Bloedvaten 1

Bloedvaten 1

Startpagina

Welkom op Wikiwijs!

In de video hieronder wordt je rondgeleid op wikiwijs en wordt het duidelijk wat je hier allemaal kunt doen en ontdekken.

De leerdoelen die behoren bij deze wikiwijs:

Aan het einde van de wikiwijs ben je in staat om:

- De volgende onderdelen van het hart te herkennen en te benoemen: Rechter boezem, rechter kamer, linker boezem, linker kamer, hartkleppen (in het algemeen) en de harttussenwanden (in het algemeen).

- De volgende aderen die aansluiten op het hart kunnen benoemen bij functie en herkennen aan omschrijvingen: onderste holle ader, longslagader, longader, aorta.

- De wegen van de kleine- en grote bloedsomloop te benoemen met functie met de verschillende betrokken aderen/slagaderen/haarvaten (arteriën, ateriolen, cappilairen, cappilairennetwerk, venulen en venen).

- De relatie te leggen tussen de dikte van bloedvatwanden en hun functies.

- De kleine- en grote bloedsomloop te herkennen aan de aangegeven organen.

- De functies van drie verschillende bloedcellen (rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes) te benoemen.

- De stof te noemen die verantwoordelijk is voor het opnemen van zuurstof in de rode bloedcellen.

 

Leerstof

Hoofdstuk 1: Het hart

Het hart met haar onderdelen

Het hart

Het hart bestaat uit een rechterhelft en een linkerhelft. Beide harthelften zijn in feite zuigperspompen, die tegelijkertijd werken. Ze stuwen het bloed aan de ene kant weg en zuigen het bloed aan de andere kant aan. Hierdoor ontstaat in de bloedvaten een drukverschil. Het drukverschil heeft stroming van het bloed tot gevolg.

Elke harthelft is verdeeld in twee holten. De bovenste is de boezem (atrium) en daaronder ligt de kamer (ventrikel). In totaal heeft het hart dus vier holten: rechterboezem, rechterkamer, linkerboezen en linker kamer.

Hoe het bloed precies door deze holten stroomt, kun je lezen in het hoofdstuk 'Grote en kleine bloedsomloop'.

Ligging van het hart:

Het hart ligt in de borstholte, direct achter het borstbeen (sternum) in de ruimte tussen de longen, waarin ook een deel van de slokdarm en de grote bloedvaten liggen. Het hart is zo groot als een vuist en ligt op het middenrif. De hartpunt (apex) wijst naar links. De boezems liggen boven en de kamers onder.

Bouw van het hart:

Het hart is opgebouwd uit twee holle spieren, de boezemspier en de kamerspier. Deze spieren zijn van elkaar gescheiden door twee bindweefselringen. De ringen hebben elk twee openingen die afsluitbaar zijn door vliezige kleppen.

De linker- en de rechter harthelft zijn van elkaar gescheiden door het harttussenschot (septum cordis).

Tussen de beide boezems is het harttussenschot vrij dun. Het harttussenschot verdeelt de boezemspier in de rechterboezem en de linkerboezem. Tussende beide kamers is het harttussenschot veel dikker. Dat deel van het tussenschot bestaat uit hartspierweefsel; het verdeelt de kamerspier in de rechterkamer en de linkerkamer.

Aan het hart kun je ook de aansluitingen met de grote bloedvaten zien.

  • In de rechterboezem monden twee grote bloedvaten uit. Dat zijn de bovenste holle ader en de onderste holle ader. Hierdoorheen stroomt zuurstofarm bloed de rechter boezem in.
  • In de rechterkamer zie je de longslagader.
  • In de linkerboezem komen vier longaders terug bij het hart.
  • Aan de linkerkamer zit de grote lichaamsslagader ofwel aorta vast. Dit is de grootste slagader van je lichaam.

Hoofdstuk 2: Grote en kleine bloedsomloop

Grote en kleine bloedsomloop

Het bloed circuleert in twee gescheiden systemen, die in het hart bij elkaar komen. Het zijn de grote bloedsomloop (lichaamscirculatie) en de kleine bloedsomloop (longcirculatie). Ze hebben een verschillende functie.

