Een wormbesmetting is te voorkomen met een goede hygiëne. Konijnen doen hun behoefte meestal op een vaste plek in het hok. Het kost niet veel tijd en moeite om deze plek schoon te houden. Verwijder elke dag de keutels en natte plekken uit het hok. Dit is een bron van bacteriën. Maak één keer per week het hele hok goed schoon en reinig het met warm water. Ook de voerbak en de drinkfles moeten schoon zijn. Geef elke dag vers water en voer. Houd insecten buiten het hok met een hor of fijn gaas. Konijnen vinden een handje vers geplukt gras lekker, maar pluk dit niet op plaatsen waar wilde konijnen eten.
Goede voeding en voldoende beweging verhogen de weerstand van het konijn. Daarnaast is het belangrijk om te zorgen voor een soortgenoot. Een tevreden konijn met een goede weerstand heeft minder kans op ziektes. Laat een dierenarts het konijn na de behandeling controleren om te kijken of de wormen weg zijn. De dieren arts kan het konijn ook inenten tegen wormen.