Financiële educatie

Financiële educatie

Startpagina

Hallo jongens en meiden, welkom op mijn lesmateriaal over financiële educatie

Financiële educatie gaat over hoe je je eigen kosten en opbrengsten kan opstellen en hoe je daardoor financieel stabiel kan zijn.

We zullen het hebben over Financiële educatie en zullen we hiermee te werk gaan. Je gaat aan de slag met het leren over het onderwerp: omgaan met geld. Hierover krijg je leerzame theorieën en opdrachten. Vervolgens ga je getoetst worden.

De leerdoelen van deze les zijn:

- De leerling weet waar geld vandaan komt, kent de behoeftes van consumenten en kan een budget opstellen

- De leerling weet de middelen van geld.

- De leerling weet wat lenen en sparen zijn en inhouden.

We gaan eerst beginnen met een instaptoets. Klik op het linkerbalkje met de instaptoets. Hierin worden jullie getest op de kennis die je al bezit.

Heel veel succes met het doorlopen van dit leerarrangement!

 

 

Instaptoets

Toets: Instaptoets financiële educatie

Start

Lesstof theorie

H1

Milan en Emma gaan op vakantie naar Spanje. Daar zijn prachtige baaien waar je kunt snorkelen. Snorkelen is een behoefte van Milan en Emma. Een behoefte is iets wat je graag wilt hebben of doen. Er zijn verschillende soorten behoeften. Basisbehoeften en luxe behoeften. Basisbehoeften/primaire zijn voeding, kleding en onderdak. Alles wat je nodig hebt om in leven te blijven. Luxe behoeften zijn bijvoorbeeld: naar muziek luisteren op je iPod of een nieuwe scooter.

Milan en Emma boeken een vliegreis en reserveren een appartement in Spanje. Dit zijn aankopen van diensten. Een dienst is iets wat een persoon of bedrijf doet voor een ander. Ze kopen ook nieuwe snorkels. Dit is een aankoop van goederen. Milan en Emma consumeren, want door het kopen van goederen en diensten worden hun behoeften vervuld.

 

Het opstellen van een budget is als volgt:

1) Je zet al je inkomens op een rijtje aan de linkerkant.

2) Je zet al je uitgaves op een rijtje aan de rechterkant

3) Je telt al je inkomens bij elkaar op

4) En al je uitgaves tel je bij elkaar op

5) Vervolgens doe je het sommetje: alle inkomen - alle uitgaves

6) dan heb je het resterende saldo wat jij nog overhoud

7) zijn de uitgaves groter dan de inkomens? Dan sta je in de min (-)

 

 

HIERONDER NOG EEN FILMPJE OVER HET SAMENSTELLEN VAN EEN BUDGETPLAN

 

H2

Sanne heeft een bijbaantje in een bakkerswinkel. Ze rekent een stokbrood en een halfje bruin maanzaad af met een klant. Sanne en de klant gebruiken geld als ruilmiddel, want Sanne ontvangt geld in ruil voor het brood. Zelf krijgt ze geld (loon) in ruil voor haar arbeid. Ook op deze manier heeft geld de functie van ruilmiddel.

Sanne gaat na haar werk de stad in om te winkelen. Ze is op zoek naar een jas. Ze heeft verschillende jassen gepast en vergeleken. Ze wil het liefst de jas van afbeelding 21. De jas kost 195 euro. Ze moet kijken of ze genoeg geld op haar rekening heeft staan. Zo weet ze hoeveel geld ze kan uitgeven aan een jas. Op deze manier gebruikt ze geld als rekenmiddel.

Sanne ontvangt haar loon per maand. Ze spaart daarvan iedere maand € 50. Ze haalt dit van haar bankrekening af en zet het op haar spaarrekening. Ze wil dat geld voorlopig nog niet uitgeven. Ze gebruikt geld als spaarmiddel.

Michael heeft in de vakantie veel geld verdiend met zijn bijbaan. Hij weet nog niet precies wat hij wil kopen. Zijn vader zegt dat hij het op een spaarrekening bij de bank moet zetten, dan krijgt hij rente. Michael kan dan de rente uitgeven zonder dat zijn spaargeld minder wordt. Je noemt dit sparen voor rente.

Op de spaarrekening van Tess staat € 1.500. Ze krijgt drie procent rente per jaar, dat is € 1.500 : 100 × 3 = € 45 Als er € 3.000 spaargeld op haar rekening zou staan, had ze meer rente gekregen. Want drie procent van € 3.000 is € 3.000 : 100 × 3 = € 90 Hoe hoger het spaarbedrag, hoe hoger de rente.

H3

Klaas heeft in de opel winkel een hele mooie auto gezien die hij wilt kopen. De auto kost €10.000. Hij heeft zelf het geld niet op zak en moet het lenen van de bank. Ook kan hij een lening afsluiten bij het autobedrijf. Dan koopt hij op krediet. Hij kan dan met het geld een auto kopen en betaald de lening in maandelijkse termijnen af, met rente erbij natuurlijk.

Als Klaas het geld gaat lenen bij een autobedrijf of een bank, moet hij maandelijks een bedrag van €200 betalen, als de lening 5 jaar zal duren. Dat is voor de rente en de aflossing van de lening. Het bedrag van € 200 noem je een termijn. Na een looptijd van 60 termijnen van € 200 is de lening afgelost en de rente betaald. Alles wat hij meer heeft betaald dan € 10.000 is rente.

 

Je kunt lenen:

• voor een grote uitgave;

• voor het opvangen van een tegenvaller;

• voor het opvangen van een tijdelijk geldtekort.

Door te lenen verschuif je koopkracht. Je kunt nu meer geld uitgeven maar in de toekomst minder. Na een lening (krediet) betaal je:

• het geleende bedrag terug (aflossing);

• rente over het geleende bedrag.

Veel leningen worden terugbetaald in termijnen. Berekening:

• totale rente = optelsom maandtermijnen − bedrag lening.

De te betalen rente is hoger:

• bij een hoger rentepercentage;

• bij een hoger leenbedrag;

• bij een langere looptijd.

 

Je bent klaar met het studeren van de theorie, klik verder naar het onderdeel 'oefenen'. Hierin begin je met onderdeel A.

 

Oefenen

Beginpagina oefenen

Welkom bij het onderdeel oefenen.

>> Had je bij de instaptoets een score van 7 of hoger? Ga dan direct door naar de onderdeel verrijking.

 

>> Had je een score onder de 7 ga dan direct door naar de remidiërend.

 

 

Remidiërend

 

START MET DE EDPUZZLE EN BEANTWOORD DE VRAGEN VOOR HET AFKIJKEN VAN HET FILMPJE

Verrijking

Samenvatting

BEN JE KLAAR MET DE DE VERRIJKING?

LUISTER HIER NOG NAAR DE SAMENVATTING VAN DE GEHELE LES:

 

 

 

Eindtoets

Bronvermelding

Cbs. (z.d.). CBS Statline. Geraadpleegd op 29 januari 2019, van https://opendata.cbs.nl/statline/

Nibud. (z.d.). Financiële educatie. Geraadpleegd op 29 januari 2019, van https://www.nibud.nl/beroepsmatig/kennisgebieden/financiele-educatie/

Wrts. (z.d.). Economisch bekeken - 2 Thuis in geldzaken boek 2011 - Ine. Geraadpleegd op 29 januari 2019, van https://www.woordjesleren.nl/questions.php?chapter=105935

 

  • Het arrangement Financiële educatie is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Elif Coskun Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2019-01-29 16:56:02
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Instaptoets financiële educatie

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.