Onderwerp & Lijdend voorwerp bij het persoonlijk voornaamwoord
Onderwerp & Lijdend voorwerp bij het persoonlijk voornaamwoord
Willkommen
Hallo! Schön, dass ihr hier seid :-) Heute machen wir etwas mit dem Subjekt (onderwerp/1e naamval/hij) und dem Akkusativ (lijdend voorwerp/4e naamval/hem) zusammen mit den persönliche Fürwörter (persoonlijk voornaamwoord). Seid ihr auch so gespannt?
Lesdoelen:
- Je kunt aan het einde van de les alle persoonlijke voornaamwoorden in het Duits in de 1e en 4e naamval opnoemen.
- Je kunt aan het einde van de les in eigen woorden vertellen wat een persoonlijk voornaamwoord
is.
- Je kunt aan het einde van de les de hij/hem regel toepassen.
Hoe werkt het?
Je werkt stapsgewijs alle opdrachten bij de kopjes aan de linkerkant af.
Klaar? Maak de extra oefeningen bij het kopje 'fertig'.
Je mag niet samenwerken deze les, alles lees en maak je alleen.
Je mag een online woordenboek gebruiken.
Je hebt 45 minuten om alles te behandelen. Niet af? Dan is het huiswerk.
De resultaten behandelen we de volgende les.
Viel Erfolg!
Anfangen!
Bekijk nu de onderstaande video als introductie voor deze les!
Mocht het filmpje niet werken, klik dan op onderstaande link:
Wat is het Persönlich Fürwort (persoonlijk voornaamwoord)?
Lees de onderstaande uitleg goed door!
Persoonlijke voornaamwoorden noemen (meestal) personen zonder ze bij naam te noemen. Het woord zegt het eigenlijk al, het is een persoon. Ze staan ook weleens in plaats van een dier of ding in de zin. Ze vervangen een zelfstandignaamwoord.
(De man mag mee. --> Hij mag mee.)
(Der Mann darf mit. --> Er darf mit.)
Persoonlijke voornaamwoorden zijn er in verschillende vormen. Ze kunnen het onderwerp kunnen zijn, het lijdend voorwerp en het aanwijzend voornaamwoord. In deze les hebben we het alleen over het onderwerp(in het Duits de 1e naamval) en het lijdend voorwerp (in het Duits de 4e naamval).
Voorbeelden van persoonlijke voornaamwoorden die het onderwerp kunnen zijn: ik, jij, hij, zij, het, jullie, wij, zij en u.
Voorbeelden van persoonlijke voornaamwoorden die het lijdend voorwerp kunnen zijn: mij, je, hem, haar, het, hen, ons, ze en u.
Voorbeeldzin onderwerp: Ik roep Ina.
Voorbeeldzin lijdendvoorwerp: Ik roep haar.
Nu heeft de zin twee persoonlijke voornaamwoorden ik en haar. Ik is nog steeds het onderwerp en haar is het lijdend voorwerp. (Wie roept? Ik! Wie of wat roep ik? Haar!)
Persoonlijk voornaamwoord herhalen.
Das Subjekt (het onderwerp)
Lees de onderstaande uitleg goed door!
Allereerst, hoe vind je het onderwerp in een zin?
Door de vraag: Wie/wat + werkwoordelijk gezegde? te stellen.
Hij loopt door de deur.
Wie/wat + loopt? = hij!/onderwerp/1e naamval
We hebben nu dus vastgesteld dat het persoonlijk voornaamwoord als onderwerp deze vormen kan hebben:
ik, jij, hij, zij, het, jullie, wij, zij en u.
We gaan deze nu in het Duits vertalen!
Je ziet in in deze tabel 3 keer het woord 'sie' staan. Dit kan zeer verwarrend zijn. Je moet hiervoor goed naar de zin kijken om te zien welke 'sie' hier bedoeld wordt.
sie = zij (1 vrouwelijke persoon)
sie= zij (meervoud groep)
Sie= u (1 persoonlijk die beleefd aangesproken wordt. Let op! De U-vorm in het Duits wordt altijd gevolgd door een werkwoord in het meervoud. In het Nederlands zeggen we 'u gaat' en in het Duits zeggen we 'Sie gehen'.)
Voorbeeldzinnen:
Sie läuft nach Hause.
Je ziet hier aan het woord 'lauft' dat het enkelvoud is en het dus 1 vrouwelijke persoon moet zijn.
Laufen sie nach Hause?
Je ziet hier aan het woord 'laufen' dat het meervoud is en het dus om de zij in de groepsvorm.
Sie laufen nach Hause.
Je ziet hier aan het woord 'laufen' dat het meervoud is en om de U vorm gaat of de zij-vorm.
Soms is het heel moeilijk om het verschil te zien tussen de Sie(de u-vorm) en de sie(zij meervoud) als deze beide vooraan de zin staan en dus een hoofdletter hebben. Dit is echter niet erg, de zin klopt grammaticaal in beide gevallen.
