Thema: Essen und Trinken:

Start

Einleitung / Inleiding

Hartelijk welkom bij het thema Essen und Trinken!

 

Essen - Trinken - Einkaufen - Speisekarte

Je begint aan een project in een groep van 3 a 4 leerlingen.  In dit project ga je allerlei opdrachten maken die met het thema ‘Essen und Trinken’ te maken hebben.

Op verschillende manieren gaan we aan dit onderwerp werken:

Je gaat o.a. poster maken, opdrachten achter de computer uitvoeren, werken met echte Duitse recepten, boodschappen doen etc! En je komt zelfs in de keuken terecht om gerechten te gaan maken.

Ook zullen we aan andere docenten laten zien wat we met het vak Duits gedaan hebben en hen laten proeven van enkele specialiteiten, die we zelf gemaakt hebben.

 

Uiteindelijk moet je met jouw groepje een filmpje maken.

Je maakt dus thuis jullie eigen kookvideo, natuurlijk in het Duits. Ieder groepslid moet tenminste één keer gesproken hebben. De video mag minimaal 5 en maximaal 10 minuten duren. Uiteindelijk worden de video’s gezamenlijk in de klas gekeken waarbij iedereen de baksels of gerechten kan proeven!

 

De leukste video krijgt een prijs!  

Samen met de leerlingen gaan we stemmen op de leukste video en die krijgt een prijs.

 

 

 

Werkwijze:    

Je gaat altijd vanuit VO Content werken: je volgt dus de stappen van Vo Content. Sommige oefeningen maak je online in VO Content en sommige moet je in je google document maken.

Arbeitsplan

Arbeitsplan

 

Ieder thema bestaat uit een groot aantal opdrachten.

Het is belangrijk dat je goed bijhoudt welke opdrachten je gedaan hebt.
Om je te helpen hebben we een werkplan gemaakt.

Download hier of in classroom het Arbeitsplan Guten Appetit

 

Opdracht 1:

Bespreek in je groepje onderstaande vragen.

  • Wie heeft al een keer in Duitsland, Zwitserland of Oostenrijk gegeten?
  • Wat hebben jullie gegeten? Vond je het lekker?
  • Welke typische gerechten uit die landen kennen jullie?
  • Wat is daar qua eten heel anders dan in Nederland?
  • Wat is daar qua eten hetzelfde als in Nederland?
  • Welke producten uit die landen kopen jullie soms/vaak in de supermarkt in Nederland?

 

Opdacht 2:

Producten

Heb je er weleens bij stilgestaan dat heel veel levensmiddelen die in Nederland verkocht worden uit Duitsland, Zwitserland of Oostenrijk komen?
In de volgende huiswerkopdracht ga je op onderzoek uit.


1 .  Ga naar de supermarkt (eventueel naar de Aldi of de Lidl).
2.   Zoek naar levensmiddelen die uit Duitsland, Zwitserland of Oostenrijk komen.
3.   Maak aantekeningen: soort product (bv. chocola), eventueel het Duitse woord voor het product, de merknaam en de plaats waar het wordt gemaakt.
4.  Vergelijk je aantekeningen de volgende les met jouw klasgenoten.

5. Schrijf vervolgens jullie bevindingen in jullie google document.

 

Inhoud

Het thema Essen und Trinken! bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Start
  • Werkzeugkasten 1
  • Hören
  • Lesen
  • Werkzeugkasten 2
  • Sprechen
  • Schreiben
  • Landeskunde
  • Sprachaufgaben

Veel plezier!

Was kannst du schon?

Opdracht 3:

Wat kan je al?

Ik ben benieuwd of je al wat woorden/zinnen die met 'Guten Appetit' te maken hebben, kent. Doe de volgende oefeningen om er in te komen.


Hieronder zie je vijf Nederlandse en vijf Duitse woorden.
Zoek bij ieder Nederlands woord het juiste Duitse woord.

 

Oefening:Opdracht 4: Wat kan je al?

Hoe ging het?
Wist je van de meeste Nederlandse woorden de Duitse vertaling te vinden?

Was wirst du lernen?

Bij Sprachaufgaben vind je realistische situaties waarin je alles wat je hebt geleerd kunt gebruiken.

Let daarbij op:

  • de uitspraak
  • de spelling
  • de woorden en zinnen
  • de grammatica

Het is echt niet erg als je dat nog niet kunt!
Je leert het namelijk pas in dit thema.

Aan de slag!
Veel succes!

 

 

Ziele - Doelstellingen
Im abschließenden Projekt in den Sprachaufgaben bereitet ihr ein Klassenessen mit deutschen Speisen vor. Anschließend esst ihr zusammen.
In het project aan het einde van het thema bereiden jullie een maaltijd met Duitse gerechten voor, die jullie vervolgens ook samen eten.

