Tijdens dit arrangement gaan we het hebben over de verschillende onderdelen van de Nederlandse taal, denk hierbij aan stijlfiguren, stijlfouten, homoniemen en homofonen. In de methode 'op niveau 2e editie' vmbo-gt worden niet alle stijlfiguren en stijlfouten uitgebreid behandeld. Toch is het belangrijk dat leerlingen op het vmbo de meeste stijlfiguren en stijlfouten meekrijgen en er voldoende over weten. In het boek wordt de focus gelegd op: pleonasme, tautologie, foutieve tautologie, foutieve pleonasme, dubbele ontkenning, contaminatie, homoniemen en homofonen. Veel van jullie willen in de toekomst doorstromen naar de havo. Tijdens de Nederlandse lessen, zullen de havo-leerlingen meerdere vormen van stijlfiguren/stijlfouten meekrijgen. Daarom is het belangrijk dat jullie nu al de mogelijkheid krijgen om meer informatie te krijgen over deze stijlfouten/stijlfiguren.
Wat je in dit arrangement kunt vinden is:
- Theorie over de onderdelen: pleonasme, tautologie, dubbele ontkenning, contaminatie, onjuiste herhaling, homoniemen en homofonen;
- Opdrachten bij de verschillende onderdelen;
- Extra opdrachten per onderdeel;
- Uitdagendere opdrachten per onderdeel;
- Een tussentoets;
- Een eindtoets;
tip: Als je de opdrachten per onderdeel makkelijk vindt, kijk dan gerust bij de uitdagendere opdrachten!
Wil je juist meer oefenen voor je aan de uitdagendere opdrachten begint? Maak dan de extra opdrachten per onderdeel. Dan weet je zeker dat je voldoende hebt geofend.
Veel plezier bij het maken van de opdrachten!
Doelen
Tijdens alle lessen geef ik aan wat jullie aan het einde van een les kunnen. Ook hier leer je weer iets. Alleen doen we dit op een andere manier.
Het leren van stijlfiguren een stijlfouten kunnen je in het dagelijkse leven helpen. Je leert inzien dat je dagelijks toch wel kleine foutjes maakt in je Nederlandse taal, want hoevaak zeggen wij wel niet "Ik ga dat even nachecken"
Weet je al wat er fout is aan deze zin? Zo nee, maak je geen zorgen! We gaan dit tijdens deze twee lessen allemaal behandelen. Dan weet jij aan het einde dat het niet 'nachecken', maar 'nakijken of checken' is.
Dus wat kan jij na twee lessen?
stip:
- Jij kan aan het einde van les 1 het pleonasme, de tautologie, de contaminatie herkennen in zinnen en deze zinnen verbeteren.
- Jij kan aan het einde van les 2 dubbele ontkenning en onjuiste herhaling herkennen en weglaten in zinnen.
- Jij kan aan het einde van les 2 homonienen en homofonen herkennen en onderscheiden.
stap:
- Jij kan aan het einde van de twee lessen aan andere uitleggen wat stijlfouten/stijlfiguren zijn.
- Jij kan aan het einde van de twee lessen foutieve gebruikte stijlfigeren verbeteren in zinnen.
- Jij kan aan het einde de eindtoets afsluiten met een voldoende.
Is het niet leuker als je anderen kunt verbeteren op hun fouten :)
Pleonasme en Tautologie
Om te beginnen zal ik jullie uitleggen waarom we stijlfiguren gebruiken. Het is zo dat als je iets op een bijzondere manier wilt vertellen, je gebruikt kunt maken van stijlfiguren. Je kunt als schrijver en/of dichter zijnde je woorden extra betekenis geven aan de hand van stijlfiguren. We hebben meerdere vormen van stijlfiguren. Bij dit onderdeel krijg je uitleg over het pleonasme en de tautologie.
Het pleonasme
Bij het pleonasme benadruk je een eigenschap van een werkwoord of zelfstandig naamwoord die eigenlijk al duidelijk is. Ofterwijl, je zegt bij het pleonasme twee keer hetzelfde met verschillende woorden. Pas wel op, want deze woorden behoren niet tot dezelfde woordsoort.
voorbeeld:
- De wereld ziet er grauw uit in de grijze mist.
