Reflecteren en filosoferen leerjaar 1

Reflecteren en filosoferen leerjaar 1

Inleiding Reflecteren en filosoferen

Inleiding en uitleg.

In deze lessen ga je leren reflecteren. Kijken naar jezelf. Dat is ook filosoferen, want je gaat nadenken over jezelf.

Voor Filosoferen is het nodig dat je denkt.

En dat denken is en blijft interessant, want hoe denk je?

In deze lessen staat het samen leren centraal.

In deze lessen is het niet de docent die het antwoord weet of geeft. Dat ontdek je zelf. Je gaat namelijk reflecteren op jezelf.

Bij Filosoferen bestaat er niet echt een goed of fout.

Bij deze lessen moet je 80 % aanwezig zijn.

Je noteert alle opdrachten in een gebundeld verslag.

Bij deze lessen zitten ook huiswerkopdrachten; in de vorm van oefenen en dingen/zaken meebrengen voor een volgende les.

Veel wijsheid samen toegewenst bij deze lessen.

Voor vragen kun jij bij je docent terecht.

 

 

In deze lessen gaan we kort in op bepaalde filosofen, bekijken, bespreken we hun standpunten en quotes. Vervolgens ga je nadenken wat jij hiervan vindt. Reflecteren!

Op veel basisscholen is filosoferen ook al een vak;  kijk en luister mee.

Doel van deze lessenserie en koppeling met kwalificatiedossier

Verwondering

Doel van deze lessenserie

Korte termijndoelen:

Je kunt een filosofisch gesprek voeren met klasgenoten.

Je kunt mondeling feedback/feedforward geven en ontvangen.

Je kunt mondelinge en schriftelijke reflecten over je eigen gedrag, handelen en gevoel.

Langere termijndoel:

Je kunt technieken toepassen om inhoudelijk betekenisvolle reflectieverslagen te schrijven voor je stageopdrachten die jouw inzicht geven in je kennis, vaardigheden en standpunten.

Wat heb je nodig tijdens de lessen: pen/ potloden/ laptop.  

 

Koppeling met doelen uit kwalificatiedossier

Wanneer je het kwalificatiedossier bekijkt , zie je dat de volgende werkprocessen verband hebben met filosoferen en reflecteren.

 

B1-K1-W7: Evalueert de geboden ondersteuning

  • vraagt actief en doelgericht naar de mening van de cliënt en andere betrokkenen over …..
  • neemt de tijd om te luisteren naar de ervaringen, ideeën en gevoelens van de cliënt en andere betrokkenen over ……….
  • zoekt nauwgezet uit of de benodigde gegevens betrouwbaar, volledig en relevant zijn;
  • verkent actief mogelijkheden om kennis te vergaren, te delen en samen te ontwikkelen;
  • haalt doelgericht betekenis uit teksten met hoge informatiedichtheid: zowel mondeling als schriftelijk;
  • draagt eigen kennis en expertise begrijpelijk over;
  • gebruikt passend taal- en woordgebruik voor de gesprekspartner;
  • gebruikt feedback doelbewust om zich verder te ontwikkelen.
  • nodigt collega’s, studenten, stagiaires en/of vrijwilligers actief uit tot het inbrengen van eigen opvattingen, ideeën en tot het stellen van vragen;
  • stemt de begeleiding doelbewust af op diversiteit;
  • beoordeelt zo objectief mogelijk het beroepsmatig handelen van studenten en/of stagiaires.
  • verzamelt gegevens actief, doelgericht en met gebruikmaking van de juiste taalvariant;
  • toont interesse, begrip en interculturele sensitiviteit voor de standpunten van anderen;
  • formuleert scherp en kernachtig;
  • vormt een reëel beeld van haar eigen werkwijze;
  • trekt uit gegevens de belangrijkste conclusies.

