EHBD Anne & Ilse & Maud

EHBD Anne & Ilse & Maud

Inleiding

- Bedrijfstype: Wij hebben gekozen voor het bedrijfstype kinderboerderij omdat er daar veel ziektes kunnen onstaan.

- Veel voorkomende ziektes: We gaan wat vertellen over verschillende ziektes die op de kinderboerij kunnen voorkomen.

- Beeldmateriaal: We laten ook wat foto's zien

 

Beschrijving bedrijfstype

wij hebben gekozen voor dieren die het meest voorkomen op een kinderboerderij.

De dieren die wij hebben uitgekozen zijn:

-  Gevogelte

-  Geiten

-  Pony's

-  Konijnen & Cavia's

-  Varkens

 

Welk publiek komt er?

Volwassenen met kinderen.

Kinderen van bepaalde opleidingen zoals dierenverzorging om daar praktijklessen te volgen.

Medewerkers.

Dierenarts.

 

 

 

 

 

 

Q-koorts

Beschrijving van de ziekte:

Q-koorts is een infectie ziekte die van dieren naar mensen kunnen overgaan. In Nederland zijn vooral besmette melkgeiten en melkschapen de oorzaak waardoor mensen het sneller kunnen krijgen. De Q-koorts is niet van mens op mens overdraagbaar. De meeste mensen lopen Q-koorts op door het inademen van lucht waar de bacterië in zit, tijdens de lammerperiode van geiten en schapen. Dat betekent dat mensen besmet kunnen raken door dieren die de bacterië bij zich hebben.

Ziektebeeld

Q-koorts is niet altijd te herkennen. Meer dan de helft van de mensen met  Q-koorts heeft geen klachten. De mensen die wel klachten hebben, hebben vaak griepachtige ziektebeeld. Soms verloopt Q-koorts ernstiger. Dan begint de ziekte in korte tijd met heftige hoofdpijn, hoge koorts en een longontsteking met droge hoest en pijn op de borst. De bacterië kan een lever onsteking veroorzaken. Deze klachten komen ook bij andere ziektebeelden voor. Mannen hebben vaker last van Q-koorts dan vrouwen en ook mensen die roken worden vaker ziek. Veel mensen die Q-koorts hebben gehad, zijn daarna nog langere tijd moe. Wanneer er ziekteverschijnselen optreden gebeurd het gemiddeld 2 tot 6 weken na de besmetting.

Soms kan Q-koorts tot een chronische infectie leiden. Dan is er vaak een ontsteking aan het hart. Chronische Q-koorts komt meestal voor bij patiënten met een afweerstoornis en hartpatiënten. Bij zwangere vrouwen kan een eerder doorgemaakte Q-koortsinfectie tot chronische Q-koorts leiden.

Preventie

Vaccinatie is een belangrijke preventie maatregel. vaccinatie van schapen en geiten tegen Q-koorts verkleint de kans op besmetting. Ook schapen en geiten, ouder dan 3 maanden, die worden aangevoerd op een evenement, tentoonstelling of keuring moeten uiterlijk 3 weken voorafgaand tegen Q-koorts zijn gevaccineerd.

Hygiëprotocol:

- Algemene hygiëne

- Uitmesten

- Mestopslag en vervoer

- Aflammerperiode

 

 

Besmetting

Besmettingen tussen mens en dier maar ook tussen dieren onderling treedt voornamelijk op door inademing van van besmet stof uit stallen en weilanden maar ook via direct contact met besmette dieren en het drinken van rauwe melk. Met name het verwaaien van ingedroogde en uitgereden mest is een belangrijke route van besmetting gebleken van de mens in de zeer vee-dichte gebieden.

Genezing

De behandeling van besmette dieren is niet eenvoudig. Er vindt onderzoek plaats naar de mogelijke toepassing van antibiotica. Op dit moment zijn naast vaccinatie de praktische mogelijkheden om in te grijpen beperkt tot het nemen van algemene maatregelen.

wet en regelgeving

Maatregelen Q-koorts ten aanzien van bedrijven

Het is verboden geiten of schapen te laten insemineren of te laten bevruchten of op zodanige wijze te houden dat bevruchting van geiten of schapen kan plaatsvinden.

