Thema: Berlin - vmbo-kgt34

Thema: Berlin - vmbo-kgt34

Berlin

Intro

Liebe Schülerin, lieber Schüler,
Beste leerling,

Deutsch lernen kann man am besten in Deutschland, so viel ist sicher! Aber man kann natürlich nicht einfach mal ein Jahr nach Deutschland ziehen oder emigrieren, nur um die Sprache besser zu lernen. Zum Glück gibt es auch andere Möglichkeiten, z.B. eine Klassenfahrt.
Duits leren kun je het beste in Duitsland zelf!
Alleen kun je natuurlijk niet zomaar naar Duitsland verhuizen om de taal beter te leren. 
Gelukkig zijn er andere mogelijkheden, bv. een schoolreis.

In den Niederlanden werden oft Reisen von der Schule organisiert.
In der Unterstufe gibt es oft ein 'brugklaskamp' und später Reisen innerhalb einer Jahrgangsstufe, wobei man oft aus mehreren Reisen wählen kann.
In Nederland worden vaak schoolreizen georganiseerd, zoals het brugklaskamp en later werkweken in de bovenbouw waarbij je vaak uit verschillende bestemmingen kunt kiezen.

In Deutschland machen die Schüler einer Klasse eine Reise meistens zusammen, und darum heißt das in Deutschland auch Klassenfahrt. In der Unterstufe bleibt man meistens in der Umgebung des Wohnortes, später machen die Schüler Reisen innerhalb Deutschlands. Auslandsreisen gibt es meistens nur am Ende der Oberstufe.
In Duitsland gaan de leerlingen meestal alleen met hun eigen klas op pad en daarom noem je een schoolreis in Duitsland dan ook “Klassenfahrt”. In de onderbouw blijf je dichtbij huis, later ga je binnen Duitsland op reis. Buitenlandse reizen vinden vaak alleen in het examenjaar (vaak na de centrale examens) plaats.

Für die meisten Schüler ist eine Klassenfahrt das Highlight des Jahres und jeder freut sich riesig darauf!
Voor de meeste leerlingen is zo’n “Klassenfahrt” het highlight van het schooljaar of misschien wel van hun hele schoolcarrière en ze kijken er enorm naar uit.


Wortigel

  1. Was weißt du schon über Berlin?
    Wat weet je al over Berlijn?
  2. Welche Berliner Sehenswürdigkeiten kennst du?
    Welke bezienswaardigheden in Berlijn ken je?
  3. Was hast du bei Geschichte oder Geografie über Berlin gelernt?
    Heb je bij geschiedenis of aardrijkskunde al iets geleerd over Berlijn?
  4. Bist du schon mal dort gewesen?
    Ben je er zelf al eens geweest?

 


Groepsopdracht

  • Schreibt das Wort 'Berlin' auf ein großes Blatt Papier.
    Schrijf het woord 'Berlin' op een groot vel papier.
  • Schreibt um das Wort alles, was dir zu Berlin einfällt.
    Schrijf om het woord alles wat je maar kunt bedenken over Berlijn.
  • Vergleicht euren Wortigel mit anderen Gruppen.
    Vergelijk de resultaten met andere groepen.
  • Wer ist schon mal in Berlin gewesen? Erzählt in der Klasse von euren Erfahrungen.
    Ben je al eens in Berlijn geweest? Vertel in de klas over jouw ervaringen en avonturen.

Was kannst du schon?

Überlege erst, was du schon kannst, bevor du mit einer neuen Aufgabe beginnst.
Voordat je aan het nieuwe thema begint, is het goed na te denken over wat je al kunt.

Wähle die Beschreibung/en, die zu dir passt/passen.
Kies de beschrijving die het best bij je past.

 

Nee, nog helemaal niet

Ja, een  beetje

Ja, geen enkel probleem

Hören

  • Ik kan een korte uitleg begrijpen, bijvoorbeeld als iemand mij de weg wijst.

 

 

 

Lesen

  • Ik kan specifieke informatie vinden en begrijpen in eenvoudige teksten op een Duitse website.

