Pleonasme en Tautologie

Om te beginnen zal ik jullie uitleggen waarom we stijlfiguren gebruiken. Het is zo dat als je iets op een bijzondere manier wilt vertellen, je gebruikt kunt maken van stijlfiguren. Je kunt als schrijver en/of dichter zijnde je woorden extra betekenis geven aan de hand van stijlfiguren. We hebben meerdere vormen van stijlfiguren. Bij dit onderdeel krijg je uitleg over het pleonasme en de tautologie.

 

Het pleonasme

Bij het pleonasme benadruk je een eigenschap van een werkwoord of zelfstandig naamwoord die eigenlijk al duidelijk is. Ofterwijl, je zegt bij het pleonasme twee keer hetzelfde met verschillende woorden. Pas wel op, want deze woorden behoren niet tot dezelfde woordsoort.

voorbeeld:

- De wereld ziet er grauw uit in de grijze mist.

We weten dat mist al grijs is van kleur. Hier wordt ervoor gekozen om nogmaals aan te geven dat mist een grijze kleur heeft. Dus.... we hebben hier te maken met een pleonasme. (foutieve pleonasme, want het is hier dus fout gebruikt!)

 

Ben je vergeten wat woordsoorten zijn?

Bij het ontleden van een zin wordt van elk woord bepaald welk woordsoort het heeft. De woordsoort geeft dan aan tot welke catagorie een bepaald woord hoort. We kunnen de volgende woordsoorten van elkaar onderscheiden: werkwoorden, zelfstandige naamwoorde, bijvoegelijke naamwoorden, voornaamwoorden, bijwoorden, lidwoorden, telwoorden etc.

Weet je nu weer wat het was :)  

 

De tautologie

Bij een tautologie zeg je twee keer hetzelfde, maar dan met verschillende woorden.

LET OP: Deze woorden behoren WEL tot dezelfde woordsoort. Wat dus bij het pleonasme niet is.

voorbeeld:

- De kleuters stonden keurig netjes in de rij.

Keurig is een synoniem van netjes. Dus hier zeggen ze twee keer hetzeltfde. DIT IS NIET NODIG, DUS EEN FOUTIEVE TAUTOLOGIE!

- Misschien dat ze er wellicht nog achter komen.

Misschien is een synoniem van wellicht.

 

Begrijp je de theorie?

Maak dan snel de opdrachten en test je kennis!