Hoeken
Inleiding
Je bent vast wel eens in een pretpark geweest en je hebt vast wel eens een ritje in een achtbaan gemaakt. Je gaat dan erg snel, over de kop of onder een steile hoek naar beneden. Hoe groter de hoek hoe groter de snelheid en hoe groter de kick...
Er gebeuren gelukkig maar weinig ongelukken in een pretpark. De bouwers van een achtbaan of een glijbaan moeten zich aan allerlei veiligheidsvoorschriften houden. Ze moeten kunnen uitrekenen bij welke hoek de glijbaan nog veilig is.
Aan het eind van het thema doe je samen met een klasgenoot een onderzoekje naar het verband tussen de grootte van een hoek van een glijbaan en de snelheid.
Om het onderzoekje goed te kunnen doen, moet je iets weten over hoeken.
En dat ga je leren in dit thema.
Als je na het maken van de paragrafen nog moeite hebt met één of meer paragrafen
kan je extra oefenen onder het kopje Extra opgaven.
Wat kan ik al?
Voordat je aan de slag gaat met dit thema, moet je weten wat loodrecht en evenwijdig betekent.
Dat oefen je hier nog een keer.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van dit thema kun je:
- een scherpe, een stompe en een rechte hoek beschrijven
- de grootte van een hoek uitdrukken in graden
- uitleggen dat een rechte hoek \(\small90° \) is
- de grootte van een hoek met een geodriehoek meten
- een hoek met een geodriehoek tekenen
- in bepaalde gevallen een hoek berekenen.
Wat ga ik doen?
Het thema Hoeken bestaat uit de volgende onderdelen:
Onderdeel |
Tijd in lesuren |
Inleiding |
0,5 |
paragraaf: Hoeken |
1,5 |
paragraaf: Hoeken meten |
1,5 |
paragraaf: Hoeken tekenen |
1,5 |
Afsluiting |
3 |
Totaal |
8 |
De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van de eindopdracht.
Paragrafen
Hoeken kom je overal tegen. De grootte van de hoek heeft vaak invloed andere krachten, zoals snelheid of spierkracht. Het is bijvoorbeeld zwaarder om een steile helling op te lopen dan om over een rechte weg te lopen.
Maar hoe meet je precies hoe groot een hoek is en hoe teken je een hoek?
Daarvoor ga je veel gebruik maken van je geodriehoek in de volgende paragrafen.
Afsluiting
Kennisbanken
De uitleg en voorbeelden bij het thema Hoeken vind je in de volgende Kennisbankitems.
Eindopdracht
Je bent bijna aan het eind van het thema. Tijd voor de eindopdracht.
Je hebt vast wel eens op een glijbaan gezeten. Je gaat soms onder een steile hoek naar beneden. Soms ga je bijna loodrecht naar beneden.
Hoe groter de hoek, hoe groter de snelheid.
Je gaat met een klasgenoot onderzoeken wat het verband precies is tussen de grootte van een hoek van een glijbaan en de snelheid. Van dat onderzoekje maak je een verslag.
Het verslag laat je beoordelen door je docent.
D-toets
Test je kennis van het thema Hoeken.
Maak de diagnostische toets.
Extra opgaven
Terugkijken
Kan ik wat ik moet kunnen?
- De leerdoelen van dit thema vind je onder het kopje 'Wat kan ik straks?'
Lees die leerdoelen nog eens door. Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
- Tijd
Voor dit thema was ongeveer 8 uur gepland.
Klopt dat met het aantal uur dat je met dit thema bezig bent geweest?
- Inhoud
In dit thema stonden hoeken centraal.
Wat wist je al over hoeken? Heb je nieuwe dingen geleerd?
Schrijf op wat nieuw voor je was.
- Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht? Was de opdracht goed te doen?
Welk verband tussen de hoek en de snelheid heb je gevonden?
- D-toets - extra opgaven
Wat was je score van de D-toets? Was je tevreden met die score?
Heb je nog een aantal extra opgaven gemaakt?