 

 

 

Sprechen

  • Ik kan op eenvoudige manier bekenden en onbekenden groeten of de weg vragen.

 

 

 

Schreiben

  • Ik kan in korte, eenvoudige zinnen een routebeschrijving maken.

 

 

 

Landeskunde

  • Ik kan vertellen en schrijven over een aantal bezienswaardigheden van Berlijn.

 

 

 

Natuurlijk hoef je dit nog niet allemaal te kunnen.
Je gaat hiermee aan de slag in dit thema.

Was wirst du lernen?

Ziele - Leerdoelen
Am Ende des Themas weißt du eine Menge über Berlin.
Du bist dann in der Lage, bei der Vorbereitung einer Klassenfahrt nach Berlin mitzuhelfen und später auch an der Klassenfahrt teilzunehmen.

Aan het einde van dit thema weet je veel meer over Berlijn.
Je kunt een schoolreis naar Berlijn helpen organiseren en daarna ook meegaan.

Darum:

  • lernst du viel über die Sehenswürdigkeiten und die Geschichte von Berlin.
    leer je veel over de bezienswaardigheden en de geschiedenis van Berlijn.
  • siehst du ein Video über die Berliner Mauer.
    kijk je naar een video over de bouw van de Berlijnse Muur.
  • liest du Speisekarten, Theaterbroschüren, Flyers von Discotheken, verschiedene Websites usw.
    lees je menu's en websites over bezienswaardigheden, theaters, discotheken, enz.
  • orientierst du dich in Berlin und beschreibst du den Weg.
    zoek en beschrijf je een route in Berlijn.
  • bereitest du dich auf verschiedene Gesprächssituationen vor, z.B. im Hotel oder am Bratwurststand.
    bereid je je voor op verschillende gesprekssituaties, bijvoorbeeld in een hotel of bij een Bratwurstkraam.
  • äußerst du deine Meinung zu bestimmten Programmpunkten.
    geef je je mening over diverse programmapunten.
  • diskutierst du mit deinen Mitschülern über das Programm.
    discussieer je met je klasgenoten over het programma.
  • lernst du wichtige Wörter und Sätze.
    leer je belangrijke woorden en zinnen.
  • lernst du den Gebrauch des Dativs nach präpositionen und Verben.
    leer je het gebruik van de datief met werkwoorden en voorzetsels.
  • lernst und machst du noch viel mehr... !
    leer en doe je nog veel meer..........!


Was wirst du machen?

Het Thema Berlijn bestaat uit vier blokken.

 

Blok

Titel

1

Wegbeschreibung

2

Geschichte

3

Sehenswürdigkeiten

4

Mehr Berlin

 

Het thema sluit je af met een 'Miniproject'.
In dat project vind je realistische situaties waarin je alles wat je hebt geleerd kunt gebruiken.

Let daarbij op:

  • de uitspraak
  • de spelling
  • de woorden en zinnen
  • de grammatica

Viel Erfolg.

Teile

Das Thema Berlin besteht aus den folgenden vier Teile:
Het thema Berlin bestaat uit de volgende vier blokken:

Blok 1

Wegbeschreibung

Blok 2

Geschichte

Blok 3

Sehenswürdigkeiten

Blok 4

Mehr Berlin

Abschluss: Miniprojekt

Inleiding

In Deutschland machen meistens die Schüler einer Klasse eine Reise zusammen, und darum heißt das in Deutschland auch Klassenfahrt. In der Unterstufe bleibt man meistens in der Umgebung des Wohnortes, später machen die Schüler Reisen innerhalb Deutschlands. Auslandsreisen gibt es meistens nur am Ende der Oberstufe.
In Duitsland gaan de leerlingen meestal alleen met hun eigen klas op pad en daarom noem je een schoolreis in Duitsland dan ook “Klassenfahrt”. In de onderbouw blijf je dichtbij huis, later ga je binnen Duitsland op reis. Buitenlandse reizen vinden vaak alleen in het examenjaar (vaak na de centrale examens) plaats.

