Startpagina
Klimaat en natuurlandschappen in Europa
In deze wikiwijs gaan we aan de slag met de klimaat -en natuurlandschappen in Europa. Jullie gaan aan de slag met opdrachten en het bekijken van filmpjes. Jullie gaan tot slot aan de slag met een oefentoets en een eindtoets van deze WikiWijs.
Voor sommige vragen is een Atlas vereist, zorg ervoor dat je die bij de hand houdt.
De leerdoelen zijn als volgt:
Wat de invloed van de Golfstroom is op het klimaat in Europa.
Wat de invloed van het reliëf op het klimaat is.
Welke begroeiing bij welk klimaat past.
Welk verband is er tussen klimaat, reliëf en bewoonbaarheid in het hooggebergte is.
Inhoud
In deze WikiWIjs gaan jullie aan het volgende werken. Je maakt van tevoren een instaptoets om je kennis te bepalen. Daarbij kan je al zien wat je al weet over dit onderwerp. Als je lager dan 70 % scoort, probeer voor jezelf te onthouden waar jij wat minder op hebt gescoord en lees de teksten goed door.
Wanneer je de instaptoets hebt gemaakt ga je beginnen met het doornemen van de stof en het bekijken van kennisclips. Aan het einde van elk onderdeel is een toets of een invulopdracht. Die invulopdracht is tevens handig voor een eventueel tentamen.
Elke oefentoets moet je minimaal 70% scoren, om door te kunnen gaan naar het volgende onderdeel.
Wat ga je doen?
Je maakt de opgaven bij de stof, op het eind maak je de eindtoets om je kennis te bepalen. Je krijgt uitleg via de stof en kennisclips, om je begrippen goed te leren zit een spelletje inbegrepen onder het kopje 'begrippen'.
Heel veel succes!
Instaptoets
De invloed van de Golfstroom
Voordat we het gaan hebben over de Golfstroom is het eerst van groot belang het te hebben over de luchtstreek waar wij in Europa ons in bevinden. Het grootste deel van Europa ligt in de luchtstreek van de gematigde zone. In de gematigde zone is het niet te warm of te koud. Toch zijn er aanzienlijke verschillen te vinden. Deze verschillen worden veroorzaakt door de breedteligging. Op hoge breedte is het kouder en op lage breedte is het warmer. Dat komt omdat je op hoge breedte dichter bij de polen zit en de invalshoek van de zon veel schuiner is en dus een groter deel van het aardoppervlak moet verwarmen. Op lage breedte staat de zon loodrecht op de evenaar en verwarmt de zon een kleiner deel waardoor het op deze plek veel warmer is.
Klimaatgebieden volgens Köppen en Golfstroom
Langs de Noordzee en de Atlantische Oceaan is het warmer dan in het binnenland van Europa. De verklaring voor de temperatuursverschillen heeft allemaal te maken met de invloed van de zee. In de zee worden voortdurend enorme hoeveelheden water verplaatst. Dit gebeurt wanneer de wind voor een lange tijd uit dezelfde richting waait. Zo ontstaan zeestromen. Zeestromen kunenn warmer zeewater uit de tropen naar de polen transporteren en andersom: koud poolwater naar warme streken. Voor het klimaat van West- en Noord Europa is de Golfstroom ontzettend belangrijk. Deze zeestroom brengt warm water uit de Golf van Mexico naar de west -en noordkust van Europa. Als de Golfstroom uit zou vallen zou dit deel van Europa in een vriezer veranderen, de temperatuur kan dan gemiddeld tot wel 15 graden zakken.
Aanlandige westenwind
Boven het relatief warme zeewater is de lucht ook warmer. De wind blaast die warme vochtige lucht vervolgens richting het land. In West -en Noord Europa waait er vaak een aanlandige wind uit het westen. Daardoor wordt het in de kust in de winter niet heel erg koud. In de zomer is het andersom, dan brengt diezelfde aanlandige wind koele lucht vanaf de zee. Die lucht is koel, doordat zeewater minder snel opwarmt dan het land. In de winter koelt diezelfde zee juist minder snel af waardoor het water relatief warm blijft.
Hoe verder je van de kust komt, hoe kleiner de invloed van de zee wordt. Daardoor zijn in het binnenland van Europa de temperatuursverschillen vele malen groter. Het is veel kouder in de winter omdat het land snel afkoelt en veel warmer in de zomer omdat er geen koele zeebries is.
Aanlandige wind in winter -en zomersituatie
Golfstroom en windrichtingen
Temperatuurverschillen op Aarde
Relief en klimaat
Wat is klimaat?
