Stroomgebieden in Nederland - GEEL/ROOD

Stroomgebieden in Nederland - GEEL/ROOD

Stroomgebieden in Nederland

Stap 1: Rivieren in Nederland

Waar komt al het water in de grote rivieren in Nederland eigenlijk vandaan?


Op de afbeelding hierboven is dat mooi in kaart gebracht. De Rijn ontspringt hoog boven in de bergen in Zwitserland. Het smeltwater van het vele ijs en sneeuw in de bergen vormt een steeds groter wordende rivier. Via Duitsland naar Nederland zoekt deze rivier een weg naar zee. Onderweg pikt de rivier water op uit allerlei zijrivieren, beekjes, sloten en uit het grondwater. Water dat daarin als neerslag is terechtgekomen. Het stroomgebied van de Rijn bestaat uit al deze rivieren en beekjes samen. De Maas ontspringt in Frankrijk. Het stroomgebied van de Maas is een stuk kleiner dan het stroomgebied van de Rijn. Het stroomgebied van een rivier is het gebied van waaruit de rivier zijn water haalt. Alle rivieren, zijrivieren en beekjes in een stroomgebied samen wordt stroomselsel genoemd. Al het water in een stroomgebied stroomt naar de hoofdrivier.

Bekijk de onderstaande video.

De grens tussen twee stroomgebieden heet waterscheiding. Bekijk de onderstaande video.

 

De aarde kent veel verschillende stroomgebieden. Bekijk de onderstaande video. Hierin worden de begrippen stroomgebied en waterscheiding uitgelegd aan de hand van de rivier de Mississippi in Amerika.

 

Oefening: Rivieren in Nederland

Start

Opdracht

Stap 1: Teken een kaart met twee denkbeeldige rivieren en een waterscheiding daartussen. Beide rivieren moeten in zee uitmonden.

Stap 2: Geef je kaart aan een klasgenoot. Vraag hem met pijlen in de kaart aan te geven hoe het water stroomt.

Stap 3: Stel hem of haar vragen over de kaart. Als er bijvoorbeeld hier (je wijst een plek op de kaart aan) regen valt, waar stroomt dat dan heen?

Stap 4: Doe dit ook andersom met de kaart van je klasgenoot.

Stap 2: Soorten rivieren

Hoeveel water gaat er door een rivier?
Rivieren zien er geen dag hetzelfde uit. De ene keer staat het water laag en is de rivier smal, de andere keer staat het water hoog en is de rivier een stuk breder. Met enige regelmaat kan de rivierbedding het water zelfs niet verwerken en overstroomt het land. De hoeveelheid water die een rivier moet verwerken op een bepaald punt en op een bepaald moment heet het debiet en wordt meestal uitgedrukt in m3/s (kubieke meters per seconde).

Als je de waterafvoer op dat bepaalde punt over een heel jaar neemt, dan noem je dat het regiem van de rivier. Het moment waarop het debiet van een rivier het grootst is, heet piekafvoer.

Bekijk de onderstaande video.

 

Drie soorten rivieren
Sommige rivieren worden ‘gevoed’ door het water dat als neerslag in hun stroomgebied valt. Dat zijn regenrivieren.
Hun debiet, de hoeveelheid water die ze afvoeren, is afhankelijk van de neerslag. Valt er veel neerslag in hun stroomgebied, dan neemt hun debiet toe en stijgt hun waterpeil sterk. Valt er weinig regen in hun stroomgebied, dan is hun debiet klein en hun waterpeil laag. Het debiet van een regenrivier varieert dus sterk. Een voorbeeld van een regenrivier is de Maas.

Er zijn ook rivieren die het smeltwater van gletsjers afvoeren. Dat zijn gletsjerrivieren. In de zomer smelten gletsjers het snelst, in de winter het langzaamst.Daardoor schommelt het debiet van deze rivieren.


Tot slot zijn er de gemengde rivieren. Deze krijgen water aangevoerd dat als neerslag in hun stroomgebied valt, naar ook smeltwater van gletsjers. ’s Winters voeren ze weinig smeltwater af en veel regenwater. ’s Zomers is het precies omgekeerd. Daarom is het verschil in hun regiem niet zo groot als dat van regenrivieren. De Rijn is een gemengde rivier.