We weten dat mist al grijs is van kleur. Hier wordt ervoor gekozen om nogmaals aan te geven dat mist een grijze kleur heeft. Dus.... we hebben hier te maken met een pleonasme. (foutieve pleonasme, want het is hier dus fout gebruikt!)
Ben je vergeten wat woordsoorten zijn?
Bij het ontleden van een zin wordt van elk woord bepaald welk woordsoort het heeft. De woordsoort geeft dan aan tot welke catagorie een bepaald woord hoort. We kunnen de volgende woordsoorten van elkaar onderscheiden: werkwoorden, zelfstandige naamwoorde, bijvoegelijke naamwoorden, voornaamwoorden, bijwoorden, lidwoorden, telwoorden etc.
Weet je nu weer wat het was :)
De tautologie
Bij een tautologie zeg je twee keer hetzelfde, maar dan met verschillende woorden.
LET OP: Deze woorden behoren WEL tot dezelfde woordsoort. Wat dus bij het pleonasme niet is.
voorbeeld:
- De kleuters stonden keurig netjes in de rij.
Keurig is een synoniem van netjes. Dus hier zeggen ze twee keer hetzeltfde. DIT IS NIET NODIG, DUS EEN FOUTIEVE TAUTOLOGIE!
- Misschien dat ze er wellichtnog achter komen.
Misschien is een synoniem van wellicht.
Begrijp je de theorie?
Maak dan snel de opdrachten en test je kennis!
opdrachten bij pleonasme en tautologie
Oefening: Pleonasme en Tautologie
0%
Hier vind je vragen over het pleonasme en de tautologie.
Mocht je het moeilijk vinden, kijk dan gerust weer bij de theorie!
Dit zijn algemene vragen. Mocht je meer willen oefenen, dan kun je kijken bij extra oefening. Wil je meer uitdaging? Kijk dan bij uitdagendere opdrachten.
We hebben al geleerd wat het pleonasme en de tautologie inhoudt. Wat er nu bij komt kijken is de contaminatie.
Contaminatie
Bij een contaminatie is het zo dat je twee woorden of uitdrukkingen door elkaar haalt.
voorbeelden:
1 ) fout: Deze computer kost duur.
goed: Deze computer kost veel of Deze computer is duur.
contaminatie = kost duur
iets kost veel of is duur
Je kunt dus niet zeggen dat iets duur kost. In dit geval zijn er twee woorden doorelkaar gehaald.
2) fout: Ik zal dat nachecken
goed: Ik zal dat nakijken of ik zal dat checken.
contaminatie = nachecken
het is nakijken of checken.
In dit geval haal je weer twee woorden doorelkaar.
3) fout: Hij neemt in de klas altijd het hoogste woord.
goed: Hij neemt in de klas altijd het woord of Hij heeft in de klas altijd het hoogste woord.
contaminatie = neemt het hoogste woord.
de uitdrukking is: het woord nemen of het hoogste woord hebben.
In dit geval zijn er twee uitdrukkingen door elkaar gehaald.
wat betekent eigenlijk het hoogste woord hebben?
betekenis: de baas willen zijn.
Opdrachten bij Contaminatie
Oefening: Oefening contaminatie
0%
Je hebt als het goed is al goefend met het pleonasme en de tautologie. Wat je nu gaat doen is oefenen met het onderdeel contaminatie.
Ik geloof erin dat jullie dit kunnen. Mocht je na het maken van deze oefening het toch een moeilijke onderdeel vinden, dan mag je gerust de extra opdrachten maken.
Vind je dit onderdeel juist heel makkelijk? Kijk dan bij de uitdagendere opdrachten. Misschien is dat iets voor jou.
Bij de vorige opdrachten moest je alleen kijken naar de contaminatie. Nu moet je kijken welke fout je terugvindt in de zin. Is het een contaminatie, pleonasme of een tautologie? Zoek de fout en verbeter deze.
Wat is het verschil tussen een Pleonasme en Tautologie?
