extra uitleg

Ik heb ervoor gekozen om bij het onderdeel 'homoniemen en homofonen' geen extra opdrachten of uitdagendere opdrachten te maken. Ik geloof erin dat jullie dit onderdeel onder de knie hebben.

Toch kan het zo zijn dat je liever net wat meer uitleg nodig hebt en geloof me dat is geen enkel probleem! Ik hoop dat het straks voor je duidelijk genoeg is wat het verschil is tussen een homoniem en een homofoon.

Tijdens de eindtoets krijg je hier weer vragen over, dus lees goed en bedenk voor jezelf voorbeelden. Maak eventueel de opdracht bij dit onderdeel opnieuw.

 

Homofonen

Bij een homofoon gaat het om hoe het KLINKT.

Je hoort twee keer hetzelfde...

Lees deze twee zinnen is hardop:

1) Mijn hart klopt heel snel.

2) Mijn oma kan heel hard rennen.

 

Wat hoor je?

Je hoort als het goed is twee keer een -t, terwijl je schrijft 'hard rennen'

 

           

         lachen        vs         liggen

 

 

 

Je hoort twee keer hetzelfde

Maar je schrijft:

1) Ik lag op bed

2) Ik lach erg hard om zijn grappen.

 

 

Homoniemen

 

betekenissen van woorden:

- homo = gelijk

- niemen; kan je vergelijken met het woord synoniemen. Synoniemen houdt in dat er woorden zijn met meerdere betekenissen.

 

Je had al als tip meegekregen dat er in een woordenboek dan meerdere betekenissen staan achter het woord.  

Zoek bijvoorbeeld naar de betekenis van het woord muis: 

Je ziet dat het woord 'muis' meer dan één betekenis heeft.

 

 

Voorbeeld:

      Betekenis 1: Kussen dat je iemand een zoen geeft.(Foto links boven)

     Betekenis 2:  Kussen waar je je hoofd op legt.

(Foto rechts boven)

 

    Betekenis 1: Een kop waar je thee/koffie etc. uit drinkt.

(Foto links onder)

    Betekenis 1: Een KOPtelefoon, waar je bezoek mee luistert. 

(Foto rechts onder)

 

 

Homoniemen en homofonen, hopelijk is dit onderdeel nu duidelijk voor je.