Het eerste lid is niet van toepassing, indien alle geiten of schapen op het bedrijf zijn gevaccineerd overeenkomstig. Het is verboden op een bedrijf waar geiten of schapen aanwezig zijn of dat bestemd is om geiten of schapen te houden, sperma van geiten of schapen voorhanden te hebben, in voorraad te hebben, te bewaren, op te slaan, te gebruiken, te ontvangen of af te leveren, tenzij alle geiten of schpaen op dat bedrijf zijn gevaccineerd.

Het is verboden mest, afkomstig uit een stal waar schapen of geiten worden gehouden, uit te rijden of af te voeren.
De mest gedurende 30 dagen na verwijdering uit de stal luchtdoorlatend afgedekt is opgeslagen of de mest rechtstreeks en afgedekt naar een erkende composteerinrichting of erkend composteerbedrijf.

Het is voor veehouders verboden bezoekers tot een stal, waar schapen en geiten worden gehouden toe te laten.

Staart en Maneneczeem

Beschrijving van de ziekte

De jeuk is seizoensgebonden en begint meestal bij de staart en/of manen. De eerste verschijnselen kunnen zich al in maart voordoen. Naast de meest voorkomende vorm van jeuk aan staart en manen is er nog een andere variant waarbij het paard veel jeuk heeft op de buiknaad (midline dermatitis genaamd). Combinaties zijn ook mogelijk. Het paard zal proberen de jeuk te verlichten en zal alle mogelijke dingen als drinkbak, voerbak, staldeur of tuinhek gebruiken om onophoudelijk tegen te schuren. Door het schuren zullen in eerste instantie de staart en manen afbreken, maar vaak schuurt het paard tot bloedens toe door en zullen er wonden ontstaan met een verdikte huid. Wanneer er geen objecten zijn om tegen te schuren dan kan het paard zichzelf ook gaan bijten of proberen door rollen of “buikschuiven” de jeuk te verminderen

Ziektebeeld

Hevige jeuk

  • Schuren aan de staart en manen
  • Minder frequent jeuk aan buik
  • Afgebroken staart en manen
  • Kale plekken
  • Verdikte huid van manenkam en staartwortel
  • Open wonden op staart en manen

Preventie

.

Eczeemdeken
Door je paard helemaal in te pakken in een speciale eczeemdeken, waarbij de romp, hals, buik en staartwortel bedekt wordt, kun je het aantal beten van de knutten verminderen. Deze dekens zijn op dit moment waarschijnlijk de meest effectieve behandeling van SME. Het is belangrijk om al vroeg in het voorjaar, voordat de eerste knut gebeten heeft, begin maart, de deken op te doen. De deken heeft het meeste effect als deze continu gedragen wordt tot eind oktober. Sommige mensen zijn er op tegen of vinden het zielig om hun paard ook tijdens de warme dagen helemaal in te pakken, maar bedenk dat niets erger is dan jeuk! Goed om te vermelden is dat als het paard de deken op krijgt als hij al heftige jeuk heeft, de deken minder effect heeft en waarschijnlijk kapot geschuurd wordt. Overleg in jouw specifieke geval met de dierenarts hoe je het best kunt handelen.

Paard verplaatsen
Dit is wellicht een drastische maatregel, maar het is bekend dat paarden met SME die naar de zeekust verhuisden of naar een land met een kouder klimaat, geen of veel minder last hadden van hun eczeem.

  • Opstallen tijdens de schemer
    De knutten zijn vooral actief in de schemer en bijten vooral rond dit tijdstip. Het kan helpen om je paard tijdens de zonsopgang en zonsondergang op stal te zetten. Deze maatregel is helaas niet altijd succesvol, knutten kunnen ook in de stallen bijten, maar is niet kostbaar en wellicht de moeite waard.
  • Open en winderige weide
    Knutten gedijen het best in vochtige schaduwrijke plekken waar weinig tot geen wind staat. Ze vliegen minder tot niet op open, zonnige en winderige vlaktes.
  • Vliegwerende middelen
    Een simpele anti vliegen- of dazenspray werkt onvoldoende, maar er zijn voor runderen geregistreerde vliegwerende middelen met pyrethroïden die bij het paard verlichting kunnen geven. Vraag ernaar bij je dierenarts.