 

Vaardigheden waar je aan gaat werken zijn:

  1. Creatief denken ; flexibel ' out of the box' denken.
  2. Schriftelijk reflecteren; je mening/ervaringen concreet en duidelijk op papier
  3. Associëren; verbindingen kunnen maken; denk aan theorie aan praktijk koppelen of andersom
  4. Omgaan met feedback; wat doe je met kritiek?
  5. Scherp formuleren; leren om hoofdzaken van bijzaken onderscheiden in je reflecteren
  6. Eigen visie ontwikkeling; van onbewust bekwaam naar bewust bekwaam handelen
  7. Analyseren ; iets onderzoeken, bekijken , beoordelen en op zoek naar oplossingen
  8. Validiteit onderzoeken; wat is waar? wat is echt? wat is haalbaar?
  9. Omgaan met diversiteit; heb je een 'growth mindset' of 'fixed mindset' ?
  10. Objectiviteit; hoe ga je om met vooroordelen? Is dat wat je zegt/ziet waar?
  11. Begripsvorming; hoe gebruik je de taal in je reflectie? Begrijpt de ander jou?
  12. Conclusies kunnen trekken; krijg je meer inzicht in je eigen denken, doen en handelen en kun je dit koppelen aan je eigen waarden en normen?

Op te leveren producten en deadline

Bij dit vak horen 10 opdrachten die je uitwerkt in een gebundeld verslag.

De opdrachten worden per les geintroduceerd en verwerking doe je in het verslag.

Het verslag heeft een duidelijke voorkant met daarop

 

Je naam

De groep

Schooljaar

Docent

 

Opdrachten kort samengevat zijn

1. Woordweb over wijsheid

2. Eerlijkheid; verslag overleg en wat wil jij bijdragen/overbrengen?

3. Beschrijving over wat jij vindt van hulpbehoevend, zelfstandigheid en eigen regie behouden

4. Wat is volgens jouw oerstof? Hoe ga jij om met de 'tijd'? Voorbeelden waarbij begrip tijd belangrijke rol speelt en waar juist niet bij

5. Brief aan jezelf over hoe jij jezelf ziet over 10 jaar

6. Socrates en citaat en onderbouwing

7. 2 quotes die je wel of niet aanspreken met onderbouwing

8. Relaties: jouw mening / standpunt en

9. Oplsossingen voor casus Ambro

10. Waarin ben jij uniek? Invullen rubric Reflecteren

 

In overleg met jouw docent lever je het verslag via it's learning in of per email. Ook zal de docent de deadline geven.

Opdracht 1 en 2

Als student en straks als beroepsprofessional is het belangrijk dat je goed kunt reflecteren.

Reflecteren betekent in de spiegel durven kijken.

Kijken naar je eigen gedrag, je handelen en je gevoel.

Reflecteren kan via gesprek en ook op papier en hier zelf wijzer van worden.

In de verre oudheid waren mensen hier al mee bezig. Alleen had het toen de naam 'filosofie'. Filosofie is letterlijk : 'het houden van wijsheid." . Filosofie komt van het Griekse woorden:

Philos  : liefde , verlangen , vriendschap   en   Sophia: kennis en wijsheid

Je verlangt ernaar wijzer te worden.  

 

Eigenlijk zijn we allemaal filosoof omdat we een voorstelling willen van 'juiste zaken'.

We willen kennis, we hebben behoefte om ons bijvoorbeeld niet te vergissen, we willen het beter weten.

Het is een soort drift; iedereen heeft behoefte aan nieuwe kennis. Denk maar eens terug hoe je hebt leren lezen, rekenen of hoe jij je mening vormt naar aanleiding van nieuwsberichten in sociale media of op t.v. of in de krant. Of wat dacht je van je mening over muziek, films, series?

Filosoferen is een activiteit, een soort methode om je eigen kennis, je eigen oordeel te onderzoeken. Klopt het wat ik denk, doe, vertel?

Opdracht 1. Ga eens met eens met een groepje bijelkaar zitten waar jullie met elkaar in gesprek kunnen gaan. Neem pen/papier of je smarthphone/laptop mee voor het woordweb.

Ga na of jullie iemand kennen die wijs is. Geef elkaar een paar minuten bedenktijd.