Daarom:

  • liest und hörst du Berichte von verschiedenen Personen zum Thema Lieblingsessen;
    lees je en luister je naar berichten van verschillende personen over het thema lievelingseten;
  • erzählst du über dein Lieblingsessen;
    vertel je iets over jouw lievelingseten;
  • beschreibst du, wie man ein Gericht zubereitet;
    beschrijf je hoe je een bepaald gerecht klaarmaakt;
  • machst du einen Einkaufszettel;
    maak je een boodschappenlijstje;
  • erfährst du alles über die Currywurst;
    kom je veel over een specialiteit (de 'Currywurst') te weten;
  • lernst und machst du noch viel mehr...
    leer en doe je nog veel meer...

 

Werkzeugkasten

Einleitung

Einleitung

 

Aan het einde van dit thema kun je over eten en drinken, verschillende gerechten en ingrediënten praten en zeggen wat je lekker vindt. Deze gereedschapskist (Werkzeugkasten 1) helpt je om je daarop voor te bereiden.

In Werkzeugkasten 1 vind je:

 

  • een handleiding bij het programma StudioWozzol
  • woordenschat: links naar de woorden en zinnen van dit thema
  • spelletjes
  • hulpmiddelen

Je hebt de woordjes en zinnen nodig om de taaltaken bij het thema 'Essen und Trinken!' te kunnen maken.

Veel succes!

Wortschatz

Opdracht 5:

Wozzol - Essen un Trinken
Om de opdrachten in dit thema goed te kunnen maken, moet je een aantal woordjes en zinnen kennen. Voor elk thema staan er in StudioWozzol woordenlijsten klaar, waar je mee kunt oefenen:

 Woordenlijst Wortschatz A

 Woordenlijst Wortschatz B

 Woordenlijst Wortschatz C

 

 Woordenlijst Aussagen A

 Woordenlijst Aussagen B

 Woordenlijst Aussagen C


Je hebt de woordenlijsten geoefend met StudioWozzol.
Met dit programma kun je woordjes op een gemakkelijke en efficiënte manier leren.
Klik op de knop StudioWozzol om met nog veel meer woorden aan de slag te gaan!
De eerste keer moet je je even aanmelden, zodat je voortgang kan worden bijgehouden.

StudioWozzol

Wortschatz - Lebensmittel

Opdracht 6:

 

Lebensmittel

Open de StudioWozzol-lijst en neem deze over.
Oefen en leer de woorden met StudioWozzol.

 Woordenlijst Wortschatz A

Maak vervolgens de onderstaande oefeningen:

Oefening 1 - Invuloefening Lebensmittel Duits-Nederlands

Oefening 2 - Invuloefening Lebensmittel

Oefening 3: Invuloefening Lebensmittel Nederlands-Duits

Start

Lebensmittel
Open de StudioWozzol-lijst Guten Appetit - Wortschatz B en neem deze over.
Oefen en leer de woorden met StudioWozzol.

 Woordenlijst Wortschatz B

Oefen en leer de woorden met StudioWozzol.
Maak hierna de onderstaande oefening.

Lees de omschrijving en klik op de bijbehorende afbeelding.

Oefening: Lebensmittel

Start

 

 

Opdracht 7:

Nog meer woordjes!

Je hebt nu een aantal woorden en zinnen over 'Lebensmittel' geleerd. Er zijn natuurlijk nog veel meer woorden die met eten en drinken te maken hebben, neem maar de verschillende fruitsoorten of groenten. Daarom krijg je de kans jouw persoonlijke woordenschat uit te breiden met woorden die je zelf nuttig vindt. Dan kun je namelijk nog beter aangeven wat je wel of niet lekker vindt, wat je wel of niet lust of wat je in een restaurant wilt bestellen of in een winkel wilt kopen.

Kijk naar de plaatjes en luister naar de woorden.

Schrijf tenminste acht nieuwe woorden op die voor jou belangrijk zijn.
Leer deze woordjes

Wortschatz - Beim Essen

 

Opdracht 8:

Beim Essen 1 - In de keuken
Open de StudioWozzol-lijst en neem deze over.
Oefen en leer de zinnen met StudioWozzol.

 Woordenlijst Wortschatz C

Beim Essen 2: Lees de omschrijving en schrijf het passende Duitse woord op in je google document.

  1. Damit isst man Suppe.
  2. Essen ohne Tierprodukte.
  3. Einen Kuchen machen.
  4. Darauf kommt das fertige Essen.
  5. Eine Zitrone ist meistens so.
  6. Das Essen zubereiten.
  7. Gemüse ist so am gesündesten.
  8. Zucker ist so.