Besmetting

Zomereczeem of SME is een insectenovergevoeligheid en is de meest voorkomende allergie bij paarden. De paarden met SME zijn uitermate gevoelig voor de insectenbeten en slechts enkele beten kan al leiden tot grote problemen. De knutten zijn met name in de zomer maanden actief, maar bij goede weersomstandigheden kunnen de knutten vanaf maart tot eind oktober voor problemen zorgen. Ze voelen zich het meest op hun plek in de buurt van water, bomen en veel struikgewas. De knutten houden niet van zonlicht en wind en zijn vooral actief tijdens de zonsopgang en zonsondergang. Echter helaas kunnen ze op alle tijden van de dag actief zijn en bijten. De vrouwelijke knutten hebben bloed nodig om eieren te leggen en bijten hiervoor de paarden. Tijdens het bijten laten ze een beetje speeksel met eiwitten achter in het paard. Het is aangetoond dat juist deze eiwitten de oorzaak zijn van de allergie.

Genezing

Helaas bestaat het ideale geneesmiddel (nog) niet. Gelukkig zijn er wél effectieve manieren om met zomereczeem om te gaan. Omdat echter niet ieder paard evenveel baat heeft bij bepaalde maatregelen, wordt het voor iedere eigenaar een zoektocht naar de meest passende preventieve en therapeutische mogelijkheden

Door geen enkele therapie zal het paard zijn gevoeligheid voor het ontwikkelen van staart- en maneneczeem verliezen. Als het paard het eenmaal heeft gehad zal het vaker terug blijven komen.

Een behandeling moet op tijd gestart te worden, het liefst zelfs voor de eerste verschijnselen van het paard. Een behandeling die op tijd gestart zal meer resultaat hebben dan een behandeling bij een dier met al een tijdje symptomen van staart- en maneneczeem

Elke behandeling moet consequent gevolgd worden, anders zal er geen resultaat zijn. dagelijks behandelen is erg belangerijk

 

wet en regelgeving

Of een paard staart- en maneneczeem zal ontwikkelen is voor een groot deel afhankelijk van de erfelijke belasting. Staart- en maneneczeem heeft namelijk een duidelijke erfelijke invloed. Staart- en maneneczeem volgt echter niet de  regels van de erfelijkheidsleer. Dit betekent dat het niet goed te voorspellen is welke dieren er wel of niet last van zullen krijgen. Als men zou weten welk dier verhoogd gevoelig is voor staart- en maneneczeem, dan zou deze in principe niet voor de fokkerij in aanmerking mogen komen, als men de staart- en maneneczeem wil verbannen uit een groep paarden.

Dit is makkelijker gezegd dan gedaan. Het is namelijk zo dat weinig paardenfokkers zin hebben om een fokstam te onderbreken. Maar wat ook nog een probleem is dat de staart- en maneneczeem pas relatief laat tot uitdrukking kan komen, waardoor er soms al wat veulens geboren kunnen zijn van een merrie/ hengst. Het is trouwens zo dat een staart- en maneneczeem gevoelige merrie deze gevoeligheid sterker zal meegeven aan het nageslacht dan een hengst. Indien er een test zou bestaan, die kan aangeven of een dier gevoelig is voor staart- en maneneczeem, dan zou dit enige duidelijkheid geven voor de toekomst van het dier, dit geldt zowel bij de fokkerij als bij de eventuele import van een paard. Echter zo'n (betrouwbare) test is er, ondanks veel onderzoek, nog

Vogelgriep

Beschrijving van de ziekte

Vogelgriep is een verzamelnaam voor verschillende griepvirussen die gevaarlijk kunnen zijn voor pluimvee. Vooral kippen, kalkoenen, watervogels, waad-, strand- en loopvogels en spreeuwen kunnen erg ziek worden van de vogelgriep en kunnen er dood aan gaan. Sommige varianten van de vogelgriep zijn ook overdraagbaar op mensen.

