De meeste basale functie van het menselijk lichaam is de ademhaling. Problemen met de ademhaling kunnen leiden tot benauwdheid, wat voor de zorgvragers een angstige ervaring is. Maatschappelijke verzorgende handelingen die vaak voorkomen zijn het toedienen van zuurstof bij ernstige benauwdheid en het uitzuigen van de mond/keelholte bij veel of taai sputum. Een rustige begripvolle houding van de verzorgende kan de zorgvrager hierbij ondersteunen.
Rekenkundige vaardigheden zijn van belang om als verzorgende hoeveelheid beschikbare zuurstof te bepalen die voorhanden is en om te berekenen hoe lang een zorgvrager nog van de zuurstof gebruik kan maken. Daarnaast vereist de verzorging van een zorgvrager met een tracheostoma grote zorgvuldigheid, omdat er een open verbinding met de longen bestaat. Hygiene is daarbij een eerste vereiste, maar aandacht voor gevoelens van onmacht en schaamte is ook belangrijk.
Hartelijk welkom namens het team maatschappelijke zorg!
Inleiding
In deze e-learning krijg je de theorie van de volgende verpleegtechnische vaardigheden aangeboden:
Zuurstof toediening
Het verzorgen van een tracheacanule en tracheostoma
Mond- en keelholte uitzuigen
Tijdens de cursus komen de verschillende onderwerpen gescheiden van elkaar aan de orde. De volgorde van deze onderwerpen kan door jou zelf bepaald worden.
De anatomie van de longen
Het ademhalingsstelsel bestaat uit de bovenste- en onderste luchtwegen. De bovenste luchtwegen worden gevormd door neus- en mondholte, keelholte en strottenhoofd. De onderste luchtwegen bestaan uit de luchtpijp, luchtpijpvertakkingen, luchtpijptakjes en longblaasjes. De functie is verschillend.
De bovenste luchtwegen voeren de lucht aan die via de mond en de neus wordt ingeademd. Inademing vindt bij voorkeur plaats via de neusholte. Dit omdat deze vorm van ademhaling gezonder is vanwege het feit dat neusademhaling er voor zorgt dat de ingeademde lucht;
Schoner is, omdat de neusharen en het neusslijmvlies de lucht zuiveren van stofdeeltjes en bacteriën.
Vochtiger is, omdat het neusslijmvlies veel vocht bevat.
Warmer is, omdat er in het neusslijmvlies veel haarvaten lopen die de lucht verwarmen.
Gekeurd wordt door het reukorgaan.
Vanuit de neusholte (of mondholte) komt de lucht via de keelholte terecht in de luchtpijp. Deze wordt opengehouden d.m.v. hoefijzervormige kraakbeenringen. Om er voor te zorgen dat er tijdens het eten geen eten in de luchtpijp komt, sluit de huig tijdens het slikken van voedsel de neus af en sluit het strottenklepje de luchtpijp af. De keelholte maakt dus zowel deel uit van de luchtweg als van het spijsverteringkanaal.
De luchtpijp vertakt in twee bronchiën welke vervolgens vertakken in de bronchiolen. Aan het eind van de kleinste bronchiolen bevinden zich de longblaasjes waarin de gaswisseling plaats vindt.
Door op de afdeling te klikken zal deze worden vergroot
Iedereen maakt wel eens mee dat het ademhalen even geen doorgang vindt. Soms is dat bewust, bijvoorbeeld als jij met of alleen kinderen proberen wie het langst de adem kan inhouden. Soms is dat ongewild, bijvoorbeeld als iemand tegen zijn zin in onder water houdt in het zwembad.
Dit kun je niet lang volhouden, want een mens heeft continu zuurstof nodig om te functioneren. Als de ademweg is geblokkeerd en het hart is gestopt met rondpompen van bloed omdat het geen zuurstof meer krijgt, zal iemand binnen 30 seconden bewusteloos raken. Dagelijks raken tientallen mensen in de problemen door ademhalingsmoeilijkheden. Enkele aandoeningen zullen we bespreken.
Om na te gaan hoeveel zuurstof en hoeveel koolzuur in het bloed aanwezig is, laat de arts bloedgaswaarden (ander woord is asturp) bepalen. Bij zorgvragers die met zuurstof worden behandeld, worden de bloedgaswaarden meerdere malen bepaald om vast te stellen en te bepalen hoeveel zuurstof de zorgvrager nodig heeft. Of wordt de saturatie gemeten. Saturatie is de mate van zuurstofvoorziening in de bloedvaten van het lichaam. Deze kan met een saturatiemeter aan de vingers worden gemeten.
