In dit thema geloven staat het christendom centraal.
Je kijkt naar het ontstaan en de verspreiding van het christendom.
De rol van het christendom in de Middeleeuwen.
De rol van het christendom in de huidige tijd in Nederland.
Je bestudeert het christendom door er een aantal opdrachten over te maken. Deze opdrachten maak je individueel. Uiteindelijk moet je van elk onderwerp een eindopdracht maken en inleveren. Deze eindopdrachten worden beoordeeld en moeten op tijd worden ingeleverd. Als jij dit allemaal voor elkaar krijgt dan is jouw zelfstandigheid op TL-niveau in orde. Uiteindelijk ontvang ik vier eindproducten uiterlijk in de afsluitende week van periode drie.
Genoeg te doen. Aan de slag!
Succes!
Planning
Het thema 'Geloven' bestaat uit de volgende onderdelen:
Onderdeel
Tijd
Eindproduct
Inleiding
0,5 lesuur
-
Ontstaan christendom
1 lesuur
Tijdlijn
Verspreiding christendom
2 lesuren
Beschrijving van Bonifatius
Kruistochten
2 lesuur
Kaart van Europa
Verzuiling en ontzuiling
2 lesuur
Artikel
Totaal
7 lesuren
Ontstaan christendom
Vooraf
Welke 5 woorden komen er in je op als je aan het Christendom denkt?
Overleg je antwoord met een klasgenoot.
Leerdoel
Het Christendom is één van de grote wereldgodsdiensten.
Dat blijkt onder ander uit het grote aantal christelijke feestdagen op de kalender.
Na deze opdracht:
kun je aangeven wanneer en waar het christendom is ontstaan
kun je beschrijven wat de rol van Jezus van Nazareth is bij het ontstaan van het christendom.
kun je opschrijven hoe de eerste volgelingen van Jezus werden genoemd.
kun je aangeven onder welke mensen het christendom veel aanhangers had.
kun je uitleggen waarom het christendom voor deze mensen aantrekkelijk was.
Eindproduct
Je maakt als eindproduct een tijdlijn met de belangrijkste gebeurtenissen die te maken hebben met het ontstaan van het Christendom.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Kennisbank over Jezus van Nazareth bestuderen, vragen beantwoorden en gebeurtenissen in de juiste volgorde zetten.
Stap 2
Alleen
Kennisbank over het Christendom bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 3
Alleen
Filmpjes over christelijke feestdagen kijken en sleepvraag maken.
Stap 4
Alleen
Toets over het ontstaan van het Christendom maken.
Stap 5
Alleen
Tijdlijn maken van de belangrijkste gebeurtenissen te maken met het ontstaan van het Christendom en door de docent laten nakijken.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 1,5 uur nodig.
Stap 1: Jezus van Nazareth
Ga naar de Kennisbank geschiedenis en bestudeer het onderdeel 'Jezus van Nazareth'.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Hieronder zie je een aantal gebeurtenissen die te maken hebben met de verspreiding van het christendom.
De gebeurtenissen staan nog niet in de juiste volgorde.
Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde.
Toen Jezus 30 jaar was begon hij met prediken.
Volgens zijn volgelingen stond Jezus na drie dagen op uit de dood.
De leer van Jezus werd na zijn dood verspreid door zijn leerlingen, apostelen.
Wegens godslastering werd jezus ter dood veroordeeld.
De Joodse religieuze leiders en de Romeinse gouverneur zagen Jezus als een bedreiging.
Goede volgorde: 1 - ..... - ..... - ..... - .....
Stap 2: Christendom
Ga opnieuw naar de kennisbank Geschiedenis. Bestudeer nu de pagina's 'Christendom'.
Bekijk ook de afbeeldingen en het filmfragment.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Voor je begint aan de afsluiting maak je de toets 'Ontstaan christendom'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De score wordt opgenomen in het volgsysteem.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je gaat aan de slag met het eindproduct. Je maakt een tijdlijn.
Op de tijdlijn geef je de belangrijkste gebeurtenissen die te maken hebben met het ontstaan van het Christendom weer.
Bepaal eerst welke gebeurtenissen je op je tijdlijn wilt weergeven.
Teken een tijdlijn.
Zet jaartallen bij de tijdlijn.
Plaats de gebeurtenissen bij de tijdlijn.
Zorg voor een titel boven de tijdlijn.
Klaar?
Laat de tijdlijn beoordelen door je docent.