De functie van de grote bloedsomloop is het vervoeren van zuurstofrijk bloed naar alle organen in het lichaam en het afvoeren van zuurstofarm bloed naar het hart.

De route van de grote bloedsomloop is:

Linkerkamer -> aorta -> slagaders -> kleine slagaders ->

Grote- en kleine bloedsomloop

haarvaten -> organen en weefsels -> haarvaten -> kleine aders -> aders -> holle aders -> rechterboezem (-> rechterkamer; overgang naar kleine bloedsomloop).

De functie van de kleine bloedsomloop is het vervoeren van zuurstofarm bloed naar de longen en het afvoeren van zuurstofrijk bloed naar het hart.

De route van de kleine bloedsomloop is:

Rechterkamer -> longslagaders -> kleine slagaders -> haarvaten -> longweefsel -> haarvaten -> kleine aders -> longaders -> linker boezem (-> linker kamer; overgang naar de grote bloedsomloop).

Hoofdstuk 3: Verschillende soorten bloedvaten

verschillende soorten bloedvaten
verschillende soorten bloedvaten

Verschillende soorten bloedvaten

Het bloed dat vanuit het hart weggepompt wordt, komt via de bloedvaten overal in het lichaam terecht. Alle bloedvaten samen vormen het bloedvatenstelsel, een gesloten buizensysteem, waarin het bloed circuleert.

Bloed verlaat het hart via de aorta en via de longslagaders. Dit zijn wijde slagaders (arteriën) met een doorsnede van ongeveer 2,5 centimeter. De slagaders vervoeren het bloed naar de organen toe. Arteriën hebben een erg dikke wand om de druk van het bloed dat van het hart af komt te kunnen weerstaan. Binnen de organen vertakken slagaders zich in nauwere bloedvaten. Ze heten dan arteriolen. De arteriolen vertakken zich weer verder tot de haarfijne haarvaten (cappilairen). Ze vormen dichte haarvatennetwerken (capillairnetwerken) in de weefsels en organen. Cappilairen hebben een wand van één cellaag dik. Dit komt omdat er in de cappilairen stofwisseling plaats moet kunnen vinden met de omgeving. Dit kan alleen als de cappilairwand één cellaag dik is omdat de stoffen die uitgewisseld moeten worden niet door de wand heen kunnen.

Nadat het bloed door het capillairnetwerk gestroomd is, komt het eerst in kleine adertjes terecht. Je noemt ze venulen. De venulen uit een orgaan verenigen zich tot grotere aders (venen). Via deze aders stroomt het bloed via de twee holle aders terug in het hart.

De wand van aders lijken erg op die van slagaders, maar de wanden van aders zijn een stukje dunner omdat de grote druk uit het bloed verdwenen is.

aderkleppen

LET OP:

In de venen zijn kleppen aanwezig. Deze kleppen zorgen ervoor dat het bloed dat vanuit je teen naar je hart stroomt, niet terug naar beneden gaat. Deze kleppen kunnen maar in een richting openen. Als bloed van boven op de kleppen drukt, worden de kleppen automatisch dichtgedrukt (zie afbeelding hiernaast).

 

Hoofdstuk 4: Verschillende bloedcellen

Verschillende soorten bloedcellen

Er circuleren vele miljoenen bloedcellen door je bloedvaten. Het bloed bestaat voor 45% uit bloedcellen en voor 55% uit bloedplasma. In dit hoofdstuk gaan we alleen kijken naar drie soorten bloedcellen, namelijk rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes.

Rode bloedcellen:

rode bloedcel
Rode bloedcel

Zo'n 99% van de totale hoeveelheid bloedcellen bestaat uit rode

bloedcellen. Een rode bloedcel ziet eruit als een plat rond schijfje, met een indeuking aan de onderkant en de bovenkant in het midden. Dit komt doordat een rode bloedcel geen celkern heeft.

De cel zit bijna helemaal vol met hemoglobine. Dit is een eiwit waarin een ijzeratoom is ingebouwd waaraan zuurstof kan binden in een zuurstofrijke omgeving. Hemoglobine maakt het bloed rood. Rode bloedcellen zorgen dus voor het transport van zuurstof.

Een rode bloedcel leeft zo ongeveer 120 dagen.