Vertel elkaar om de beurt wie volgens jouw wijs is en waarom diegene volgens jou wijs is. Over welke specifieke eigenschappen beschikt hij of zij? Noteer die eigenschappen in de woordspin hieronder. Onderaan kun je het downloaden. Verwerk opdracht 1 met uitkomsten in jouw verslag.

Filosofie zou je kunnen opsplitsen in 3 onderdelen:

1. Fysieke: het onderzoeken van de natuur /mens het bestaan.

2. Logica:  het delen van kennis en dit overdragen; dus hoe communiceren we?

3. Ethica: waarom doen we het zoals we het doen? Welke waarden en normen heb je? Waar

                streef je naar?  

Als je naar je woordweb kijkt; kun je dan eigenschappen plaatsen onder een van deze drie?

 

Verwondering

Filosoferen is dus op zoek gaan naar wijsheden, naar kennis, naar taal en communicatie en het overdenken van bijvoorbeeld je waarden en normen. Wanneer je dit overdenkt, ben je aan het reflecteren. Waarom denk of doe ik zo? Waarom vind ik iets ergens van? Waarom doe ik iets op een bepaalde manier?

 

Opdracht 2. Zoek een groepje en ga met elkaar in gesprek over 'eerlijkheid'.  Vragen die jullie aan elkaar kunnen stellen zijn:

Wat is eerlijkheid?

Waarin zie je eerlijkheid terug?

Welke ervaringen heb jij met eerlijk zijn?

Welke ervaringen heb jij met niet eerlijk zijn?

Zijn er verschillen voor jou in eerlijkheid?

Mag iemand liegen van jou? Ga eens met elkaar in gesprek: Hoe belangrijk is eerlijkheid voor jou?

Wat heb jij in je opvoeding meegekregen over eerlijkheid?

Wat zijn voor jou nu de meest belangrijke geldende normen rondom eerlijkheid?

Opdracht 2 vat je samen in jouw verslag. Met wie heb jij gesproken, wat is er uitgekomen. Waarin zag je verschillen, waarin overeenkomsten. Wat wil jij bijdragen / overbrengen rondom eerlijkheid.

 

 

 

Opdracht 3

Wat is nu reflecteren?

 

Reflecteren is:

Leren kijken naar je eigen gedrag , je eigen handelen en gevoel. Bewustwordingsproces.

Je noemt het ook wel terugblikken.

Je kijkt terug op een ervaring en wat is er gebeurd? Welke factoren speelden mee? Wie waren er bij betrokken.

 

Reflecteren leer je door te doen, door samenwerking, door naar elkaar te luisteren, door elkaar te bevragen, door verheldering te vragen, door te argumenteren en door zelf na te denken.

Het jezelf afvragen, het elkaar bevragen kan door middel van filosoferen. Filosoferen is verhelderen, vragen stellen om iets helder te krijgen. Dit kan door middel van een 'socratisch gesprek'. (vernoemd naar een bekende filosoof Socrates) . Een gesprek waarbij je meningen deelt, gevoelens deelt en elkaar hierover vragen stelt zonder direct te oordelen,

Voordelen van een goed socratisch gesprek:

  • betere samenwerking.
  • jezelf en de ander beter begrijpen.
  • vergroten woordenschat vaktaal
  • je leert creatief , analytisch en kritisch te denken.
  • je leert beter naar elkaar te luisteren; past communicatieregels toe.
  • je leert een onderzoekende houding te ontwikkelen en je leert dat er geen foute antwoorden zijn.
  • je leert je gedachten onder woorden te brengen en op te schrijven daar waar nodig.

Opdracht 3 :  Inleiding

 

   "Ik wil graag anderen helpen."

Een veel genoemde uitspraak van studenten die deze opleiding kiezen. Bij deze opdracht gaat het over behulpzaamheid. Wat is dat eigenlijk? Waar denk je dan aan?

Bekijk het korte filmpje onderaan en wees je bewust van je eigen reactie. Wanneer is voor jou het moment dat je gaat helpen?

Daarbij ga je in gesprek met klasgenoten en gaan jullie de volgende drie begrippen bespreken met elkaar. In jouw verslag geef je een korte samenvatting over wat je hebt besproken.

