evenveel.
  • Je zorgt zelf voor het oplossen van problemen.
  • Discussie voeren mag.

Ik wil wat maar zij niet……

  • Je zult af en toe keuzes moeten maken die niet geheel de jouwe zijn, maar zoek samen naar de oplossing die voor iedereen het meest lijkt op zijn keuze.

Welk materiaal mag ik gebruiken?

  • Je mag gebruik maken van alle informatie op deze webquest.
  • Je mag op internet zoeken.
  • Je maakt een ordelijk periodeschrift. Alles wat je onderzoekt moet uiteindelijk zichtbaar zijn. Bij de werkstukken staat beschreven welke materialen je mag gebruiken.
  • In het lokaal zijn de opdrachten op papier aanwezig net als wit papier. Om gekleurd papier kun je vragen.
  • Potloden, stiften, lijm, scharen en overige materialen zul je zelf mee moeten nemen.

Krijgen we een beoordeling?

  • Ja dit project wordt beoordeeld. Je gaat met een docent, ergens aan het einde van de projectweek, in gesprek over je gemaakte periodeschrift. Hierin wordt gereflecteerd op de week. Er wordt gelet op inhoud, uitvoering en de terugblik op je eigen werk.

En als het toch niet lukt om samen te werken?

  • Je meldt je bij je docent, in overleg bespreken we de oplossingen.

 

 

3.2 Welke fasen doorloop je bij het maken van je periodeschrift?

Om tot het product van een goed periodeschrift te komen, doorloop je als groepje vijf hoofdfasen:

Fase 1: Lees de gehele webquest goed door (maandag).

Fase 2: Maak een plan over wat je gaat doen of wat je wil weten over het oude Romeinse Rijk (maandag).

In het eerste hoofdstuk van je schrift komt de algemene informatie. Deze informatie vind je in de onderdelen 4.1, 4.2 en 4.3.

In het tweede en derde hoofdstuk van je schrift beschrijf je in elk hoofdstuk één onderwerp uit de tijd van de Romeinen. Deze onderwerpen vind je bij onderdeel 5. Je kiest er twee

In het vierde en vijfde hoofdstuk maak je een keuze uit onderdeel 6 van deze webquest. Je kiest er twee. Samen met je groepje kies je welke twee opdrachten het worden. In totaal kom je dan op 5 onderdelen, voor elk hoofdstuk één opdracht.

Fase 3: Ga met elk onderdeel aan de slag (maandag t/m donderdag).

Maak eerst hoofdstuk 1. Lees onderdeel 4.1 t/m 4.3 goed door en volg de stappen.

Voor hoofdstuk 2 t/m 5  volg je de aanwijzingen zoals in de opdracht beschreven wordt. Let op dat je de tekst in je schrift telkens goed uitwerkt en dat je je houdt aan het aantal woorden.

Bij alle opdrachten moet je terugblikken op wat je gedaan hebt. Verwerk hierin o.a. de antwoorden op de volgende vragen:

- was de opdracht duidelijk?

- hoe verliep de samenwerking?

- hoe verliep de samenwerking?

- wat heb je geleerd?

Let erop dat je bij de verwerking in je periodeschrift denkt aan mooie titels, plaatjes, tekeningen enz. Je levert je schrift pas in op vrijdag, aan het eind van de mark!

Fase 4: Terugblik op de opdracht en de samenwerking (donderdag en/of vrijdag).

Je gaat met een docent in gesprek over je gemaakte periodeschrift. Hierin wordt gereflecteerd op de week. Er wordt gelet op inhoud, uitvoering en de terugblik op je eigen werk.

Fase 5: Bereid je presentatie op de markt voor (vrijdag).

Maak een plan hoe jullie je schrift presenteren aan het publiek.

Wat ga je vertellen, wat heb je nodig?

Wat laat je er bij zien (gemaakte producten)?

3.3 Uit welke onderdelen kunnen we kiezen?

Hoe ga je te werk?

Je gaat eerst de 'basis-onderdelen' van deze webquest maken (onderdeel 4.1 t/m 4.3).

Deze onderdelen zijn verplicht en worden dus door elk groepje gemaakt. Deze komen samen in hoofdstuk 1.

Basis-onderdelen

Waar moet je aan denken

4.1 De stad Rome

Bij deze opdracht ga je eerst achtergrondinformatie opzoeken over de stad Rome.

4.2 Het Romeinse bestuur

Bij deze opdracht leer je meer over het Romeinse bestuur.

4.3 Romanisering

Bij deze opdracht leer je waar romanisering in Nederland plaatsvond.

 

Daarna kies je twee 'maak-onderdelen' (kiezen uit onderdeel 5.1 t/m 5.9).

Dit worden hoofdstuk 2 en 3 van je schrift elk bestaande uit drie paragrafen;

  • de samenvatting van de achtergrondinformatie over het onderwerp van die dag;
  • een beschrijving van wat je die dag doet (theorie en/of praktisch product);
  • terugblik op de opdracht en de samenwerking.

'Maak-onderdelen'

Waar moet je aan denken                          

5.1 Koken

Romeins koken en een tableau vivant maken aan de hand van de strip Asterix en Obelix.

5.2 Textiel

Bij deze opdracht ga je je verdiepen in de Romeinse schoencultuur en maak je als een kunstenaar je eigen schoenen.

5.2B De reis van Octavius

Maak een advertentie / maak reclameover een bezienswaardigheid tijdens de voetreis van soldaat Octavius.

5.3 Maquette

Bij deze opdracht maak je een maquette van een Romeins bouwwerk.

5.4 Romeinse spellen

5.4A De Romeinen speelden het ons bekende drie-op-een rij. Maak dit spel van een lapje leer en steentjes en heb zelf urenlang plezier.

5.4B Hou je van getallen en sudoku's dan is deze opdracht voor jou. Gewoon lekker even puzzelen.

5.5 Mozaïek

Bedenk je eigen mozaïek voor aan de muur en voer de opdracht uit.

5.6 Korte film over de Romeinen

Met je groepje maak je een film over de Romeinen. Tekst, decor, onderwerp, muziek... alles heb je in eigen hand.

5.7 Goden en Godsdienst

Maak een poster en een gedicht over je zelf uitgekozen Romeinse God

 

Daarnaast kiezen jullie twee 'keuze-onderdelen' (onderdeel 6.1 t/m 6.5).

Dit worden hoofdstuk 4 en 5 van je schrift elk bestaande uit drie paragrafen;

  • de samenvatting van de achtergrondinformatie over het onderwerp van die dag;
  • een beschrijving van wat je die dag doet (theorie en/of praktisch product);
  • terugblik op de opdracht en de samenwerking.