 

 

Beim Essen - 2
Open de StudioWozzol-lijst en neem deze over.
Oefen en leer de zinnen met StudioWozzol.
Ga daarna door naar de oefeningen op de volgende pagina.

 Woordenlijst Aussagen A

Lees de situatie en schrijf in je schrift een passende reactie op.

  1. Iedereen zit aan tafel, het eten is al opgeschept.
  2. Je gaat voor een tweede ronde, maar je wilt maar een klein beetje.
  3. Er wordt gevraagd of je nog een toetje wilt en dat wil je graag.
  4. Je zegt tegen de gastvrouw dat de taart erg goed smaakt.
  5. De groenten worden opgeschept, maar je lust de spinazie niet.

 

 

Beim Essen - 3
Open de StudioWozzol-lijst en neem deze over.
Oefen en leer de zinnen met StudioWozzol.

 Woordenlijst Aussagen B

Lees ook de volgende tekst en vul de zinnen aan.
Schrijf de zinnen met het antwoord in je google document.

  1. Ich möchte Orangensaft (bij het ontbijt).
  2. Um 19 Uhr gibt es (avondeten).
  3. (Ik neem) das Tagesmenü.
  4. Das ist (een specialiteit) der Region.
  5. (Het recept) ist von meiner Oma.

 

 

Beim Essen - 4
Open de StudioWozzol-lijst en neem deze over.
Oefen en leer de zinnen met StudioWozzol.

 Woordenlijst Aussagen C

Lees de dialoogjes en vul de zinnen aan.
Schrijf de dialoogjes met het antwoord in je googledocument
Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.

  1. Nimmst du ......? - Heute nehme ich Fisch.
  2. Gehen wir .......? - Nein, wir essen zu Hause.
  3. Kannst du mir bitte .......? - Bitte. Brauchst du auch Pfeffer?
  4. Möchtet ihr .......? - Ja, gern, aber nur ein kleines.
  5. Können wir bitte .......? - Ja, das macht € 27,30.

 

 

Wortschatz - Und du

Opdracht 9:

Und du?

Beantwoord de vragen in het Duits in jouw google document. Maak hele zinnen.
Gebruik de StudioWozzol-lijsten en eventueel je persoonlijke woordenlijst.
Bespreek daarna de antwoorden met de groep.

  1. Was trinkst du am liebsten?
  2. Isst du lieber Fisch oder Fleisch? Oder bist du Vegetarier?
  3. Welches Obst magst du (drei Sorten)?
  4. Welches Gemüse magst du (drei Sorten)?
  5. Was magst du gar nicht?
  6. Was ist dein Lieblingsessen?
  7. Welche Beilage isst du meistens?
  8. Was nimmst du mit in die Schule zum Essen?

 

Herhaal en leer alle woorden en zinnen uit de StudioWozzol-lijsten bij het thema 'Essen und Trinken!'.

StudioWozzol

 

Hilfsmittel

Hilfsmittel

De volgende hulpmiddelen kun je gebruiken bij het leren van de Duitse taal.

1 Woordenboek
Zowel echte woordenboeken als ook digitale woordenboeken helpen je bij het opzoeken en leren van nieuwe woordjes.
Een bekend online woordenboek is: vertalen.nu
Probeer ook eens een ander woordenboek, bijvoorbeeld: www.interglot.nl

2 Tekstverwerkingsprogramma
Als je op de computer een tekst schrijft, bv. met googe document, kun je natuurlijk de Duitse spellingscontrole gebruiken (bij Taal -> Duits standaard instellen).
Maar opgelet: het programma kan niet al je fouten opsporen; zelf blijven nadenken dus!

 

Los geht's
Op internet vind je veel websites met leuke Duitse spelletjes/oefeningen die te maken hebben met het thema. Hieronder een aantal links naar websites die wij voor jou hebben geselecteerd:

Extra: LvoorL

Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.

Hieronder staan video's die goed passen bij dit thema.
Bekijk de video's. Kun je de video's goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video's met een klasgenoot.

Eten kopen
De Duitse keuken
Zuurdesembrood
Bratwurst

 

Let op:
Als je een video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de popup weg.

 

Hören

Einleitung

Einleitung - Inleiding
Hier übst du das Hören. Dafür machst du verschiedene Hörübungen. Alles, was du hier lernst, hilft dir, die Sprachaufgaben zum Thema "Essen und Trinken!" gut machen zu können.

Hier oefen je je luistervaardigheid. Je maakt verschillende luisteropdrachten. Alles wat je hier leert, helpt je de taaltaken bij het thema Essen und Trinken! goed te kunnen maken.

Du:

  • hörst etwas über das Lieblingsessen von verschiedenen Personen.
    hoort iets over het lievelingseten van verschillende personen.
  • siehst dir eine Kochshow an.
    kijkt naar een kookprogramma.