Een tijdlijn of tijdbalk geeft je een helder overzicht van verschillende gebeurtenissen over een bepaalde periode heen.
Extra: LvoorL
Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.
Hieronder staat een video die goed past bij dit thema.
Bekijk de video. Kun je de video goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video met een klasgenoot.
Let op:
Als je de video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de popup weg.
Begrippen
Koninkrijk van God
In veel religies is de hemel een plaats waar God of de goden en engelen verblijven en waar men, of de ziel, na de dood volgens gelovigen heen kan gaan.
Jezus van Nazareth
Volgens de christelijke leer is Jezus de zoon van God die op aarde kwam om de mensheid te verlossen van hun zonden. Jezus werd geboren in Bethlehem in Palestina ten tijde van keizer Augustus.
Christendom
Het christendom sprak vooral de armen en onderdrukten aan. Gelijkheid voor God en een beter leven na de dood was een aantrekkelijk vooruitzicht. Het idee van beloning na onderdrukking, armoede en ongelijkheid maakte het leven wat dragelijker.
Verlossen
Het bevrijden, losmaken van de zonden. Jezus zou op aarde gekomen zijn om de mensheid te verlossen van hun zonden.
In welke landen was het christendom in het jaar 300 al staatsgodsdienst?
Controleer je antwoord op het internet.
Leerdoelen
Vanaf 300 n.Chr. verspreidde het christendom zich snel over Europa.
In deze opdracht staat deze verspreiding van het christendom centraal.
Na deze opdracht:
kun je omschrijven wat de keizers Constantijn en Theodosius te maken hadden met de verspreiding van het christendom.
kun je uitleggen waarom de Franken zich tot het christendom bekeerden.
kun je de rol van de kloosters bij de verspreiding van het christendom omschrijven.
kun je omschrijven wat de functie van de missionarissen was.
ken je de naam van de missionaris die rond 700 n.Chr. in Dokkum is vermoord.
Eindproduct
Je maakt als eindproduct een beschrijving van Bonifatius.
Bonifatius was een missionaris die rond 700 n.Chr. in Dokkum is vermoord.
Maar waarom eigenlijk?
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Kennisbank over de verspreiding van het Christendom bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2
Alleen+samen
Kennisbank over de verspreiding van het Christendom bestuderen, vragen maken en vergelijken met een klasgenoot.
Stap 3
Alleen
Kennisbank over de verspreiding van het Christendom bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 4
Alleen
Toets over de verspreiding van het Christendom maken.
Stap 5
Alleen
Filmpjes over Bonifatius bekijken, het leven van Bonifatius kort beschrijven en door de docent laten nakijken.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.
Stap 1: Verspreiding christendom
Ga naar de kennisbank Geschiedenis.
Bestudeer het volgende onderdeel:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Voor je begint aan de afsluiting maak je de toets 'Verspreiding christendom'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De score wordt opgenomen in het volgsysteem.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bonifatius vond dat de Germanen niet meer in hun eigen geloof moesten geloven, maar in Jezus.
Niet alle Germanen waren het met hem eens...
Bekijk de volgende filmpjes:
Beschrijf het leven van Bonifatius in ongeveer 200 woorden.
Geef in je beschrijving antwoord op de volgende vier vragen:
Waar kwam hij vandaan?
Welk gebied wilde hij bekeren?
Op welke manier probeerde hij de Friezen te bekeren?
Waarom is hij, volgens jou, vermoord?
Kleed je beschrijving aan met enkele afbeeldingen.
Klaar?
Laat je beschrijving beoordelen door je docent.
Je docent zal kijken naar:
De inhoud: geef je antwoord op de vragen?
De omvang:is de omschrijving ongeveer 200 woorden?
De vorm: heb je enkele passende afbeeldingen bij je beschrijving gevonden?
Taalfouten: Zitten er in je beschrijving niet te veel taalfouten?
Begrippen
Constantijn
Een Romeinse keizer die in 313 een einde maakte aan de christenvervolgingen. Constantijn had in diverse oorlogen belangrijke overwinningen geboekt. Hij was er van overtuigd dat dit kwam door de steun van de god van de christenen.
Clovis
Clovis was de koning van de Franken. In het jaar 496 zou hij tegenover een overmacht van vijandige Almannen hebben gestaan. Het verhaal ging dat nadat Clovis tot de god van de christenen had gebeden, hij zijn vijanden op eenvoudige wijze versloeg.