Für die meisten Schüler ist eine Klassenfahrt das Highlight des Jahres und jeder freut sich riesig darauf!
Voor de meeste leerlingen is zo’n “Klassenfahrt” het highlight van het schooljaar of misschien wel van hun hele schoolcarrière en ze kijken er enorm naar uit.


Nächstes Schuljahr organisiert deine Schule eine Klassenfahrt nach Berlin.
Teile des Programms stehen fest, aber über bestimmte Programmpunkte dürfen die Teilnehmer mitbestimmen.
In het volgende schooljaar organiseert jouw school een schoolreis naar Berlijn.
Delen van het programma staan vast, maar over sommige onderdelen kunnen de deelnemers meebeslissen.


Im abschließenden MiniProjekt wirst du das Programm für eure Klassenfahrt machen.
In het afsluitende Miniproject zul je het programma voor deze 'Kassenfahrt' maken.

Je hebt in de 'Teile' nu verschillende opdrachten gedaan ter voorbereiding op dit Miniproject. In 'Situation' in het begin van dit thema heb je gelezen waar dit miniproject over gaat.

Jouw school organiseert een schoolreis naar Berlijn. Delen van het programma staan vast, maar sommige onderdelen gaan jullie zelf bedenken.

 

Stap

Activiteit

Leerdoel

 

Voorbereiding

Je leest de inleiding en krijgt de opdracht. Je docent deelt je in bij groep A, groep B of groep C.
Doorloop de volgende stappen die bij jouw Miniproject A, B of C horen.

Stap 1

Lezen

Je verzamelt informatie op het internet.

Stap 2

en

Spreken

Je bespreekt je ideeën met een groepje.

Stap 3

en

Spreken/luisteren/schrijven

Je presenteert jullie voorstel aan de klas. Je luistert naar andere presentaties en maakt aantekeningen.

Stap 4

en

Evaluatie

Je beoordeelt hoe je de opdracht hebt gemaakt.

Vorbereitung

Berlijn

Berlijn is de hoofdstad van Duitsland. De Duitse regering zetelt er.
Het is een schatkamer voor liefhebbers van kunst, cultuur, architectuur en geschiedenis.
In de afgelopen jaren heeft Berlijn zich tot een toeristisch metropool
ontwikkeld. Mensen uit alle hoeken van de wereld komen naar Berlijn.

Het aantal Nederlandse bezoekers neemt elk jaar toe.
Of het nu gaat om een weekendje weg, een kort verblijf of voor een langere periode: er zijn volop mogelijkheden en geschikte aanbiedingen om een citytrip naar Berlijn te ondernemen.
Dat kan per vliegtuig of per intercity, per auto of per georganiseerde busreis.

 

Situation
In het volgende schooljaar organiseert jouw school een schoolreis naar Berlijn.
Delen van het programma staan vast, maar over sommige onderdelen kunnen de deelnemers meebeslissen.

Aufgabe
Zet een programmavoorstel voor een schoolreis op papier en bespreek dit met je klas.
Je docent deelt de klas in drie groepen.
Elke groep krijgt een andere deelopdracht (Miniproject A/B/C) voor de invulling van het programma.

Ziel
De keuzes die jullie maken, worden in het programma van de schoolreis opgenomen.
Zo heb je invloed op de organisatie van je reis. Jouw mening telt!

Download hier het programma voor de schoolreis:
Programma schoolreis Berlijn
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...)
of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).

Je docent deelt de klas in drie groepen.
Elke groep krijgt een andere deelopdracht voor de invulling van het programma.

Miniprojekt - Groep A

Stap 1 - Lezen

Besichtigung

Situation
Op woensdagochtend maak je om twaalf uur per bus een Musictour door Berlijn. De rondrit eindigt bij de Brandenburger Tor.
Hoe het middagprogramma eruit ziet, mag je bijna zelf bepalen. Je maakt een keuze uit de voorstellen. Je kunt gebruik maken van jullie reisbus om naar de bezienswaardigheden te rijden. Om drie uur staat een bezoek aan de Berlijnse Muur in de Bernauer Straße op het programma.

