Besmette dieren hebben koorts en een rode huid, mogelijk diarree en het virus kan abortussen veroorzaken bij drachtige zeugen. Aan het zogenaamde hoogpathogene virus kunnen alle varkens sterven. Bij de meer milde virussen zijn de symptomen minder intens, maar kan de sterfte nog steeds hoog zijn: dertig tot zeventig procent. Er is ook een chronische vorm, waarbij de dieren het virus de rest van hun leven bij zich dragen en steeds verder achteruit gaan.