Keuze-onderdelen       

Waar moet je aan denken                            

6.1 Romeinse woningbouw

Je gaat hier op zoek naar informatie over de Romeinse gebouwen in een stad.

6.2 De Romeinse hygiëne

In deze opdracht ga je onderzoeken hoe (on-)hygiënisch de Romeinen waren. Als je voor deze opdracht kiest, ga je met je reisgezelschap langs een aantal bouwwerken die te maken hebben met hygiëne in de Romeinse tijd.

6.3 Brood en Spelen

Wat deden de Romeinen in hun vrije tijd? Bij deze opdracht ga je dit uitzoeken waardoor je een dagvullend programma in je reisgids kunt maken.

6.4 Romeinse uitvindingen

Je gaat ontdekken welke uitvindingen door de Romeinen zijn gedaan en verwerkt dit in je reisgids.

6.5 Het Romeinse leger

Hoe zag de wapenuitrusting van een soldaat eruit? Wat is een legioen en hoe zag het leven in een fort eruit? Je gaat dit allemaal uitzoeken bij deze opdracht.

 

4. Basisonderdelen

Je gaat nu eerst onderstaande 'basis-onderdelen' van deze webquest maken.

Deze onderdelen zijn verplicht en worden dus door elk groepje gemaakt. Deze komen samen in hoofdstuk 1 en bestaan uit 3 paragrafen met informatie én daarnaast blik je terug op de samenwerking bij de 3 opdrachten.

Basis-onderdelen

Waar moet je aan denken

4.1 De stad Rome

Bij deze opdracht ga je eerst achtergrondinformatie opzoeken over de stad Rome.

4.2 Het Romeinse bestuur

Bij deze opdracht leer je meer over het Romeinse bestuur.

4.3 Romanisering

Bij deze opdracht leer je waar romanisering in Nederland plaatsvond.

4.1 De stad Rome

Voordat je aan de eerste paragraaf van hoofdstuk 1 begint lees je eerst de onderstaande tekst door. Daarna beantwoord je de vragen onder de tekst. De antwoorden hierop vormen samen paragraaf 1 van hoofdstuk 1 van je schrift.

Tip: Bij het beantwoorden van de vragen kun je soms terugvallen op de hoofdstukken die er bij MEGA zijn behandeld. Als je het antwoord niet weet, kun je natuurlijk ook op internet zoeken. Je kunt informatie opzoeken met behulp van de bronnenlijst van deze webquest.


Rome is rond 750 v.C. ontstaan. Het was toen nog een klein bergdorpje aan de rivier de Tiber. De inwoners leefden van de landbouw en dreven handel met mensen uit de omgeving. De stad werd gebouwd op 7 heuvels. Al snelde groeide dit dorp uit tot een stad. Het ontstaan van Rome hangt ook nauw samen met de mythe van Romulus en Remus. Een stad van meer dan 2000 jaar oud staat bol van geschiedenis. Veel van de oude bouwwerken zijn verdwenen. Gelukkig zijn ook tal van gebouwen en ruïnes blijven staan waardoor de verhalen van toen nog heel tastbaar zijn en we ons goed kunnen voorstellen hoe het leven in deze Romeinse hoofdstad eruit moet hebben gezien.


1. Beschrijf in minimaal 30 woorden de mythe van Romulus en Remus.

2. Leg uit waarom de ligging van Rome gunstig was om tot een grote stad uit te groeien?

 

Afbeeldingsresultaat voor oude rome

4.2 Het Romeinse bestuur

Voordat je aan de tweede paragraaf van hoofdstuk 1 begint lees je eerst de onderstaande tekst door. Daarna beantwoord je de vier vragen onder de tekst. De antwoorden hierop vormen samen paragraaf 2 van hoofdstuk 1 van je schrift.


Al voor het begin van onze jaartelling was de keizer de hoogste bestuurder van het Romeinse Rijk. In Rome was echter heel lang een koning de baas. Dit werd later overgenomen door belangrijke, rijke families. De Romeinse Keizer was de baas van het leger maar hield ook toezicht op de inkomsten en de uigaven. Het hele rijk werd bestuurd vanuit Rome. De belangrijkste bestuursgebouwen en tempels lagen rond het Forum Romanum, de oude markt. We noemen dit het bestuurlijke en religieuze centrum van het rijk.

De belangrijkste beslissingen nam de keizer zelf. Wel liet hij zijn besluiten nog goedkeuren door de senaat. Dit was een raad van wijze mannen. Trouwe aanhangers van de keizer werden vaak benoemd tot senator. Een trouwe senator werd soms zelf benoemd tot gouverneur. Een gouverneur was de baas van een Romeinse provincie. In een provincie was veel te regelen. Bijvoorbeeld de handhaving van de openbare orde, de aanleg van wegen en gebouwen en de organisatie van de verdediging.


1. De keizer hield er een speciale benoemingspolitiek op na. Juist door op deze manier zijn mensen te benoemen kon de keizer rekenen op veel steun. Leg uit hoe de keizer werkte en waarom hij daar veel voordeel van had. Is dit niet letterlijk wat hierboven staat? Vragen om dit te tekenen? Hiërarchisch neer te zetten ? of .....

2. Waarom denk je dat het belangrijk was om in Rome de openbare orde te handhaven.

3. Bedenk een voorbeeld hoe men dat deed.


De Romeinen breiden hun gebied steeds verder uit. De gebieden en volkeren die overwonnen werden, werden meestal een bondgenoot van Rome. Bondgenoten moesten aan de Romeinen belasting betalen en soldaten leveren. In ruil daarvoor kregen ze steun en bescherming. Met elke bondgenoot sloten ze een ander verdrag. De een betaalde meer belasting en de ander leverde meer soldaten. Dit deden de Romeinen niet zomaar. Overigens komt deze aanpak nog steeds veel voor.


4. Hoe werd deze aanpak genoemd? Leg uit waarom we dit nog steeds doen? Wat de voordelen zijn? 

Gerelateerde afbeelding

Forum Romanum

4.3 Romanisering

Voordat je aan de derde paragraaf van hoofdstuk 1 begint lees je eerst de onderstaande tekst door. Daarna beantwoord je de vragen onder de tekst. De antwoorden hierop vormen samen paragraaf 3 van hoofdstuk 1 van je schrift.