Aviaire influenza (vogelgriep) kent twee vormen: een milde vorm  en een gevaarlijke vorm. De gevaarlijke vorm wordt ook wel vogelpest genoemd.  De meeste aviaire influenzavirussen zijn van de milde variant.

Ziektebeeld

Na infectie met hoogpathogene vogelgriep worden vogels snel ziek. Vaak al binnen enkele uren tot 3 dagen. De eerste symptomen zijn:

  • algehele duidelijke sloomheid;
  • de dieren maken geen geluid meer.

In een later stadium is het volgende te zien bij deze dieren:

  • ademhalingsproblemen;
  • plotselinge sterfte;
  • daling water- en voeropname;
  • legdaling;
  • windeieren en bleke schalen;
  • diarree;
  • zwelling en blauwkleuring van kam, lellen en poten;
  • oogontstekingen;
  • zenuwverschijnselen.

Vogels met laagpathogene vogelgriep kunnen last krijgen van:

  • luchtwegaandoeningen met verhoogde sterfte;
  • een verlaagde eierproductie.

Preventie

Bij een uitbraak van vogelgriep zal de regering allerlei maatregelen nemen, om verspreiding van het virus zoveel mogelijk te voorkomen. Onder meer de import van pluimvee en eieren uit gebieden waar vogelgriep heerst zal worden stopgezet. Reizigers uit vogelgriepgebieden worden extra gecontroleerd bij terugkeer in Nederland. Daarnaast zullen reizen naar risicovolle gebieden worden afgeraden.

Mocht er sprake zijn van een vogelgriepuitbraak in Nederland, dan kun je jezelf als volgt beschermen:

  • Vermijd zoveel direct contact met vogels en pluimvee, mest is ook een mogelijk bron van besmetting.
  • Ga niet naar markten waar vogels worden of werden verhandeld.
  • Was veelvuldig je handen als je zelf kippenvlees bereidt.
  • Eet alleen goed gegaard kippenvlees (minimaal 70 graden), ook in restaurants.
  • Neem geen dierlijke producten, zoals eieren, vlees, kaas of andere melkproducten, huiden of jachttrofeeën mee tijdens de door- en terugreis, ook niet in kleine hoeveelheden.

Besmetting

Het avaire-influenzavirus kan Nederland binnenkomen door import van levende vogels, consumptie-eieren en eiproducten, pluimveevlees en pluimveeproducten en via reizigers. Ook verspreiding via trekvogels vormt een risico.

Pluimvee kan op verschillende manieren vogelgriep oplopen:

  • Via direct contact met (trek)vogels. Besmette vogels verspreiden het virus via luchtwegen, oogvocht en mest.
  • Via besmet materiaal zoals voer, kratten, transportmiddelen en mensen die via hun schoenen of kleding in contact zijn geweest met het virus.
  • Via stof uit een besmette stal (die door de lucht wordt verspreid).

Genezing

Bij een besmetting met vogelgriep zorgt een behandeling met virusremmende middelen ervoor dat de ziekte minder ernstig verloopt. Osteltamivir (Tamiflu) of zanamivir (Relenza) zijn van die middelen. In sommige gevallen zal een ziekenhuisopname nodig zijn.

Inenten

Momenteel bestaat er nog geen vaccin tegen het vogelgriepvirus. Dit komt mede doordat virussen de eigenschap hebben om steeds iets van gedaante te veranderen. Voor dieren bestaat er wel een vaccin, maar dit is niet geschikt voor mensen.

wet en regelgeving

Sinds 2005, na de uitbraken van vogelgriep, is er een afscherm- of ophokplicht gekomen. De ophokplicht is alleen van toepassing op commercieel gehouden pluimvee. Alleen wanneer er een uitbraak is in Nederland geldt de ophokplicht ook voor hobbypluimvee. Dit wordt gedaan om te voorkomen dat pluimvee in direct contact kan komen met de uitwerpselen van wilde vogels. Het vee mag niet vervoerd worden. Er word vaak een vervoersverbod opgelegd.