Overigens geldt niet voor elke rivier dat het water niet opraakt. Beken en rivieren, die het vooral van smeltwater moeten hebben, vallen in de zomer vaak droog. En in perioden van grote droogte hebben ook regenrivieren weinig water.

Bekijk onderstaande video.

 

Oefening: Soorten rivieren

Start

Stap 3: Verloop van een rivier

Je hebt gezien waar de Rijn, de Maas en de Schelde ontspringen. Daar zijn het niet meteen brede waterstromen, zoals ze door Nederland stromen. Ze ontspringen uit bronnen, vormen eerst beken, zijrivieren en groeien langzaam tot de stroom die in zee uitmondt.

De Rijn ontspringt in Zwitserland. Bekijk de onderstaande video.

 

Het verloop van een rivier

Het verloop (of profiel) van de rivier geeft deze verandering van bron tot monding weer. In zo’n rivierverloop of - profiel laat je zien wat er met de rivier gebeurt van bron tot monding: in de bovenloop, de middenloop en de benedenloop. Het belangrijkste verschil is het verschil in hoogte en daardoor het verschil in stroomsnelheid.

Hoe en waarom die stukken van elkaar verschillen zie je in onderstaande video.

 

 

Bovenloop, middenloop en benedenloop

De bovenloop is het bovenste gedeelte van de rivier. Vanaf de plek waar de rivier ontspringt. In de bovenloop is de rivier nog maar een klein stroompje die snel breder wordt. De rivier legt in de bovenloop veel hoogte af. Hierdoor neemt de stroomsnelheid toe. Door de hoge stroomsnelheid vindt er veel erosie plaats. Erosie is het uitschuren van het aardoppervlak door wind, water of ijs. Zo snijdt de rivier zich steeds verder in het landschap. De rivier komt dan uiteindelijk vast te liggen tussen de bergen.

In de middenloop verliest de rivier nog wel hoogte, maar niet meer zoveel als in de bovenloop. Hierdoor neemt de stroomsnelheid af. Er vindt nog wel erosie plaats. Ook hier snijdt de rivier zich nog in, in het landschap. Doordat in de middenloop de rivier een uitgebreider stroomstelsel krijgt wordt de rivier breder. De rivier is nu geschikt om te bevaren.

De benedenloop is het laatste deel van de rivier. In de benedenloop mondt de rivier uit in zee. Nederland is voor meerdere rivieren de benedenloop. Hierdoor is Nederland één grote rivierdelta. Een rivierdelta wordt gevormd doordat een rivier heel veel aftakkingen krijgt voordat hij in zee uitmondt. Bekijk deze video. In de benedenloop is de stroomsnelheid laag. Er vindt dan veel sedimentatie plaats. Sedimentatie is het neerleggen van materialen, zoals zand en grind. Bijna alle materialen die in de bovenloop en middenloop zijn geërodeerd worden in de benedenloop gesedimenteerd.

 

Bij de Rijn is het verloop van de rivier goed zichtbaar. Het eerste stuk, de bovenloop, gaat door Zwitserland, Oostenrijk en Liechtenstein. De middenloop gaat door Duitsland en Frankrijk. De benedenloop gaat door Nederland, waar de Rijn een delta vormt met meer aftakkingen.

 

Een rivier kent geen grenzen

Een rivier kent geen grenzen. Een rivier stroomt door meerdere gebieden en zelfs vaak door meerdere landen. Veel mensen kunnen dus nuttig gebruik maken van de rivier. Maar een grensoverschrijdende rivier heeft ook nadelen. Landen moeten samenwerken om bijvoorbeeld wateroverlast van de rivier tegen te gaan en om de rivier netjes schoon te houden. Wanneer er bijvoorbeeld in Zwitserland giftige stoffen in de Rijn worden gegooid, komen die giftige stoffen uiteindelijk ook in Nederland terecht.

 

Opdracht

Open het volgende pdf-bestand en maak de opdracht.