Het bekeren van de Franken
Na de overwinning van Clovis bekeerden de Franken zich tot het christendom. Het was een belangrijke gebeurtenis: het bondgenootschap tussen Clovis en de Kerk maakte beide partijen sterker. De Kerk kon vertrouwen op de militaire kracht van de Franken en de verdere verspreiding van het christendom. Clovis werd bij zijn veroveringen gesteund door de Kerk.
Theodosius
Een Romeinse keizer die in 394 het christendom uitriep tot staatsgodsdienst. Iedereen die in het Romeinse Rijk woonde was nu verplicht christen. Keizer Theodosius bestreed andere godsdiensten. Het christendom was voor Theodosius een belangrijk middel om eenheid te krijgen in het grote Romeinse Rijk. Als iedereen in één god geloofde was het makkelijke om één volk te zijn.
Drie geloften van de monniken
De drie geloften die monniken moesten afleggen om in een klooster te mogen leven zijn: armoede (monniken hadden geen persoonlijke bezittingen), kuisheid (monniken mochten niet trouwen) en gehoorzaamheid aan de abt.
Keizer
Keizer is de hoogste vorstelijke titel en staat voor de heerser waaraan alle andere vorsten ondergeschikt zijn. In het jaar 800 werd Karel door de paus tot keizer van het ‘West-Romeinse Rijk’ gekroond.
Karel de Grote
Karel de Grote wordt vaak als de belangrijkste vorst van de vroege Middeleeuwen gezien. Het Frankische rijk was onder zijn leiding het grootst. Heel zijn leven trok Karel ten strijde.
Ondeelbaar bondgenootschap
Een onderling verbond en/of verdrag. De kroning van Karel tot keizer was een manier om te laten zien dat de keizer en de paus een ondeelbaar bondgenootschap vormden.
Heidenen
In het noorden van Europa leefden nog veel volkeren, zoals de Friezen en de Saksen, die niets moesten hebben van het christelijke geloof. Zij werden daarom heidenen genoemd. Paus Gregorius I (590 - 604) wilde deze volkeren graag bekeren. Hij stuurde verschillende missionarissen naar de gebieden waar deze heidenen leefden.
Monniken
Een man die in een klooster leeft. Naast de godsdienstige plichten, zoals bidden, hadden de monniken ook andere plichten. Ze bestudeerden religieuze boeken en schreven die over. En ze zorgden voor het verbouwen van voedsel en lieten wegen aanleggen in de buurt van het klooster.
Missionaris
Een missionaris is een geestelijke (vaak een monnik) die probeert andere mensen tot zijn godsdienst te bekeren.
Klooster
Een klooster is een plek waar monniken bij elkaar wonen en leven in navolging van Jezus.
De heilige Benedictus
De heilige Benedictus (480-547) wordt wel de vader van het kloosterleven genoemd. Hij heeft opgeschreven hoe de monniken in de kloosters moesten leven.
Staatsgodsdienst
Een staatsgodsdienst is de officiële godsdienst van een bepaalde onafhankelijke staat.
Kruistochten
Vooraf
Welke 5 woorden komen er in je op als je aan kruistochten denkt?
Overleg je antwoord met een klasgenoot.
Leerdoelen
De kruistochten waren militaire tochten van christenen naar Jeruzalem.
Aan het einde van de opdracht kun je
omschrijven wat een kruistocht is.
aangeven in welke periode de kruistochten plaatsvonden.
minimaal twee redenen noemen waarom mensen met de kruistochten meededen.
Eindproduct
Tussen 1095 en 1271 zijn er verschillende kruistochten geweest.
Je gaat op zoek naar informatie over de eerste kruistocht.
Op een kaart van Europa geef je de route van de eerste kruistocht aan.
Bij de route schrijf je in korte verhaaltjes op hoe de kruistocht verliep.
Ook zorg je voor enkele passende afbeeldingen.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Filmpje over kruistochten bekijken en vragen verspreidingen.
Stap 2
Alleen
Op een kaart van Europa de route van de eerste kruistocht aangeven en verhaaltjes erbij schrijven.
Stap 3
Alleen
Je kaart door de docent laten nakijken.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.
Stap 1: Kruistochten
Bekijk het onderstaande videofragment
De videoclip is afkomstig van YouTube. Het geluid is niet altijd even goed,
maar het filmpje geeft wel een goed beeld van de oorzaken en het verloop van de kruistochten.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Volgens het filmpje in stap 1 waren er zeven kruistochten.
Volgens wikipedia zijn er negen kruistochten geweest.
