Hoofdstuk 4: Verschillende bloedcellen

Verschillende soorten bloedcellen

Er circuleren vele miljoenen bloedcellen door je bloedvaten. Het bloed bestaat voor 45% uit bloedcellen en voor 55% uit bloedplasma. In dit hoofdstuk gaan we alleen kijken naar drie soorten bloedcellen, namelijk rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes.

Rode bloedcellen:

rode bloedcel
Rode bloedcel

Zo'n 99% van de totale hoeveelheid bloedcellen bestaat uit rode

bloedcellen. Een rode bloedcel ziet eruit als een plat rond schijfje, met een indeuking aan de onderkant en de bovenkant in het midden. Dit komt doordat een rode bloedcel geen celkern heeft.

De cel zit bijna helemaal vol met hemoglobine. Dit is een eiwit waarin een ijzeratoom is ingebouwd waaraan zuurstof kan binden in een zuurstofrijke omgeving. Hemoglobine maakt het bloed rood. Rode bloedcellen zorgen dus voor het transport van zuurstof.

Een rode bloedcel leeft zo ongeveer 120 dagen.

Witte bloedcel

Witte bloedcellen:

Je hebt zo'n 5000 tot 10.000 witte bloedcellen per kubieke milimeter

bloed. Witte bloedcellen hebben te maken met de afweer van het lichaam. Sommige witte bloedcellen ruimen vreemde stoffen en ziekteverwekkers op. Andere zijn gespecialiseerd in het opruimen van oude en zieke lichaamscellen.

Witte bloedcellen zijn relatief groot en ze hebben een kern en organellen. Ze worden gevormd in het rode beenmerg en lymfatische weefsels. De levensduur van witte bloedcellen loopt uiteen van enkele dagen tot enkele weken.

Bloedplaatjes

Bloedplaatjes:

Bloedplaatjes zijn zeer kleine stukjes cel. Ze ontstaan door afsnoeringen van stamcellen in het rode beenmerg. Hun aantal bedraagd 250.000 tot 400.000 per kubieke milimeter bloed. Ze bestaan uit een beetje celplasma, omgeven door een celmembraan.

Bloedplaatjes zitten vol met een stof die een belangrijke rol speelt bij bloedstolling.