De opdracht
Deze opdracht maak je met zijn tweeën.
Je gaat een onderzoek houden over een bepaald onderwerp.
Je gaat over dit onderwerp een aantal vragen bedenken.
Je gaat deze vragen stellen aan een aantal personen.
Je gaat de uitslag verwerken op de computer.
Je maakt bij de vragen een aantal duidelijke diagrammen.
Je maakt van je hele opdracht een kort maar duidelijk verslag of presentatie.
Stap 1: Onderwerp bedenken
Als eerste ga je bedenken wat je wilt onderzoeken.
Kies hiervoor iets wat jullie interesseert.
Kies een onderwerp waar je voldoende vragen over kan stellen.
Enkele voorbeelden zijn:
-
Wat is de favoriete sport in een klas?
-
Hoeveel uren zitten mensen per dag achter de computer?
-
Hoeveel uren kijken mensen per dag TV en welke zender kijken ze?
-
Wat vinden leerlingen het leukste vak op school?
-
Wat vonden leraren vroeger hun leukste vak?
-
Hoeveel mensen roken er in een klas?
Maar je bent (bijna) helemaal vrij in het bedenken van je onderwerp.
Als je een onderwerp bedacht hebt, ga dan verder naar stap 2.
Stap 2: Vragen bedenken
De vragen bedenken
Over je onderwerp ga je een aantal vragen bedenken.
Vraag 1 en 2 zijn verplicht.
Vraag 1: Wat is uw leeftijd?
Vraag 2: Wat is uw geslacht?
Basis: moet minimaal 4 vragen extra bedenken.
Kader: moet minimaal 6 vragen extra bedenken
GL: moet minimaal 8 vragen extra bedenken.
Eisen van de vragen:
1. De vragen zijn eenvoudig en duidelijk
2. De vragen zijn kort en bondig
3. Er is een duidelijk antwoord mogelijk of er is een keuze tussen antwoorden mogelijk.
4. De vragen sturen niet.
5. De vragen hebben met het onderwerp te maken.
Controle
Laat een andere leerling controleren of de vragen duidelijk zijn en voldoen aan de eisen.
Als je vragen zijn goedgekeurd, ga dan verder met stap 3
Stap 3: de enquete
Tijdens de enquête ga je de vragen stellen aan een aantal personen.
Je moet je vragen aan minimaal 20 personen stellen.
De enquête kun je op 3 manieren houden:
1) Schriftelijk:
Je zet alle vragen netjes en duidelijk op een blaadje.
Je zorgt ervoor dat de antwoorden op het blaadje ingevuld kunnen worden.
Als je je vragenlijst af hebt, laat je hem eerst aan je docent zien.
Je kopieert het blaadje en laat de mensen het zelf invullen.
Daarna verwerk je de antwoorden in de computer.
2) Mondeling:
Je maakt één groot blad met de vragen erop en de mogelijkheid om de antwoorden er achter te zetten.
Je stelt de vragen zelf aan de mensen en schrijft zelf de antwoorden op het grote blad.
Daarna verwerk je de antwoorden in de computer.
3) Digitaal:
Er zijn meerdere programma's om een digitale enquete te houden. Welke programma je gebruikt mag je dan zelf weten, als je de resulatten maar in je verslag kunt verwerken.
Spelregels:
Als je de vragen aan een klas wilt stellen, vraag je eerst een les van tevoren toestemming aan de docent van die klas.
Om de les niet te lang te verstoren mag je dit alleen maar schriftelijk doen.
Als je de vragen aan andere mensen wilt stellen stel je jezelf eerst netjes voor en vraagt of ze even tijd hebben.
Dan zeg je waar je mee bezig bent en vraagt netjes of je een aantal vragen mag stellen.
Na afloop daarvan bedank je ze netjes voor hun tijd.
Als je de enquête gehouden hebt, is het tijd om de gegevens te gaan verwerken. Ga dus door naar stap 4.