Veel succes!
Viel Erfolg

Lerntipp Hören

Lerntipp Hören

Voor het luisteren:

  • Lees de vragen goed door. Dan kun je je beter concentreren op de gezochte informatie.
Tijdens het luisteren:
  • Let van begin af aan goed op!
  • Concentreer je. Laat je niet afleiden.
  • Schrijf het antwoord op en lees meteen de volgende vraag.
  • Ging het te vlug? Herhaal de oefening als dat mogelijk is.
Je begrijpt niet alles? Geen probleem! Je hoeft niet alle woorden te snappen om de tekst te begrijpen.

Lieblingsessen

 

Opdracht 10:

Katrin
In het volgende fragment vertelt Katrin wat ze allemaal in haar koelkast (Kühlschrank) heeft.

Welke producten heeft Katrin in haar koelkast?
Kies uit:

Jam Bier
Cola Kaas
Pasta Melk
Vlees Worst
Yoghurt Boter

 


Vergelijk jouw antwoord met het antwoord van een klasgenoot.

 

Leonhard
In het volgende fragment vertelt Leonhard wat zijn lievelingseten is.
En wat is jouw lievelingseten?

Wat eet Leonhard graag?
Kies uit:

Patat Salade
Schnitzel Tomatensaus
Pizza Pasta
Spaghetti                   Spinazie


Vergelijk jouw antwoord met het antwoord van een klasgenoot.

 

 

 

Mia
In het volgende fragment vertelt Mia wat zij wel en niet lust.


Maak nu de oefening.

 

 

Oefening:Mia

Julia
In het volgende fragment vertelt Julia over haar lievelingseten.

Oefening:Julia

 

Marion
In het volgende fragment vertelt Marion wat zij wel en niet lust.
Wat lust Marion niet?
Kies uit:

Vis Water
Jus d'orange                         Paddenstoelen
Pizza Aardbeien
Pasta Spinazie


Vergelijk ook nu jouw antwoord met het antwoord van een klasgenoot.

 

 

Kochshow

 

Opdracht 11:

Jana en Moritz
Jana en Moritz maken een schnitzel met een lekker crispy korstje klaar.
Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen (in je schrift).

  1. Hoe oud zijn Jana en Moritz?
  2. De vrouw verbetert Jana.
    Wat zegt Jana en wat is de verbetering?
  3. Wat maken Jana en Moritz klaar?
  4. Welke spullen hebben zij voor het recept nodig?
  5. Wat doen ze met de chips en flips?
  6. Wat eten ze erbij?

 

 

 

Rezept Knusperschnitzel
Lees het recept.

Menge                                
4
50 gr.
3
2


4 EL
1 EL
1
Zutat
kleine Schnitzel (z.B. von der Pute)
Lauchzwiebeln
Eier
Salz und Pfeffer
Mehl zum Wenden
Butterschmalz (oder Öl)
Butter
Dose Mais-Mix mit Erbsen und Paprika (à 425 Gramm)
Petersilie zum Garnieren

Zubereitung für Knusper-Schnitzel für Kinder
Schnitzel abbrausen und trocken tupfen. Chips, Cornflakes oder Erdnussflips in eine verschließbare Tüte geben und mit einem Nudelholz darüber rollen und so die Chips zerbröseln. Lauchzwiebeln, waschen, putzen und in Ringe schneiden.

Eier aufschlagen und mit Salz und Pfeffer verquirlen. Schnitzel erst in Mehl, dann in den Eiern und schließlich Schnitzel in den Chipsbröseln wenden. Schnitzel etwas abklopfen.

Butterschmalz in einer großen Pfanne erhitzen und die Schnitzel darin pro Seite 3-4 Minuten braten. Herausnehmen und auf Küchenpapier abtropfen lassen. In einer zweiten Pfanne Butter erhitzen, die Zwiebeln darin andünsten, den Mais-Mix dazugeben und erwärmen. Knusper-Schnitzel mit dem Mais-Mix auf Teller servieren und nach Belieben mit Petersilie garnieren.


Beantwoord met behulp van het recept de vragen.

 

Oefening:Opdracht 12: Rezept Knusperschnitzel

Lesen

Einleitung

Einleitung - Inleiding
Hier übst du das Lesen. Du lernst, deutsche Texte besser zu verstehen. Was du in den Texten liest, hilft dir später bei den Sprachaufgaben.

Hier oefen je de leesvaardigheid. Hoe meer je leest in het Duits, hoe beter het zal gaan. Wat je hier in de leesteksten tegenkomt, helpt je later bij het maken van de taaltaken.