Om het klimaat te kunnen begrijpen moet je eerst weten wat het begrip nou eigenlijk inhoud. Klimaat gaat over het weergemiddelde over een periode van minimaal 30 jaar. Dit betekend dat het klimaat altijd onderhevig is aan veranderingen. Dit is een natuurlijk proces, maar ook de mens heeft een groot aandeel in het veranderen hiervan.
Gelede kust in Europa
Vorm en Relief van Europa
In het midden van Europa ligt het belangrijkste hooggebergte van het werelddeel: de Alpen, Met als hoogste top 'de Mont Blanc'. Deze hoge berg (4810 meter) ligt in het Franse deel van de Alpen vlak bij de grens met Italië. Op grote hoogtes hebben we te maken met eeuwige sneeuw, Dat wilt zeggen dat het hier altijd koud genoeg is voor sneeuw om te blijven liggen op de toppen.
In alle windrichtingen neemt de hoogte af. Uiteindelijk kom je via het laagland uit bij de zee. Tussen de Mont Blanc en de zee is veel reliëf. Reliëf betekent: 'het hoogteverschil in een landschap'. Wanneer je naar de vorm van Europa kijkt kan je zien dat het eigenlijk een schiereiland is, dat wilt zeggen dat Een schiereiland is een stuk land dat bijna een eiland is. Het zit nog met een stukje vast aan het vasteland. Dankzij al die onregelmatige vormen kan de zee via inhammen diep het land binnendringen, zo'n kust met inhammen noemen we ook wel een gelede kust. (Zie afbeelding gelede kust)
Reliëf en temperatuur
In Europa liggen meer hooggebergten dan alleen de Alpen, denk hierbij aan het Scandinavisch Hoogland. Dat strekt zich uit van Noord naar Zuid over het schiereiland Scandinavië. In het Scandinavisch Hoogland kan je goed zien wat voor invloed het reliëf heeft op de temperatuur.
In Noorwegen ligt de stad Bergen op 60° noorderbreedte. Ondanks de hoge breedte is het er in de winter nooit heel koud en is de haven zelfs ijsvrij. De gemiddelde temperatuur in de winter is 0°C. Dat komt door de invloed van de Golfstroom en de daarbij overheersende westenwinden. Vanuit de stad Bergen ga je meteen de bergen in. Hoog in die bergen liggen gletsjers en eeuwige sneeuw. Vervolgens daal je af naar de stad Lillehammer, daar is het in de winter ontzettend koud. De relatief warme en aanlandige vochtige wind vanaf de zee botst tegen het Scandinavisch Hoogland. Je kan eigenlijk stellen dat het gebergte werkt als een soort muur dat de warmte tegenhoud. De Noorse zeehavens profiteren hiervan, door de aanvoer van warm zeewater vriezen de havens zelden dicht. Aan de andere kant van het gebergte blijft het koud. De havens aan de Zweedse oostkust zijn integendeel tot de Noorse havens in de winter bevroren.
In de zomer is de temperatuurverdeling andersom, dan blijft koele lucht vanaf de zee aan de Noorse kant van de bergen hangen. In Zweden kan het land in de zomer flink opwarmen, wat er voor zorgt dat de zomers hier flink warmer zijn dan in Noorwegen. Zo is goed te merken dat een hooggebergte werkt als een soort klimaatscheiding. Er is natuurlijk nog een verband tussen reliëf en temperatuur. Hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt. Hiervoor kan je een soort 'vuistregel' gebruiken. Bij elke 100m stijging daalt de temperatuur met 0.6 °C.
Reliëf en neerslag
In de Noorse stad Bergen regent het minstens twee van de drie dagen. Er valt ongelooflijk veel regen, zeker 2000mm per jaar ofwel 2 meter! Dat is bijna drie keer zo veel als in Nederland. Dat komt door het hooggebergte die meteen vanaf de kust oprijzen. Als er een gebergte in de weg staat, moet de lucht omhoog en ontstaan stuwingsregens. De stad Bergen ligt aan de loefzijde van de Scandinavische Hooglanden. Aan de andere kant van het gebergte in de stad Lillehammer valt veel minder neerslag. Deze stad ligt in de regenschaduw ofwel de lijzijde.
Reliëf, Temperatuur en Neerslag in Scandinavië
Europa klimaten en begroeiing
Klimaatgrafieken Rusland, Italië, Noorwegen, Nederland
Zeeklimaat
In Nederland en een groot deel van Europa heeft de zee veel invloed op het klimaat. Kenmerken van het zeeklimaat zijn dat er het hele jaar dor neerslag valt en dat de temperaturen gematigd zijn: koel in de zomer en mild in de winter. S’ winters komt de gemiddelde temperatuur nooit lager uit dan -3°C.