Hieronder is mijn Kennisclip te vinden. Mochten er nog dingen onduidelijk zijn, kijk dan gerust bij de theorie. Daarin staan meerdere voorbeelden, foto's en uitleg.
kennisclip
Tussentoets
Maak de tussentoets als je de theorie over het pleonasme, de tautologie en de contaminatie hebt geleerd. Je mag deze toets maken als je niet alle opdrachten hebt gemaakt, maar het is natuurlijk handiger als je dit wel hebt gedaan.
Mocht je na het maken van de tussentoets moeite hebben met een bepaald onderdeel? Kijk dan gerust weer naar de theorie en maak daarna per onderdeel de extra opdrachten.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
We hebben al geleerd dat een pleonasme, tautologie en een contaminatie stijlfouten kunnen zijn. Nu gaan we kijken naar nog twee nieuwe stijlfouten, namelijk naar de dubbele ontkenning en de onjuiste herhaling.
Een korte herhaling voor onszelf is altijd fijn, dus laten we eerst kijken naar wat een pleonasme, tautologie en contaminatie was.
Pleonasme: Bij het pleonasme benadruk je een eigenschap van een werkwoord of zelfstandig naamwoord die eigenlijk al duidelijk is. Ofterwijl, je zegt bij het pleonasme twee keer hetzelfde met verschillende woorden. Pas wel op, want deze woorden behoren niet tot dezelfde woordsoort.
tautologie: Bij een tautologie zeg je twee keer hetzelfde, maar dan met verschillende woorden.
LET OP: Deze woorden behoren WEL tot dezelfde woordsoort. Wat dus bij het pleonasme niet is.
contaminatie: Bij een contaminatie is het zo dat je twee woorden of uitdrukkingen door elkaar haalt.
Er staat meer theorie onder het kopje "theorie pleonasme en tautologie" en "theorie contaminatie".
Nu we hebben gekeken naar het pleonasme, de tautologie en de contaminatie kunnen we verder met de dubbele ontkenning en onjuiste herhaling.
De dubbele ontkenning
De dubbele ontkenning is makkelijk te herkennen in zinnen. Bij een dubbele ontkenning heb je te maken met twee woorden die beide een ontkenning aangeven. Soms wordt er bij een zin ten onrechte een tweede ontkenning toegevoegd.
Voorbeelden:
- Hij maakt nooit geen fouten.
Nooit - geen; zijn beide een ontkenning. Je gebruikt hier ten onrechte een tweede ontkenning.
Je moet dan de zin veranderen in: Hij maakt nooit fouten OF Hij maakt geen fouten.
- Ik wil voorkomen dat ik morgen niet op tijd kom.
voorkomen - niet; zijn beide een ontkenning. Iets willen voorkomen betekend ook dat je iets niet wil doen. Je hebt liever dat iets niet gebeurd. Dus je moet hier het woordje 'niet' weglaten.
Je moet de zin veranderen in: Hij wil voorkomen dat ik morgen op tijd kom OF Hij wil dat ik morgen niet op tijd kom.
Onjuiste herhaling
De onjuiste herhaling is net zo simpel als de dubbele ontkenning.
betekenis van herhaling = Dat wat herhaald wordt. Dus je zegt iets dubbel of je doet iets dubbel.
Bij een onjuiste herhaling gebruik je dan ook ten onrechte iets dubbel. Dit kan er ook voor zorgen dat een zin niet fijn leest.
Voorbeeld:
- Ik heb geen werk, maar ik heb er ook geen tijd voor ook.
Hier wordt ten onrechte het woordje 'ook' dubbel gebruikt. Verder kan je opmerken dat de zin niet fijn leest.
Je moet de zin veranderen in: Ik heb geen werk, maar ik heb er ook geen tijd voor.
tip: Sommige herhalingen kunnen een functie hebben. Deze herhalingen mogen dan blijven.
voorbeeld:
- Waar, o waar heb ik dat bestand ook al weer opgeslagen?
Door de tweede 'waar' leg je de nadruk op het feit dat je het bestand kwijt bent en je ernaar zoekt. Dus in dit geval met de tweede 'waar' blijven en stoort het niet.
opdrachten bij dubbele ontkenning en onjuiste herhaling
Oefening: Opdrachten
0%
Als je de theorie hebt gelezen over de dubbele ontkenning en de onjuiste herhaling dan ben je in staat om deze opdracht te maken.
