hebt vast weleens een e-mail verstuurd. Als je een e-mail naar iemand stuurt, is het belangrijk dat je de e-mail goed adresseert. Als je een klein foutje maakt, gaat het al mis en krijg je de e-mail terug. De e-mail adresseren doe je in de adresbalk. Bij een e-mail is dat de bovenste invulbalk.
In de eerste balk schrijf je achter ‘Aan’ het e-mailadres. In een e-mailadres zie je altijd een @. Dat heet een apenstaartje, maar je mag ook ‘at’ (dat is Engels, spreek uit: et) zeggen. Een e-mail kun je naar één persoon sturen, maar ook naar meer mensen tegelijk. In deze balk kun je heel veel adressen kwijt. Tussen de verschillende namen zet je een puntkomma (;). Veel computers doen dat automatisch.
Bijvoorbeeld: j.dewit@orange.nl; marsha007@dds.nl; jojodejo@gmail.com.
In de tweede balk, achter CC, kun je nog een adres kwijt. Dit gebruik je niet zo vaak. CC betekent copie conforme (Frans) en carbon copy (Engels). Het betekent dat je een kopie van het bericht stuurt naar de mensen die je hierachter invult. Meestal blijft deze regel leeg.