Opdracht: Schule in Deutschland - vmbo-kgt2

Opdracht: Schule in Deutschland - vmbo-kgt2

Schule in Deutschland

Inleiding

Deel 1 bestaat uit 5 stappen. Werk ze één voor één door.

stap

activiteit

 

Stap 1

Lezen

Je leest een tekst over het schoolsysteem in Duitsland.

Stap 2

en

Woordjes

Je oefent de nieuwe woorden.

Stap 3

en

Kennis van land en vok.

Je vergelijkt het schoolsysteem in Duitsland met Nederland.

Stap 4

Grammatica

Je leert hoe je de voltooide tijd maakt.

Stap 5

en

Kijken/luisteren

Je kijkt naar een reportage over de vraag of cijfers op school noodzakelijk zijn.

Stap 1 - Lezen

In welche Schule gehst du?

Hoe leg je in het Duits uit naar welke school je gaat? Duitse leerlingen weten niet wat je bedoelt als je hen vertelt dat je vmbo doet. Om dat uit te kunnen leggen, moet je eerst weten hoe het Duitse schoolsysteem werkt.

Download het volgende bestand:
Das Schulsystem in Deutschland
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...) of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).

Bekijk het schema en lees de tekst onder het schema.

Zorg dat je weet wat de volgende woorden/begrippen betekenen.
Zoek de vertaling in een (online) woordenboek op.

Schule in Deutschland und in den Niederlanden

Vergelijk het Duitse schoolsysteem met het Nederlandse schoolsysteem.
Zoek bij de Nederlandse opleidingen en diploma's het best passende Duitse woord/begrip.

Stap 2 - Woordjes 1

Oefen en leer woordenlijst A1.

Woordenlijst A1

Stap 2 - Woordjes 2

Wie sagt man...

Oefen en leer woordenlijst A2.

Woordenlijst A2


Vertaal de volgende zinnen in het Duits en schrijf deze in je schrift:

  1. Ik zit in klas 3.
  2. Ik heb goede cijfers voor wiskunde en Frans.
  3. Ik heb slechte cijfers voor Duits.
  4. Ik hoop dat ik overga.
  5. Ik ben nog nooit blijven zitten.

Controleer en verbeter eventueel je zinnen.

Voer nu samen met je klasgenoot een minigesprek, waarin je de woorden en zinnen van de woordenlijsten A1 en A2 gebruikt. Pas de vragen en antwoorden aan aan jouw situatie.

Stap 3 - Kennis van land en volk

Lees de tekst en maak daarna het overzicht compleet.

In welcher Klasse bist du?

In Deutschland kommen Kinder mit 6 oder 7 Jahren in die Schule. Das ist nicht abhängig von ihrem Geburtstag. Das Schuljahr beginnt immer Ende August oder Anfang September. Zuerst bleiben sie 4 Jahre in der Grundschule. Jedes Jahr kommen sie in eine höhere Klasse: von der ersten in die zweite, dann in die dritte und am Ende in die vierte Klasse.
Nach der Grundschule gehen die Kinder, die jetzt 10/11 Jahre alt sind, auf eine weiterführende Schule: die Hauptschule, die Realschule, das Gymnasium oder eine Gesamtschule.
Man beginnt dann aber nicht neu mit zählen, sondern zählt einfach weiter: Das erste Schuljahr in der weiterführenden Schule geht man in die fünfte Klasse usw.
Schüler der Hauptschule verlassen die Schule nach der neunten Klasse. Sie sind dann ungefähr 15 Jahre alt.
Schüler der Realschule verlassen die Schule nach der zehnten Klasse, also mit ungefähr 16 Jahren.
Wie lange die Schüler aufs Gymnasium gehen, hängt vom Bundesland ab. In den meisten Bundesländern verlassen sie die Schule nach 12 Jahren, in manchen Bundesländern nach 13 Jahren. Sie sind dann also 18 oder 19 Jahre alt.
Leider kann man das deutsche System nicht so einfach mit dem niederländischen System vergleichen. Man kann es aber ungefähr umrechnen. Dafür muss man +6 oder -6 rechnen. Wenn ein deutscher Schüler der 8. Klasse wissen möchte, welche Klasse das in den Niederlanden ist, muss er 8 – 6 rechnen, er würde in den Niederlanden also in „klas 2“ gehen. Umgekehrt kann ein niederländischer der vierten Klasse 4 + 6 rechnen, die vierte Klasse in den Niederlanden entspricht also der zehnten Klasse in Deutschland.