Hulpbehoevend

Wat betekent dit? Wie zijn dit? Wanneer is iemand dit? Welke ervaringen heb je zelf met hulpbehoevend zijn? Heb jij wel eens iemand geholpen die hulpbehoevend was?

Zelfstandigheid

Wat betekent dit? Voor wie is dit belangrijk? Waar liggen grenzen bij zelfstandigheid? Wat is jouw rol als professional als het gaat om zelfstandigheid?

Eigen regie behouden

Wat wordt hiermee bedoeld? Voor wie geldt dit? Hoe kan het dat dit zo'n populaire term is in de zorg tegenwoordig? Wat is de tegenhanger dan? Waar liggen de grenzen? Wat zijn minimale doelen die je hiermee kunt halen? Wanneer neem je de regie over?

 

Opdracht 3: Verwerk je reactie op het filmpje in je verslag en omschrijf hoe jij denkt over de bovenstaande 3 begrippen in relatie tot jezelf en in relatie met jouw baan als professional nu/straks/later.  

 

 

 

 

 

 

 

Wat zou jij doen? Helpen ?

Opdracht 4, 5, 6 en 7 :Drie oude bekende filosofen uit de Griekse oudheid.

Doel van deze les: je kunt na deze les een bekende filosoof uit de oudheid opnoemen en waar hij beroemd om is geworden.

 

De eerste 3 bekende filosofen : Thales van Milte, Pythagoras en Socrates   

Tijdstip:                                        Griekse oudheid van 600 v Chr

 

Thales van Milete (620 -540 v Chr.)

Thales van Mitese was een van de eerste filosofen in de Griekse oudheid.

In deze oudeheid geloofden mensen in 'Goden'.

Misschien herken je hier één van: Aphrodite, Apollo, Ares, Artemis, Athene, Demeter, Dionysus, Hades, Hera, Zeus enz.

Zo was er een God Helios een man met een kar, met daarin de zon en elke dag 'gaf' hij de zon aan de mensen en 'haalde' deze ook weer op.

Thales een mens en wetenschappelijke filosoof beweerde toen op een dag:

"morgen moeten jullie niet schrikken hoor; het is rond 12 uur een kwartiertje donker, toch dan komt de zon weer."

Mensen hebben hem voor gek verklaard; waar had hij het over? Waarom zou hij kunnen voorspellen wat de God Helios zou doen? Het gebeurde wel (zonsverduistering) . Hij toonde op deze manier een wetenschappelijke manier van denken; in plaats van te geloven in de goden.

Deze filosoof Thales was ook op zoek naar de vraag: Wat is nu de oerstof? Kortom wat is de belangrijkste stof op aarde? Thales noemde: 'Alles is water'. Een natuurlijke verklaring van alles wat er is!

Zijn grote samenvatting; water is in 3 toestanden aanwezig.

  1. Water is gas(verdampen),
  2. vloeistof en
  3. vast (bevriezen).

In de levende natuur is water nodig voor ieder levend organisme.

 

Opdracht 4:

Wat is volgens jou nu op dit moment de 'oerstof' in onze tijd? Bespreek dit met iemand en verwerk dit in je verslag en onderbouw dit. Terug naar de zonsverduistering, nu leven we met tijdzones. Hoe ga jij om met tijd/afspraken? Wat  vindt jij van stiptheid, te laat komen een planning maken enz. Schrijf dit in je verslag en geef voor jezelf eens twee voorbeelden waarvan jij belangrijk vindt dat we nu tijden hanteren. Geef ook twee voorbeelden uit het leven waarbij je de tijd liever zou wegdenken?

 

Pythagoras van Samos (570 - 480 v Chr.)​

Weetje: wist je dat Pythagoras naast stellingen een 'oude gitaarheld is?"

Pythagoras: hij geloofde in het getal als 'oerstof'. Hij keek naar de verhoudingen van natuurlijke dingen op elkaar. Dan is alles te berekenen. Om dit te bewijzen deed hij heel veel onderzoek naar de lengte van een gitaarsnaar. Hij ontdekte hoe korter deze snaar, hoe hoger de toon.