Aufgabe
Plan een bezoek naar een van de volgende bezienswaardigheden:

Ziel
Samen met je klasgenoten beslis je wat jullie op woensdagmiddag gaan doen in Berlijn.

Einzelarbeit

  • Bekijk de websites met de verschillende voorstellen.
  • Kies de bezienswaardigheid, die je graag wilt bezoeken.

Evaluatie Lezen

Hoe vond jij deze opdracht gaan?
Geef bij elk onderdeel aan hoe jij vond dat het ging.

Onderdeel

Goed

Voldoende

Onvoldoende

Woordenschat

Je beheerst alle eenvoudige woorden om een eenvoudige tekst te kunnen begrijpen.

Je beheerst de meest noodzakelijke woorden om een eenvoudige tekst te kunnen begrijpen.

Je beheerst niet voldoende woorden om een eenvoudige tekst te kunnen begrijpen.

Zinsbouw en grammatica

Je kunt de werkwoordsvormen en zinnen goed herkennen en begrijpen.

Je kunt genoeg zinnen en werkwoordsvormen herkennen. Ik begrijp sommige zinnen en werkwoordvormen.

Je kunt werkwoordsvormen en zinsopbouw niet goed herkennen en begrijpen.

Tekstinzicht

Je kunt de opbouw en grote lijn goed zien. Je kunt ook de betekenis van onbekende woorden makkelijk afleiden uit de context.

Je kunt de opbouw en de grote lijn van een tekst vrij goed zien, maar je kunt zelden de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context.

Je kunt de opbouw en grote lijn van de tekst niet helemaal en kan de betekenis van onbekende woorden niet afleiden uit de context.

 

Tempo van lezen

Je kunt vlot en makkelijk doorlezen. Je begrijpt alles wat er staat. Je kunt de volledige tekst tot in alle details doorlezen.

Je hebt vaak al voldoende leestempo om redelijk wat van wat je leest te begrijpen.
Je kunt de volledige tekst globaal doorlezen.

Je hebt te veel tijd nodig om alles volledig te kunnen doorlezen. Wat je leest begrijp je niet helemaal.

 

Leesstrategie

Je kunt naar de grote lijn van een tekst kijken en daarna naar de details.
Vooraf gebruik je de indeling, de plaatjes en voorkennis (wat je al van het onderwerp af weet).

Je kunt met gebruik van de indeling, plaatjes en voorkennis (wat je al weet van het onderwerp) met moeite de grote lijn in de tekst bekijken.
Je vertaalt nog te veel zinnen zonder verband te zien.

Je begrijpt niet goed hoe je de tekst moet aanpakken en begint woord voor woord te lezen. Je maakt te weinig gebruik van voorkennis (wat je al weet van het onderwerp).

 

Stap 2 - Spreken

Gruppenarbeit

  • Vorm groepjes met die klasgenoten, die bij dezelfde deelopdracht zijn ingedeeld.
  • Bedenk een taakverdeling:
    - Wie is de voorzitter?
    - Wie houdt de tijd bij? 
    - Wie maakt het verslag?
  • Verzamel informatie over je voorstel en maak notities:
    • inhoudelijk: een korte beschrijving en de betekenis van de bezienswaardigheid;
    • organisatorisch: openingstijden, planning, rondleidingen en prijs.
  • Verzamel argumenten voor je voorstel.
  • Bereid een korte presentatie voor.

Stap 3 - Spreken/luisteren/schrijven

Präsentation

  • Presenteer jullie voorstel in de klas.
  • Maak tijdens de presentaties aantekeningen over de verschillende voorstellen.
    Noteer voor- en tegen argumenten.
  • Stel vragen als informatie ontbreekt of als er iets niet duidelijk is.

Diskussion

  • Bespreek de voorstellen in je klas nadat je alle suggesties hebt gehoord.
  • Op basis van de verstrekte informatie en de argumenten besluit je met de klas welke bezienswaardigheid woensdagmiddag gaat bezoeken.