Ook in het zuiden van Europa heerst een zeeklimaat, maar daar is iets heel bijzonders aan de hand. Door de breedteligging (40° N.B.) is het in het zuiden veel warmer, dit geldt voor zowel de winter als de zomer. De belangrijkste afwijking van het normale zeeklimaat is de droogte in de zomer. Het zeeklimaat met droge warme zomers heet het Middellandse Zeeklimaat of het Mediterrane Klimaat. In Spanje en Rusland liggen gebieden waar het bijna altijd heel droog is. Als er weinig neerslag valt noemen we het een droog klimaat of een aride klimaat.
Landklimaat
In het binnenland van Europa neemt de invloed van de zee af. Dat merk je aan de afnemende neerslag, regenbuien dringen niet helemaal diep het binnenland in, omdat de wolken al grotendeels zijn uitgeregend aan de kusten. Nog meer merk je het aan de temperatuur. In het binnenland van Europazijn de temperatuurverschillen tussen zomer en winter heel groot. In de winter kan het ijzingwekkend koud worden en in de zomer ontzettend warm. Die verschillen ontstaan omdat de wind vanaf de zee niet zo ver het binnenland inkomt. Zonder aanlandige wind warmt het land in de zomer heel snel op en koelt het in de winter heel snel af. De wintertemperatuur is het belangrijkste kenmerk van het landklimaat. Dan ligt de gemiddelde temperatuur tussen de -3°C en -10°C.
De overgang van zeeklimaat naar landklimaat gaat geleidelijk, dat is goed te zien in Midden-Europa: van het oosten van Duitsland tot het oosten van Polen. In de winter kan de temperatuur vele dagen boven 0°C zijn met veel regen, dan komt de wind vanaf zee. Vervolgens kan het weken lang ijzig koud zijn als de wind aflandig uit Siberië waait. Hoe verder naar het oosten van Europa, hoe kleiner de invloed van zee.
Invloed aan -en aflandige wind op het klimaat
Toendraklimaat
Waar de zee geen invloed meer heeft en waar de breedteligging hoog is, daar is het altijd koud. In de winter zakt de gemiddelde temperatuur beneden -10°C, in de zomer komt de temperatuur niet boven 10°C uit. Die zomertemperatuur is de boomgrens en tegelijk de grens tussen het landklimaat en het toendraklimaat. De toendra is een landschapszone in de poolstreken, waar in de korte zomer grassen, mossen en lage struikjes groeien. Bomen komen hier niet voor, omdat het veel te koud is en de wortels zich niet kunnen vestigen in de permanent bevroren bodem ofwel de permafrost.
Klimaten Europa
Classificatie klimaten Europa
Europa: klimaten en begroeiing
Begrippen
Begrippen
Dit zijn de belangrijkste begrippen voor deze WikiWijs
Toetsing
Extra oefenen met Kahoot
Hier kan je nog extra oefenen met Kahoot, heel veel plezier met het behalen van alle punten!!
Bronnen
Kaart Europa satelliet. (2018, 9 juli). Geraadpleegd op 20 maart 2019, van http://mmadna.nl/wp-content/uploads/2018/07/kaart-europa-satelliet.jpg
Luchtstreken [Mobiele App]. (z.d.). Geraadpleegd op 20 maart 2019, van https://nl.pinterest.com/pin/631700285210313352/?autologin=true
Ten Brinke, W. B., De Jong, C. H. R., Padmos, J. H. A., & Van Veen, M. W. (2013). De Geo lesboek 1 Havo/ VWO (9e ed.). Amersfoort, Nederland: ThiemeMeulenhoff
Ten Brinke, W. B., De Jong, C. H. R., Padmos, J. H. A., & Van Veen, M. W. (2013). De Geo lesboek 1 VWO (9e ed.). Amersfoort, Nederland: ThiemeMeulenhoff
Hoe-zit-het-nou-met-die-winterbanden [Blogpost]. (z.d.). Geraadpleegd op 20 maart 2019, van https://wintersport.blog.nl/algemeen/2007/09/22/hoe-zit-het-nou-met-die-winterbanden
Noordhoff Atlasproducties. (2016). De grote Bosatlas brengt de wereld in kaart (55e ed.). Groningen, Nederland: Noordhoff Atlasproducties.