Wat willen we aan het einde van de les bereikt hebben?
1. Jullie hebben in tweetal aan het einde van de les de naam van de complicatie gevonden.
2. Jullie hebben het soort bot waarin de complicatie zit genoteerd.
3. Jullie hebben een verklaring voor deze complicatie in combinatie met de leeftijd van de heer Jansen.
4. Jullie hebben per persoon een begrippenlijst ingevuld van de dikgedrukte woorden uit de tekst.
Les 2 botspecialisatie
Skelet van de mens
Hoe ziet het skelet van de mens eruit?
Wij mensen hebben een inwendig skelet. Dit skelet van de mens bevat tussen de 206 en 350 botten. Al deze botten zijn opgedeeld in verschillende groepen zoals bijvoorbeeld: de borstkas, bekkengordel, schoudergordel en ledematen.
Waaruit bestaan de botten?
In de onderstaande video staat informatie die je inzicht geeft in het botstelsel, ook wel het beenderstelsel genoemd. Door deze video goed te bestuderen kun je eventueel al gaan kijken of je een verklaring kan geven voor de klachten van meteer Jansen.
Complicaties
De botten hebben dus verschillende functies;
-mogelijk maken van beweging
-stevigheid
-bescherming van de inwendige organen
-vorm aan het lichaam geven
Een bot is hard en kan veel hebben. Maar wanneer er een harde klap op het bot komt kan het, net als een potloot, breken. Een botbreuk kan worden gediagnostiseerd worden door het maken van een rötgenfoto. Door speciale stralingen kan een foto gemaakt worden van alleen het bot inclusief een mogelijke botbreuk of andere complicatie.
Vorm en functie van de beenderen hangen nauw met elkaar samen.
Zo vormen de schedelbeenderen een holte die de hersenen beschermen. Aan veel botten zitten uitsteeksels. Deze uitsteeksels zijn geschikt om spieren aan vast te zetten. De vorm van het lichaam van een organisme heeft te maken met de omgeving waarin dat organisme leeft. Een dolfijn heeft bijvoorbeeld een gestroomlijnd lichaam. Door deze vorm kan de dolfijn sneller door het water zwemmen. Ook andere dieren zijn gestroomlijnd zoals bijvoorbeeld een hyena.
De tussentijdse opdrachten kom je gedurende de lessen steeds vaker tegen. Deze verzamel je allemaal bij elkaar. Neem een schrift waar je alle vragen en antwooden in gaat noteren. Op die manier kun je later terugkijken of je het nog steeds eens bent met jouw keuze.
Tussentijdse opdracht 1.1
a. Een bot bestaat uit twee stoffen. Schrijf deze op.
b. Ga in je boek opzoek naar informatie over de samenstelling van het bot bij ouderen en jongeren. Noteer deze in je schrift.
Geluidsfragment
Meneer Jansen 3:
De opdracht
In het bestand die je kan downloaden staat een tabel. Deze tabel gaan jullie invullen aan de hand van de informatie die je gevonden hebt voor deze les.
Meneer Jansen is door jullie dus doorverstuurd naar de rontgenafdeling waarna hij bij de botspecialisatie terecht is gekomen. Daar heeft hij een foto laten maken van de plekken die pijnlijk waren, en waarvan de artsen vermoedde dat er een botbreuk zat. De foto's die gemaakt zijn kun je viden onder het kopje foto's meneer Jansen.
Tussenopdracht 1.2
a. Jij gaat de foto's grondig bekijken. Kijk of je iets kan vinden wat op een botbreuk lijkt.
b. Noteer de naam van het bot waarvan je vermoed dat het een fractuur (breuk) heeft in je schrift.
c. Benoem de namen van de botten die geen breuk bevatten volgens jou. Dit moeten er minimaal 8 zijn. Als je dit lastig vind mag je het boek gebruiken. Noteer dit alsvolgt;
Foto heup:
-staartbeen
-.............
-.............
-.............
-.............
Foto's meneer Jansen
Pols
Knie
Heup
Lesdoel les 3
Wat willen we aan het einde van de les bereikt hebben?
1. Jullie hebben per persoon drie tekeningen met de benoemde onderdelen.
2. Jullie hebben gediagnostiseerd op welke plek de complicatie zit.
3. Jullie weten wat top, teen, en zoolgangers zijn en kunnen dit aan klasgenoten uitleggen.
Les 3 gewricht specialisatie
Gewrichten
Gewrichten
Gewrichten zijn onmisbaar bij beweging. Een gewricht is een verbinding tussen 2 twee botten. Door dat gewricht kunnen die botten dus gemakkelijk bewegen.
Voorbeelden hiervan zijn; Je knie buigen, je kaak bewegen of met je armen zwaaien.
Een gewricht wordt meestal gevormd door twee botten (zie afbeelding 1). Het ene bot heeft een gewrichtskogel, het andere bot heeft een gewrichtskom. De gewichtskogel kan in de gewrichtskom bewegen.
De gewrichtskogel en de gewrichtskom zijn beide bedenkt met een laagje kraakbeen. Hierdoor kunnen de botten soepel bewegen en wordt slijtage tegengegaan.
De twee botten van een gewricht zitten met het gewrichtskapsel aan elkaar vast. De binnenkant van het gewrichtskapsel geeft gewrichtsmeer af. Gewrichtssmeer is een stroperige vloeistof die werkt als een soort smeervet. Hierdoor kunnen de botten soepel bewegen.
Het gewrichtskapsel zorgt er ook voor dat de botten op hun plaats blijven zitten. Bij sommige gewrichten zitten er stevige kapselbanden om het gewricht heen. Deze kapselbanden helpen mee de botten op hun plaats te houden.
