Persoonlijk, bezittelijk en wederkerend voornaamwoord
Grammatica woordsoorten
Inleiding
Welkom!
Op deze Wikiwijspagina ga je meer leren over GRAMMATICA WOORDSOORTEN benoemen. We gaan het hier voornamelijk hebben over verschillende voornaamwoorden. Er zijn een hele hoop voornaamwoorden, die soms op elkaar lijken maar toch best wel van elkaar verschillen.
Op deze site gaan we kijken naar de verschillen tussen het persoonlijk voornaamwoord, het bezittelijk voornaamwoord en het wederkerend voornaamwoord.
Voordat je straks gaat beginnen met de theorie en de opdrachten, neem je eerst een kijkje bij de doelen van deze les. Deze kan je in het tweede kopje links vinden.
In de kolom links zie je ook twee verschillende kopjes met uitleg. Je bekijkt eerst het kopje "basis", hierna maak je de opdracht die hierbij hoort. Heb je dit goed afgerond? Dan kan je verder.
Nu denk je misschien: "Waarom moeten we nu ALWEER grammatica leren? Wat is daar dan zo belangrijk aan?" Daar zal ik je antwoord op geven! Kijk daarvoor maar eerst het filmpje voordat je bij de pakken neer gaat zitten...
Waarom grammatica nuttig én belangrijk is!
Doelen
Aan het einde van deze les weet je...
- wat een persoonlijk voornaamwoord is;
- wat een bezittelijk voornaamwoord is;
- wat een wederkerend voornaamwoord is;
- het verschil tussen de drie voornaamwoorden;
- hoe je de drie voornaamwoorden van elkaar kunt onderscheiden.
Basis: verschillende voornaamwoorden
Voordat je begint met het maken van de opdrachten, kijk eerst het filmpje om even je geheugen op te frissen!
Nu kan je aan de slag met de basisopdrachten!
Heb je na het kijken van dit filmpje en het maken van de basisopdrachten nog moeite? KLik dan op de link om te oefenen!
Bij grammatica woordsoorten benoemen kan je veel van de betekenis halen uit de naam. Zo ook in dit geval. Het persoonlijkvoornaamwoord geeft namelijk een persoon of meerdere personen aan. Hiernaast kan het ook een ding of meerdere dingen aangeven. De persoonlijke voornaamwoorden kunnen in het enkelvoud en in het meervoud voorkomen. Zie daarvoor het schema hieronder.
Hij is onderdeel van een groep.
In de eerste kolom staan de persoonlijk voornaamwoorden in de onderwerpsvorm, in de tweede kolom staan ze in de voorwerpsvorm.
Enkelvoud
Eerste persoon ik mij
Tweede persoon jij jou
u u
Derde persoon hij hem
zij haar
het het
Meervoud
Eerste persoon wij ons
Tweede persoon jullie jullie
u u
Derde persoon zij hen, ze
Let op!"het" kan een persoonlijk voornaamwoord zijn, maar alleen als het een appart zinsdeel is!
Bezittelijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Net zoals bij het persoonlijk voornaamwoord, zit de betekenis hier in de naam. Het bezittelijk voornaamwoord geeft namelijk een bezit aan. Het verwijst naar degene/hetgene waarvan iets is. Ook hiervoor kan je in het onderstaande schema kijken.
Hij geeft zijn bloemen water.
Enkelvoud
Eerste persoon mijn, m'n
Tweede persoon jouw, je, uw
Derde persoon zijn, z'n, haar, d'r
Meervoud
Eerste persoon ons, onze
Tweede persoon jullie, je, uw
Derde persoon hun
Wederkerend voornaamwoord
Wederkerend voornaamwoord
Als laatste voornaamwoord dat we gaan behandelen hebben we het wederkerend voornaamwoord. Het woord "keert weder", het verwijst dus terug naar iets wat al eerder genoemd is.
Hij heeft zich vergist.
Enkelvoud
Meervoud
ik schaam me
jij schaamt je
u schaamt zich (u)
hij/zij/het schaamt zich
wij schamen ons
jullie schamen je
u schaamt zich (u)
zij schamen zich
Voordat je verder gaat, maak eerst opdracht 1 om te kijken of je het begrijpt!
Verrijkend: alles door elkaar
Nu wordt het iets ingewikkelder. Want zoals je misschien bij de eerste uitleg ook was opgevallen, zijn er woorden die zowel persoonlijk, bezittelijk als wederkerend kunnen zijn. Dit kun je zien in het onderstaande schema. Maar hoe kom je er dan achter welk voornaamwoord het is?! Ze zien er toch allemaal hetzelfde uit?!
Daar is gelukkig een heel handig trucje voor bedacht!
Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Wederkerend voornaamwoord
Me
x
x
Je
x
x
x
Haar
x
x
ons
x
x
x
jullie
x
x
hun
x
x
Vaststellen woordsoort
Als er een voornaamwoord in de zin staat en je weet niet welke van de drie voornaamwoorden het is, pak je het als volgt aan:
- Vervang het woord door: hij, hem zijn of zich.
Als je het woord kunt vervangen door...
Hij of hem -> persoonlijk voornaamwoord
Zijn -> bezittelijk voornaamwoord
Zich -> wederkerend voornaamwoord
Voorbeeld:
In onderstaande zin staat drie keer het voornaamwoord "je". Dit kan alledrie de voornaamwoorden zijn die we behandeld hebben. Daarom gaan we de woorden vervangen zoals hierboven staat.
Vul de ontbrekende woorden in. Heb je meer dan vijf woorden fout ingevuld? Lees dan nog even goed de eerste theorie door voordat je verder gaat met de opdracht over verschillende woordsoorten. Ga hierna aan de slag met de opdracht: basis herhaling woordsoorten.
Heb je minder dan vijf fouten? Ga meteen door naar de opdracht: basis herhaling woordsoorten.
Basis: herhaling woordsoorten
Vind je dit een moeilijk onderdeel? Dan kan je hier extra oefenen met de verschillende woordsoorten!
Heb je alles goed? Dan kan je door naar de reguliere opdrachten.
Heb je meer dan twee fouten? Dan maak je nog een basisopdracht.
Basis: oefenen persoonlijk voornaamwoord
Regulier: opdracht 1.2
Oefening: Oefenopdracht 1.2
0%
In deze opdracht ga je persoonlijk voornaamwoorden en bezittelijk voornaamwoorden van elkaar onderscheiden.
Heb je meer dan drie fout? Kijk dan nog een keer naar de tweede theorie voordat je verder gaat met oefenopdracht 1.3.
Het arrangement Grammatica woordsoorten is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Julia Lettinga
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2019-07-02 15:34:22
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Oefenopdracht 1.2
Oefening 1.3
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.