Overal in het grote Romeinse rijk waren legerkamen en steden. De soldaten en bestuurders die buiten Italie leefden, zetten daar hun Romeinse manier van leven voort. Dit leidde natuurlijk tot veranderingen in de veroverde gebieden. Zo brachten de handelaren Romeins aardewerk, glaswerk, olijfolie en wijn mee. Er werd ook minder geruild en meer met munten betaald. Vooral de rijkere mensen probeerden als Romein te leven. Ze hingen een toga dragen en leerden zelfs Latijn. Het overnemen van de Romeinse culuur door andere volkeren noemen we romanisering.


1. Laat met behulp van een kaart zien tot waar de romanisering in Nederland kan hebben plaatsgevonden.

2.Welke Romeinse resten duiden op romanisering in Maastricht?

Afbeeldingsresultaat voor romeinse wijn

Romeinse zalfpot. Gevonden bij opgravingen in Tiel

 

4.4?? Wandeling door Romeins Maastricht

Deze week maken jullie met de klas een wandeling door Romeins Maastricht. Jullie ontvangen daarbij

- een boekje met de route

- informatie tijdens de wandeling en

- een werkblad met enkele vragen.

Om je voor te bereiden op de wandeling open je onderstaande link en typ je Maastricht in. (Krijg je de link niet geopend via de site, dan kun je het proberen via de bijlage in je magistermail.) Via Google Earth zoom je dan in naar de wandeling. Deze kun je virtueel lopen. Je ziet een afbeelding van de gebouwen waar je langs loopt als je op de punaises klikt.

(De google earth app kun je downloaden zodat je ook tijdens de wandeling ziet waar je naartoe moet.)

Nog een optie om tijdens de wandeling te gebruiken:

Via de site viabelgica.nl is er een app te downloaden waarbij je op interactieve wijze kennis maakt met Romeins Zuid-Limburg. Je krijgt aanwijzingen zodat het bijna niet meer mogelijk is de weg kwijt te raken. En om de beleving compleet te maken krijg je via onder meer audiofragmenten en videoboodschappen over de plek waar je je op dat moment bevindt.

5. Maak onderdelen

Uit onderstaand overzicht kies je twee 'maak-onderdelen'.

 

'Maak-onderdelen'

Waar moet je aan denken                          

5.1 Koken

Romeins koken en een tableau vivant maken aan de hand van de strip Asterix en Obelix.

5.2A Kleding en schoenen

Bij deze opdracht ga je je verdiepen in de Romeinse schoencultuur en maak je als een kunstenaar je eigen schoenen.

5.2B De reis van Octavius

Maak een advertentie / maak reclameover een bezienswaardigheid tijdens de voetreis van soldaat Octavius.

5.3 Maquette

Bij deze opdracht maak je een maquette van een Romeins bouwwerk.

5.4 Romeinse spellen

5.4A De Romeinen speelden het ons bekende drie-op-een rij. Maak dit spel van een lapje leer en steentjes en heb zelf urenlang plezier.

5.4B Hou je van getallen en sudoku's dan is deze opdracht voor jou. Gewoon lekker even puzzelen.

5.5 Mozaïek

Bedenk je eigen mozaïek voor aan de muur en voer de opdracht uit.

5.6 Korte film over de Romeinen

Met je groepje maak je een film over de Romeinen. Tekst, decor, onderwerp, muziek... alles heb je in eigen hand.

5.7 Goden en Godsdienst

Maak een poster en een gedicht over je zelf uitgekozen Romeinse God

5.1 Asterix en Obelix, een rondreis door Frankrijk en zijn keuken

Deze opdracht wordt onder begeleiding van de Frans docenten en de kookdocent uitgevoerd. Je zult je hiervoor moeten inschrijven?

Benodigdheden

  1. Franse recepten
  2. Ingrediënten voor het koken
  3. Boekje voor algemene introductie en eindopdracht
  4. Knutselmateriaal en door de leerlingen zelf   meegenomen spullen voor de eindopdracht

 

 

 

 

 

Algemene introductie (2 lesuren)

Inhoud

Activiteit leerlingen

Benodigdheden

Algemeen

- Luisteren naar uitleg over de inhoud van het project en het eindproduct

Boekje

Het Romeinse Rijk

- Activeren hun voorkennis (woordweb)

- Klassikaal bespreken

- Aanvullen met kennis van internet

Boekje

 

Mobiele telefoon

Asterix en Obelix

- Korte introductie verhaal (openings-pagina stripboek in het Nederlands)

- Opdrachten maken bij de plaatjes (kennismaken met Frankrijk onder Romeinse overheersing, kennismaking met Franse steden, een Franse strip begrijpen)

- Opdracht : welke gerechten hebben Asterix en Obelix meegenomen?

Boekje (strip)

Frans recept uit de Romeinse tijd

Krijgen recept en moeten dat vertalen (“ontcijferen”) naar het Nederlands

 

Klassikale nabespreking.

Huiswerk: boekje meenemen naar de volgende les (koken / tableau vivant).

“Receptenpagina’s” in boekje

 

Woordenboek

Huiswerk

Leerlingen vormen 5 groepjes van 6 leerlingen. De ene helft gaat de volgende les koken en de andere helft gaat werken aan de tableau vivant. Beide onderdelen worden samengevoegd in de eindopdracht, die aan het begin van deze les is uitgelegd en ook terug te vinden is in het boekje.

 

 

Koken (2 lesuren)

Inhoud

Activiteit leerlingen

Benodigdheden

15 leerlingen kunnen in 5 groepjes van 3 een Romeins gerecht koken

  • Recept lezen
  • Recept toepassen

 

  • Boekje (zelfde als bij algemene introductie)
  • (evt. goede versie van het recept in het Nederlands)
  • ingrediënten
  • kookbenodigdheden
  • MARJON

 

OF

 

Tableau vivant (2 lesuren)

Inhoud

Activiteit leerlingen

Benodigdheden

Eindopdracht: leerlingen maken in groepjes een foto (tableau vivant) die voldoet aan de volgende eisen:

  • Geeft het tijdsbeeld (50 v.Chr) weer in:
  • Kleding
  • Rekwisieten
  • Sfeer
  • Geeft duidelijk weer dat de foto ergens in Frankrijk is genomen (50 v.Chr).
  • Bevat het gerecht dat bij koken is gemaakt
  • De foto wordt gemaakt zodra alle groepsleden weer samen zijn en het gerecht af is. De leerlingen kunnen de locatie zelf kiezen, mits het op school is.

Boekjes

 

Knutselmateriaal

 

Rekwisieten en afbeeldingen (het meenemen hiervan was huiswerk maar de docenten hebben wat spullen achter de hand).

 

 

De leerlingen die hebben gekookt, komen na het koken naar het lokaal waar de groepsgenootjes de tableau vivant hebben gemaakt. Samen maken ze de eindopdracht af.