Worminfectie Konijn

Beschrijving van de ziekte

Konijnen kunnen last hebben van wormen. Meestal gaat het om de Passalurus ambiguus of de Pinworm. Ze lopen deze worminfecties op door besmetting via de moeder, door een nieuwkomer in de groep of doordat ze buiten lopen. Eitjes van deze worm zitten in de grond

Ziektebeeld

Veel voorkomende klachten bij jonge konijnen zijn

  • Diarree
  • Verstoorde groei
  • Plotselinge sterfte door een darmverstopping of een andere infectie die de kans krijgt om toe te slaan bij een verminderde weerstand.

 

Veel voorkomende klachten bij oudere konijnen zijn

  • Lelijke vacht, slecht verharen
  • Af en toe een opgeblazen buik en stilliggende darmen waardoor het konijn afwijkende keutels produceert.

 

Afwijkende keutels

  • Geen of te weinig keutels – Wormen hebben invloed op de darmwerking waardoor het konijn geregeld een stille darm heeft. In die periodes eet het konijn niet of weinig en produceert geen of kleine keutels.
  • 1,5 keer te grote keutels – Tussendoor heeft het konijn normale tot 1,5 keer grotere eivormige keutels. Dit zijn de gewone keutels.
  • Slijmdraden – Soms zitten er slijmdraden in de keutels.
  • Blindedarmkeutels met een andere vorm – De blindedarmkeutels zijn vormeloos, papperig en er zitten wormen in. (normaal zijn dit een aantal, kleine, aan elkaar geplakte keuteltjes in de vorm van een tros)

Preventie

Een wormbesmetting is te voorkomen met een goede hygiëne. Konijnen doen hun behoefte meestal op een vaste plek in het hok. Het kost niet veel tijd en moeite om deze plek schoon te houden. Verwijder elke dag de keutels en natte plekken uit het hok. Dit is een bron van bacteriën. Maak één keer per week het hele hok goed schoon en reinig het met warm water. Ook de voerbak en de drinkfles moeten schoon zijn. Geef elke dag vers water en voer. Houd insecten buiten het hok met een hor of fijn gaas. Konijnen vinden een handje vers geplukt gras lekker, maar pluk dit niet op plaatsen waar wilde konijnen eten.

Goede voeding en voldoende beweging verhogen de weerstand van het konijn. Daarnaast is het belangrijk om te zorgen voor een soortgenoot. Een tevreden konijn met een goede weerstand heeft minder kans op ziektes. Laat een dierenarts het konijn na de behandeling controleren om te kijken of de wormen weg zijn. De dieren arts kan het konijn ook inenten tegen wormen.

Besmetting

Konijnen kunnen besmet raken door verschillende soorten wormen. Deze bevinden zich op verschillende plaatsen in het maag-darmkanaal. Meestal zitten de wormen in de blinde darm en zijn ze alleen zichtbaar op de zachte keutels die daaruit voortkomen. De pinworm (Passaluris Ambiguus) is de meest voorkomende worm. Deze worm legt eitjes rond de anus en is soms op de ontlasting te zien (kleine, witte sliertjes). Bij opgedroogde ontlasting zijn de wormen niet meer zichtbaar.
 

Een konijn kan worden besmet

  • Door zijn moeder, de besmetting vindt al in het nest plaats.
  • Door een ander besmet konijn.
  • Door ongewassen groenvoer of vers gras.
  • Als hij/zij de eitjes van de worm op eet, die zich in de blindedarmkeutels bevinden.

Genezing

De dierenarts doet een microscopisch onderzoek bij de blindedarmkeutels en kan aan de hand daarvan vaststellen of het konijn een darminfectie heeft. Als dat zo is kan de behandeling worden gestart. Als er geen blindedarmkeutels zijn, maar het konijn vertoont wel de symptomen van een infectie, dan kan het konijn toch worden behandeld. De infectie wordt behandeld met een kuur. Deze kuur duurt minimaal veertien dagen, een korte kuur helpt meestal niet afdoende. Omdat deze wormsoort vaak voorkomt is controle, vooral bij jonge konijnen, zinvol.

