Inleiding
Verdiep je in de mode van de Romeinse schoenen en ontwerp daarna, net als de kunstenaars van vroeger een paar romeinse schoenen voor Octavius Barbatus.
In je schrift zet je de volgende zaken per paragraaf in het hoofdstuk:
Achtergrond informatie:
In de Klassieke Oudheid waren sandalen dè schoenen. De Griekse sandalen waren eenvoudig en bestonden uit een veelvoud van riempjes die over de voet (en soms ook enkel) vastgemaakt werden. Iedereen droeg dit schoeisel en zelfs de Griekse goden werden afgebeeld met de sandaal. Net als in de oude Egyptische samenleving droegen slaven geen schoenen. Ook kinderen droegen vaak geen schoeisel. Vrouwen droegen de sandalen ook, maar gebruikten hierbij soms hoge kurkzolen om langer en slanker te lijken.
De sandalenmode die de Romeinen droegen hebben ze overgenomen van de Grieken. Vooral rijke Romeinen hechtten veel belang aan hun schoeisel. Ze waren vaak duur. Soms was het zelfs het duurste onderdeel van hun kleding en lieten zij beroemde kunstenaars hun schoenen ontwerpen. Meestal werden de schoenen zelfs samen met de eigenaren begraven
Het Romeinse soldatenschoeisel moest berekend zijn op lange, zware dagmarsen. De beroemdste variant van soldatenschoeisel is de caliga: de hoge, sandaalachtige laarzen, met dikke zolen van drie lagen rundleer.
Om slijtage van de zolen tegen te gaan, werden er ijzeren noppen in de zool geslagen: een stuk of 80. Eigenlijk liep de soldaat op een soort van spijkerbed. Buiten dat de noppen slijtage van de zool tegenging, gaven ze ook nog eens extra grip op ruw terrein. Dat wil overigens niet zeggen dat de caligae daardoor eeuwig bruikbaar bleven: waarschijnlijk moest een gemiddelde soldaat zelfs een paar keer per jaar nieuwe caligae aanschaffen.
Uiteindelijk zouden de caligae vanaf 80 na Chr. uit de mode raken en kwamen dichte schoenen in de mode, de calcei. Waarschijnlijk speelde de temperatuur hier ook een rol in.
In elk geval liepen de Romeinen natuurlijk niet in een koud winterlandschap met blote benen en alleen sandaaltjes aan de voeten. Dikke wollen sokken (udones) maakten al een hoop verschil, net als lekker warme beenwindsels (tibialia), die ook wel erg handig bleken als extra beenbescherming tegen struikgewas of je ruwe scheenplaten. Zowel de caliga en de calcei werden uit een stuk leer gemaakt. Er kwam geen draad en naald aan te pas. Door stukken van het leer weg te snijden kon het stugge leer zich om de voet plooien. Als sluiting maakte men gaatjes in de uiteinde van het leer. Vervolgens werd er een “veter’ door de gaatjes gerijgd en werd de schoen dichtgeknoopt.
Opdracht:
Ontwerp net als de kunstenaars van vroeger een paar romeinse schoenen voor Octavius Barbatus. Je kunt kiezen voor open of gesloten schoenen. Onderaan deze opdracht vind je verschillende schaal patronen van:
Je kunt meer informatie opzoeken met behulp van de bronnenlijst 5.2.
Doel van de opdracht:
Het maken van schoenen uit een stuk leer of vilt zonder naald en draad.
Eisen waar de schoen aan moet voldoen:
Wat heb je nodig:
Werkwijze:
De docent laat je voorbeelden zien en legt kort de werkwijze uit. Daarna ga je lekker zelf aan de slag.
De schoen is klaar!!