Witte bloedcel

Witte bloedcellen:

Je hebt zo'n 5000 tot 10.000 witte bloedcellen per kubieke milimeter

bloed. Witte bloedcellen hebben te maken met de afweer van het lichaam. Sommige witte bloedcellen ruimen vreemde stoffen en ziekteverwekkers op. Andere zijn gespecialiseerd in het opruimen van oude en zieke lichaamscellen.

Witte bloedcellen zijn relatief groot en ze hebben een kern en organellen. Ze worden gevormd in het rode beenmerg en lymfatische weefsels. De levensduur van witte bloedcellen loopt uiteen van enkele dagen tot enkele weken.

Bloedplaatjes

Bloedplaatjes:

Bloedplaatjes zijn zeer kleine stukjes cel. Ze ontstaan door afsnoeringen van stamcellen in het rode beenmerg. Hun aantal bedraagd 250.000 tot 400.000 per kubieke milimeter bloed. Ze bestaan uit een beetje celplasma, omgeven door een celmembraan.

Bloedplaatjes zitten vol met een stof die een belangrijke rol speelt bij bloedstolling.

 

Oefentoets

Extra lesstof

Verdiepend

Goed gedaan! Je hebt vijftien of meer punten behaald op de oefentoets!

Hier kun je wat verdiepende informatie vinden over het bloedvaten stelsel. Per hoofdstuk zal er een kleine toevoeging zijn aan de stof.

Hoofdstuk 1: Het hart:

Wist je dat er in het hart vier kleppen zitten die voorkomen dat het bloed terugstroomt naar de kamer of boezem waar het vandaan kwam? Hier zijn de namen ervan:

Van de rechter boezem naar rechter kamer: drieslippige klep;

Van rechter kamer naar longslagader: pulmonaalklep;

Van linker boezem naar linker kamer: tweeslippige klep;

Van linker kamer naar aorta: aortaklep.

 

Hoofdstuk 2: Grote en kleine bloedsomloop:

In principe vervoeren de slagaderen altijd zuurstofrijk en voedingsstofrijk bloed naar organen en vervoeren aderen zuurstofarm en voedingsstofarm bloed terug naar het hart. Echter zijn hier een aantal uitzonderingen voor.

Één voorbeeld hiervan zijn de longslagader en longader. De longslagader vervoerd in dit geval wel voedingsstofrijk bloed, maar geen zuurstofrijk bloed, gezien deze slagader bloed vervoerd naar de longen waar het zuurstof opgenomen wordt. De longader vervoerd daarintegen juist wél zuurstofrijk bloed, gezien het bloed net van de longen komen waarin zuurstof in het bloed is opgenomen.

De tweede uitzondering is de poortader die van de darmen naar de lever gaat. In het bloed van de poortader zit een hoog gehalte voedingsstoffen die net door de darm afgegeven is aan deze ader.

Hoofdstuk 3: Verschillende soorten bloedvaten:

Aderen hebben kleppen. Dit betreft alleen de normale aderen en dus niet de slagaderen en haarvaten. Als je bloed vanuit je onderbeen naar je bovenbeen en zo terug naar het hart wilt stromen, zorgen de kleppen ervoor dat het bloed niet terug naar beneden stroomt. De kleppen kunnen namelijk maar naar één kant toe openen, waardoor als er tegendruk is de kleppen sluiten waardoor het bloed niet terug kan.

 

Hoofdstuk 4: Verschillende bloedcellen:

Er zijn drie verschillende soorten witte bloedcellen.

Granulocyten: Zijn specialisten in het 'opeten' van bacteriën.

Monocyten: Zijn specialisten in dode bacteriën en aangestaste lichaamscellen opruimen.

Lymfocyten: Zorgen voor immuniteit van het lichaam.

 

Remidiërend

Op deze pagina kun je extra oefenen met de termen van de bloedsomloop. Er staan verschillende oefeningen en materialen onder elkaar om zo op een andere manier bezig te zijn met de lesstof. TIP: kijk nog even goed naar de leerdoelen op de hoofdpagina om te kijken of je deze beheerst.

HERHALING 1:

 

HERHALING 2:

Eindtoets

Opdracht B1 en B2

  • Het arrangement Bloedvaten 1 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    lisa steenbergen Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2019-04-17 12:59:37
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Eindtoets bloedvatenstelsel

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.