De zinsdelen

De zinsdelen

Je kunt een zin in delen verdelen: de zinsdelen. Er is een heel gemakkelijke manier om dat te doen. Onthoud het volgende: Alles wat voor de persoonsvorm staat of kan staan is één zinsdeel.

 

Voorbeeld

Ik heb dat cadeau op maandag aan Greetje gegeven.

'heb' is dus de persoonsvorm.

Alles wat voor de persoonsvorm kan, is een zinsdeel.

Dus: Ik | heb | dat cadeau | aan Greetje | gegeven

Check de leerdoelen:

1. Aan het eind van deze WikiWijs weet je op welke twee manieren je de persoonsvorm kunt vinden en kun je dit bij verschillende zinnen toepassen.

2. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vraag van het onderwerp reproduceren en het onderwerp bij verschillende zinnen aangeven

3. Aan het eind van deze WikiWijs kun je benoemen hoe je zinsdeelstrepen moet zetten en kun je dit bij verschillende zinnen toepassen.

4. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vraag van het lijdend voorwerp reproduceren en het lijdend voorwerp bij verschillende zinnen aangeven.

5. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vraag van het meewerkend voorwerp reproduceren en het meewerkend voorwerp bij verschillende zinnen aangeven.

6. Aan het eind van deze WikiWijs kun je de vragen van de bijwoordelijke bepaling reproduceren en de bijwoordelijke bepalingen bij verschillende zinnen aangeven.