3.2 Welke fasen doorloop je bij het maken van je periodeschrift?

Om tot het product van een goed periodeschrift te komen, doorloop je als groepje vijf hoofdfasen:

Fase 1: Lees de gehele webquest goed door (maandag).

Fase 2: Maak een plan over wat je gaat doen of wat je wil weten over het oude Romeinse Rijk (maandag).

In het eerste hoofdstuk van je schrift komt de algemene informatie. Deze informatie vind je in de onderdelen 4.1, 4.2 en 4.3.

In het tweede en derde hoofdstuk van je schrift beschrijf je in elk hoofdstuk één onderwerp uit de tijd van de Romeinen. Deze onderwerpen vind je bij onderdeel 5. Je kiest er twee

In het vierde en vijfde hoofdstuk maak je een keuze uit onderdeel 6 van deze webquest. Je kiest er twee. Samen met je groepje kies je welke twee opdrachten het worden. In totaal kom je dan op 5 onderdelen, voor elk hoofdstuk één opdracht.

Fase 3: Ga met elk onderdeel aan de slag (maandag t/m donderdag).

Maak eerst hoofdstuk 1. Lees onderdeel 4.1 t/m 4.3 goed door en volg de stappen.

Voor hoofdstuk 2 t/m 5  volg je de aanwijzingen zoals in de opdracht beschreven wordt. Let op dat je de tekst in je schrift telkens goed uitwerkt en dat je je houdt aan het aantal woorden.

Bij alle opdrachten moet je terugblikken op wat je gedaan hebt. Verwerk hierin o.a. de antwoorden op de volgende vragen:

- was de opdracht duidelijk?

- hoe verliep de samenwerking?

- hoe verliep de samenwerking?

- wat heb je geleerd?

Let erop dat je bij de verwerking in je periodeschrift denkt aan mooie titels, plaatjes, tekeningen enz. Je levert je schrift pas in op vrijdag, aan het eind van de mark!

Fase 4: Terugblik op de opdracht en de samenwerking (donderdag en/of vrijdag).

Je gaat met een docent in gesprek over je gemaakte periodeschrift. Hierin wordt gereflecteerd op de week. Er wordt gelet op inhoud, uitvoering en de terugblik op je eigen werk.

Fase 5: Bereid je presentatie op de markt voor (vrijdag).

Maak een plan hoe jullie je schrift presenteren aan het publiek.

Wat ga je vertellen, wat heb je nodig?

Wat laat je er bij zien (gemaakte producten)?