Stap 4 - Evaluatie

Auswertung

Welke uitspraken passen bij jou?
Schrijf ze in het Duits op in je schrift.

  1. Das Zusammenstellen der benötigten Informationen war kein Problem für mich.
  2. Gleichzeitig zuhören und Notizen machen fällt mir schwer.
  3. Meine/unsere Argumente überzeugten die anderen nicht.
  4. Ich konnte an der Diskussion teilnehmen.
  5. Meine/unsere Argumente waren überzeugend.
  6. Ich bin zufrieden über die Zusammenarbeit in meiner Gruppe.
  7. Es fiel mir schwer, an der Diskussion teilzunehmen.
  8. Ich hatte Probleme, die benötigten Informationen auf der Website zu finden.
  9. Ich konnte während der Präsentationen brauchbare Notizen machen.
  10. Die Zusammenarbeit in meiner Gruppe war nicht optimal.

 

  1. Het verzamelen van de informatie die ik nodig had, was voor mij geen probleem.
  2. Ik vind het moeilijk om te luisteren en tegelijkertijd aantekeningen te maken.
  3. Mijn / onze argumenten hebben de anderen niet overtuigd.
  4. Ik kon deelnemen aan de discussie.
  5. Mijn / onze argumenten waren overtuigend.
  6. Ik ben tevreden over de samenwerking in mijn groep.
  7. Ik vond het moeilijk om aan de discussie deel te nemen.
  8. Ik had problemen met het vinden van de informatie die ik nodig had op de website.
  9. Ik heb tijdens de presentaties nuttige aantekeningen kunnen maken.
  10. De samenwerking in mijn groep was niet optimaal.

Miniprojekt - Groep B

Stap 1 - Lezen

Restaurant

Situation
Voor maandag, dinsdag en woensdag is het avondeten geregeld.
Twee keer eet je bij Joe's Wirtshaus zum Löwen en eenmaal bij Ziko's Grillrestaurant. Voor donderdagavond mag je zelf een restaurant uitzoeken.

De cruise eindigt om 20:00 uur bij de bootsteiger Am Weidendamm/Ecke Friedrichstraße. Er is geen bus ter beschikking. Dat betekent dat je te voet naar het restaurant gaat of gebruik maakt van het openbaar vervoer.
Na de maaltijd begint de terugreis naar Nederland.
De bus haalt jullie om 22:30 uur op bij het restaurant.

Aufgabe
Plan het diner in een van de volgende restaurants:

Je kunt eventueel ook zelf een restaurant zoeken.
Aufgepasst! een hoofdgerecht plus drank mag hoogstens € 25 kosten!

Ziel:
De klas bepaalt waar jullie donderdagavond gaan eten.

Einzelarbeit:

  • Bekijk de websites van de verschillende restaurants.
  • Kies een restaurant, waar je het liefste wilt eten.
    Schrijf op waarom jij hier het liefste wilt eten.

Stap 2 - Spreken

Gruppenarbeit

  • Vorm groepjes met die klasgenoten, die bij dezelfde deelopdracht zijn ingedeeld.
  • Verzamel informatie over je voorstel en maak notities:
    • inhoudelijk: een korte beschrijving van het gekozen restaurant;
    • organisatorisch: openingstijden, planning en prijs.
  • Verzamel argumenten voor je voorstel.
  • Bereid een korte presentatie voor.

Stap 3 - Spreken/luisteren/schrijven

Präsentation

  • Presenteer jullie voorstel aan de klas.
  • Maak notities tijdens de presentaties over de verschillende voorstellen.
  • Stel vragen als er informatie ontbreekt of als er iets niet duidelijk is.

Diskussion

  • Discussieer met je klas nadat je alle voorstellen in je klas hebt gehoord.
  • Besluit op basis van alle informatie en de argumenten bij welk restaurant je wilt eten.
  • Je schrijft een e-mail om te reserveren bij het restaurant.
  • Bekijk nogmaals de e-mail en maak hem af, zodat je leraar de e-mail kan versturen.

