Budgetteren

Geld over en te kort

Geld over en te kort

Startpagina

 

Welkom op de site van Mvr. Kiliç!

 

De site is opgericht voor de leerlingen vmbo-basis klas 3. Deze site is een ondersteuning voor het economisch bekeken boek.

Wij gaan het in hebben over hoofdstuk 3 paragraaf 3 Het budgetplan.

Leerdoel: In deze paragraaf leer je hoe je controle krijgt over je uitgaven.

                    


Er zijn 6 verschillende lesonderwerpen;

  1. Het budgetplan
  2. Soorten uitgaven
  3. Het sorteren van de uitgaven
  4. De hoogte van de budgetten
  5. Schuiven met bedragen
  6. Een blijvend tekort

Elk lesonderdeel wordt afgesloten met de test jezelf die gericht is op het lesonderwerp die aanbod komt.

Als je alle onderdelen doorlopen hebt kun je de oefentoets maken.

Na 'Extra lesstof' kan je de eindtoets maken over alle zes de onderwerpen. Ook is er een Edpuzzle toegevoegd, hier krijg je een filmpje te zien met korte vragen tussendoor. Ook zit er nog een leuke poster en videoclipje van mij in! 

 

 

Succes!

 

Lesstof

Theorie

3.1 Het budgetplan

Tessa gaat heel gemakkelijk met haar geld om. Ze denkt er niet bij na als ze het uitgeeft. Ze komt vaak onverwacht geld te kort. Daarom wil Tessa meer controle over haar uitgaven. Ze gaat een budgetplan maken. Een budgetplan is een overzicht van hoe je kan rondkomen van je geld. Tessa rekent eerst haar gemiddelde inkomsten per maand uit, zodat ze weet wat ze kan uitgeven.

 

3.2 Soorten uitgaven

Tessa rekent haar gemiddelde maandinkomen uit en gaat dan budgetten opstellen (afb. 1). Een budget is het bedrag dat beschikbaar is voor een bepaald soort uitgaven. Dagelijkse uitgaven zijn huishoudelijke en persoonlijke uitgaven zoals de boodschappen en de kapper. Vaste lasten zoals abonnementen komen regelmatig terug. Incidentele uitgaven zijn de uitgaven die niet regelmatig voorkomen, zoals de reparatie van je fiets.

                                                         

 

3.3 Het sorteren van de uitgaven

Tessa gaat uit van drie budgetten;

  1. budget voor haar dagelijkse uitgaven.
  2. budget voor de incidentele uitgaven.
  3. budget voor de vaste lasten.

Welke uitgave hoort bij welk budget?

  1. De huur is een vaste last, net als haar telefoonabonnement.
  2. Boodschappen vallen onder de dagelijkse uitgaven.
  3. Een nieuwe föhn valt onder incidentele uitgaven.

Het sorteren van de uitgaven is nodig, anders kan Lisa de hoogte van de budgetten niet vaststellen.

 

 

3.4 De hoogt van de budgetten

Tessa telt al haar dagelijkse uitgaven van de laatste drie maanden bij elkaar op;

  • Ze komt uit op € 1.200.
  • Gemiddeld per maand is dat € 1.200 : 3 = € 400.

 

 

Dat bedrag wordt haar budget per maand voor de dagelijkse uitgaven. Ze wil niet meer dan dit budget uitgeven. Op dezelfde manier rekent ze ook de andere budgetten uit.

 

3.5 Schuiven met bedragen

Lisa heeft haar gemiddelde inkomsten en haar gemiddelde uitgaven uitgerekend. Daaruit blijkt dat ze geld overhoudt.

                               

Ze kan nu haar inkomsten en uitgaven op elkaar afstemmen. Dit noem je budgetteren.

  • Ze kan haar budgetten aanpassen als ze dat wil.
  • Ze kan een of meerdere budgetten verhogen.

Ze kiest ervoor niets te veranderen, en het overschot te laten staan

 

3.6 Een blijvend tekort

Het inkomen van Tessa daalt omdat ze minder gaat werken. Ze moet nu budgetteren, want ze komt geld te kort.

Ze moet bepalen welke uitgaven ze belangrijk vindt en welke minder belangrijk. Ze gaat prioriteiten stellen.