wet en regelgeving

Voorkomen van wormen kun je door een goede hygiene, dus regelmatig schoonmaken en ontsmetten na ziektes en zeker ook na een wormbesmetting of eventuele preventieven wormenkuur. Preventief behandelen is bij konijnen niet nodig, het is beter om de besmetting aan te pakken op het moment dat je het ziet. Daarbij kun je dan ook de ontlasting door de dierenarts laten onderzoeken voor en na de behandeling, en zo kun je direct tot de conclusie komen of de behandeling effectief is geweest of niet. als er om bepaalde redenen een verhoogd risico is op wormen dan kun je beslissen om wel preventief te behandelen, maar dit is meer noodzakelijk op plaatsen waar grotere aantallen konijnen zijn. jonge konijnen kunnen wormen in de baarmoeder al meekrijgen van hun moeder.

Schimmel bij de cavia

Beschrijving van de ziekte

Kale schilferige plekjes zien we regelmatig bij  de cavia. Schimmel kan hier de oorzaak van zijn. Omdat schimmel ook besmettelijk is voor de mens, is het belangrijk om dit goed te behandelen.

Huidschimmel wordt veroorzaakt door de schimmel Trichophyton mentagrophytes die in de vacht aanwezig kan zijn of door de schimmel Microsporum canis die overgedragen kan worden door honden of katten.

De eerstgenoemde komt het meeste voor bij cavia en knaagdieren. De huidschimmel tast niet alleen de buitenste laag van de huid aan maar ook de dieper gelegen structuren als haarzakjes en haarschachten.

Ziektebeeld

Vaak begint het met kleine wondjes aan de kop die langzaam kunnen uitbreiden. De wondjes zijn vaak wat roodachtig, verdikt en kunnen droge korstjes en schilfers hebben. De haartjes aan de rand van het wondje zijn er vaak heel makkelijk met wortel en al uit te trekken. Schimmel geeft meestal weinig jeuk.

Bij de cavia zien we vaker uitbreiding met plekjes op de rug,

Een gezonde cavia zal niet zo snel een huidschimmelinfectie krijgen. Ook als ze in de vacht zitten, zal de normale huidweerstand zorgen voor een adequate afweer van de huid. Bij ziekte of stress kan door een daling van de immuniteit  de schimmel zich openbaren. Daarom zien we ook vaak symptomen bij jonge dieren die net naar een nieuw baasje verhuist zijn.

Preventie

Zorg voor een goeie en schone leefomgeving. Dat wil zeggen regelmatig schoonmaken. Cavia goed controleren en meteen behandelen als je iets ziet wat niet normaal is.

Verminder het contact met honden of katten. Honden en Katten kunnen ook dragers zijn van schimmel en zo kunnen ze uw cavia ook besmetten.

Besmetting

Ze kunnen zich besmetten door onderling contact maar ook door contact met honden of katten. Daarnaast kan schimmel binnenkomen via bodembedekking of huisjes/ hokinrichting

Genezing

Kleine plekjes kunnen lokaal behandeld worden met een anti schimmelcrème. Een crème werkt dan beter dan een spray. Daarnaast is een goede hokhygiëne belangrijk en ook persoonlijke hygiëne omdat schimmel besmettelijk is voor de mens.

Bij uitgebreidere besmetting is het verstandig om gedurende langere tijd met medicatie via de bek te behandelen. Belangrijk is om dan lang genoeg door te behandelen tot zo'n 2 weken nadat de symptomen verdwenen zijn. Soms is tot wel 12 weken behandelen nodig.

De medicatie via de bek kan eventueel gecombineerd worden met wassen met een anti schimmelmiddel. Het dier moet dit dan niet al te vervelend vinden, anders zorgt de stress van het wassen namelijk voor een trager herstel.

Is er sprake van een onderliggende ziekte dan moet deze ook behandeld worden. Bijkomende bacteriële infecties moeten behandeld worden met antibiotica.

wet en regelgeving

Houdt de cavia tijdelijk weg van andere cavia's, zodat de andere cavia's geen schimmel krijgen.

Maak het hok regelmatig schoon en controleer de vacht op verbetering. Als de vacht slechter wordt moet je door met de behandeling.