Tips schrijven zakelijke e-mail

Evaluatie spreken

Kijk bij elk onderdeel welke omschrijving je voor jezelf van toepassing vindt.
Hoe vind je dat je het hebt gedaan?

Spreken

GOED

VOLDOENDE

ONVOLDOENDE

 

De juiste woorden kennen en gebruiken

Ik kan alle eenvoudige woorden gebruiken om antwoord op de vragen te geven.

Ik kan de meest noodzakelijke woorden gebruiken om me antwoord op de vragen te geven.

Ik kan de meest eenvoudige woorden nog niet gebruiken om antwoord op de vragen te geven.

 

Grammatica – zinnen maken

Ik kan alle geleerde grammatica gebruiken in eenvoudige zinnetjes.

Ik kan de meeste, maar nog niet alle grammatica gebruiken in eenvoudige zinnetjes.

Ik kan de geleerde zinnen niet formuleren, maar gebruik losse woorden zonder zinsverband.

 

Duidelijk -vloeiend spreken

Ik praat bijna zonder aarzelingen vlot door.

Ik praat redelijk vlot door,  met af en toe een aarzeling.

Ik praat met te veel pauzes en aarzelingen en zonder intonatie.

 

Uitspraak

De uitspraak van wat ik geleerd heb klinkt  verstaanbaar voor mijn klasgenoot.

De uitspraak van wat ik geleerd heb klinkt redelijk verstaanbaar voor mijn klasgenoot.

De uitspraak van wat ik geleerd heb klinkt niet verstaanbaar genoeg voor mijn klasgenoot.

 

Overbrengen van de boodschap

Ik kan anderen zonder veel moeite duidelijk maken wat ik bedoel en wat ik wil.

Ik kan ook goed reageren op wat mijn klasgenoot heeft verteld of een vraag stellen.

Ik kan anderen met wat moeite duidelijk maken wat ik bedoel.
Ik vind het lastig om te reageren op wat mijn klasgenoot heeft verteld of een vraag stellen.

Ik kan anderen niet duidelijk maken wat ik bedoel.
Reageren op wat mijn klasgenoot heeft verteld kan ik niet goed. Ook een vraag stellen vind ik lastig.

Stap 4 - Evaluatie

Auswertung

Welke uitspraken passen bij jou?
Schrijf ze op in je schrift.

  1. Ich konnte gut mitdiskutieren.
  2. Ich hatte Probleme, alle gesuchten Informationen zu finden und zu verstehen.
  3. Meine Gruppe arbeitete nicht so gut zusammen.
  4. Ich konnte schnell die gesuchten Informationen finden und verstehen.
  5. Meine/unsere E-Mail war ziemlich fehlerhaft.
  6. Die Zusammenarbeit in der Gruppe funktionierte gut.
  7. Diskutieren kann ich noch nicht gut.
  8. Die Klasse hat sich nicht für mein/unser Restaurant entschieden.
  9. Meine/unsere E-Mail war größtenteils korrekt.
  10. Mein/unser Restaurant wurde ausgewählt.

Miniprojekt - Groep C

Stap 1 - Lezen

Ausgehen

Situation
Het avondprogramma voor dinsdag en woensdag staat nog niet vast. Jullie kunnen dus meebepalen wat je 's avonds gaat doen.
Op dinsdag eet je van 19.00 uur tot ongeveer 20.00 uur in Ziko's Grillrestaurant in de Kaiser-Friedrich-Straße 61. Op woensdag eet je van 18.30 uur tot ongeveer 19.30 uur in Joe's Wirtshaus zum Löwen in de Hardenbergstraße 29.
Op beide avonden kan jullie reisbus je vervoeren naar het avondprogramma en weer terug naar het hotel op de Ansbacher Straße 4.
Uiterlijk 23.30 uur moet je weer terug zijn in het hotel.

Aufgabe
Plan een activiteit voor de de dinsdag- en woensdagavond.

Ziel
Samen met je klasgenoten bekijk je wat jullie 's avonds gaan doen.