Voor je eindproduct kijk je alleen naar de eerste kruistocht.
Ga op internet op zoek naar informatie over de eerste kruistocht.
Gebruik de informatie om op een kaart van Europa de route van de eerste kruistocht aan te geven.
Bij de route schrijf je een aantal korte verhaaltjes.
In de verhaaltjes vertel je:
waarom er werd opgeroepen tot de eerste kruistocht.
wie heeft opgeroepen tot de eerste kruistocht.
wanneer de eerste kruistocht heeft plaatsgevonden.
wie er meedeed aan de eerste kruistocht.
waarom mensen meededen aan de eerste kruistocht.
of de eerste kruistocht een succes was.
Zorg ook voor een aantal passende afbeeldingen bij de route.
Stap 3: Eindproduct - beoordeling
De kaart van Europa met de route, de verhaaltjes en de afbeeldingen laat je beoordelen door je docent.
Je docent zal kijken naar:
De inhoud: is de route goed weergegeven?
De inhoud geven de verhaaltjes de juiste informatie over de eerste kruistocht?
De vorm: is de kaart netjes vormgegeven?
Taalfouten: zitten er in je verhaaltjes niet te veel taalfouten?
Op een kaart kun je aangeven waar een gebeurtenis heeft plaatsgevonden of gaat plaatsvinden.
Extra: LvoorL
Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.
Hieronder staat een video die goed past bij dit thema.
Bekijk de video. Kun je de video goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video met een klasgenoot.
Let op:
Als je de video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de popup weg.
Leerdoelen
Alle gelovigen behoorden vroeger tot dezelfde kerk: de rooms-katholieke. Tegenwoordig heb je allerlei verschillende kerken. Deze splitsing is begonnen in de zestiende eeuw met de ideeën van de monnik Maarten Luther.
Na deze opdracht kun je:
met behulp van een voorbeeld uitleggen waarom er rond 1500 veel kritiek was op de katholieke kerk.
omschrijven hoe de kerk reageerde op de kritiek van gelovigen.
omschrijven welke rol Luther heeft gespeeld bij de splitsing van de kerk (reformatie).
omschrijven wat wordt bedoeld met 'de splitising van de christelijke ker zorgde ook voor een splitsing in de kaart van Europa'.
Eindproduct
Je maakt een schema met een aantal verschillen tussen het katholieke en protestantse geloof.
Het schema kleedt je aan met enkele afbeeldingen.
Activiteiten
Verzuiling
Vooraf
Leerdoelen
Als je 60 jaar geleden katholiek was ging je naar een katholieke school, katholieke sportclub en je las een katholieke krant.
In de jaren '50 van de vorige eeuw had Nederland een verzuilde samenleving. De kerk speelde een belangrijke rol.
Vanaf de jaren zeventig wordt de verzuiling wat minder.
Toch zie je de verzuiling nog steeds terug.
Na deze opdracht kun je:
het begrip verzuiling omschrijven.
aangeven uit welke vier zuilen de verzuilde Nederlandse samenleving in de jaren 50 van de vorige eeuw bestond.
aan de hand van voorbeelden uitleggen hoe je kunt zien dat Nederland in die jaren een verzuilde samenleving was.
het begrip ontzuiling omschrijven.
Eindproduct
Je schrijft een artikel voor in de krant over de verzuiling en de ontzuiling.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Samen
Kennisbank over verzuiling en ontzuiling bestuderen en vragen maken met een klasgenoot.
Stap 2
Samen
Van vijf basisscholen en sportverenigingen opzoeken tot welke zuil ze vroeger behoorden.
Stap 3
Alleen
Van een bepaald aantal kranten, omroepen en politieke partijen uitzoeken tot welke zuil ze vroeger behoorden.
Stap 4
Alleen
Een atrikel schrijven over of jij vindt dat verzuiling nog een belangrijke rol speelt in de huidige maatschappij en door de docent laten nakijken.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 3 à 4 uur uur nodig.
Stap 1: Verzuiling en ontzuiling
Ga naar de Kennisbank geschiedenis en bestudeer het volgende onderdeel:
Zoek de namen van 5 basisscholen op bij jullie in de buurt.
Ga naar de website van de school en zoek uit tot welke zuil de school behoort.
Kies uit:
Openbaar
Katholiek
Protestants-Christelijk
.....
Staat er op de website veel informatie waaruit blijkt tot welke zuil de school behoort?
Vul het eerste schema op het werkblad in.
Sportverenigingen
Zoek nu ook de namen van vijf sportverenigingen bij jullie in de buurt op.