Vind je deze opdracht moeilijk? Kijk dan nogmaals naar de theorie en maak dan de extra oefenopgaven.
Vind je deze opdracht makkelijk? Kijk dan naar de uitdagendere opdracht en probeer deze te maken!
uitdagendere opdrachten bij dubbele ontkenning en onjuiste herhaling
Oefening: uitdagendere opdrachten
0%
Bij deze opdracht ligt de focus vooral bij de dubbele ontkenning. De onjuiste herhaling hebben we nu voldoende geoefend. Zou je toch nog meer opdrachten hierover willen hebben, dan kan je gerust nog bij de extra opdrachten kijken. Deze kunnen wel wat makkelijker zijn voor jou, maar dan heb je toch een extra geoefend.
Homoniemen en Homofonen zijn net anders dan stijlfouten/stijlfiguren. Toch halen wij homoniemen en homofonen vaak door elkaar. Je zult nu vast denken wat zijn homoniemen en homofonen dan wel. Dat zal ik je nu uitleggen.
Homofonen
Als je het woord splitst in twee krijg je: homo en fonen, misschien komt het woord 'foon' je bekend voor van het woord 'microfoon'. Bij een microFOON, hoor je de andere of hoor je jezelf. Het gaat hier dus om het HOREN.
definitie: Bij een homofoon klinkt de spelling van een woord hetzelfde, maar schrijf je deze woorden toch anders.
Voorbeeld:
Hart en Hard
- Je hart is een orgaan.
OF
- Je rent heel hard.
- Een steen is erg hard.
De woorden 'hard' en 'hart' klinken hetzelfde, maar toch schrijf je de een met een -d en de andere met een -t.
Homoniemen
Weer kan je dit woord verdelen in twee stukjes. Je krijgt dan Homo en niemen.
Homo betekent gelijk. Je hebt dus twee keer iets dat gelijk staat aanelkaar.
Niemen zelf heeft niet echt een betekenis, maar 'niemen' kan je wel plakken achter een ander woord. Heb je ooit gehoord van het woord synoNIEMEN?
Synoniemen zijn woorden met (bijna) dezelfde betekenis. Dus je hebt een het geval van een homoniem, woorden met dezelfde betekenis.
Voorbeeld:
schoppen
betekenis 1: een harde schop geven - een trap met je voet.
betekenis 2: een schop - en werktuig om mee te graven.
tip: In een woordenboek zie je vaak meerdere betekenissen achter een woord staan. Dat betekend dat een woord meerdere betekenissen heeft, dus je hebt te maken met een homoniem.
opdrachten homoniemen en homofonen
Oefening: opdrachten homoniemen en homofonen
0%
Dit zijn de opdrachten bij het onderdeel homoniemen en homofonen.
Voor dit onderdeel heb ik niet gekozen om extra opdrachten en uitdagendere opdrachten te maken. Ik geloof erin dat dit onderdeel duidelijk is voor jullie en dat het niet nodig zal zijn om meer opdrachten te maken.
Mocht je na het maken van de opdrachten denken: "Was er toch maar meer uitleg". Dan heb ik een tip voor je. Kijk bij 'extra uitleg' om meer uitleg te krijgen over dit onderdeel.
Ook heb ik een kennisclip (filmje) gemaakt met theorie. Zo kan je precies zien/horen wat homoniemen/homofonen zijn.
Ik heb ervoor gekozen om bij het onderdeel 'homoniemen en homofonen' geen extra opdrachten of uitdagendere opdrachten te maken. Ik geloof erin dat jullie dit onderdeel onder de knie hebben.
Toch kan het zo zijn dat je liever net wat meer uitleg nodig hebt en geloof me dat is geen enkel probleem! Ik hoop dat het straks voor je duidelijk genoeg is wat het verschil is tussen een homoniem en een homofoon.
Tijdens de eindtoets krijg je hier weer vragen over, dus lees goed en bedenk voor jezelf voorbeelden. Maak eventueel de opdracht bij dit onderdeel opnieuw.