Einzelarbeit

  • Bekijk de websites en suggesties.
  • Kies twee dingen die je graag zou willen doen.

Evaluatie Lezen

Hoe vond jij deze opdracht gaan?
Geef bij elk onderdeel aan hoe jij vond dat het ging.

Onderdeel

Goed

Voldoende

Onvoldoende

Woordenschat

Je beheerst alle eenvoudige woorden om een eenvoudige tekst te kunnen begrijpen.

Je beheerst de meest noodzakelijke woorden om een eenvoudige tekst te kunnen begrijpen.

Je beheerst niet voldoende woorden om een eenvoudige tekst te kunnen begrijpen.

Zinsbouw en grammatica

Je kunt de werkwoordsvormen en zinnen goed herkennen en begrijpen.

Je kunt genoeg zinnen en werkwoordsvormen herkennen. Ik begrijp sommige zinnen en werkwoordvormen.

Je kunt werkwoordsvormen en zinsopbouw niet goed herkennen en begrijpen.

Tekstinzicht

Je kunt de opbouw en grote lijn goed zien. Je kunt ook de betekenis van onbekende woorden makkelijk afleiden uit de context.

Je kunt de opbouw en de grote lijn van een tekst vrij goed zien, maar je kunt zelden de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context.

Je kunt de opbouw en grote lijn van de tekst niet helemaal en kan de betekenis van onbekende woorden niet afleiden uit de context.

 

Tempo van lezen

Je kunt vlot en makkelijk doorlezen. Je begrijpt alles wat er staat. Je kunt de volledige tekst tot in alle details doorlezen.

Je hebt vaak al voldoende leestempo om redelijk wat van wat je leest te begrijpen.
Je kunt de volledige tekst globaal doorlezen.

Je hebt te veel tijd nodig om alles volledig te kunnen doorlezen. Wat je leest begrijp je niet helemaal.

 

Leesstrategie

Je kunt naar de grote lijn van een tekst kijken en daarna naar de details.
Vooraf gebruik je de indeling, de plaatjes en voorkennis (wat je al van het onderwerp af weet).

Je kunt met gebruik van de indeling, plaatjes en voorkennis (wat je al weet van het onderwerp) met moeite de grote lijn in de tekst bekijken.
Je vertaalt nog te veel zinnen zonder verband te zien.

Je begrijpt niet goed hoe je de tekst moet aanpakken en begint woord voor woord te lezen. Je maakt te weinig gebruik van voorkennis (wat je al weet van het onderwerp).

 

Stap 2 - Spreken

Gruppenarbeit

  • Vorm groepjes met die klasgenoten, die bij dezelfde deelopdracht zijn ingedeeld.
  • Verzamel gegevens en maak notities:
    • inhoudelijk: wat wordt vertoond? (welke film, show, etc.), wat kan men doen/meemaken?
    • organisatorisch: wat zijn de openingsuren en hoe lang duurt de heen- en terugreis?
      Past de activiteit in je tijdsbestek? Past de activiteit in je budget?
  • Verzamel argumenten voor jullie voorstel.
  • Bereid een korte presentatie voor.

 

Kijk in het gereedschapskist item presenteren hieronder voor tips hoe je een presentatie maakt.

 

Presentatie maken

Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.

 

Stap 3 - Spreken/luisteren/schrijven

Präsentation

  • Presenteer je voorstel in de klas.
  • Maak notities tijdens de presentatie van de verschillende voorstellen en argumenten/tegenargumenten.
  • Stel vragen als er informatie ontbreekt of als er iets niet duidelijk is.

Diskussion

  • Bespreek met je klas de voorstellen en suggesties.
  • Besluit op basis van alle informatie en argumenten wat je wilt gaan doen op dinsdag- en woensdagavond.

Stap 4 - Evaluatie

Auswertung

Welke uitspraken passen bij jou?
Schrijf ze op in je schrift. Je mag er natuurljk zelf ook nog uitspraken bij schrijven.