Er zijn verschillende soorten gewrichten:
Kogelgewricht
Rolgewricht
Scharniergewricht
Kogelgewricht
Kogelgewricht
Bij een kogelgewricht draait de gewrichtskogel van het ene bot in de gewrichtskom van het andere bot. Bij een kogelgewricht is beweging mogelijk in verschillende richtingen. Ook een draaiende beweging is mogelijk.
Tussentijdse opdracht 3.1
a. Neem een los A4 blaadje en ga zelf opzoek naar een afbeelding van een kogelgewricht. Maak hier een schematische tekening van en benoem zo veel mogelijk onderdelen.
Rolgewricht
Rolgewricht
Bij een rolgewricht draait het ene bot in de lenteas om het andere bot. Een voorbeeld hiervan is de beweging tussen spaakbeen en ellepijp. Door die beweging kun je de palm van je hand naar voren of naar achter houden.
Tussentijdse opdracht 3.2
a. Neem een los A4 blaadje en ga zelf opzoek naar een afbeelding van een rolgewricht. Maak hier een schematische tekening van en benoem zo veel mogelijk onderdelen.
Scharniergewricht
Scharniergewricht
Bij een scharniergewricht gewegen de botten als een scharnier van een deur. Het scharnier van een deur zorgt ervoor dat de deur open en dicht kan. Een scharniergewricht zorgt ervoor dat je een ledemaat heen en terug kunt bewegen.
Scharniergewrichten zorgen voor:
Vingers buigen en strekken
Benen buigen en strekken
Armen buigen en strekken
Scharniergewrichten zorgen NIET voor ronddraaiende bewegingen!
Tussentijdse opdracht 3.3
a. Neem een los A4 blaadje en ga zelf opzoek naar een afbeelding van een scharniergewricht. Maak hier een schematische tekening van en benoem zo veel mogelijk onderdelen.
Ganger?
Hoefgangers, ook wel topgangers genoemd, raken alleen met de toppen van de tenen (of een enkele teen) de grond. De kootjes eindigen in een hoef, waarmee de dieren zich goed kunnen afzetten tegen een harde ondergrond. Door sterk verlengde middenhands- en middenvoetsbeentjes hebben hoefgangers lange poten. Ze kunnen daardoor grote stappen nemen en zijn heel snel. Voorbeelden van hoefgangers zijn paarden, koeien en impala´s.
Teengangers raken de grond met de kootjes. Daardoor zijn de poten in verhouding lang en is de weerstand tussen de poten en de grond klein; teengangers kunnen erg hard rennen. Voorbeelden zijn katten, honden en struisvogels.
Bij zoolgangers raakt de hele voetzool van voor- en achterpoot de grond. Zoolgangers zijn meestal geen snelle dieren, maar ze kunnen zich wel goed afzetten en iets vastgrijpen. Voorbeelden zijn beren en mensen.
Meneer Jansen
Meneer Jansen :
Schouder
Tussentijdse opdracht 3.4
a. Bekijk de foto van meneer Jansen en kijk goed naar de tekeningen die je al gemaakt hebt. Noteer de naam van het gewricht die bij meneer Jansen uit de kom is.
Tussentijdse opdracht 3.5
a. Neem het stukje tekst van de gangers. Ga na wat voor ganger meneer Jansen, Keesje (de cavia van meneer Jansen) en Klara (het paard van zijn dochter) is.
Lesdoel les 4
Wat willen we aan het einde van de les bereikt hebben?
1. Jullie kunnen uitleggen hoe een spierscheur kan worden vastgesteld.
2. Jullie hebben een verklaring voor meneer Jansen zijn situatie.
3. Jullie hebben per persoon een begrippenlijst van de dikgedrukte woorden.
Les 4 spier specialisatie
Het spierstelsel
Spieren
Aan de botten in je lichaam zitten spieren vast. Spieren zijn nodig om het skelet rechtop te laten staan en ze maken beweging mogelijk. Al de spieren bij elkaar noem je het spierstelsel. Het spierstelsel is een organenstelsel. Voorbeelden van andere orgaanstelsel zijn; verteringsstelsel, bottenstelsel.
Een spier zit met pezen aan de beenderen vast. De plaats waar een pees aan het bot vastzit noemen we een aanhechtingsplaats.
Hoe werkt een spier?
Hoe werkt een spier?
In je hele lichaam komen samenwerkende spieren voor. De buigspier zorgt ervoor dat je je arm kunt buigen. De strekspier zorgt ervoor dat je je arm weer kunt strekken.
Complicaties
Wanneer een spier gescheurd is kunnen artsen dit diagnostiseren door de de volgende te doen; de patiënt gaat met zijn buik op een behandelbed liggen. De onderbenen moeten vrij liggen om te kunnen buigen. Wanneer de arts in de kuit van de patiënt knijpt, zal, wanneer de achillespees niet volledig gescheurd is, de voet licht omhoog komen. Wanneer de voet niet in beweging komt is de achillespees volledig gescheurd.
Spier is nog intact
Meneer Jansen
Meneer Jansen:
Opdracht meneer Jansen
Tussentijdse opdracht 4.1
a. Beluister de voicememo van meneer Jansen. Maak gebruik van de informatie die je in deze les gekregen hebt en verklaar het volgende;
Waarom zal de voet van meneer Jansen niet omhoog komen? Gebruik in jouw verklaring de volgende woorden; achillespees, pees en aanhechtingsplaats.
Opdracht
Maak voor deze les een begrippenlijst zoals je die bij les 2 hebt gemaakt. Maar weer gebruik van het bestand.
Het arrangement Thema stevigheid en beweging is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteurs
Karlijn Jonker
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2019-01-15 13:40:55
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.