wet en regelgeving

Of een paard staart- en maneneczeem zal ontwikkelen is voor een groot deel afhankelijk van de erfelijke belasting. Staart- en maneneczeem heeft namelijk een duidelijke erfelijke invloed. Staart- en maneneczeem volgt echter niet de  regels van de erfelijkheidsleer. Dit betekent dat het niet goed te voorspellen is welke dieren er wel of niet last van zullen krijgen. Als men zou weten welk dier verhoogd gevoelig is voor staart- en maneneczeem, dan zou deze in principe niet voor de fokkerij in aanmerking mogen komen, als men de staart- en maneneczeem wil verbannen uit een groep paarden.

Dit is makkelijker gezegd dan gedaan. Het is namelijk zo dat weinig paardenfokkers zin hebben om een fokstam te onderbreken. Maar wat ook nog een probleem is dat de staart- en maneneczeem pas relatief laat tot uitdrukking kan komen, waardoor er soms al wat veulens geboren kunnen zijn van een merrie/ hengst. Het is trouwens zo dat een staart- en maneneczeem gevoelige merrie deze gevoeligheid sterker zal meegeven aan het nageslacht dan een hengst. Indien er een test zou bestaan, die kan aangeven of een dier gevoelig is voor staart- en maneneczeem, dan zou dit enige duidelijkheid geven voor de toekomst van het dier, dit geldt zowel bij de fokkerij als bij de eventuele import van een paard. Echter zo'n (betrouwbare) test is er, ondanks veel onderzoek, nog