Homofonen
Bij een homofoon gaat het om hoe het KLINKT.
Je hoort twee keer hetzelfde...
Lees deze twee zinnen is hardop:
1) Mijn hart klopt heel snel.
2) Mijn oma kan heel hard rennen.
Wat hoor je?
Je hoort als het goed is twee keer een -t, terwijl je schrijft 'hard rennen'
lachen vs liggen
Je hoort twee keer hetzelfde
Maar je schrijft:
1) Ik lag op bed
2) Ik lach erg hard om zijn grappen.
Homoniemen
betekenissen van woorden:
- homo = gelijk
- niemen; kan je vergelijken met het woord synoniemen. Synoniemen houdt in dat er woorden zijn met meerdere betekenissen.
Je had al als tip meegekregen dat er in een woordenboek dan meerdere betekenissen staan achter het woord.
Zoek bijvoorbeeld naar de betekenis van het woord muis:
Je ziet dat het woord 'muis' meer dan één betekenis heeft.
Voorbeeld:
Betekenis 1: Kussen dat je iemand een zoen geeft.(Foto links boven)
Betekenis 2: Kussen waar je je hoofd op legt.
(Foto rechts boven)
Betekenis 1: Een kop waar je thee/koffie etc. uit drinkt.
(Foto links onder)
Betekenis 1: Een KOPtelefoon, waar je bezoek mee luistert.
(Foto rechts onder)
Homoniemen en homofonen, hopelijk is dit onderdeel nu duidelijk voor je.
Google Forms en Microsoft Forms
Google Forms
Microsoft forms
Kahoot en Quizlet
Kahoot - Test je kennis.
Beste leerlingen,
Test even eerst je kennis voor je de toets gaat maken. Het is altijd handig om te controleren wat je weet. KLIK OP DE BLAUWE TITEL HIERBOVEN!
Succes!
Heb je toch nog een paar fouten? Volg dan deze stappen:
1) Lees de theorie nog eens door.
2) Maak eventueel de extra oefenopgavens.
3) Maak formuleren_kennistestnummer2 (zie hieronder)
Succes!
Eindtoets
We zijn aan het einde gekomen.
Als het goed is heb je geleerd wat een: pleonasme, tautologie, contaminatie, dubbele ontkenning, onjuister herhaling, homoniem en een homofoon is. Je weet wanneer deze onderdelen stijlfouten zijn en kan deze stijlfouten herkennen binnen een zin.
Begin dit blok had je voor jezelf vijf verschillende doelen gesteld:
stip:
- Jij kan aan het einde van les 1 het pleonasme, de tautologie, de contaminatie herkennen in zinnen en deze zinnen verbeteren.
- Jij kan aan het einde van les 2 dubbele ontkenning en onjuiste herhaling herkennen en weglaten in zinnen.
- Jij kan aan het einde van les 2 homonienen en homofonen herkennen en onderscheiden.
stap:
- Jij kan aan het einde van de twee lessen aan andere uitleggen wat stijlfouten/stijlfiguren zijn.
- Jij kan aan het einde van de twee lessen foutieve gebruikte stijlfigeren verbeteren in zinnen.
- Jij kan aan het einde de eindtoets afsluiten met een voldoende.
Nu is het aan jou om te bewijzen dat je deze 6 doelen hebt gehaald. Maak de eindtoets en kijk wat jij kan.
Succes!
Toets: Eindtoets
0%
Succes jongens!
tip: Bij het benoemen van een stijlfout gaat het alleen om de stijflouten die je tot nu toe hebt geleerd, dus een pleonasme, tautologie, contaminatie, dubbele ontkenning, onjuiste herhaling, homoniemen en homofonen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement Formuleren is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Mine Kayademir
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2019-07-10 23:24:45
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Pleonasme en Tautologie
Pleonasme en tautologie
Oefening contaminatie
extra opgaven
uitdagendere opdrachten
Tussentoets
Opdrachten
extra oefenmateriaal
uitdagendere opdrachten
opdrachten homoniemen en homofonen
Eindtoets
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.