Saturatiemeter
Ondersteuning bij ademhalingsmoeilijkheden
Bij de zorg voor een zorgvrager met ademhalingsproblematiek speelt de observatie een belangrijke rol. Zorgvragers met zuurstof te kort kunnen de volgende symptomen laten zien:
Sufheid
Vergeetachtigheid
Verwardheid
Vreemd gevoel in het hoofd
Gevoel van zwakte en minder kracht
Hoge hart- en ademhalingsfrequentie
blauwe huidskleur (cyanose)
Afwijkende ademhaling
Wanneer je de ademhaling observeert let je op de volgende aspecten:
Frequentie en ritme/patroon
Diepte
Gebruik van ademhalingsspieren
Symmetrie
Geur
Ademgeluiden
Kleur van de huid
En dit doe je allemaal tegelijk!
Toedienen van zuurstof
Indicaties
Er kunnen meerdere redenen zijn van een zuurstof te kort namelijk:
Onvoldoende lucht in de longen: (niet kunnen ademhalen)
Afsluiting deel van de longen (tumor longweefsel, slijmproppen in bronchiën of bronchioli)
Niet openstaan van een long (pneumothorax)
Niet goed kunnen gebruiken van de ademhaling (na operatie, bij pijn, COPD, neurologisch letsel)
Afknellen van de trachea van buitenaf (tumor slokdarm)
Verkleinen van de trachea van binnenuit (tumor in de trachea en astma)
Geen zuurstof vanuit de alveoli naar het bloed. (geen goede uitwisseling en opname)
Zieke wand van de alveoli (taaislijmziekte)
Wand van de alveoli rekt niet mee (emfyseem)
Er stroomt geen bloed langs de alveoli(vaatafsluiting/ trombose en embolie
Er zit vocht waar lucht hoort (pneumonie)
Hart kan het bloed niet rondpompen. (hartfalen)
Er komt onvoldoende bloed terug vanuit de longen (dec. cordis)
Hart kan niet voldoende bloed wegpompen (hartinfarct/ hertspierziekte/ niet goed werkende hartkleppen.
Alleen zuurstof toedienen bij bloedarmoede (niet voldoende bloed om het zuurstof te vervoeren) of bij hartfalen (niet krachtig genoeg om het bloed rond te pompen) heeft geen zin omdat het bloed niet bij de organen gaan komen die het nodig hebben. Andere acties zijn dan noodzakelijk.
Zuurstoftherapie
Voor zuurstoftherapie kunnen verschillende zuurstofbronnen worden gebruikt. Klik op de zuurstofbron die gevraagd wordt en er zal een uitleg zichtbaar worden.
Toedieningssystemen
Neuskatheter en zuurstofbril
Met een neuskatheter wordt de zuurstof in kleine hoeveelheden en in lage concentraties toegediend. De katheter moet ver in de neus (tot in de mondholte) worden opgeschoven en met een pleister op de neus worden gefixeerd. Een neuskatheter moet dagelijks vervangen worden, ook wordt er dan gewisseld van neusgat.
Zowel de neuskatheter als de zuurstofbril zijn voor de zorgvrager behoorlijk belastend, zijn duidelijk zichtbaar en niet te verbergen. Daarbij geven beide systemen veel zuurstofverlies. Deze twee vormen worden gebruikt wanneer nauwkeurigheid bij het toedienen van zuurstof geen vereiste is.
Het zuurstofmasker
Meestal wordt deze zuurstoftoediening gebruikt in acute situaties of wanneer de zorgvrager nauwkeurig afgepaste hoeveelheden zuurstof van een hoge vochtigheidsgraad nodig heeft. Het masker wordt als zeer onprettig ervaren doordat deze de bewegingsvrijheid beperkt maar ook het hinderlijk is bij het praten en het eten.
Maatregelen voor veilig omgaan met geconcentreerde zuurstof
Onder alle omstandigheden moet roken in de buurt van zuurstof verboden worden
Plaats evt. bordjes in de kamer of op de deur van de zorgvrager
Informeer ook de naasten en bezoekers over dit gevaar
In verband met explosiegevaar mag de concentrator niet in de buurt staan van een warmtebron, kaarsen, wierook e.d.
Er mag géén zuurstof lekken
De ruimte moet goed geventileerd worden
Zorg dat cilinders niet kunnen omvallen
De opslag van de voorraad moet bij een eventuele explosie zo min mogelijk gevaar opleveren
Gebruik geen synthetische materialen
Gebruik voor het insmeren van het gezicht geen vette zalf, creme of olie. En vermijd alcohol voor ontsmetting
•Wat zorgvrager en kamergenoten mee is gedeeld over de voorzorgsmaatregelen
•De reactie van de zorgvrager op de behandeling
Uitzuigen van de neus- en keelholte
Inleiding
Uitzuigen voorkomen
Om te voorkomen dat het slijm afgezogen moet worden, kun je in 1e instantie de uitscheiding van sputum stimuleren door:
Houdingsdrainage
Ademhalings- en hoesttechnieken
Evt. medicatie
(Contra-) indicaties
Indicaties voor uitzuigen
Zorgvragers zijn zelf niet in staat sputum op te hoesten, door onvoldoende hoestprikkel of hoestkracht. Bijvoorbeeld comateuze of ernstig verzwakte zorgvragers. Hierdoor dreigt sputum zich op te hopen en is er een grotere kans op longontsteking (pneumonie).
