E-mail

E-mail

Theorie

Indeling

Een e-mail is eigenlijk een brief die je via de computer verstuurt. E-mails zijn meestal korter dan brieven.
Een zakelijke e-mail heeft een aantal vaste onderdelen:

  • een aanhef;

  • een inleiding;

  • de kern;

  • een slot;

  • een afsluiting/ slotgroet;

  • je naam.

De onderdelen staan altijd in deze volgorde. Na ieder onderdeel maak je een witregel.

In de inleiding leg je uit waarom je de e-mail schrijft. De lezer moet meteen begrijpen waarom hij de e-mail moet lezen, of wat hij met het berichtje moet doen.

In de kern vertel je waar het echt om gaat. Op welke vragen wil je een antwoord? Waar en wanneer is het feest? In de kern schrijf je de boodschap. De kern is langer dan de inleiding en bestaat uit minstens drie volle regels.

In het slot schrijf je wat je van de lezer verwacht of je bedankt de lezer alvast. Het slot is ook weer kort en kan soms gewoon de afsluiting van de e-mail zijn.

Extra aandachtspunten

Bij het schrijven van een zakelijke e-mail moet je op een paar dingen letten.

  • als je de aanhef ‘Geachte’ gebruikt, schrijf je daarna nooit een voornaam en je gebruikt ook geen voorletter(s);

  • na de aanhef krijg je een komma en sla je een regel over;

  • na de aanhef begin je met een hoofdletter;

  • ‘mevrouw’ of ‘heer’ schrijf je voluit;

  • je schrijft ‘u’;

  • na ‘Met vriendelijke groet’ schrijf je een komma en sla je een regel over.

Adressering

hebt vast weleens een e-mail verstuurd. Als je een e-mail naar iemand stuurt, is het belangrijk dat je de e-mail goed adresseert. Als je een klein foutje maakt, gaat het al mis en krijg je de e-mail terug. De e-mail adresseren doe je in de adresbalk. Bij een e-mail is dat de bovenste invulbalk.

  • In de eerste balk schrijf je achter ‘Aan’ het e-mailadres. In een e-mailadres zie je altijd een @. Dat heet een apenstaartje, maar je mag ook ‘at’ (dat is Engels, spreek uit: et) zeggen. Een e-mail kun je naar één persoon sturen, maar ook naar meer mensen tegelijk. In deze balk kun je heel veel adressen kwijt. Tussen de verschillende namen zet je een puntkomma (;). Veel computers doen dat automatisch.
    Bijvoorbeeld: j.dewit@orange.nl; marsha007@dds.nl; jojodejo@gmail.com.

  • In de tweede balk, achter CC, kun je nog een adres kwijt. Dit gebruik je niet zo vaak. CC betekent copie conforme (Frans) en carbon copy (Engels). Het betekent dat je een kopie van het bericht stuurt naar de mensen die je hierachter invult. Meestal blijft deze regel leeg.

  • In de derde balk ten slotte type je wat het onderwerp van je e-mail is. De ontvanger van je e-mail kan dan direct zien waar het over gaat. Vul hier altijd iets in, want mensen die veel e-mails krijgen, vinden dat erg fijn.

Opdracht

Deze week ga je een e-mail maken. Je gebruikt de theorie hieronder.
Je maakt de email in WORD ( zie format)

Onderwerpen

1. Je schrijft naar een uitgeverij, omdat je jouw recept in een kookboek wilt.

2. Je schrijft naar een restaurant, omdat je een dagje in de keuken wilt meelopen

3. Je schrijft naar RTL, omdat je mee wil doen met Junior masterchef.

Format

Als je klaar bent met je e-mail, lees je hem nog een keer door. Heb je niks vergeten? Staan er geen fouten in? Denk ook aan hoofdletters. Als de e-mail helemaal goed is, lever hem dan via de ELO in.

  • Het arrangement E-mail is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Teus Nieboer Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2018-11-06 10:50:43
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.