Nederlands studie en beroep

Nederlands studie en beroep

inleiding

Nederlandse lessenserie bij het thema Studie en beroep.

fictie

Opdracht

Voorkennis

Tijdens deze Fictietaak ga je lezen over je verdere voortgang wat betreft school/studie/opleiding.

 

De eerste vijf vragen zijn vragen die je voorkennis activeren en begrippen behandelen die je ondertussen zou moeten weten wat betreft fictie.

 

Bij het onderdeel fictie lees je verschillende studiekeuze stijlen. Welke hiervan passen bij jou?
Dit fragment is afkomstig uit het boek: 'studiekeuze doeboek' van Intermijn en Loth van Veen. 

 

Daarna volgt het jaarboekje van het WJB. Deze neem je door. Hierover krijg je begrijpend lezen vragen. Snap je wat er staat?

 

Er volgt ook een poëzie opdarcht. Dit zal deels gaan over de schrijver. Deze opdracht wordt ook in de les besproken als afsluiting.

Fictie

Begrijpend lezen

Je gaat nu een stukje uit het jaarboekje lezen van het WJB. 

Hierover krijgen jullie vragen. Dus lees de tekst goed.

Jaarboekje WJB
De link brengt jullie naar het jaarboekje. Op bladzijde 27 en 28 staat voor jullie belangrijke informatie. Lees deze goed.

Overgang van leerjaar 2 naar leerjaar 3 (Basis, Kader)

Een leerling gaat over als hij maximaal 1 minpunt heeft op zijn overgangsrapport of 2 minpunten met een compensatiepunt voor een ander vak. Indien dit niet het geval is, bekijkt het klassenteam onder leiding van de afdelingsleider welk vervolgtraject het beste bij de leerling past. Een leerling mag tevens maximaal tweemaal een M (matig) en eenmaal een O (onvoldoende) scoren op gedrag en inzet.

Indien dit niet het geval is, bekijkt het klassenteam onder leiding van de afdelingsleider welk vervolgtraject het beste bij de leerling past.

 

Overgang van leerjaar 2 naar leerjaar 3 (MAVO)

Een leerling gaat over als hij maximaal 2 onvoldoendes heeft, waarvan 1 vier of lager. Er mag maximaal 1 onvoldoende voorkomen in het vakkenpakket. Indien dit niet het geval is, bekijkt het klassenteam onder leiding van de afdelingsleider welk vervolgtraject het beste bij de leerling past. Een leerling mag tevens maximaal tweemaal een M (matig) en eenmaal een O (onvoldoende) scoren

op gedrag en inzet.

Indien dit niet het geval is, bekijkt het klassenteam onder leiding van de afdelingsleider welk vervolgtraject het beste bij de leerling past.

Vmbo – bovenbouw in samenwerking met

SG Gerrit Rietveld

Vanaf schooljaar 2018 -2019 is er een mogelijkheid voor een speci eke doelgroep leerlingen van onze school (zij die in aanmerking komen voor
onze verlengde zorg) een vmbo basis- of kaderdiploma te halen op SG. W.J. Bladergroen. Dit gebeurt middels een onderwijsprogramma dat verzorgd wordt binnen onze school, in samenwerking met SG. Gerrit Rietveld. Deze leerlingen zijn, in principe, al vanaf de basisschool bij ons ingestroomd.

Het gaat om leerlingen waarvan is vastgesteld dat onze verlengde zorg noodzakelijk geacht wordt om een vmbo diploma te kunnen halen. Dat vaststellen gebeurt door het zorgteam en, in het geval van een B-arrangement, door de toelatingscommissie. Het advies van het docententeam aan het zorgteam is van groot belang. Uiteraard moet die leerling een overgangsrapport hebben van klas 2 naar klas 3. Daarnaast moet, in overleg met en na goedkeuring van de ouders, in het OPP het uitstroompro el W.J. Bladergroen bovenbouw vmbo zijn opgenomen.

28

Jaarlijks zal niet meer dan één klas (14- 16 leerlingen) een derde leerjaar
kunnen instromen. Wij bieden één pro el aan, het pro el Dienstverlening en Producten. Dit is het meest brede pro el binnen het vmbo. Hiermee kunnen we een smallere keuze uitstellen. Alle vervolgmogelijkheden binnen het MBO blijven evengoed open.

Halverwege leerjaar 2 wordt er een informatieavond gehouden voor
ouder(s) verzorger(s) van die leerlingen waarvan wij denken (mede vanuit driehoeksgesprekken) dat ze in aanmerking komen voor onze verlengde zorg. Op dat moment zijn de laatste ontwikkelingen en mogelijkheden van de leerling ook pas bij ons bekend. Op voorhand kan er dus niet aangemeld worden. Het is en blijft afhankelijk van de ontwikkeling van de leerling.