Stap 4: gegevens verwerken
Nu je de vragen gesteld hebt, moet je de antwoorden gaan verwerken.
Je mag zelf weten hoe je dit doet, als je verslag straks maar netjes en overzichtelijk is.
Tips:
• Een handig computerprogramma om gegevens te verwerken is excel.
• Zet alle vragen onder elkaar in een tabel, bijvoorbeeld:
| |
A |
B |
C |
| 1 |
Ben je een jongen of een meisje? |
|
|
| 2 |
Hou oud ben je? |
|
|
| 3 |
|
|
|
Eisen bij de verwerking;
• mooi overzicht van je gegevens
• gemiddelde leeftijd van de ondervraagden
• gemiddelde leeftijd van de vrouwen
• gemiddelde leeftijd van de mannen
• bereken de modus van de ondervraagden
Ga dan verder met stap 5.
Stap 5: Maak een diagram
Van je antwoorden van je enquête maak je twee diagrammen.
De eerste staafdiagram maak je van de leeftijd van de personen die je onderzocht hebt.
Op de horizontale as zet je de leeftijden, op de verticale as komen de aantallen.
Je krijgt dan bijvoorbeeld het volgende:
Je mag zelf kiezen van welke vraag je de tweede diagram maakt.
Het tweede diagram mag GEEN staafdiagram zijn maar moet een ander soort diagram zijn.
Diagrammen klaar? Ga verder met stap 6
Stap 6: Controle en inleveren
Je verslag moet minimaal uit de volgende punten bestaan:
- Voorblad met:
- het onderwerp
- jullie namen
- klas
- datum van inleveren
- Een inhoudsopgave
- Het onderwerp met de bijbehorende vragen
- Verwerking van de resultaten van de enquete
- Berekening van de gemiddelde leeftijden en de modus
- Minimaal twee diagrammen van twee verschillende vragen.
- Conclusie en reflectie
- Wat hebben jullie nou gevonden als resultaat van jullie onderzoek.
- Had je dit resultaat verwacht?
- Wat heb je geleerd van deze opdracht?
Hoe je wordt beoordeeld kun je vinden in stap 7.
Stap 7: De beoordeling
Het verslag wordt als volgt beoordeeld:
|
Onderdeel
|
Aantal te behalen punten
|
Gewicht
|
Score
|
| |
matig
(1 punt) |
redelijk
(2 punten) |
voldoende
(3 punten) |
goed
(4 punten) |
zeer goed
(5 punten) |
|
|
|
Voorpagina
|
|
|
|
|
|
1 x |
|
| Onderwerp en vragen |
|
|
|
|
|
2 x |
|
|
Verwerken
|
|
|
|
|
|
2 x |
|
|
Berekening gemiddeldes en modus
|
|
|
|
|
|
2 x |
|
|
Diagrammen
|
|
|
|
|
|
2 x |
|
|
Conclusie
|
|
|
|
|
|
1 x |
|
|
Op tijd ingeleverd
|
|
|
|
|
|
10 p |
|
|
Algehele verzorging
|
|
|
|
|
|
2 x |
|
|
TOTAAL
|
|
Maximaal 70 punten
|
|
Als de opdracht op tijd word ingeleverd, levert dit 10 punten op.
Voor elke dag dat de opdracht te laat word ingeleverd gaan hier 2 punten van af.
De inleverdatum voor de opdracht kun je vinden op de planner op de site.
Cijfer
Je krijgt dus een cijfer voor deze opdracht.
Dit cijfer telt 10% mee voor je PTA.
Het cijfer wordt als volgt berekend: Cijfer = aantal punten : 70 x 100
Verbeteren?
Na beoordeling krijg je één week de tijd om je cijfer te verbeteren.
Je moet de opdracht dan wel binnen één week opnieuw inleveren. Als de opdracht dan niet binnen is (ongeacht welke reden), dan geldt gewoon het oude cijfer (geen discussie over mogelijk).