De teksten gaan over:

  • was verschiedene Leute zu verschiedenen Mahlzeiten essen.
    wat verschillende mensen bij bepaalde maaltijden eten.
  • einige Rezepte.
    verschillende recepten.

Na, dann mal los!

Lerntipp Lesen

Voordat je gaat lezen:

  • Kijk naar de titel, de afbeeldingen en gemarkeerde stukjes tekst.
    Misschien weet je dan al waar de tekst over gaat.
  • Lees de inleiding. Bepaal wat voor soort tekst het is (bv. brief, sprookje, gebruikershandleiding).
  • Lees de opdrachten. Bepaal je leesstrategie
    - skimmen (globaal lezen om hoofdgedachte van de tekst te begrijpen)
    - scannen (naar concrete informatie zoeken, bv. namen of getallen)
    - intensief lezen (elke zin; details begrijpen)
  • Kijk bij multiplechoicevragen goed naar de antwoorden en met name naar de verschillen tussen de antwoorden.

Tijdens het lezen:

  • Je begrijpt niet alles? Geen probleem! Je hoeft niet alle woorden te kennen om de tekst te begrijpen.
  • Raad de betekenis van woorden. Kijk daarbij naar de tekst om het woord heen. Vergelijk het woord met andere talen (bv. Engels, Frans, Russisch).

Rezepte

Recepten - Rezepte
Heute muss es schnell gehen mit dem Essen. Zeit zum Kochen ist nicht, aber zum Glück findest du im Küchenschrank noch eine Tüte, aber der Text ist auf Deutsch!
Wahrscheinlich hat deine Mutter sie beim Aldi oder Lidl gekauft.
Doch das ist natürlich kein Problem für dich!

Vandaag moet het snel gaan met het eten.
Tijd om uitgebreid te koken is er niet.
Gelukkig vind je in de keukenkast nog een zakje voor een snelle hap, maar de tekst op het zakje is in het Duits!
Waarschijnlijk heeft je moeder boodschappen bij de Aldi of Lidl gedaan.
Maar dat geeft niet. Voor jou is dat helemaal geen probleem!

Maak voordat je aan de leesopdracht begint de volgende sleepoefening.

Oefening:Opdracht 13: Rezepte

 

 

Opdracht 14:

Recepten
Je bent nu klaar voor de leesoefening!

  • Je  mag de leesoefening met je groep maken.
  • Volg de instructies op jullie werkbladen. Maak de vragen in je google document
    Tip: sommige moeilijke woorden uit de recepten heb je hiervoor1 gezien.

Leesopdracht 1:    Werkblad leerling A
Leesopdracht 2:    Werkblad leerling B

Leesopdracht 3:   Maak hierbij de opdrachten uit jouw Google document:

 

Küchentipps en maak vervolgens de volgende opdrachten.

Tekst 1 / Küchentipps

Kochen ist nicht nur eine Sache für deine Eltern (1), sondern auch du kannst das

lernen. Wenn du dich bisher noch nicht an den Herd getraut hast oder beim Kochen verzweifelt bist, weil du einige praktische Kniffe noch nicht kennst, dann helfen dir sicher Jolinchens Küchen-Tipps weiter. So wird das Kochen auch für dich so leicht, wie es bei den großen Küchenchefs aussieht.

 

1. Kartoffel (2) schälen leicht gemacht

2. Salat waschen

3. Zwiebeln schneiden - zum Heulen

4. Fettspritzer

5. Wenn das Essen anbrennt

6. Milch über Bord!

7. Aufpassen beim Würzen

8. Spiegelei

 

1. Kartoffel schälen leicht gemacht        

Kartoffeln mit einem normalen Messer (3) zu schälen ist mühsam. Außerdem schneidet man leicht zu viel von der tollen Knolle ab. Besser geht es mit einem Kartoffelschäler. Deine Mutter hat bestimmt einen in derKüche(4). Einfach oben an der Kartoffel ansetzen und mit einem Zug nach unten ziehen. Dann noch die braunen Stellen mit einem Messer herausschneiden. Fertig! Auch Gurken und Karotten sind so übrigens kinderleicht zu schälen.

 

2. Salat waschen

Wenn du Salat (5) wäscht, musst du ihn hinterher gut abtropfen lassen, damit deine Salatsoße(6) nicht so nach Wasser(7) schmeckt. Entweder kannst du eine Salatschleuder benutzen oder die Salatblätter einfach in ein trockenes, sauberes Küchenhandtuch (8) legen, alle vier Ecken zusammennehmen, so dass die Salatblätter nicht rausfallen können, und dann vorsichtig schleudern. Wichtig: Nicht in der Küche schleudern, Wasser spritzt raus! Am besten vor dem Fenster oder vor der Tür.