Als de kookleerlingen klaar zijn, wordt het tableau vivant afgemaakt door het gerecht erin te integreren. De foto wordt gemaakt door leerlingen met hun telefoon en door ons met een goede fotocamera.  

Fotocamera

 

5.2 Octavius Barbatus

Afbeelding: Ocatavus Barbatus in kledij   

L. Octavius Barbatus is als optio van Legio VI Victrix regelmatig op reis langs de Romeinse limes, of waar zijn opdrachten hem maar brengen. Als Romeins soldaat geeft hij de voorkeur aan de benenwagen. Octavius marcheert hele dagen. Hij moet kilometers lopen en marcheert ongeveer 5-7 km per uur. Hij moet dus uren achter elkaar lopen om ergens te komen. Om dat vol te kunnen houden heeft hij goede schoenen nodig.

In opdracht 5.2A of 5.2B ga je een opdracht uitvoeren die gaat over Octavus Barbatus.

 

Schoenen van Octavus Barbatus

   

5.2A Kleding en schoenen

Inleiding

Verdiep je in de mode van de Romeinse schoenen en ontwerp daarna, net als de kunstenaars van vroeger een paar romeinse schoenen voor Octavius Barbatus.

In je schrift zet je de volgende zaken per paragraaf in het hoofdstuk:

  • de samenvatting van de achtergrondinformatie over het onderwerp (tussen de 150 en 200 woorden);
  • terugblik op de opdracht en de samenwerking (tussen de 150 en 200 opdrachten.

Achtergrond informatie:

In de Klassieke Oudheid waren sandalen dè schoenen. De Griekse sandalen waren eenvoudig en bestonden uit een veelvoud van riempjes die over de voet (en soms ook enkel) vastgemaakt werden. Iedereen droeg dit schoeisel en zelfs de Griekse goden werden afgebeeld met de sandaal. Net als in de oude Egyptische samenleving droegen slaven geen schoenen. Ook kinderen droegen vaak geen schoeisel. Vrouwen droegen de sandalen ook, maar gebruikten hierbij soms hoge kurkzolen om langer en slanker te lijken.

De sandalenmode die de Romeinen droegen hebben ze overgenomen van de Grieken. Vooral rijke Romeinen hechtten veel belang aan hun schoeisel. Ze waren vaak duur. Soms was het zelfs het duurste onderdeel van hun kleding en lieten zij beroemde kunstenaars hun schoenen ontwerpen. Meestal werden de schoenen zelfs samen met de eigenaren begraven

Het Romeinse soldatenschoeisel moest berekend zijn op lange, zware dagmarsen. De beroemdste variant van soldatenschoeisel is de caliga: de hoge, sandaalachtige laarzen, met dikke zolen van drie lagen rundleer.

Om slijtage van de zolen tegen te gaan, werden er ijzeren noppen in de zool geslagen: een stuk of 80. Eigenlijk liep de soldaat op een soort van spijkerbed. Buiten dat de noppen slijtage van de zool tegenging, gaven ze ook nog eens extra grip op ruw terrein. Dat wil overigens niet zeggen dat de caligae daardoor eeuwig bruikbaar bleven: waarschijnlijk moest een gemiddelde soldaat zelfs een paar keer per jaar nieuwe caligae aanschaffen.

Uiteindelijk zouden de caligae vanaf 80 na Chr. uit de mode raken en kwamen dichte schoenen in de mode, de calcei. Waarschijnlijk speelde de temperatuur hier ook een rol in.

In elk geval liepen de Romeinen natuurlijk niet in een koud winterlandschap met blote benen en alleen sandaaltjes aan de voeten. Dikke wollen sokken (udones) maakten al een hoop verschil, net als lekker warme beenwindsels (tibialia), die ook wel erg handig bleken als extra beenbescherming tegen struikgewas of je ruwe scheenplaten. Zowel de caliga en de calcei werden uit een stuk leer gemaakt. Er kwam geen draad en naald aan te pas. Door stukken van het leer weg te snijden kon het stugge leer zich om de voet plooien. Als sluiting maakte men gaatjes in de uiteinde van het leer. Vervolgens werd er een “veter’ door de gaatjes gerijgd en werd de schoen dichtgeknoopt.


Opdracht:

Ontwerp net als de kunstenaars van vroeger een paar romeinse schoenen voor Octavius Barbatus. Je kunt kiezen voor open of gesloten schoenen. Onderaan deze opdracht vind je verschillende schaal patronen van:

  • Een Caliga; dat is een hoge sandaal achtige schoen uit één stuk leer gesneden.
  • Een Calcei; dit is een dichte legerschoen ook uit één stuk leer gesneden. Voor de basis van je ontwerp maak je gebruik van een van een van deze patronen.

Je kunt meer informatie opzoeken met behulp van de bronnenlijst 5.2.

 

Doel van de opdracht:

Het maken van schoenen uit een stuk leer of vilt zonder naald en draad.

 

Eisen waar de schoen aan moet voldoen:

  • De schoen moet uit een stuk zijn
  • Je moet hem dicht kunnen maken.
  • Bedenk ook hoe je de zool zou kunnen verstevigen; Hiervoor zoek je thuis naar materiaal wat je voor de versteviging kunt gebruiken;
  • Je kunt eventueel ook nog de zool beschermen en materiaal meebrengen van thuis dat je kunt gebruiken om slijtage tegen te gaan Bijvoorbeeld; viltdopjes, noppen van oude voetbalschoenen etc..

 

Wat heb je nodig:

  • Leer of stevig vilt. Er is basismateriaal op school aanwezig maar je mag ook van thuis een oude leren jas of vervilte stof meenemen
  • Dingen voor versiering of versteviging; deze breng je van thuis mee.
  • Papier
  • Potlood
  • Gum
  • Stift
  • Snijmesje (Er kan alleen met een snijmesje gewerkt worden als er een docent aanwezig is en als je een uitgebreide instructie hebt gehad over hoe je werkt met een snijmesje)
  • papier schaar en evt stofschaar
  • Rubberen snijmat
  • Stevige veters / koord

 

Werkwijze:

De docent laat je voorbeelden zien en legt kort de werkwijze uit. Daarna ga je lekker zelf aan de slag.