Poëzie

Het laatste onderdeel fictie is een onderdeel poëzie.

Hierin zal je je gaan verdiepen in de schrijver. 

Leef - R.O.
Leef - R.O.

leesvaardigheid en woordenschat

opdracht

Eén van de belangrijkste dingen bij het leren van een taal is het opbouwen van een woordenschat. Hoe meer woorden je kent, hoe beter je zult worden in taal / Nederlands. Een aantal tips om je woordenschat te vergroten:

  • Benoem dingen die je ziet. Klaslokaal, docent, leerling, toilet, werkboek etc.
  • De belangrijkste tip: lezen, lezen, lezen. Hoe meer je leest, hoe meer woorden je leert.

Wij gaan een aantal woorden leren waar een toetsje over gemaakt moet worden.

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht:

  • heb jij ontdekt welke manier jij prettig vindt bij het leren van woordjes.

beoordeling

Je maakt een schriftelijke toets die de docent je geeft aan het einde van de les.

werkwijze

Groepsgrootte

Deze opdracht maak je deels zelfstandig en deels samen met een klasgenoot.

Tijd
Voor het maken van deze opdracht heb je 1 lesuur nodig.

Benodigdheden

  • Computer met internet en een tekstverwerker
  • schriftelijke toets

stap 1

De volgende woorden moet je kennen:

1. de arbeidsvoorwaarden: afspraken over loon, werktijden, vakantie etc.

2. het dienstverband: een contract met een bedrijf

3. de functie: het werk dat je doet

4. fulltime: de hele werkweek

5. parttime: een deel van de werkweek

6. de referentie: iemand die iets kan vertellen over jou en hoe je werkt

7. representatief: zo netjes dat je een goede indruk maakt

8. de vacature: een baan waar personeel voor wordt gezocht

9. de werkervaring: werk dat je eerder gedaan hebt

10. de werkgever: het bedrijf waar je voor werkt 

stap 2

Bedenk een manier om jezelf deze woorden aan te leren

 

tip: leg je hand over de woorden en zoek de juiste betekenis erbij, maak gebruik van wrts.nl, schrijf de woorden en hun betekenis over.

Maak nu de oefening.

Oefening: woordjes leren

Start

stap 3

Zoek een klasgenoot met wie jij samen de woorden gaat oefenen. Zorg dat je een rustig plekje zoekt en dat de rest van de klas geen last van jullie heeft. Overhoor elkaar zachtjes. 

stap 4 toets

Maak de schriftelijke toets die de docent jouw geeft. 

terugkijken

Wat vond jij een fijne manier om woordjes aan te leren?

spelling en interpunctie

opdracht

In deze opdracht behandelen we het onderwerp leestekens.

 

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht:

  • Ken je de verschillende leestekens.
  • Kun je uitleggen wanneer je een punt, een vraagteken, een uitroepteken, een komma, een dubbele punt, een puntkomma en aanhalingstekens gebruikt.

 

beoordeling

Beoordeling
Je brief laat je beoordelen door je docent.

 

werkwijze

Groepsgrootte

Deze opdracht maak je zelfstandig.

Tijd
Voor het maken van deze opdracht heb je 1 lesuur nodig.

Benodigdheden

  • Computer met internet en een tekstverwerker

stap 1

Bestudeer het onderdeel leestekens uit de kennisbank:

Spelling: Leestekens

Maak daarna de vragen 

Oefening: lees tekens

Start

stap 2

Onderstaande brief is door Pieter Konijn geschreven. Hij is alleen de leestekens en hoofdletters vergeten. Neem de brief over in word en verbeter hem.  

 

worteldorp 11 oktober 2018

pieter konijn
hogeheuvelrug 4a
2819 BB worteldorp
t 06-1234567
e pieterkonijn@notmail.com

japies groentewinkel
tav japie van rijn
dreef 17
purmerend

betreft snuffelstage

geachte heer van rijn

het bladergroen organiseert voor de tweede klassen vmbo een snuffelstage in week 3 van 15 t/m 19 januari 2019 ik zit ook in de tweede klas van het vmbo en vind het erg fijn dat ik bij uw bedrijf stage mag lopen mijn naam is pieter ik ben 14 jaar oud en ik woon in worteldorp


ik wil graag stagelopen bij uw bedrijf omdat ik later zelf ook graag in de een groentewinkel wil werken als profiel heb ik gekozen voor economie en ondernemen vanuit school krijgen we een opdracht mee die we moeten maken tijdens de stage  maar ik wil vooral een paar dagen meehelpen in het bedrijf

mevrouw slotboom van het bladergroen en ik gaan ervan uit dat mijn snuffelstage inmiddels definitief geregeld is voor vragen kunt u contact op nemen met mevrouw slotboom ik zal de tweede week van januari contact met u opnemen om de details van mijn snuffelstage te bespreken ik hoop dat het een leuke en leerzame snuffelstage zal worden

met vriendelijke groet

pieter konijn.