Door het uitzuigen kan een hoestprikkel worden opgewekt, zodat sputum uit de onderste luchtwegen omhoog wordt gewerkt.
Aan reutelgeluiden (rhonchi) is te horen dat zich sputum heeft verzameld in de luchtwegvertakkingen. De aanwezigheid van sputum kan ook voelbaar zijn door je hand op de borstkas (thorax) van de zorgvrager te leggen.
Uitzuigen van de neus- en keelholte
Het uitzuigen van de neus- en keelholte wordt alleen oppervlakkig gedaan, dit houdt in dat je met de uitzuigkatheter niet verder komt dan de keelholte. Je kunt de uiteinde van de katheter nog wel zien.
Hoeveelheid, kleur, consistentie en geur van het opgezogen sputum
Toestand van de ademhaling voor en na het uitzuigen
Toestand van de zorgvrager; pols, kleur en emotie
Evt. complicaties en de ondernomen maatregelen
Welke informatie is gegeven aan de zorgvrager en de evt mantelzorgers
Het tracheastoma en de tracheacanule
Inleiding
Bij een (dreigende) afsluiting of een vernauwing van de luchtpijp of trachea zijn maatregelen nodig om de zorgvrager onbelemmerd te laten ademhalen. Zo nodig kan de arts de zorgvrager intuberen. Afhankelijk van de aanleiding kan hij er ook voor kiezen een tijdelijke of blijvende tracheostoma aan te brengen en daarin een tracheacanule te plaatsen. Een tracheotomie ontstaat na een tracheotomie (operatieve opening van de luchtpijp). Na de tracheotomie kan een canule ingebracht worden
Onder de animatie van de tracheotomie staat aangegeven dat een tracheostoma tijdelijk of blijvend kan zijn.
Animatie tracheotomie
Indicaties
Canules
In de loop der jaren zijn er verschillende soorten tracheacanules ontwikkeld. De kunstof- en verzilverde canule worden het meest toegepast. De keuze voor de canule is afhankelijk van een aantal factoren.
Gaat het om een tijdelijke of blijvende stoma?
Is de zorgvrager overgevoelig voor bepaalde stoffen?
Moet de zorgvrager kunnen spreken met de canule?
Communicatiemiddelen
Doordat de tracheostoma onder de stembanden ligt en de luchtpijp mogelijk is afgesloten stroomt er geen lucht meer langs de stembanden. Dit betekend dat de zorgvrager niet kan spreken. De zorgvrager moet dan een intensieve spraakrevalidatie ondergaan. In samenwerking met de logopedist leert een zorgvrager met een blijvende stoma zo goed mogelijk communiceren.
Er zijn drie spraaktechnieken die de zorgvrager zich eigen kan maken om zich opnieuw verstaanbaar te maken. Hieronder worden ze verder uitgelegd.
De injectie-slokdarmspraak
Dit is de oudste en moeilijkste techniek. Door kleine hoeveelheden lucht in de slokdarm te persen en vervolgens in kleine stoten naar buiten te brengen - opboeren - kan de zorgvrager klanken produceren. Hieronder staat een video, het gaat hier niet om de inhoudelijke tekst maar om de techniek.
Het spraakknopje
Deze zit tussen de slokdarm en de trachea in. Als de zorgvrager zijn vinger op de trachea-opening legt, wordt de lucht door het knopje geperst en ontstaan er klanken. Hiervoor moet de zorgvrager nog wel een mogelijkheid hebben om lucht via het strottenhoofd naar de mond te laten stromen. Als het totale strottenhoofd is verwijderd, kan deze techniek niet worden toegepast. Iemand kan vlot na de operatie al opnieuw leren spreken, nadeel is wel dat dit knopje soms al na zes weken vervangen moet worden. Dit is geen grote ingreep, maar de zorgvrager moet er wel telkens voor terugkomen.
De laatste is de elektronische spraak, ook wel de Servox genoemd, zet de zorgvrager een apparaatje tegen zijn hals. Door trillingen over te brengen op de lucht in de keelholte, kan hij geluiden produceren. Het nadeel is dat iemand klinkt als een robot.
Het arrangement Zorg voor de ademhaling is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Wietske Gommer
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2019-11-19 11:46:21
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.