  1. Kies een van de basis mallen en teken deze over en knip hem uit.
  2. Pas of de basismal aan je voet past, zo niet pas deze aan aan je eigen voetmaat. (de docent helpt je hierbij). Draai de mal om zodat je deze ook aan je andere voet kan passen. Kijk of die past.
  3. Nu de schoen past teken je de basismal nog een keer over. Dit wordt je proefschoen.
  4. Teken in de nieuwe mal lijnen. Denk hierbij aan wat je weg wilt snijden.
  5. Maak gaatjes in de schoen zodat je deze ook kan dichtrijgen
  6. Rijg een veter in de proefschoen en pas de schoen aan de voet. Pas eventueel het ontwerp aan als je niet helemaal tevreden bent….
  7. Als de proefschoen goed is teken je de contouren van het ontwerp over op vilt of leer
  8. Snij of knip het ontwerp voorzichtig uit. Werk hierbij nauwkeurig
  9. Als je tijd over hebt kun je nog een leren veter maken. Meet goed uit hoelang de veter moet zijn.

 

De schoen is klaar!!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5.2B De reis van Octavius

Inleiding

Bij deze opdracht maak je in tweetallen een advertentie van de top drie bezienswaardigheden tussen Nijmegen en Rome. Hierbij voer je eerst een vooronderzoek uit aan de hand van een kaart en enkele vragen daarbij. Dit vooronderzoek verwerk je in je schrift. De advertentie maak je op een poster die je kunt tentoonstellen tijdends de presentatiemarkt.

In je schrift zet je de volgende zaken per paragraaf in het hoofdstuk:

  • het vooronderzoek (tussen de 150 en 200 woorden)
  • terugblik op de opdracht en de samenwerking (tussen de 150 en 200 woorden)

Vooronderzoek

  • Bekijk de kaart van Nijmegen naar Rome.
  • Markeer aan de hand van tekeningetjes of pictogrammen bekende of belangrijke plekken.
  • Maak een duidelijke route op schrift: Deze route moet voor voetsoldaten goed te begrijpen zijn, zodat zij zo weinig mogelijk tijd verliezen met het zoeken van de weg.
  • Kies 3 punten uit waarin de voetsoldaten kunnen uitrusten of van de omgeving kunnen genieten. Deze bezienswaardigheden werken jullie goed uit aan de hand van de volgende vragen:
  1. Wat is er te zien?
  2. Waarom is dit een belangrijke of juist mooie plek?
  3. Wat kunnen de soldaten doen? (Eten, slapen, feesten, badderen, noem maar op)
  4. Kies vervolgens 1 plaats waar jullie echte reclame voor gaan maken. Gebruik het stappenplan om een advertentie (poster) te maken.

Opdracht

Voer onderstaand stappenplan uit om tot een goede advertentie en poster te komen.

  • Voer het vooronderzoek uit
  • Bedenk een slogan voor jullie plek. De slogan moet gebruikt kunnen worden voor de advertentie.
  • Stel een advertentie op. Vergeet niet een afbeelding van de plaats en eventuele activiteiten toe te voegen. Maak deze advertentie op posterformaat (A3).
  • Bereid een kort verkooppraatje voor waarmee jullie de wandelende voetssoldaten enthousiast maken om op jullie plek te stoppen. Maak gebruik van de informatie die jullie bij het vooronderzoek hebben gemaakt. Gebruik jullie advertentie/poster als beeldmateriaal.
  • Laat je zien! Hang jullie poster op tijdens de presentatiemarkt …. en houd jullie verkooppraat

5.3 Maquette

Inleiding

In deze opdracht ga je een bouwwerk uit de Romeinse tijd namaken met lucifers of lollystokjes. Je kunt zelf een gebouw kiezen. Te denken valt aan een brug, een aquaduct, het Colloseum, het Pantheon, het Amfitheater of de Tempel.

 

In je schrift zet je de volgende zaken per paragraaf in het hoofdstuk:

  • het vooronderzoek; de afbeeldingen, de berekeningen en de schetsen (tussen de 150 en 200 woorden)
  • terugblik op de opdracht en de samenwerking (tussen de 150 en 200 woorden)

Opdracht

  • Zoek afbeeldingen van verschillende Romeinse bouwwerken.
  • Kies een bouwwerk uit en zoek de werkelijke afmetingen op.
  • Reken de maten om naar een goed schalmodel.
  • Schets een vooraanzicht, zijaanzicht en bovenaanzicht.
  • Zorg voor voldoende lucifers/stokjes en een stevige ondergrond. (Je neemt deze spullen zelf mee van thuis of schaft deze zelf aan.)
  • Maak een goede tijdsplanning en ga aan de slag!

Tips

Hieronder enkele tips over hoe je dit het beste kunt aanpakken.

  • Om complexe modellen te kunnen maken met lucifers is het simpelweg recht stapelen en lijmen van de houten stokjes niet langer voldoende.
  • Buigen van lucifers; Je kan lucifers lichtjes buigen met behulp van een punttang. Een andere mogelijkheid, voor een grote buiging, is om de lucifers minimaal 24 uur te laten weken in water op kamertemperatuur. Doordat de lucifers doorweekt zijn kan je ze de volgende dag makkelijker buigen met een punttangetje. Het gebruik van stoom (bijvoorbeeld van een waterkoker of pannetje op het fornuis) zorgt ook voor het makkelijker buigen van de lucifers.
  • Stevig bouwen; Verder zijn er ook speciale ‘lucifer knippers’ of snijapparaten verkrijgbaar. Deze kun je gebruiken om schuine hoeken te knippen in de lucifer. Op die manier kun je op een eenvoudige manier stevige verbanden bouwen door de 2 schuine zijden te lijmen. Verdeel je model ook in een aantal losse stukken die je afzonderlijk bouwt en voeg deze pas op het einde samen om zo tot 1 groot model te komen.
  • Ronde vormen maken; De makkelijkste manier om een aparte, niet rechte, vorm te maken is door gebruik te maken van papier. Maak bijvoorbeeld een boog met een A4 papier en lijm daar de lucifers tegenaan. Verlijm ook de lucifers met elkaar, laat het geheel drogen en schuur de lucifers. Haal pas hierna het papier voorzicht weg. Deze manier van bouwen wordt ook wel ‘sheet-building’ genoemd.

5.4 Romeinse spellen

Naast Brood en Spelen waren er ook gezelschapsspellen die de Romeinen deden. Je gaat zelf twee spellen ervaren door onderdeel 5.4A én 5.4B uit te voeren.

5.4A Molenspel

Inleiding

Bij deze praktische opdracht maken jullie als groepje je eigen Molenspel.

In je schrift zet je de volgende zaken per paragraaf in het hoofdstuk:

  • foto van het eindresultaat
  • een Romeinse handleiding van de spelregels
  • terugblik op de opdracht en de samenwerking(150-200 woorden)

Opdracht & Uitvoering

Nodig: leer, stift, schaar, 4 witte stenen en 4 zwarte stenen.