 

 

Afrikaanse varkenspest

Behandeling bestaat uit het toedienen van een antischimmelmiddel als griseofulvine, itraconazol of ketoconazol in de bek of door middel was het wassen van de cavia met bijvoorbeeld een verdunde oplossing van Imaverol. Wat goed werkt is deze oplossing in een plantenspuit te doen en de cavia om de vier dagen, vier keer in te spuiten. Vaak is de behandeling goed als je het op deze manier verhelpt. Denk er wel aan dat schimmelinfecties vaak hardnekkig kunnen zijn. Het goed schoonmaken van het hok en alle attributen is erg belangrijk; ook de wetenschap dat ook de mens schimmel kan krijgen en overbrengen. Sommige cavia's hebben geen symptomen van schimmel maar zijn wel drager. In stressvolle situaties kan de schimmel de kop op steken.

Beschrijving van de ziekte

Afrikaanse varkenspest is een besmettelijke ziekte bij varkens en varkensachtigen, zoals het wrattenzwijn. De ziekte wordt veroorzaakt door een virus en lijkt op klassieke varkenspest. Afrikaanse varkenspest is erg besmettelijk en vaak dodelijk voor varkens. Er zijn vooralsnog geen aanwijzingen dat het virus gevaarlijk is voor mensen.

Ziektebeeld

Besmette dieren hebben koorts en een rode huid, mogelijk diarree en het virus kan abortussen veroorzaken bij drachtige zeugen. Aan het zogenaamde hoogpathogene virus kunnen alle varkens sterven. Bij de meer milde virussen zijn de symptomen minder intens, maar kan de sterfte nog steeds hoog zijn: dertig tot zeventig procent. Er is ook een chronische vorm, waarbij de dieren het virus de rest van hun leven bij zich dragen en steeds verder achteruit gaan.

Preventie

Nederland is voorbereid op een uitbraak van Afrikaanse varkenspest.
De Nederlandse Gezondheidsdienst voor Dieren waarschuwt reizigers geen varkensvleesproducten mee te nemen uit genoemde gebieden. De NVWA heeft een tweede reiniging en ontsmetting ingesteld voor vrachtwagens die terugkomen uit gebieden waar Afrikaanse varkenspest heerst. Afrikaanse varkenspest kan ook via teken (Ornithodorus moubata) worden overgebracht. De EFSA (Europese organisatie voor voedselveiligheid) stelt dat het gecontroleerd afschieten van wilde zwijnen in een besmet gebied effectief kan zijn om het oprukkende virus te stoppen.
Kleinschalige houders die hun varkens buiten hebben lopen doen er verstandig aan elk contact met wilde zwijnen te vermijden en het voeren van de varkens door vreemden te voorkomen.

Besmetting

Dieren steken elkaar aan door direct contact. Daarnaast kan het virus worden overgedragen door teken of door het eten van geïnfecteerd vlees. Ook is het mogelijk dat de ziekte wordt overgebracht via smetstof op voertuigen, personen of instrumenten. Russische viroloog Alexei Zaberezhny van het Ivanovsky Instituut in Moskou stelt na onderzoek dat Afrikaanse varkenspest hoofdzakelijk wordt verspreid door mensen en gehouden varkens. Het virus verspreidt zich eerst tussen gehouden varkens en van gehouden varkens kan het overgaan op wilde zwijnen.

Afrikaanse varkenspest komt in de meeste Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara voor. In Mozambique duikt de ziekte telkens weer op. Sinds 2007 komt Afrikaanse varkenspest voor in Georgië, de omringende Russische gebieden, in de Oeral en in de buurt van Leningrad. Sindsdien rukt het virus langzaam op richting de grens met Europa. Op 13 september 2018 is het virus voor het eerst ook aangetroffen bij dode wilde zwijnen in de Ardennen.
Een uitbraak in Oost-Europa beperkt zich vaak niet tot een aantal besmette bedrijven. Vaak gaat het om complete dorpen waar de dieren na een infectie geruimd worden. Er komen veel meldingen uit Letland, Litouwen, Polen, Tsjechie, Roemenie en Moldavie.