Ze besluit het budget voor de dagelijkse uitgaven te verlagen en minder te sparen. Zo kan ze het tekort opvangen.

 

                              

 

 

Paragraaf 3

Het gemiddelde per maand bereken

Je weet alle inkomsten in een periode. Je wilt het gemiddelde per maand weten.

  • Bereken eerst de totale inkomsten.
  • Reken dit totaal om naar een maandbedrag.

 

Voorbeeld

De inkomsten in zes maanden zijn;

€ 648, € 83, € 204 en € 535.

Het gemiddelde hiervan is;

€ 1.470 : 6 = € 245

 

 

Filmpje

Test jezelf!

Extra lesstof

Verdiepend

 

 

 

 

Tessa gaat heel gemakkelijk met haar geld om. Ze denkt er niet bij na als ze het uitgeeft. Ze komt vaak onverwacht geld te kort. Daarom wil Tessa meer controle over haar uitgaven. Ze gaat een budgetplan maken. Een budgetplan is een overzicht van hoe je kan rondkomen van je geld. Tessa rekent eerst haar gemiddelde inkomsten per maand uit, zodat ze weet wat ze kan uitgeven.

Soorten uitgaven

Tessa rekent haar gemiddelde maandinkomen uit en gaat dan budgetten opstellen (afb. 1). Een budget is het bedrag dat beschikbaar is voor een bepaald soort uitgaven. Dagelijkse uitgaven zijn huishoudelijke en persoonlijke uitgaven zoals de boodschappen en de kapper. Vaste lasten zoals abonnementen komen regelmatig terug. Incidentele uitgaven zijn de uitgaven die niet regelmatig voorkomen, zoals de reparatie van je fiets.

                                                         

 

Het sorteren van de uitgaven

Tessa gaat uit van drie budgetten;

  1. budget voor haar dagelijkse uitgaven.
  2. budget voor de incidentele uitgaven.
  3. budget voor de vaste lasten.

Welke uitgave hoort bij welk budget?

  1. De huur is een vaste last, net als haar telefoonabonnement.
  2. Boodschappen vallen onder de dagelijkse uitgaven.
  3. Een nieuwe föhn valt onder incidentele uitgaven.

Het sorteren van de uitgaven is nodig, anders kan Lisa de hoogte van de budgetten niet vaststellen.

 

 

De hoogte van de budgetten

Tessa telt al haar dagelijkse uitgaven van de laatste drie maanden bij elkaar op;

  • Ze komt uit op € 1.200.
  • Gemiddeld per maand is dat € 1.200 : 3 = € 400.

 

 

Dat bedrag wordt haar budget per maand voor de dagelijkse uitgaven. Ze wil niet meer dan dit budget uitgeven. Op dezelfde manier rekent ze ook de andere budgetten uit.

 

Schuiven met bedragen

Lisa heeft haar gemiddelde inkomsten en haar gemiddelde uitgaven uitgerekend. Daaruit blijkt dat ze geld overhoudt.

                               

Ze kan nu haar inkomsten en uitgaven op elkaar afstemmen. Dit noem je budgetteren.

  • Ze kan haar budgetten aanpassen als ze dat wil.
  • Ze kan een of meerdere budgetten verhogen.

Ze kiest ervoor niets te veranderen, en het overschot te laten staan

 

Een blijvend tekort

Het inkomen van Tessa daalt omdat ze minder gaat werken. Ze moet nu budgetteren, want ze komt geld te kort.

Ze moet bepalen welke uitgaven ze belangrijk vindt en welke minder belangrijk. Ze gaat prioriteiten stellen.

Ze besluit het budget voor de dagelijkse uitgaven te verlagen en minder te sparen. Zo kan ze het tekort opvangen.

 

                             

Eindtoets

Bronnen

Consumenten - Nibud - Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting. (z.d.). Geraadpleegd op 11 februari 2019, van https://www.nibud.nl/

Bouwens, T., Kruis, J., Kruis, M., & Smit, M. (2011). Pincode vmbo-kgt onderbouw (5e ed.). Groningen/Houten, Nederland: Noordhoff.

  • Het arrangement Geld over en te kort is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    ADL
    Laatst gewijzigd
    2019-04-12 12:46:12
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Toets

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.