  1. Pak het leer en teken een cirkel van minstens 10 cm.
  2. Knip deze uit en teken binnen de cirkel de gaten van de buidel.
  3. Maak met een schaar de gaten voor de veter / het touw.
  4. Verdeel de cirkel in 10 gelijke delen.
  5. Doe de veter erdoor en leg de stenen op 'de taart'.
  6. Trek de veter aan en je kunt iedereen uitdagen voor een spel!

Doel van het spel: De speler heeft gewonnen als hij een molentje heeft gemaakt oftewel drie-op-een-rij.

Spelregels:

  • Elke speler heeft 4 steentjes van gelijke kleur. Het spel wordt gespeeld op de kruispunten van de lijnen dus in het midden en aan de randen.
  • Fase 1: zetten. De spelers zetten om en om een steen totdat de stenen op zijn.
  • Fase 2: verschuiven. De spelers mogen een voor een een steen verplaatsen over de lijn naar een vrij punt. Wie de eerste molen maakt heeft gewonnen!

5.4B Een Romeins sudoku

Inleiding

Bij deze opdracht ga je een sudoku oplossen.

In je schrift zet je de volgende zaken per paragraaf in het hoofdstuk:

  • een samenvatting van de achtergrondinformatie (150-200 woorden)
  • de opgeloste sudoku
  • terugblik op de opdracht en de samenwerking (150-200 woorden)

Achtergrondinformatie

Een sudoku is een puzzel van getallen bestaande uit negen bij negen vakjes die gegroepeerd zijn als negen blokken van drie bij drie vakjes. Door simpele logica toe te passen en bepaalde cijfers te elimineren, kom je iedere keer weer tot de juiste oplossing. De cijfers die er al in staan, staan vast en deze kun je dus niet veranderen. Je lost de Sudoku op door de lege vakjes in te vullen met de juiste cijfers. Hierbij mag je de spelregels van niet overtreden. Zo moet elke rij, kolom en rooster de cijfers 1 tot en met 9 bevatten in willekeurige volgorde en er mogen in deze rijen, kolommen en roosters geen dubbele getallen voorkomen.


Opdracht

Onderstaande sudoku is gemaakt met de Romeinse cijfers 1 t/m 9. Print hem uit (of neem hem over) en los hem op.

 

5.5 Mozaïek

Inleiding

Bij deze opdracht ga je op onderzoek naar verschillende mozaieken en maak je uiteindelijk je eigen mozaiek.

 

In je schrift zet je de volgende zaken per paragraaf in het hoofdstuk:

  • de samenvatting van de achtergrondinformatie over het onderwerp;
  • de gemaakte schetsen;
  • terugblik op de opdracht en de samenwerking.

Achtergrondinformatie

Mozaïek is een kunstvorm waarbij een grote afbeelding wordt vervaardigd uit een groot aantal kleine gekleurde steentjes die in een vloer of wand worden gemetseld. In de Griekse en Romeinse tijd werden in luxe villa's mozaïeken gemaakt, waarop afbeeldingen van keizers, goden of taferelen van alledag te zien waren. Op diverse plaatsen in Europa zijn mozaïeken teruggevonden die tot op de dag van vandaag goed bewaard zijn gebleven.

Zorg dat je ook informatie vindt die je kunt verwerken in je schrift.

Wat wil je dat je reizigers weten over mozaiek?


Opdracht en uitvoering

  • Zoek op internet verschillende afbeeldingen van Romeins mozaiek en maak daar een collage van.
  • Maak verschillende schetsen en kom zo tot het mozaiek dat je daadwerkelijk gaat maken. De grootte van je mozaiek wordt 30 bij 30 cm.
  • Schets je ontwerp op de plaat van 30 bij 30 cm.
  • Afhankelijk van de geleverde materialen maak je de mozaïek van steen of karton. (Dat je eerst in kleine mozaïekstukjes moet slaan / knippen).

5.6 Korte film over de Romeinen

Inleiding

Je gaat een filmpje maken van maximaal 6 minuten. Deze kun je op een stickje zetten om tijdens de markt op vrijdag te tonen.

In je schrift zet je de volgende zaken per paragraaf in het hoofdstuk:

  • Een korte samenvatting van de romeinse theatergeschiedenis (150-200 woorden)
  • Terugblik op de opdracht en de samenwerking (150-200 woorden)
  • Scenario (het verhaal) en script.
  • Stick toevoegen met korte film.

 

 

 


Achtergrondinformatie:

Voor je begint verdiep je je eerst in een stukje theatergeschiedenis:

  • Hoe zag het theater er toen uit? ( zoek plaatjes en beschrijvingen en plak die in jouw logboek/schrift)
  • Wat voor soort toneelstukken waren er in die tijd, wie waren de acteurs?

Opdracht:

Benodigheden:

  • Logboek (schrift) met pen, potloden.
  • USB stickje.
  • Camera op de telefoon (goed opgeladen!) om foto’s te maken en te filmen.
  • Kostuums en attributen/rekwisieten.

 

Doorloop de volgende stappen:

Stap 1: Bedenk de vorm van het stuk. Bijvoorbeeld: toneelstuk. maskerspel, vertelpantomime ( iemand vertelt en de anderen beelden het verhaal uit), een interview / show, reis door de tijd……

Stap 2: Bedenk een lijn voor het verhaal voor 3/5 rollen (Bijvoorbeeld iets met;  Slaven, gladiatoren, soldaten, het rijke roomse leven, Asterix en Obelix, hoe de Romeinen leefden).

Stap 3: Bedenk dat er steeds 1 persoon moet zijn die filmt.  

Stap 4: Het verhaal bestaat uit een aantal scenes.

  • Inleiding: je maakt de wie, waar, wanneer duidelijk.
  • Opbouw naar conflict en het conflict: je maakt de wat duidelijk (Wat gebeurt er?).
  • Afronding/ Einde : hoe loopt het af.

Stap 5: Schrijf iedere scene uit, dus wat je gaat doen, wat je gaat zeggen, in je schrift.

Stap 6: Zoek kostuums voor de personages met rekwisieten/ attributen.

Stap 7: Bedenk waar je de scene gaat filmen. (Kunnen verschillende locaties zijn in de stad of in school of thuis)

Stap 8: Repeteer de tekst (eerst een aantal keren in een lokaal en regisseer de scènes met de film locaties in je achterhoofd)en draai proef op de locatie voordat je gaat filmen (met kleding en rekwisieten).

Stap 9: Monteer alle scènes aan elkaar en voeg er eventueel geluidseffecten aan toe en achtergrond muziek.