Schrijf de namen van de verenigingen onder elkaar op.
Zoek uit tot welke zuil de vereniging behoort/behoorde.
Stap 3: Media en politieke partijen
Kranten
Trouw, Volkskrant, Algemeen Dagblad en De Telegraaf zijn vier voorbeelden van landelijke dagbladen.
Bezoek de websites van deze kranten.Zoek uit tot welke zuil de krant behoort/behoorde.
Staat er op de website van de krant of in de krant zelf veel informatie,
waaruit blijkt tot welke zuil de krant behoort?
Omroepen
Voorbeelden van radio- en televisieomroepen zijn de KRO, de VARA, de NCRV, de EO,
de VPRO en de AVRO. Schrijf de namen van de omroepen onder elkaar op.
Zet achter iedere omroep tot welke zuil de omroep hoort.
Als je twijfelt, ga dan op zoek op internet.
Zie je aan de programma’s die een omroep uitzendt tot welke zuil de omroep behoort?
Politieke partijen
Zoek nu ook uit tot welke zuil de volgende politieke partijen horen:
CDA, ChristenUnie, SP, D66, PvdA, VVD en SGP.
Is op de website van de politieke partij duidelijk aangegeven tot welke zuil de partij behoort.
Stap 4: Eindproduct
Vinden jullie dat verzuiling nog een belangrijke rol speelt?
Schrijf een artikel van ongeveer 300 woorden.
Het artikel geeft antwoord op de vraag of verzuiling nog een belangrijke rol speelt.
In je artikel verwerk je de informatie over de scholen, verenigingen, kranten,
omroepen en politieke partijen die jullie onderzocht hebben.
In het artikel zitten de volgende onderdelen:
Titel.
Inleiding waarin jullie uitleggen wat jullie onderzocht hebben en
hoe jullie te werk zijn gegaan.
Resultaten van jullie onderzoek.
Conclusie en eigen mening.
Gebruik de spellingscontrole om ervoor te zorgen dat er niet te veel taalfouten in het artikel staan.
Klaar?
Laat het artikel beoordelen door jullie docent.
Een artikel is een goede manier om informatie te presenteren of een gebeurtenis te beschrijven.
Extra: LvoorL
Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.
Hieronder staat een video die goed past bij dit thema.
Bekijk de video. Kun je de video goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video met een klasgenoot.
Let op:
Als je de video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de popup weg.
Begrippen
Verzuiling
De verdeling van een samenleving in groepen, waarbij de groepen in bepaalde mate van elkaar zijn afgeschermd. Deze verdeling is gebaseerd op sociaal-economische basis of op levensbeschouwing. Zo bestond de verzuilde samenleving rond 1950 uit een katholieke en een protestante zuil maar ook een socialistische zuil. En soms wordt er ook gesproken van een liberale zuil.
Ontzuiling
Ontzuiling is het verschijnsel dat mensen steeds meer buiten hun eigen zuil, hun eigen levensbeschouwelijke groep, gaan leven. De rol van de zuil neemt af.
Afsluiting
Je hebt alle opdrachten van het thema geloven gemaakt.
Tijd voor de afsluiting.
Je gaat met z'n tweeën een online krant maken.
In de krant komen artikelen, foto's, schema's, tijdlijnen, enzovoorts.
Alles wat in de krant komt heeft te maken met het thema GELOVEN.
Natuurlijk kunnen jullie gebruik maken van de eindproducten die jullie al gemaakt hebben,
maar jullie kunnen ook nieuwe producten maken.
De krant maak je op de site: www.krantenmaken.nl
Op de site wordt uitgelegd hoe je een goede krant maakt.
Beoordeling
De digitale krant wordt beoordeeld door je docent. Hij/zij let op:
de inhoud: de krant bevat minimaal zeven verschillende producten (artikelen, strips, fotocollages, etc).
de inhoud: de producten in de krant gaan over de onderwerpen uit de opdrachten.
de netheid: er aandacht is besteed aan de opmaak/lay-out van de krant.
het taalgebruik: de teksten bevatten niet te veel taalfouten.
Het arrangement Thema: Christendom - kopie 1 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Stef R
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2019-02-07 15:37:23
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Het thema 'Geloven' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.
Fair Use
In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use
Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Jezus van Nazareth
Chistendom
Christelijke feestdagen
Ontstaan christendom
Verspreiding christendom
Kloosters
Verspreiding christendom
Kruistochten
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.