 

Oefening: Verloop van een rivier

Start

Stap 4: Het rivierenlandschap in Nederland

Rivieren vormen het landschap
Rivieren vormen landschappen en bepalen daardoor hoe die rivierenlandschappen eruit zien. In de bovenloop vormt de rivier het landschap op een andere manier dan in de benedenloop. Dit komt onder andere door de stroomsnelheid van een rivier. Nederland ligt in de benedenloop van de gemengde rivier de Rijn en de regenrivier de Maas. We gaan kijken hoe beide rivieren het Nederlandse landschap hebben gevormd.

 

Het rivierenlandschap

Bekijk deze video over het ontstaan van het rivierenlandschap en bekijk deze afbeelding.

Voordat er dijken langs de rivieren gebouwd werden, had de rivier nog alle mogelijkheden om de rivierloop te bepalen. Doordat de rivier tijdens een piekafvoer kon overstromen werden sedimenten naast de rivier neegelegd. Direct naast de rivier werden de zwaardere sedimenten neegelegd, zoals zand. Verder van de rivier vond sedimentatie van klei plaats. Het zand wat direct naast de rivier kwam te liggen vormden een soort van natuurlijke dijken. Dit zijn de oeverwallen. Als de oeverwallen hoog genoeg waren was het een veilige plek om te wonen. Op de oeverwallen werden dan ook dorpen gebouwd. Het gebied achter de oeverwallen heet de komgronden. In deze komgronden vind je klei. Klei heeft een slechte doorlaatbaarheid. Dat betekent dat water er niet makkelijk doorheen kan sijpelen. De komgronden zijn dan ook natte en drassige gebieden. Ze liggen een stuk lager dan de rivier en de oeverwallen. Dit komt doordat de klei is ingeklinkt. De komgronden waren niet geschikt om te wonen of om landbouw te bedrijven. De komgronden werden dan ook gebruikt om het vee te laten grazen. Tegenwoordig worden de komgronden ook gebruikt om te wonen. Door verbeterde bouwtechnieken kunnen we ook op de sompige klei bouwen. Maar ideaal is het vaak nog niet.

Bekijk onderstaande video.

 

De invloed van de mens op het rivierenlandschap

Om het land beter te beschermen tegen de hoge waterstanden in de rivieren legden mensen dijken aan. Hierdoor konden de rivieren niet alleen meer overstromen, maar konden ze ook hun loop niet meer verleggen.

Bekijk onderstaande video.

Direct naast de rivier werden lage dijken aangelegd, de zomerdijken. Deze dijken beschermen de mensen tijdens de zomermaanden voldoende voor het water. Maar in de wintermaanden hebben de rivieren in Nederland meer ruimte nodig. De waterstanden zijn dan zo hoog dat de zomerdijken niet voldoende bescherming bieden. Een stuk verder landinwaarts werden daarom winterdijken gebouwd. Deze winterdijken zijn hoger en breder dan de zomerdijken. Het gebied tussen de zomerdijk en de winterdijk heet de uiterwaarden. Bij hoge waterstanden biedt de uiterwaard mogelijkheid voor de rivier om te overstromen, zonder dat hierdoor mensen in gevaar komen.

Bekijk de onderstaande video.

Op de onderstaande afbeelding zie je twee dwarsdoorsneden van een rivier - één in de zomer en één in de winter.

 

Oefening: Het rivierenlandschap in Nederland

Start

  • Het arrangement Stroomgebieden in Nederland - GEEL/ROOD is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Auteur Kunskapsskolan Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2023-09-04 09:27:19
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Waterkringloop; Water; Aardrijkskunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, leerlijn, rearrangeerbare, rerrangeerbare

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Kunskapsskolan, Auteur. (2023).

    Stroomgebieden in Nederland - ORANJE

    https://maken.wikiwijs.nl/139068/Stroomgebieden_in_Nederland___ORANJE

    VO-content Aardrijkskunde. (2020).

    Rivieren vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/82662/Rivieren_vmbo_kgt34

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Rivieren in Nederland

    Soorten rivieren

    Verloop van een rivier

    Het rivierenlandschap in Nederland

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.