Genezing

Een behandeling van de ziekte is niet mogelijk. Indien zich een uitbraak voordoet, zal de ziekte in eerste instantie bestreden worden door middel van zoösanitaire maatregelen, waaronder het ruimen van besmette bedrijven en preventieve ruiming van bedrijven in de onmiddellijke nabijheid van besmette bedrijven.

Er is geen vaccin tegen Afrikaanse varkenspest beschikbaar, dus vaccineren is niet mogelijk om de ziekte te bestrijden.

Wet en regelgeving

Zorgen over AVP zijn zeker gerechtvaardigd, als we bedenken wat de gevolgen zijn als de ziekte Nederland binnenkomt. Alert zijn en bewust en verantwoord handelen door onder andere varkenshouders, jagers en burgers in het algemeen zijn van groot belang om dit te voorkomen.

Hoe houden we de ziekte buiten Nederland? Lees hieronder de tips.

Algemene tips en aanbevelingen

  • Bezoekt u door AVP getroffen gebieden? Neem geen vleeswaren zoals gedroogde worst, salami of andere varkensproducten mee naar Nederland. En gooi dergelijke producten sowieso niet weg op straat, in de natuur, of in open vuilnisbakken waar wilde zwijnen mogelijk bij kunnen.
  • Voer varkens niet met voedselresten, bijvoorbeeld bij bezoeken van een kinderboerderij of varkensbedrijf met uitloop.
  • Treft u meerdere dode wilde zwijnen bij elkaar in de buurt aan? Meld dit bij de NVWA. Bij het vinden van een enkel dood dier is het mogelijk dit te melden bij via de Dutch Wildlife Health Centre (DWHC).

Jagers

  • Ga niet jagen in met AVP besmette gebieden (als dat al kan). Of neem in ieder geval geen zwijnen of producten daarvan mee naar Nederland.
  • Werk hygiënisch bij het ontweien van een geschoten wild zwijn, met handschoenen. En reinig en desinfecteer kleding, schoeisel en andere materialen.
  • Voer na het ontweien van een geschoten wild zwijn restanten of afval op een verantwoorde manier af. Laat het niet achter in het milieu. Doe dit ook met voedselresten. Voor meer informatie zie de website van de jagersvereniging.

Restauranthouders

  • Voer keukenafval verantwoord af, in de daarvoor bestemde afvalbak. Zorg dat het niet in het milieu terecht kan komen.

Chauffeurs/werknemers/toeristen buitenland

  • Neem geen vleeswaren, zoals gedroogde worst, salami of andere varkensproducten mee naar Nederland. En zorg dat restanten op een veilige manier worden afgevoerd, doe ze bijvoorbeeld in een afgesloten vuilnisbak.

Varkenshouders

  • Laat geen onnodige bezoekers toe tot het bedrijf.
  • Zorg dat bezoekers of medewerkers geen voedsel mee het bedrijf opnemen, of dit in een daarvoor bestemde ruimte nuttigen. En zorg voor een veilige afvoer van voedselresten.
  • Handhaaf effectieve hygiëne- en bioveiligheidsmaatregelen, zoals een hygiënesluis, indien mogelijk douchen voor binnengaan bedrijf, anders tenminste goed handen wassen en dragen bedrijfskleding. Ook voor uzelf.
  • Lopen de varkens buiten? Zorg dat contact met wilde zwijnen onmogelijk is en dat mensen geen etensresten in het verblijf kunnen gooien of de varkens kunnen voeren.
  • Wees alert op ziekteverschijnselen en (verhoogde) sterfte bij varkens.

Dierenartsen

  • Neem strikte hygiëne- en bioveiligheidsmaatregelen in acht bij bedrijfsbezoeken (zie maatregelen varkenshouders).
  • Weest alert op ziekteverschijnselen die op Afrikaanse (en/of klassieke) varkenspest kunnen wijzen en (verhoogde) sterfte bij varkens.
  • Het arrangement EHBD Anne & Ilse & Maud is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteurs
    Maud Reulink Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2018-12-17 11:20:09
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.