Nu wordt het iets ingewikkelder. Want zoals je misschien bij de eerste uitleg ook was opgevallen, zijn er woorden die zowel persoonlijk, bezittelijk als wederkerend kunnen zijn. Dit kun je zien in het onderstaande schema. Maar hoe kom je er dan achter welk voornaamwoord het is?! Ze zien er toch allemaal hetzelfde uit?!
Daar is gelukkig een heel handig trucje voor bedacht!
|
Persoonlijk voornaamwoord |
Bezittelijk voornaamwoord |
Wederkerend voornaamwoord |
Me |
x |
|
x |
Je |
x |
x |
x |
Haar |
x |
x |
|
ons |
x |
x |
x |
jullie |
x |
x |
|
hun |
x |
x |
|
Vaststellen woordsoort
Als er een voornaamwoord in de zin staat en je weet niet welke van de drie voornaamwoorden het is, pak je het als volgt aan:
- Vervang het woord door: hij, hem zijn of zich.
Als je het woord kunt vervangen door...
Hij of hem -> persoonlijk voornaamwoord
Zijn -> bezittelijk voornaamwoord
Zich -> wederkerend voornaamwoord
Voorbeeld:
In onderstaande zin staat drie keer het voornaamwoord "je". Dit kan alledrie de voornaamwoorden zijn die we behandeld hebben. Daarom gaan we de woorden vervangen zoals hierboven staat.
Voor je1 afkomst hoef je2 je3 niet te schamen.
Woorden vervangen:
Voor zijn afkomst hoeft hij zich niet te schamen.
zijn = bezittelijk voornaamwoord
hij = persoonlijk voornaamwoord
zich = wederkerend voornaamwoord
Dus:
je1 = bezittelijk voornaamwoord
je2 = persoonlijk voornaamwoord
je3 = wederkerend voornaamwoord