Verder kennen jullie hem ongetwijfeld van a2 + b2 = c2 .

Opdracht 5.

Met elkaar in gesprek:

Denk na wat de reden was waarom je voor deze opleiding hebt gekozen? Ga dus even terug in de tijd. Durf dan ook te vooruit te kijken. Waar sta jij over 10 jaar? Bespreek dit eerst met iemand. Je denkt na over je wensen en wat haalbaar is. Waar wordt jij gelukkig van? Wat hoop je?

Schrijf in je schrift op wat jij over 10 jaar doet? Hoe oud ben je dan? Denk aan je baan, prive, geluk, huis, opleiding enz.

 

Filosoof: Socrates (470 - 399 v Chr.)

  • Wist je dat een beroemde Griekse filosoof uit de oudheid; Socrates niks opschreef, omdat hij vond dat het geschreven woord ‘de geest doodt’. Hij ging liever in gesprek met de mensen. Hij schreef niets op. Toch is hij heel beroemd geworden. Zijn leerling heette Plato en schreef wel alles op. Wat heeft jou voorkeur? Is schrift handig? Waarvoor? Bespreek dit met elkaar.

 

Socrates  vertelt dat hij dezelfde kunst als zijn moeder uitoefent. Zij  was verloskundige en vroedvrouw. Hij zei: “wat zij bij vrouwen doet, doe ik bij mannen. Het verlossen of baren van waarachtige kennis”.

Door zijn manier van vragen stellen leerde hij mensen niet iets nieuws, maar haalde hij iets naar buiten dat al in iemand aanwezig is! Hij ging in gesprek, luisterde en stelde open vragen.

In de Griekse oudheid deed hij dat veel en trok erop uit. Hij was van mening dat je je leven moest onderzoeken.

Opdracht 6 : Citaat van Socrates:  "Een leven niet onderzocht , is een leven niet geleefd ".

Schrijf dit citaat over en schrijf erbij of je het er wel of niet eens mee bent en waarom.

Hij sprak hierdoor veel burgers in Athene, ook veel jongeren. Zijn doel was dat ze een zo groot mogelijke bijdrage konden leveren aan de samenleving. De jongeren gingen meer nadenken en namen niet zomaar alles 'klakkeloos' aan en gingen hierdoor vragen stellen aan 'staatsheren'.

Mensen vonden dat Socrates de jeugd hierdoor opstandig maakte. Er kwamen namelijk meer jongeren die in opstand kwamen tegen 'de staat'. 

Doordat hij voor zoveel opstand zorgde moest hij het gevang in wegens 'jeugdbederf' en het 'niet volgen van de staatsgoden'.

Socrates vond dat mensen zich moesten ontwikkelen; bleef hier achter staan en heeft in het gevang de gifbeker gekregen.

Socrates heeft zich vooral gericht tot de ethiek! Ethica; normen en waarden ; welbevinden.

 

Opdracht 7.

Andere quotes van Socrates zijn hieronder te lezen. Lees ze eens door. Schrijf daarna 2 quotes over in je verslag met uitleg wat jou juist aanspreekt of juist helemaal niet.

 

1. Het enige wat ik weet is dat ik niets weet. Ik heb alle meningen doorgrond die doorgaan voor        kennis maar het niet zijn.

2. Het is tijd om op te stappen, voor mij om dood te gaan, voor jou om verder te leven; wie van        ons de beste weg neemt, weet niemand buiten God.

3. Moet een man trouwen? Wat hij ook doet het zal hem berouwen.

4. Onwetendheid is de bron van alle kwaad.

5. Wie niet tevreden is met wat hij heeft, zal ook niet tevreden zijn met wat hij krijgt.

6. Het onbewuste leven is het niet waard geleefd te worden.

7. Je ziet de dingen niet zoals ze zijn. Je ziet de dingen zoals je bent

 

 

 

Opdracht 8 en 9 Relaties en gevoel

 

Doel van deze les : je kunt mondeling aan een ander vertellen over je gevoelens wat betreft relaties en sexe en je kunt je eigen mening verwoorden.