Schrijf nu minimaal 3 zinnen in je schrift.
Schrijf in het Duits in welke klas jij zit.
Doe dat ook voor je broers of zussen of iemand anders die je kent.
Kijk de zinnen met een klasgenoot of in een groepje na.

Stap 4 - Grammatica 1

Zwakke en sterke werkwoorden

Je hebt al heel wat geoefend met het vervoegen van zwakke en sterke werkwoorden. Maar hoe weet je eigenlijk of een werkwoord zwak of sterk/onregelmatig is?

Je kunt hulpmiddelen gebruiken zoals een woordenboek.
Je kunt ook het Duitse werkwoord vergelijken met het Nederlandse werkwoord. Werkwoorden die in het Nederlands sterk zijn, zijn dat ook vaak in het Duits.

Bijvoorbeeld:
vliegen - vloog - gevlogen
fliegen - flog - geflogen

Bekijk de lijst met sterke en zwakke werkwoorden en probeer er zo veel mogelijk van te onthouden.

Maak de volgende oefening:

Stap 4 - Grammatica 2

Perfekt

In het Duits kun je de onvoltooid verleden tijd (ovt) en de voltooid tegenwoordige tijd (vtt) gebruiken om aan te geven dat iets in het verleden is gebeurd. In dit onderdeel staat de voltooid tegenwoordige tijd centraal.
De voltooid tegenwoordige tijd bestaat uit twee delen: het hulpwerk haben of sein plus het voltooid deelwoord.

Welke vorm van haben of sein je gebruikt, hangt af van het onderwerp.
Hoe je een voltooid deelwoord kunt maken, leer je in het volgende item uit de Kennisbank.

Perfekt

De enige manier om

  • zeker te weten of een werkwoord zwak of sterk is en
  • te weten hoe de stam verandert,

is: leer die werkwoorden gewoon uit het hoofd.

Het beste doe je dat door de drie vormen van een werkwoord (de infinitief, de stam van de ovt en het voltooid deelwoord) in één keer te leren.

Tip: De meeste woordenboeken hebben in hun grammatica-deel een lijst met sterke werkwoorden.
 

Bekijk nog eens de lijst met sterke werkwoorden bij Grammatica 1. Vraag aan je leraar of je de hele lijst of alleen bepaalde werkwoorden moet leren!
Tip: maak gebruik van StudioWozzol of een ander woordjesleerprogramma.


Oefenen - zwakke werkwoorden

Hoe je het voltooid deelwoord maakt, leer je door veel te oefenen.
In de volgende oefeningen gaat het steeds om het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden. Maak alle oefeningen.

 

Stap 4 - Grammatica 3

Oefenen - sterke werkwoorden

In de volgende oefeningen gaat het steeds om het voltooid deelwoord van sterke of onregelmatige werkwoorden.
Bestudeer nogmaals de lijst met sterke en zwakke werkwoorden.
Maak daarna alle oefeningen.

Stap 5 - Kijken/luisteren

Kurz vor den Zeugnissen ist der Leistungsdruck bei den Schülern besonders hoch. Wenn sie am Ende mit einer guten Note belohnt werden, ist der Stress schnell vergessen. Fast alle kennen aber auch das blöde Gefühl, versagt zu haben, wenn sie eine schlechte Note bekommen.

Die Schülerinnen und Schüler der Laborschule in Bielefeld kennen das nicht. Denn an ihrer Schule gibt es bis zur 9. Klasse keine Noten. Wie eine Schule ohne Noten funktioniert? Und warum Schulnoten überhaupt erfunden wurden? Das zeigt diese neuneinhalb-Folge.

 

 

 

Bekijk de video en maak daarna de opdrachten.

Maak nu samen met een klasgenoot een overzicht over de Duitse cijfers en hoe je die ongeveer kunt vergelijken met het Nederlandse cijfersysteem.

  • Het arrangement Opdracht: Schule in Deutschland - vmbo-kgt2 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2023-08-07 15:27:19
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema 'Schule', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Duits voor vmbo-kgt2. Je begint met het lezen van een tekst over het schoolsysteem in Duitsland. Ook oefen je met nieuwe woorden. Je gaat bezig met het vergelijken van het schoolsysteem in Duitsland met Nederland. Bij de grammatica leer je hoe je de voltooide tijd maakt. Als afsluiter van deze opdracht kijk je naar een reportage over de vraag of cijfers op school noodzakelijk zijn.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO theoretische leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Spreken; Schrijven; Gesprekken voeren; Duits; Luisteren en kijken; Lezen om informatie op te doen; Lezen;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    1 uur en 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, duits, nieuwe woorden, school, schoolsysteem, schule, schule in deutschland, stercollectie, vmbo-kgt2, voltooide tijd