 

 

terugkijken

Leg kort aan je buurman of buurvrouw uit wat leestekens zijn en hoe je deze kunt gebruiken.

schrijfvaardigheid

Opdracht

Bij het onderdeel schrijfvaardigheid ga je een sollicitatiebrief schrijven.

Aan de hand van verschillende vragen en informatie kom je erachter hoe een sollicitatiebrief in elkaar zit. Denk ook zeker aan de brief die in de les is besproken.

Toets

Je gaat een sollicitatiebrief schrijven aan de hand van de vacature van de vorige opdracht.

 

Je maakt de sollicitatie brief in Word. Denk aan de toon, vorm en woordkeuze van de manier waarop je deze brief schrijft.

 

Je mailt je sollicitatiebrief naar je docent.

Beoordeling

De sollicitatiebrief wordt beoordeeld. Er moet rekening houden geworden met:

  • De lay-out, (adressen, datum, aanhef, afsluiting)                                       (5 punten)
  • inleiding                                                                                                       (5 punten)
  • Kern                                                                                                             (5 punten)
  • Slot                                                                                                              (5 punten
  • Spelling en interpunctie                                                                               (5 punten)
  • De juiste conventies                                                                                     (5 punten)

Dit betekent dat er dit onderdeel 30 punten te verdienen zijn.
Het aantal behaalde punten delen door 3 is het cijfer.

spreek- en luistervaardigheid

opdracht

Je gaat samen met een paar klasgenoten debatteren.

Je gaat bij dit onderdeel een debat voeren.
Dat doe je samen met een paar klasgenoten.
Het debat gaat over het thema studie en beroep.

Voordat jullie het debat gaan houden, moeten jullie dit natuurlijk wel voorbereid hebben.

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht:

  • Kun jij je eigen mening beargumenteren en onderbouwen.  

beoordeling

Jullie docent gebruikt dit schema bij het beoordelen van jullie debat.


Inhoud max. 10 punten

  • goed: Jullie hebben debat goed voorbereid. Jullie beschikken over voldoende woorden en hoeven bijna niet te zoeken naar de juiste woorden. Je ondersteunt je woorden non-verbaal. Je kunt informatie overbrengen en je mening geven en onderbouwen.
  • voldoende: De voorbereiding op het interview is voldoende. Jullie beschikken over voldoende woorden, maar zoeken nog wel regelmatig naar de juiste woorden. Je ondersteunt sommige woorden non-verbaal. Je kunt informatie en je mening geven.
  • onvoldoende: De voorbereiding op het interview is onvoldoende. Jullie variëren niet in woordgebruik. Je ondersteunt je woorden niet non-verbaal. Je kunt informatie nog niet overbrengen en je hebt geen mening.

 

werkwijze

Groepsgrootte

Je maakt een groepje met in totaal vijf leerlingen.

Tijd
Voor het maken van dit product heb je 1 lesuur nodig:

Benodigdheden

  • Computer met internet en een tekstverwerker

stap 1

Bekijk het filmpje over debatteren

 

stap 2

Debat voeren:

Stel je voor: je moet nog drie studiepunten en dan heb jij je diploma behaald. Je hebt vier jaar lang met z’n vijven hard gewerkt aan deze opleiding. Om deze drie punten te halen moet je 1 dag stagelopen bij de banketbakker op de hoek. Nu heeft deze bakker nog maar plaats voor 1 stageloper. Wie mag deze stageplek gebruiken? Deze kwestie zullen jullie op moeten lossen met een debat.

 

Ronde 1:

Iedere leerling uit het jouw groepje verteld in maximaal 1,5 minuut waarom hij of zij die stageplek moet krijgen.

 

Stemmen:

Iedereen uit de klas mag twee keer stemmen om de twee meest overtuigende sprekers. De drie leerlingen met de meeste stemmen mogen door naar ronde 2.

 

Ronde 2:

De spreektijd is wederom maximaal 1,5 minuut. In deze ronde moeten de leerlingen uitleggen waarom de andere leerlingen die stageplek niet zouden moeten krijgen.

 

Stemmen:

De rest van de klas krijgt 1 stem. Met deze stem moeten zij aangeven wie dit debat gewonnen heeft en dus mag stagelopen bij de banketbakker om de hoek. 

terugkijken

Hoe ging het voeren van een debat?
Beantwoord de volgende vragen:

  • Wat vond je lastig aan deze opdracht?
    Schrijf twee dingen op.
  • Wat vond je leuk aan deze opdracht?
    Schrijf twee dingen op.
  • Ben je tevreden over het resultaat?
    Schrijf op waarom.
  • Wat ga je de volgende keer beter doen?
    Schrijf minimaal één ding op.