 

 

Filosoof: Plato (427 - 347BC)

 

Leerling van Pythagoras en Socrates. Hij begon met de politiek. Hij was ook dichter en kunstenaar.

Hij was vooral bezig met het uitzoeken, wat is een goede natie? Wat is een goede staat? Hoe kunnen we het beste met elkaar leven?

Hij kwam uit op een democratie met weinig bestuurders die een goede ethiek hebben.

Bestuurders die dus weten wat er speelt. Niet zomaar een koning of een leider die niet opgeleid is. Hij zei dat beroepsbestuurders een 'diploma' moesten hebben. En dat konden ze halen bij zijn academie. Hij vond dat iedere burger naar de academie mocht. Je zou kunnen stellen dat Plato dus een van de grondleggers was van ons onderwijssysteem.

Het begrip platonische liefde (liefhebben zonder lusten) heeft ook een verwijzing naar Plato.

Volgens Plato was echte liefde alleen mogelijk tussen 'gelijken'.

Gelijken waren diegenen die over gelijke rechten en status beschikten, of konden beschikken. In de oudheid hadden vrouwen dat absoluut niet.

Daarom was volgens Plato echte liefde tussen man en vrouw niet mogelijk. Gelijken waren in die tijd alleen mensen van hetzelfde geslacht.

Naar Plato's idee was de platonische liefde de hoogste trap van liefde, in tegenstelling tot lichamelijk begeren en seks, wat hij als een eerste trap beschouwde.

Van daaruit kon de mens een hogere trap bereiken door de liefde voor de juiste levensinstellingen, voor de wetenschap, en voor goede gedachten. De platonische liefde was volgens hem de hoogste trap.

Plato realiseerde zich dat voortplanting door middel van de lichamelijke liefde tussen twee personen van verschillend geslacht een noodzakelijke voorwaarde was voor het voortbestaan van de mensheid. Toch wie deze eerste trap aanzag voor de hoogste vorm van liefde, stond volgens Plato gelijk aan de dieren.

Dieren namen in Plato's hiërarchie een lagere plaats in dan de mens, omdat volgens hem alleen de mens (de man) een ziel heeft en de hoogste trap van liefde alleen kan bestaan tussen zielen.

 

Opdracht 8: Wat denk jij?

Hoe kijk jij tegen relaties aan? Wat mag en kan van jou ?

Denk bijvoorbeeld aan de vraag: Is vriendschap tussen man en vrouw mogelijk? Hoe kijk je aan tegen platonische vriendschap? Hoe kijk jij tegen homoseksualiteit aan? Wat is in een relatie het belangrijkste ? Schrijf dit in je verslag.

Bekijk deze korte film : de 9 jarige Storm; een jongen in meisjeskleding in groep 6

link voor als de film niet werkt: https://www.omroepbrabant.nl/nieuws/2431900/storm-9-is-een-meisje-in-een-jongenslichaam-en-op-haar-school-is-dat-geen-enkel-probleem

 

 

Ga samen zitten met minimaal 2, maximaal 4 personen en bespreek de casus hieronder. Stel elkaar vragen; zoek de diepgang op. Schrijf vervolgens je eigen conclusie in je verslag (30 min)

Casus: Je werkt als onderwijsassistent/pedagogisch medewerker of maatshappelijk zorger op de Platoschool. Je bent regelmatig betrokken bij gesprekken tussen ouders en leerkracht. In groep 5 zit Amber(10 jaar). Ze is een meisje, toch voelt zich helemaal jongen. Haar ouders willen in gesprek met de leerkracht over Amber. Ook jij wordt hiervoor uitgenodigd. Jij voert samen met de leerkracht het eerste gesprek. De ouders geven een aantal wensen aan:

1. Ze willen dat Amber voortaan Ambro wordt genoemd.

2. Dat Ambro als jongen wordt aangesproken.

3. Met gym willen ze dat Ambro niet meer bij de meisjes gaat douchen.

4. Ze willen dat Ambro het zelf gaat uitleggen aan de klas m.b.v. jullie.

5. Ook op schoolkamp, dat er aankomt willen ze dat Ambro in de jongenstent gaat slapen.

 

Opdracht 9: Schrijf in je verslag jouw standpunten. Hoe ga jij dit gesprek in? Wat is voor jou toelaatbaar en wat niet? Wat doe je wanneer je voor moeilijke keuzes komt te staan? Wie of wat schakel je dan in?