Stap 10: Bedenk een titel en namen van de rollen met spelers, monteer dit in de film als begin beeld. Denk hierbij aan toepasselijke muziek als intro op de korte film.

Stap 11: Aftiteling monteren met muziek en dank woord aan diegene die deze film tot stand hebben gebracht.

5.7 De Romeinse Goden en Godsdienst

Inleiding

Bij deze opdracht maak je een poster met een 'Elfje' (een soort gedicht) van een Romeinse God. Je laat daarbij zien waar hij/zij symbool voor staat en welk attribuut bij deze God hoort.

In je schrift zet je de volgende zaken per paragraaf in het hoofdstuk:

  • een overzicht van de Romeinse Goden die er zijn;
  • schetsen van symbolen die bij de gekozen God horen;
  • de verschillende gemaakte Elfjes;
  • terugblik op de opdracht en de samenwerking (150-200 woorden)

Achtergrondinformatie

De Romeinen aanbaden een hoop goden en godinnen. Een aantal van de belangrijkste Romeinse goden waren op den duur steeds meer op de Griekse goden gaan lijken. Een paar goden kwamen zelfs rechtstreeks uit de Griekse cultuur en net als bij de Grieken wonen de belangrijkste Romeinse goden op de berg Olympus, in Griekenland.


Opdracht

  • Zoek op welke Goden er allemaal zijn en welke God je wilt gaan afbeelden.
  • Maak schetsen waarbij je zowel de God afbeeld, het symbool waar hij/zij voor staat en zijn/haar attributen.
  • Tijdens periode Poëzie heb je geleerd wat een Elfje is. Als je dit niet meer weet, kun je het dus opzoeken in je periodeschrift. Maak verschillende Elfjes en kies de beste, de meest passende uit. .
  • Kijk goed waar je de tekst op de poster kunt plaatsen
  • Maak de poster. Je mag hierbij alle tekenmaterialen gebruiken. Wat jij passend vindt.
  • Scan de poster in zodat hij in je periodeschrift kan worden toegevoegd.

 

Je kunt informatie opzoeken met behulp van de bronnenlijst.

6. Keuze onderdelen

Keuze-onderdelen       

Waar moet je aan denken                            

6.1 Romeinse woningbouw

Je gaat hier op zoek naar informatie over de Romeinse gebouwen in een stad.

6.2 De Romeinse hygiëne

In deze opdracht ga je onderzoeken hoe (on-)hygiënisch de Romeinen waren. Als je voor deze opdracht kiest, ga je met je reisgezelschap langs een aantal bouwwerken die te maken hebben met hygiëne in de Romeinse tijd.

6.3 Brood en Spelen

Wat deden de Romeinen in hun vrije tijd? Bij deze opdracht ga je dit uitzoeken waardoor je een dagvullend programma in je reisgids kunt maken.

6.4 Romeinse uitvindingen

Je gaat ontdekken welke uitvindingen door de Romeinen zijn gedaan en verwerkt dit in je reisgids.

6.5 Het Romeinse leger

Hoe zag de wapenuitrusting van een soldaat eruit? Wat is een legioen en hoe zag het leven in een fort eruit? Je gaat dit allemaal uitzoeken bij deze opdracht.

 

6.1 Romeinse woningbouw

Inleiding

In deze keuze opdracht zoek je informatie over de verschillende gebouwen in een stad. Deze informatie kun je gebruiken bij een rondleiding die je kunt beschrijven.

In je schrift zet je de volgende zaken per paragraaf in het hoofdstuk

  • De antwoorden op de vragen;
  • Een bijpassende afbeelding;
  • terugblik op de opdracht en de samenwerking.

Achtergrondinformatie

In de Romeinse steden was het altijd druk. Ze waren helemaal volgebouwd met huizen, werkplaatsen en woonblokken.

De belangrijkste plek van een stad was het forum. Dat was een groot plein, waar gehandeld werd en waar bijeenkomsten werden gehouden. Rond het forum stonden tempels voor de goden en andere belangrijke gebouwen. De rijke mensen leefden in de Romeinse tijd in mooie villa's. Aan de buitenkant leken de huizen heel gewoontjes.


Opdracht

Beantwoord de volgende vragen:

  1. Hoe zagen Romeinse huizen eruit? (Teken een plattegrond met namen en leg uit waar elke ruimte voor bedoeld werd.)
  2. Wat zijn ‘Insulae’?
  3. Welke gebouwen vind je in een Romeinse stad? (Zorg dat je bij elk gebouw een afbeelding plaatst en informatie waar het gebouw voor bedoeld is.)
  4. Hoe zagen winkels en restaurants er in die tijd uit?
  5. Wat zijn badhuizen en hoe worden ze ook wel genoemd?
  6. Had elk huis een wc? Hoe zag het rioolstelsel in een stad eruit?
  7. Hoe werd de orde gehandhaafd in een stad? Was er politie? Brandweer?
  8. Waar werden de mensen begraven?

 

Je kunt informatie opzoeken met behulp van de bronnenlijst.

6.2 De Romeinse hygiëne

Inleiding

In deze opdracht ga je onderzoeken hoe (on-)hygiënisch de Romeinen waren. Als je voor deze opdracht kiest, ga je een aantal bouwwerken onderzoeken die te maken hebben met hygiëne in de Romeinse tijd.

In je schrift zet je de volgende zaken per paragraaf in het hoofdstuk

  • De antwoorden op de vragen;
  • Een bijpassende afbeelding;
  • terugblik op de opdracht en de samenwerking.

Opdracht

Beantwoord onderstaande vragen.

  1. Wat is hygiëne (in het algemeen)?
  2. Wat deden de Romeinen aan hygiëne?
  3. Wat waren veelvoorkomende problemen (t.a.v. hygiëne) in de Romeinse tijd?
  4. Wat was de rol van Hippocrates in die tijd (t.a.v. hygiëne)?

 

Je kunt informatie opzoeken in de bronnenlijst.

6.3 Brood en Spelen

Inleiding

De Romeinen hadden hun 'Brood en Spelen'. In deze opdracht ga je onderzoeken waar deze uitdrukking voor staat en welke spelen er gehouden werden.

 

In je schrift zet je de volgende zaken per paragraaf in het hoofdstuk

  • De antwoorden op de vragen;
  • Een bijpassende afbeelding;
  • terugblik op de opdracht en de samenwerking.