3. Zwiebeln schneiden - zum Heulen (Zwiebel)    

Zwiebeln schneiden sieht bei der Mutter immer so leicht aus, doch es bedarf eine Menge Übung, damit einem nicht zum Heulen zumute wird: Zuerst musst du die braunen, harten Blätter der Zwiebel entfernen. Dann halbierst du sie und legst sie auf ein Brett (9). Jetzt schneidest du die Zwiebel mit einem scharfen Messer in Längsscheiben, die du danach quer würfelst.

Wenn dir die Augen tränen, kannst du eine kleine Pause einlegen. Auf keinen Fall solltest du mit den Fingern in die Augen fassen, dann brennt es nur noch mehr. Und noch ein Extratipp (10): Versuche, durch den Mund zu atmen, dann beißt die Zwiebel nicht so sehr in der Nase. Oder setze eine Taucherbrille (11) auf!

4. Fettspritzer         (Schürze)

Wenn du Fleisch (12) oder Gemüse (13) in die heiße Pfanne legst, fängt das Fett leicht an zu spritzen. Deshalb zum Kochen immer eine Schürze (14) anziehen, damit deine Kleidung sauber bleibt, und vor allem aufpassen, dass du dich nicht durch die Fettspritzer verbrennst.

5. Wenn das Essen anbrennt   (Pfanne)

Am allerbesten ist es natürlich, wenn du von Anfang an aufpasst, dass Topf (15) und Pfanne (16) nicht zu heiß werden. Sollte dir dennoch einmal das Essen anbrennen, dann bloß keine Panik! Als erstes nimmst du den Topf oder die Pfanne von der heißen Platte. Dann schalte die Temperatur herunter, damit die Platte abkühlen kann. Wenn du anschließend zu angebranntem Gemüse ein bisschen Wasser und zu Gebratenem ein wenig Öl (17) schüttest, kannst du Topf und Pfanne besser sauber bekommen.


 

6. Milch über Bord!

Wenn du Milch (18) erhitzt und zum Kochen bringst, musst du aufpassen, dass sie nicht überläuft. Kochende Milch fängt nämlich nicht wie Wasser an zu sprudeln, sondern sie steigt nach oben. Wenn sie das tut, sofort den Topf von der Platte nehmen. So bleibt die Milch dort, wo sie hingehört – in dem Kochtopf.


 

7. Aufpassen beim Würzen

Wenn du dein Essen (19) mit Gewürzen abschmeckst, nimm lieber erst einmal zu wenig als zu viel. Nachwürzen kannst du immer noch, aber: „Ist in der Suppe (20) zu viel Salz (21), steckt´s und bleibt’s dem Koch im Hals.“

 

8. Spiegelei

Wenn du für ein Rezept (22) ein Ei (23) aufschlagen musst, dann nur Mut! Es ist ganz leicht: Das Ei in der Mitte auf eine scharfe Kante schlagen, mit beiden Händen vorsichtig auseinander ziehen und das Innere in die Pfanne oder das Gefäß fallen lassen. Sollte ein bisschen Schale (24) mit hineinkommen, kannst du sie ganz einfach mit einem Löffel (25) heraus fischen

 

 

 

 

 

Oefening:Opdracht 15: Ingrediënten

 

Opdracht 16:

Helaas klopt de volgorde van het recept niet.
Lees de regels en zet vervolgens de regels van het recept in de juiste volgorde in jouw google document.

 

1. Währenddessen Eier mit Milch verrühren.
2. Butter in der Pfanne erhitzen und Kartoffeln hinzugeben
3. Abkühlen lassen.
4. Schälen und in Scheiben schneiden.
5. Schinken zu dem Eier-Milch-Mengsel geben.
6. Kartoffeln braun werden lassen. Zwiebelstücke mitbraten.
7. Das Mengsel über die Kartoffeln geben.
8. Kartoffeln mit der Schale kochen bis sie weich sind (ca. 30 min).
7. Das Mengsel über die Kartoffeln geben.
9. Abschmecken und eventuell etwas Salz und Pfeffer zufügen.
10. Mit den Gewürzgurken servieren.


Guten Appetit!

 

Hilfsmittel

Hilfsmittel

De volgende hulpmiddelen kun je gebruiken bij het leren van de Duitse taal.

1 Woordenboek
Zowel echte woordenboeken als digitale woordenboeken helpen je bij het opzoeken en leren van nieuwe woordjes.
Een bekend online woordenboek is: vertalen.nu
Probeer ook eens een ander woordenboek, bijvoorbeeld: www.interglot.nl

2 Tekstverwerkingsprogramma
Als je op de computer een tekst schrijft, bv. met Word, kun je natuurlijk de Duitse spellingscontrole gebruiken (bij Taal -> Duits standaard instellen).
Maar opgelet: het programma kan niet al je fouten opsporen; zelf blijven nadenken dus!