  1. Die Informationen auf den Websites konnte ich gut verstehen.
    De informatie op de websites kon ik goed begrijpen.
  2. Bei der Diskussion war ich eher passiv.
    In de discussie was ik nogal passief.
  3. Es gab Probleme bei der Zusammenarbeit mit meinen Mitschülern.
    Er waren problemen met het samenwerken met mijn klasgenoten.
  4. Ich fand die Aufgabe nicht so toll.
    Ik vond de opdracht niet zo leuk.
  5. Das Mittwochabendprogramm gefällt mir nicht.
    Ik hou niet van het woensdagavond programma.
  6. Das Mittwochabendprogramm gefällt mir.
    Ik hou van het woensdagavond programma.
  7. Die Aufgabe hat mit Spaß gemacht.
    Die opdracht was leuk.
  8. Oft habe ich Probleme, die deutschen Texte auf den Websites zu verstehen.
    Ik heb vaak problemen met het begrijpen van Duitse teksten op de websites.
  9. Gleichzeitig zuhören und Notizen machen fällt mir schwer.
    ik kan moeilijk tegelijkertijd luisteren en aantekeningen maken.
  10. Ich habe an der Diskussion teilgenommen.
    Ik nam deel aan de discussie.

D-toets

Test je kennis. Maak de D-toets.

Auswertung - Evaluatie

Beheers je de stof van het thema 'Berlin'?
Ken je de woorden, zinnen en de grammatica?
Kun je in het Duits mondeling en schriftelijk over Berlijn en de dingen die daarmee te maken hebben communiceren?
Kies de uitspraken die op jou van toepassing zijn.

 

ein bisschen

       gut

sehr gut

Ich kann die Wörter zum Thema 'Berlin'.

 

 

 

Ich kann deutsche Wörter und Sätze korrekt aussprechen.

 

 

 

Ich kann mich schriftlich gut ausdrücken.

 

 

 

Ich kann Speisekarten, Theaterbroschüren, Flyers von Discotheken, verschiedene Websites usw lesen.

 

 

 

Ich kann die Grammatik richtig anwenden.

 

 

 

Ich kann mit Google Maps die Route vom Hotel Ansbach zum Restaurant suchen.

 

 

 

Ich kann in verschiedenen Situationen schnell und richtig auf Deutsch zu reagieren.

 

 

 

Ich fühle mich sicher, wenn ich Deutsch rede.

 

 

 

  • Het arrangement Thema: Berlin - vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2024-07-15 11:43:55
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Duits voor vmbo-kgt34. Gedurende dit thema zal je meer te weten komen over Berlijn. Het doel is om je voor te bereiden op de organisatie van en deelname aan een schoolreis naar Berlijn. Tijdens deze voorbereiding leer je onder andere over de geschiedenis en bezienswaardigheden van Berlijn, je leert belangrijke woorden en zinnen die je voorbereiden op gespreksvoering in het Duits, je leert discussiëren en je mening geven over bepaalde programmapunten en je leert bijvoorbeeld hoe je een route in Berlijn kan beschrijven. Het thema Berlin bestaat uit vier delen: Wegbeschreibung, Geschichte, Sehenswürdigkeiten & Mehr Berlin. Uiteindelijk zal het thema Berlin worden afgesloten met een miniproject, waarin je alles wat je hebt geleerd, op het gebied van spelling, uitspraak, woorden, zinnen en grammatica, kan gebruiken.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Spreken; Schrijven; Gesprekken voeren; Duits; Luisteren en kijken; Lezen;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    9 uur en 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, berlin, duits, stercollectie, vmbo-kgt34

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Thema: Berlin vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/74444/Thema__Berlin__vmbo_kgt34

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content - Toetsen. (z.d.).

    Duits vmbo-kgt34 D-toetsen

    https://maken.wikiwijs.nl/159124/Duits_vmbo_kgt34_D_toetsen

    VO-content Duits. (2019).

    Opdracht: Miniprojekt (Berlin) - vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/139380/Opdracht__Miniprojekt__Berlin____vmbo_kgt34

    VO-content Duits. (2020).

    Thema: Berlin - vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/141213/Thema__Berlin___vmbo_b34