 

 

Opdracht 10 Nietsche en Reflecteren

Doel: je weet wat reflecteren is en je kent de reflectiecyclus van Korthagen.

 

 

Friedrich Nietzsche (1844 -1900)

De diepzinnige filosoof Nietzsche, die al op 24 jarige leeftijd hoogleraar werd aan de universiteit van Basel, is beroemd om zijn concept van "de wil tot macht".

Volgens hem heeft ieder persoon de noodzaak om de externe krachten die op hem inwerken te controleren en te domineren om zodoende meester te worden van zijn eigen situatie.

 

 

Enkele citaten:

"In de grond weet ieder mensgoed genoeg dat hij een uniek wezen is, waarvan er maar een op de wereld is. "

Opdracht 10:

Schrijf dit citaat over in je verslag en noem daarna 1 ding op waarin jij uniek in bent. Lever de ingevulde rubric mee, waarin jij hebt aangegeven waar je nu op dit moment staat. 

Bekijk vervolgens samen de powperpoint over reflecteren en pak daarna de Rubric Reflecteren erbij. Deze Rubric kun je downloaden. Vul voor jezelf per onderdeel in waar jij nu staat (neem dit over) met een korte onderbouwing van jezelf.

 

Reflecteren een powerpoint  en Reflecteren een Rubric.

Werkvorm: samen kijken naar de Powerpoint

Werkblad rubricreflectie: Bekijken en vul eens in waar je zelf nu staat?

Wil je zelf meer weten over manieren van reflecteren neem dan eens een kijkje op

http://www.reflectietoolbox.nl/

 

 

 

 

 

Tot Slot

Jij is Lief - kaart: Bijna klaar

Bespreek met jouw docent de deadline van het inleveren van deze 10 opdrachten. Werk ze uit in een verslag en weet of je het mag mailen of in moet leveren via it's learning.

 

  • Het arrangement Reflecteren en filosoferen leerjaar 1 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    janny schinkel Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2021-01-19 15:25:43
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Deze wikiwijs is de leidraad voor de lessen filosoferen en relfecteren in het mbo-onderwijs voor de richting welzijn. Veelal worden er bij de stageopdrachten reflectieverslagen gevraagd. Hoe kan een student goed reflecteren als hij/zij zich nog niet bewust is van het hoe en waarom op deze wereld? Studenten leren vragen te stellen. Open vragen naar elkaar nav thema's , uitspraken van filosofen en videofragementen. Aantekeningen worden bijgehoduen op een 'oude filosofische wijze' in een schrift. Dit schrift blijft op school en krijgt de student als 'eigen filosofisch werk' de laatste les mee. De student maakt een instaptoets en eindtoets en krijgt feedback op zijn/haar ontwikkeling van een medestudent en de docent. Daarnaast reflecteert hij/zij op zijn eigen ontwikkeling en groei ten aanzien van de gestelde korte- en lange termijn doelen. 

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Tijdens deze opleiding en ook als beroepsprofessional is het belangrijk dat je goed kunt reflecteren. Reflecteren is in feite in de spiegel kijken. Kijken naar je eigen doen en laten, je handelen en beseffen waar jouw waarden en normen liggen. Reflecteren kan in mondeling en schriftelijk. Mondeling kun je denken aan verschillende vormen van feedback geven en ontvangen, je eigen mening durven en kunnen geven. Schriftelijk in de vorm van reflectieverslagen naar aanleiding van gebeurtenissen op je stage. Deze wiki is gemaakt om te oefenen met reflecteren. Om goed te kunnen reflecteren moet je ook weten wat filosoferen is. Hoe beter je kunt filosoferen, hoe makkelijker je kunt reflecteren!
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    Wat zou jij doen? Helpen ?
    https://youtu.be/JHy6bBKu0j4
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.