 

Lieblingsessen

Opdracht 17:

Zeevruchten
Je spreekt met je partner over jullie lievelingseten.

  • Zoek een partner voor deze opdracht.
  • Kijk samen naar het gesprek.

  • Voer het gesprek.
  • Verander het gesprek aan de hand van de volgende opdrachten:
In het filmpje hoor je verschillende etenswaren. Probeer deze te vervangen met andere producten/etenswaren zoals je in deze opdracht kan lezen. Bij oefening D mag je zelf producten of etenswaren bedenken. Voer de gesprekken met je klasgenoot tot je ze uit je hoofd kent.

A
Meeresfrüchte -->Vlees
Mexikanisches --> Italiaans
Burritos --> Pizza

B
Meeresfrüchte --> Groente
Mexikanisches --> Vegetarisch
Burritos --> Sla, peentjes, komkommer

C
Meeresfrüchte --> Schnitzel
Mexikanisches --> Duits
Burritos --> Weense Schnitzel

D
Meeresfrüchte --> ???
Mexikanisches --> ???
Burritos --> ???
  • Wissel ook van rol.
  • Maak één gesprek in jouw Google document:

 

 

Rezept

Mijn recept
Je legt aan je Duitse vrienden uit hoe je een bepaald gerecht klaarmaakt.
Bekijk de site en kies een gerecht uit: www.stopkidsmagazin.de

  • Vertaal het recept voor jezelf, zodat je weet wat je nodig hebt en wat je moet doen. Gebruik eventueel een woordenboek, de StudioWozzel-lijsten en/of de oefeningen.
  • Maak eventueel een briefje met maximaal acht Duitse woordjes.
  • Oefen je spreekbeurt in het Duits tot je hem helemaal uit je hoofd kent.
  • Presenteer jouw recept in de klas. Spreek in het Duits.
  • Opdracht voor de klas: Schrijf in het Nederlands op wat je nodig hebt en hoe het recept gaat (steekwoorden!) en kijk het daarna in de klas na.

 

Evaluatie:
Welk recept/welke recepten klinken het lekkerst?
Welk recept/welke recepten zou je graag een keer uitproberen?
Maak eventueel een afspraak met één of meerdere medeleerlingen en kook/bak samen.

Schreiben

Einleitung

Einleitung - Inleiding
Hier übst du das Schreiben. Mit den Aufgaben, die du machst, bereitest du dich weiter auf die Sprachaufgaben am Ende des Themas vor.

Hier ga je je schrijfvaardigheid oefenen en verbeteren. Met deze opdrachten bereid je je op de afsluitende taaltaak voor.

  • Je maakt een boodschappenlijstje.
  • Je vult een weekrooster in.
  • Je maakt een tekenfilmpje over lievelingseten.
Succes!
Viel Erfolg!

Lerntipp Schreiben

Lerntipp Schreiben

Voordat je gaat schrijven:

  • Kijk eerst goed naar de aanwijzingen.
  • Bedenk welke woorden en uitdrukkingen je nodig hebt.
Terwijl je schrijft:
  • Gebruik een woordenboek.
  • Pas de grammatica, die je geleerd hebt, toe. (Kijk in 'Werkzeugkasten 2'.)
  • Lees aan het einde alles nog een keer goed door.

Einkaufszettel

Boodschappenlijstje
Voor het eten moet je koken. Maar voor het koken moet je natuurlijk boodschappen doen. Dus maak je een boodschappenlijstje zodat je in de winkel niets vergeet.

Ik heb nodig...
Maak de volgende oefening:

Toets:Einkaufszettel

Nu jullie!

  • Bedenk een gerecht of een maaltijd en tien dingen die je daarvoor nodig hebt.
    (Er mogen maximaal drie onbekende woordjes bij zitten.)
  • Schrijf die dingen in het Nederlands op een briefje.
  • Stop alle briefjes in een zak of iets dergelijks en meng goed.
  • Elke leerling trekt (zonder te kijken) een briefje uit de zak.
  • Vertaal het boodschappenlijstje naar het Duits. Gebruik een woordenboek, de StudioWozzel-lijsten en/of de oefeningen.
  • Wie heeft zijn boodschappenlijstje als eerste klaar?
  • Vergelijk jullie boodschappenlijstjes in de klas.
  • Welke gerechten kun je met de benodigde boodschappen klaarmaken?

Lieblingsessen

Bij Sprechen heb je een soort stripverhaal - een storyboard - bij het thema 'Lievelingseten' bekeken. Bekijk het filmpje eventueel opnieuw.
Hier ontwerp je zelf zo'n storyboard en maak je er een Duitse tekst bij.