 

 


Opdracht

Beantwoord onderstaande vragen:

  1. Hoe zag het dagelijks leven van een Romein er globaal uit?
  2. Wat deden de Romeinen in hun vrije tijd?
  3. Er waren drie soorten spelen: Toneelspelen, gladiatorgevechten en wagenrennen.
  4. Leg uit waar, wanneer en hoe deze spelen gehouden werden. Wie voerden deze spelen uit? In wat voor een gebouw werden deze spelen gehouden?

Je kunt informatie opzoeken met behulp van de bronnenlijst.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6.4 Romeinse uitvindingen

Inleiding

Overal om ons heen zien we uitvindingen en gebouwen die door de Romeinen zijn bedacht. In deze opdracht zoek je informatie over een (of meerdere) Romeinse uitvindingen die we ook terugzien in ons dagelijks leven.  

In je schrift zet je de volgende zaken per paragraaf in het hoofdstuk

  • De antwoorden op de vragen;
  • Een bijpassende afbeelding;
  • terugblik op de opdracht en de samenwerking.

Achtergrondinformatie

Enkele uitvindingen die de Romeinen hebben gedaan:

  • De schaar
  • Vervoer van post
  • Geld
  • De kalender – Gregoriaanse kalender
  • (vloer)verwarming

 

 


Opdracht

Beantwoord over minimaal 3 uitvindingen onderstaande vragen:

  1. Over welke uitvinding gaat het?
  2. Hoe werkt deze uitvinding?
  3. Wanneer en door wie is deze uitvinding ontdekt?
  4. Wat is er in de loop der jaren aan veranderd?

 

Je kunt informatie opzoeken met behulp van de bronnenlijst.

6.5 Het Romeinse leger

Inleiding

Veel mensen zijn geneigd te denken dat het Romeinse leger alle wapens, uitrustingen en tactieken zelf bedacht had. Maar was dat ook zo? Tal van uitrustingen en wapens zijn gebaseerd op die van andere volken. Het Romeinse leger bestond voor meer dan de helft uit hulptroepen, geleverd door onderworpen volkeren en vazallen. Was het Romeinse leger wel 100% Romeins?

 

In je schrift zet je de volgende zaken per paragraaf in het hoofdstuk

  • De antwoorden op de vragen van deel 1;
  • De antwoorden op de vragen van deel 2;
  • De antwoorden op de vragen van deel 3;
  • terugblik op de opdracht en de samenwerking.

Opdracht

Deel 1: Wapenuitrusting

  1. Hoe zag de (wapen)uitrusting van de Romeinse soldaat eruit?
  2. Welke verandering heeft generaal Marius in de 2e eeuw v.C. doorgevoerd?
  3. Waarom deed generaal Marius dat en wat waren de gevolgen?
  4. Neem onderstaande afbeelding over (kopiëren en plakken in je Word-document). Zet bij de getallen de juiste naam van het wapenuitrusting onderdeel en beschrijf waar ze voor nodig waren / hoe ze gemaakt werden.

 

 

 

Deel 2: Het legioen

  1. Wat is een legioen?
  2. Uit hoeveel soldaten bestaat een legioen?
  3. Wat is een cohort?
  4. Wat is een centurio?
  5. Wat is een optio? En een legaat?

 

 

Deel 3: Het leven in een fort

  1. Beschrijf de indeling van een fort.Welke gebouwen stonden er? Waar dienden de gebouwen voor? Teken hierbij een plattegrond na van een fort dat echt bestaan heeft.
  2. Beschrijf het leven in een fort. Wat deden de soldaten daar? Hadden ze vrije tijd? Waren er ook andere mensen buiten de soldaten?

7. Bronnen

Bronnen: 5.9 - Romeinse Goden en Godsdienst

http://romeinen.info/jeugd/goden-en-godinnen/

 

8. Beoordeling

Bij deze opdracht word je op verschillende elementen beoordeeld:

- Hoe is de samenwerking gegaan? Heeft iedereen zich aan de afgesproken taken gehouden?

- Is je reisgids af en compleet? Heb je elke dag een andere activiteit?

- Hoe ziet je reisgids eruit? Is de lay-out verzorgd? Heb je voldoende plaatjes en afbeeldingen toegevoegd?

- Staat er genoeg informatie in je reisgids? Heb je naast de reisgids nog een boekje / werkstuk waar alle overig gevonden info te vinden is?

- Heb je alle basisopdrachten gemaakt en staan deze ook in het werkstuk?

- Hebben jullie (voldoende) maak en keuze opdrachten gemaakt?

- Is in jullie werkstuk ook iets te vinden over de lezing en de wandeling?

- Hoe is de presentatie gegaan? Hebben jullie je reisgids mooi tentoongespreid? En ook al jullie andere gemaakte werkstukken?

 

  • Het arrangement Webquest - De Romeinen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2020-01-25 16:30:03
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Hier vind je een webquest voor de projectweek klas 7 met thema De Romeinen.
    Leerniveau
    MBO, Niveau 2: Basisberoepsopleiding; VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VWO 2; PO groep 3; VO; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1; Primair onderwijs; VMBO theoretische leerweg, 1; PO groep 4; Volwasseneneducatie, Niveau 1; MBO, Niveau 3: Vakopleiding; Volwasseneneducatie, Niveau 4; HAVO 4; HAVO 1; PO groep 1; VMBO theoretische leerweg, 4; VWO 6; VMBO gemengde leerweg, 1; MBO, Niveau 4: Middenkaderopleiding; VMBO theoretische leerweg, 2; PO groep 8; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 2; PO groep 7; MBO, Niveau 1: Assistentenopleiding; PO groep 6; VWO 1; HAVO 3; VWO 3; PO groep 5; PO groep 2; Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie; HAVO 5; Praktijkonderwijs; Volwasseneneducatie, Niveau 3; Speciaal basisonderwijs; Volwasseneneducatie, Niveau 2; VWO 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; SO; HAVO 2; VMBO gemengde leerweg, 4; VWO 5; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Eindgebruiker
    leraar
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    0 uur en 50 minuten
    Trefwoorden
    bls, projectweek, romeinen, webquest

    Bronnen

    Bron Type
    Mozaiek (vanaf 7.22)
    https://www.npostart.nl/vroeger-zo/12-01-2011/TELEA_1062584
    Video

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Projectweek BLS. (2019).

    Webquest - De Romeinen

    https://maken.wikiwijs.nl/141940/Webquest___De_Romeinen

    Projectweek BLS. (2019).

    Webquest - Ontwerp je eigen stad

    https://maken.wikiwijs.nl/141941/Webquest___Ontwerp_je_eigen_stad

    Team Wikiwijs. (2018).

    Sjabloon Webquest 2018

    https://maken.wikiwijs.nl/125479/Sjabloon_Webquest_2018

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.