Grammatica Zinsdelen

Welkom!

Welkom op het online lesprogramma van meneer Stokdijk!

Met dit online lesprogramma kan je zelf werken aan 'Grammatica Zinsdelen'. Werk alle stappen door. Om te controleren of je het begrepen hebt, kun je de eindtoets maken.


Indien je de eerste opdracht last vindt, maak je de 'Extra Oefening', begrijp je de eerste opdracht goed dan ga je daarna de 'Verdiepende Oefening' maken.

 

 

Tip! De opdrachten staan in de volgorde van het stappenplan onleden. Houd deze aan!

Instructievideo

Check de leerdoelen:

1. Aan het eind van deze WikiWijs weet je op welke twee manieren je de persoonsvorm kunt vinden en kun je dit bij verschillende zinnen toepassen.

2. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vraag van het onderwerp reproduceren en het onderwerp bij verschillende zinnen aangeven

3. Aan het eind van deze WikiWijs kun je benoemen hoe je zinsdeelstrepen moet zetten en kun je dit bij verschillende zinnen toepassen.

4. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vraag van het lijdend voorwerp reproduceren en het lijdend voorwerp bij verschillende zinnen aangeven.

5. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vraag van het meewerkend voorwerp reproduceren en het meewerkend voorwerp bij verschillende zinnen aangeven.

6. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vragen van de bijwoordelijke bepaling reproduceren en de bijwoordelijke bepalingen bij verschillende zinnen aangeven.

De persoonsvorm

De persoonsvorm

In een zin zit altijd een persoonsvorm. De persoonsvorm is altijd een werkwoord (bijvoorbeeld: lopen, fietsen, dansen).

Als je de persoonsvorm van een zin weet, kun je veel eenvoudiger de andere zinsdelen vinden.

De persoonsvorm korten we af met: pv.

 

Tip!

Verander de tijd van de zin.

De persoonsvorm verandert ook altijd van vorm!

 

Voorbeelden

Voorbeeld 1

Ik fiets naar school.

Tip! verander de tijd van de zin.

Ik fietste naar school.

Dus: pv = fiets (want alleen dit woord verandert)

 

Voorbeeld 2

Jasper en Kees liepen door de straten.

Tip! verander de tijd van de zin!

Jasper en Kees lopen door de straten.

Dus: pv = lopen (want alleen dit woord verandert)

Check de leerdoelen:

1. Aan het eind van deze WikiWijs weet je op welke twee manieren je de persoonsvorm kunt vinden en kun je dit bij verschillende zinnen toepassen.

2. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vraag van het onderwerp reproduceren en het onderwerp bij verschillende zinnen aangeven

3. Aan het eind van deze WikiWijs kun je benoemen hoe je zinsdeelstrepen moet zetten en kun je dit bij verschillende zinnen toepassen.

4. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vraag van het lijdend voorwerp reproduceren en het lijdend voorwerp bij verschillende zinnen aangeven.

5. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vraag van het meewerkend voorwerp reproduceren en het meewerkend voorwerp bij verschillende zinnen aangeven.

6. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vragen van de bijwoordelijke bepaling reproduceren en de bijwoordelijke bepalingen bij verschillende zinnen aangeven.

Basis Oefening Persoonsvorm

Extra Oefening Persoonsvorm

Verdiepende Oefening Persoonsvorm

Het onderwerp

Het onderwerp

Een zin bestaat uit zinsdelen. Het onderwerp is ook zo'n zinsdeel.

Voordat je het onderwerp in een zin gaat zoeken moet je altijd eerst de persoonsvorm hebben gevonden (zie De persoonsvorm).

Om het onderwerp te vinden stel je jezelf de vraag: "wie of wat + de persoonsvorm?"

Het onderwerp korten we af met ow.

 

Tip! Soms lijkt een ow makkelijk te vinden, maar blijf jezelf altijd de vraag "wie of wat + pv?" stellen. Pas dan vind je het goede onderwerp.

Een zin in de gebiedende wijs zoals: "Werk harder!" heeft nooit een persoonsvorm.

 

Voorbeelden

Voorbeeld 1

Jan ging op de fiets naar school.

Jan ging op de fiets naar school. (stap 1: de pv)

Wie of wat ging? (stel de vraag: "wie of wat + pv?")

Jan ging op de fiets naar school.

Het ow is dus Jan.

 

Voorbeeld 2

Sabrina en Mo liepen samen naar de supermarkt.

Sabrina en Mo liepen samen naar de supermarkt. (stap 1: de pv)

Wie of wat liepen? (stel de vraag: "wie of wat + pv?")

Sabrina en Mo liepen samen naar de supermarkt.

Het ow is dus Sabrina en Mo

 

 

 

 

Check de leerdoelen:

1. Aan het eind van deze WikiWijs weet je op welke twee manieren je de persoonsvorm kunt vinden en kun je dit bij verschillende zinnen toepassen.

2. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vraag van het onderwerp reproduceren en het onderwerp bij verschillende zinnen aangeven

3. Aan het eind van deze WikiWijs kun je benoemen hoe je zinsdeelstrepen moet zetten en kun je dit bij verschillende zinnen toepassen.

4. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vraag van het lijdend voorwerp reproduceren en het lijdend voorwerp bij verschillende zinnen aangeven.

5. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vraag van het meewerkend voorwerp reproduceren en het meewerkend voorwerp bij verschillende zinnen aangeven.

6. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vragen van de bijwoordelijke bepaling reproduceren en de bijwoordelijke bepalingen bij verschillende zinnen aangeven.

Basis Oefening Onderwerp

Extra Oefening Onderwerp

Verdiepende Opdracht Onderwerp

De zinsdelen

De zinsdelen

Je kunt een zin in delen verdelen: de zinsdelen. Er is een heel gemakkelijke manier om dat te doen. Onthoud het volgende: Alles wat voor de persoonsvorm staat of kan staan is één zinsdeel.

 

Voorbeeld

Ik heb dat cadeau op maandag aan Greetje gegeven.

'heb' is dus de persoonsvorm.

Alles wat voor de persoonsvorm kan, is een zinsdeel.

Dus: Ik | heb | dat cadeau | aan Greetje | gegeven

Check de leerdoelen:

1. Aan het eind van deze WikiWijs weet je op welke twee manieren je de persoonsvorm kunt vinden en kun je dit bij verschillende zinnen toepassen.

2. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vraag van het onderwerp reproduceren en het onderwerp bij verschillende zinnen aangeven

3. Aan het eind van deze WikiWijs kun je benoemen hoe je zinsdeelstrepen moet zetten en kun je dit bij verschillende zinnen toepassen.

4. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vraag van het lijdend voorwerp reproduceren en het lijdend voorwerp bij verschillende zinnen aangeven.

5. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vraag van het meewerkend voorwerp reproduceren en het meewerkend voorwerp bij verschillende zinnen aangeven.

6. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vragen van de bijwoordelijke bepaling reproduceren en de bijwoordelijke bepalingen bij verschillende zinnen aangeven.

Basis Oefening Zinsdelen

Extra Oefening Zinsdelen

Verdiepende oefening zinsdelen

Het lijdend voorwerp

Het lijdend voorwerp

Een lijdend voorwerp kan in een zin staan, maar dat hoeft niet. Er staat altijd maar maximaal één lijdend voorwerp (lv) in een zin.

 

Tip! Met deze vraag vind je altijd het lijdend voorwerp:

wie/wat + wwg + ow?

Voorbeeld

Hij heeft een basketbal gevonden.

Hij heeft een basketbal gevonden.

Hij heeft een basketbal gevonden.

Hij | heeft | een basketbal | gevonden.

 

Stel de vraag: wie/wat + wwg + ow?

Hij | heeft | een basketbal | gevonden.

Dus: lv = een basketbal

Check de leerdoelen:

1. Aan het eind van deze WikiWijs weet je op welke twee manieren je de persoonsvorm kunt vinden en kun je dit bij verschillende zinnen toepassen.

2. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vraag van het onderwerp reproduceren en het onderwerp bij verschillende zinnen aangeven

3. Aan het eind van deze WikiWijs kun je benoemen hoe je zinsdeelstrepen moet zetten en kun je dit bij verschillende zinnen toepassen.

4. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vraag van het lijdend voorwerp reproduceren en het lijdend voorwerp bij verschillende zinnen aangeven.

5. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vraag van het meewerkend voorwerp reproduceren en het meewerkend voorwerp bij verschillende zinnen aangeven.

6. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vragen van de bijwoordelijke bepaling reproduceren en de bijwoordelijke bepalingen bij verschillende zinnen aangeven.

Basis Oefening Lijdend Voorwerp

Extra Oefening Lijdend Voorwerp

Verdiepende Oefening Lijdend Voorwerp

Het meewerkend voorwerp

Het meewerkend voorwerp

Een meewerkend voorwerp kan in een zin staan, maar dat hoeft niet. Er staat altijd maar maximaal één meewerkend voorwerp (mv) in een zin.

Tip! Je kunt het meewerkend voorwerp vinden door de volgende vraag te stellen:

aan/voor wie + wwg + ow + lv ?

Het voorzetsel 'aan' of 'voor' kan bijna altijd worden weggelaten of toegevoegd bij het meewerkend voorwerp.

 

Voorbeeld

Hij geeft de basketbal aan zijn broer.

Hij geeft de basketbal aan zijn broer.

Hij geeft de basketbal aan zijn broer.

Hij geeft | de basketbal | aan zijn broer.

Hij | geeft | de basketbal | aan zijn broer.

 

aan/voor wie + wwg + ow + lv ?

Hij | geeft | de basketbal | aan zijn broer.

Dus: mv = aan zijn broer

 

 

Check de leerdoelen:

1. Aan het eind van deze WikiWijs weet je op welke twee manieren je de persoonsvorm kunt vinden en kun je dit bij verschillende zinnen toepassen.

2. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vraag van het onderwerp reproduceren en het onderwerp bij verschillende zinnen aangeven

3. Aan het eind van deze WikiWijs kun je benoemen hoe je zinsdeelstrepen moet zetten en kun je dit bij verschillende zinnen toepassen.

4. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vraag van het lijdend voorwerp reproduceren en het lijdend voorwerp bij verschillende zinnen aangeven.

5. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vraag van het meewerkend voorwerp reproduceren en het meewerkend voorwerp bij verschillende zinnen aangeven.

6. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vragen van de bijwoordelijke bepaling reproduceren en de bijwoordelijke bepalingen bij verschillende zinnen aangeven.

Basis Oefening Meewerkend Voorwerp

Extra Oefening Meewerkend Voorwerp

Verdiepende Oefening Meewerkend Voorwerp

De bijwoordelijke bepalingen

De bijwoordelijke bepaling

Een bijwoordelijke bepaling (bwb) kan in een zin staan, maar dat hoeft niet. Er kunnen ook meerdere bijwoordelijke bepalingen (bwb) in een zin staan.

Bijwoordelijke bepalingen (bwb) zijn makkelijk te vinden, we noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘prullenbak’. Alles wat je overhoudt na het benoemen, noem je bwb. Bijwoordelijke bepalingen zijn vaak plaatsen of tijden, maar het kan van alles zijn.

Tip! Met de volgende vragen kun je een bijwoordelijke bepaling vinden:

waar, wanneer, waarom, waarmee, waardoor, hoe en hoeveel.

 

Voorbeeld

Vorige week wilden Bart, Kees en Ben een cadeaubon gaan kopen bij de boekhandel voor de jarige juf.

Vorige week wilden Bart, Kees en Ben een cadeaubon gaan kopen bij de boekhandel voor de jarige juf.

Vorige week wilden Bart, Kees en Ben een cadeaubon gaan kopen bij de boekhandel voor de jarige juf.

Vorige week | wilden | Bart, Kees en Ben | een cadeaubon | gaan kopen | bij de boekhandel | voor de jarige juf.

Vorige week | wilden | Bart, Kees en Ben | een cadeaubon | gaan kopen | bij de boekhandel | voor de jarige juf.

Vorige week | wilden | Bart, Kees en Ben | een cadeaubon | gaan kopen | bij de boekhandel | voor de jarige juf.

 

waar, wanneer, waarom, waarmee, waardoor, hoe en hoeveel?

Vorige week | wilden | Bart, Kees en Ben | een cadeaubon | gaan kopen | bij de boekhandel | voor de jarige juf.

Wanneer? Vorige week

Waar? Bij de boekhandel

Dus: bwb = vorige week en bwb = bij de boekhandel

 

Check de leerdoelen:

1. Aan het eind van deze WikiWijs weet je op welke twee manieren je de persoonsvorm kunt vinden en kun je dit bij verschillende zinnen toepassen.

2. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vraag van het onderwerp reproduceren en het onderwerp bij verschillende zinnen aangeven

3. Aan het eind van deze WikiWijs kun je benoemen hoe je zinsdeelstrepen moet zetten en kun je dit bij verschillende zinnen toepassen.

4. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vraag van het lijdend voorwerp reproduceren en het lijdend voorwerp bij verschillende zinnen aangeven.

5. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vraag van het meewerkend voorwerp reproduceren en het meewerkend voorwerp bij verschillende zinnen aangeven.

6. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vragen van de bijwoordelijke bepaling reproduceren en de bijwoordelijke bepalingen bij verschillende zinnen aangeven.

Basis Oefening Bijwoordelijke Bepaling

Extra Oefening Bijwoordelijke Bepalingen

Verdiepende Oefening Bijwoordelijke Bepalingen

Test jezelf!

Schematische weergave theorie!

Check deze Padlet voor een duidelijke weergave van de theorie!

https://padlet.com/pstokdijk/vnu2hyxcgdnkyyg1

 

 

Eindtoets Grammatica Ontleden

Let op:

Deze oefentoets alleen maken als je alle voorgaande opdrachten bekeken hebt.

  • Het arrangement Grammatica Zinsdelen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Pepijn Stokdijk Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2020-07-06 19:39:38
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Met dit online lesprogramma kan je zelf werken aan 'Grammatica Zinsdelen'. Werk alle stappen door. Om tussentijds te controleren of je het begrepen hebt, kun je de tussentijdse toetsen maken. Indien je de eerste opdracht last vindt, maak je de 'Extra Oefening', begrijp je de eerste opdracht goed dan ga je daarna de 'Verdiepende Oefening' maken. Tip! De opdrachten staan in een logische vormen. Houd deze aan!
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    grammatica, nederlands, ontleden, stappenplan, stokdijk, zinsdelen

    Bronnen

    Bron Type
    Instructievideo
    https://www.youtube.com/watch?v=BbPJI-WxxDo
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.