Dialoog

  1. Zoek een partner voor deze opdracht.
  2. Schrijf samen een dialoog in het Duits in het schrift. In de dialoog moeten jullie de volgende informatie verwerken:
  • wat jullie lievelingseten is;
  • wat jullie anders nog lekker vinden;
  • wat jullie niet echt lekker vinden;
  • wat jullie helemaal niet lusten;
  • wat een typisch Nederlands gerecht is en wat jullie daarvan vinden.

Controleer je tekst en laat deze zien aan je docent.
Hieronder gaan jullie je dialoog illustreren.

Storyboard

  1. Kies het programma waarmee je het storyboard wilt maken, bv:
  2. Ontwerp het filmpje.
  3. Voeg jullie dialoog aan het verhaal toe en presenteer jullie storyboard in de klas.

Lecker!

Recepten
Je hebt de laatste tijd veel over eten en drinken geleerd en gesproken.
Daar krijg je trek van! Daarom willen jullie samen koken en eten.
Omdat jullie dat bij het vak Duits doen, moet het een typisch Duitse maaltijd worden (bv. aardappelsalade met worstjes).

  1. Maak groepjes van drie of vier leerlingen.
  2. Verzamel ideeën voor de gemeenschappelijke maaltijd. Let op: jullie ideeën moeten wel betaalbaar en uitvoerbaar zijn!
    Tip: kies makkelijke gerechten die jullie snel en zonder veel hulpmiddelen op school kunnen klaarmaken.
  3. Zoek op het internet naar geschikte recepten, bv: Site met recepten
  4. Maak aantekeningen (wat je nodig hebt, hoe het - in grote lijnen - klaargemaakt wordt) in het Duits zodat jullie een voorstel aan de andere klasgenoten kunnen doen.

Selectie

  1. Bespreek jullie ideeën in de klas.
    • Stel het idee van jouw groep aan de klas voor.
      Gebruik de aantekeningen.
    • Beantwoord vragen van de medeleerlingen.
    • Luister naar de voorstellen van de andere groepjes.
    • Stel eventueel vragen (bv. kosten, tijd, op school te doen?).
  2. Kies één of meerdere geschikte gerechten voor jullie gemeenschappelijke maaltijd.

    Boodschappenlijstje
  3. Maak op basis van de gekozen recepten een boodschappenlijstje.
  4. Schrijf de dingen die jullie nodig hebben in het Duits op.
  5. Denk ook aan plastic borden, bekers, bestek.

Taakverdeling
Jullie weten nu wat jullie nodig hebben en wat er gedaan moet worden: geld inzamelen, boodschappen doen, spullen thuis voorbereiden of van thuis meenemen, na afloop opruimen en schoonmaken enz.

  1. Verdeel de taken onder elkaar. Schrijf op wie welke taak heeft.
  2. Probeer daarbij zo veel mogelijk Duits te spreken.

Boodschappen doen

  1. Koop de dingen die jullie nodig hebben.
    Tip: Ga naar de Aldi, Lidl of een andere Duitse supermarkt.
    Let op: boodschappenlijstje niet vergeten!
  2. Neem alles op het afgesproken tijdstip mee naar school.

Maaltijd

  1. Neem alles zoals afgesproken mee naar school.
  2. Maak het eten klaar. Gebruik daarbij de Duitse recepten.
  3. Eet smakelijk! Guten Appetit!
  4. Maak eventueel foto's ter herinnering of voor je Duitse uitwisselingspartner.
  • Het arrangement Thema: Essen und Trinken: is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Gülay Yalcin Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2019-03-28 18:42:54
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Je gaat oefenen hoe je in verschillende situaties (bv. op een camping) met mensen uit andere landen in het Duits kunt communiceren.Vaak vinden dit soort gesprekken tijdens het eten plaats, bv. bij een gezellige barbecue op de camping of bij een etentje in het kader van een uitwisseling. Dan is het natuurlijk handig als je kunt zeggen wat je wilt hebben en wat je (niet) lekker vindt. Ook kan het handig zijn als je op de verpakking van een zakje soep kunt lezen hoe je die soep moet klaarmaken.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Informele gesprekken; Dagelijks leven; Schrijven; Aantekeningen, berichten, formulieren; Gesprekken voeren; Duits; Luisteren en kijken; Instructies lezen; Lezen om informatie op te doen; Luisteren naar tv, video- en geluidsopnames; Lezen;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    10 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    leerlijn, rearrangeerbare

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Kuiters, Rilana. (2018).

    Thema: Guten Appetit vmbo-kgt2

    https://maken.wikiwijs.nl/121270/Thema__Guten_Appetit_vmbo_kgt2