Akkusativ (het lijdend voorwerp)
Lees de onderstaande uitleg goed door!
Allereerst, hoe vind je het lijdend voorwerp in een zin?
Door de vraag: Wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp ? te stellen.
Hij ziet een kat.
Wie/wat + ziet + hij? = een kat!/lijdend voorwerp/hem/4 naamval
We hebben ook vastgesteld dat het persoonlijk voornaamwoord het lijdend voorwerp kan zijn. Dan heb je deze vormen:
mij, je, hem, haar, het, hen, ons, ze en u.
Ook deze gaan we nu vertalen!
* = meervoud
Een voorbeeldzin: Ich sehe ihn.
Het lijdend voorwerp als persoonlijk voornaamwoord kan ook als vervanging dienen.
Bij de zin: 'Wie findest du das Buch?' kan je antwoorden: Ich finde das Buch blöd.
Je kan echter ook antwoorden: Ich finde es blöd.
Met 'es' verwijs je naar 'das Buch'.
Nog enkele voorbeeldzinnen:
Wie findest du den Fisch?
Ich finde ihn zu salzig.
Wie findest du die Ananas?
Ich finde sie sehr lecker.
Dus nog een keer het overzicht:
ich (in de 4e naamval) wordt mich.
du (in de 4e naamval) wordt dich.
er (in de 4e naamval ) wordtihn.
sie (in de 4e naamval) blijft sie.
es (in de 4e naamval) blijft es.
wir (in de 4e naamval) wordt uns.
ihr (in de 4e naamval) wordt euch.
sie (in de 4e naamval) blijft sie.
Sie (mv in de 4e naamval) blijft Sie.
Check of je het begrepen hebt door de 4 vragen te maken bij het volgende kopje!!
Probeprüfung 1
Heb je 3 of meer vragen goed hebt? Gratuliere! Je mag door naar het volgende onderwerp.
Heb je 2 of minder vragen goed? Schade :-( Lees de uitleg nog eens goed door voordat je verder gaat.
Probeprüfung 2
Heb je 3 of meer vragen goed hebt? Gratuliere! Je mag door naar het volgende onderwerp.
Heb je 2 of minder vragen goed? Schade :-( Lees de uitleg nog eens goed door voordat je verder gaat.
Probeprüfung 3
Wat? Maak nu de onderstaande quiz. Klik op de link onderaan de pagina en daarna op 'spelen zonder account'. Na de quiz ga je weer terug naar de Wikiwijspagina.
Werkvorm? Alleen.
Klaar en minimaal 3 vragen goed? Ga door naar het volgende kopje.
Klaar en 2 of minder vragen goed? Lees de stof nogmaals door en maak de quiz dan nog een keer.
Hoelang? Je hebt 5 minuten voor de toets.
Hulpmiddelen? De uitleg van de bovenstaande kopjes.
Resultaten? Zijn een check voor jezelf of je de lesstof onder de knie hebt.
Straks gaan we een toets maken over de persoonlijke voornaamwoorden in de 1e en 4e naamval. Het kan zijn dat je het nog moeilijk vindt om het onderwerp of een lijdend voorwerp in een zin te zoeken. In de onderstaande kennisclip wordt op een andere manier uitgelegd hoe je deze kunt vinden in een zin namelijk via de hij/hem regel.
Eindtoets
Maak nu de onderstaande toets! Hiermee kan ik inzien of jullie de stof begrepen hebben of dat we er nog meer tijd aan moeten besteden. Maak deze serieus dus! Bekijk voor het maken van de toets onderstaand schema nog even ter herhaling.
Wat? Maak nu de onderstaande toets.
Werkvorm? Alleen.
Klaar en minimaal 8 vragen goed? Gefeliciteerd, je hebt een voldoende. Maak de de extra oefeningen om ervoor te zorgen dat je 100% klaar bent voor de SO.
Klaar en 7 of minder vragen goed? Bekijk de kennisclip nog eens en maak de toets dan nog een keer.
Hoelang? Je hebt 10 minuten voor de toets.
Hulpmiddelen? De uitleg van de bovenstaande kopjes.
Resultaten? Zijn zichtbaar voor de docent.
Herhaling: De persoonlijke voornaamwoorden in het Duits
Toets: Persoonlijke voornaamwoorden 1, onderwerp en lijdend voorwerp.
Toets: Persoonlijke voornaamwoorden 1, onderwerp en lijdend voorwerp.
0%
Algemene Informatie
Titel
Persoonlijke voornaamwoorden 1, onderwerp en lijdend voorwerp.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement Onderwerp & Lijdend voorwerp bij het persoonlijk voornaamwoord is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Persoonlijke voornaamwoorden 1, onderwerp en lijdend voorwerp.
Persoonlijke voornaamwoorden 2, onderwerp en lijdend voorwerp.
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.