Wat doe je als je trek hebt? Juist! Dan ga je eten.
Als je dorst hebt drink je, als je moe bent ga je slapen.
Ook bescherm je je huis door de deur op slot te doen.
Net als je fiets als je hem bijvoorbeeld bij school in de stalling zet.
Zo zorg je dat jouw spullen en jouw ruimte veilig blijven.
Allemaal heel erg logisch! Maar hoe werkt dat voor dieren?
Hoe zorgen zij ervoor dat hun woonomgeving veilig is?
Hoe zorgen ze dat hun jongen voldoende eten?
Kortom: hoe zorgen zij voor een goed contact met hun omgeving?
Dat heeft allemaal te maken met het gedrag van dieren.
Hoe dit werkt, leer je in deze opdracht.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van de opdracht kun je:
beschrijven wat gedrag, een prikkel en motivatie is.
uitleggen wat het gedrag van een dier te maken heeft met zijn uiterlijk en leefomgeving.
broedzorggedrag, territoriumgedragm, voortplantingsgedrag en trekgedrag herkennen.
twee manieren noemen waarop een gedragsonderzoeker de gegevens van een gedragsonderzoek kan noteren.
Wat ga ik doen?
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je bestudeert verschillende foto's van dieren en probeert hun gedrag te verwoorden.
Stap 2
Je leest in de Kennisbank over prikkels, gedrag en motivatie. Je kunt daarna aangeven wanneer er sprake is van gedrag.
Stap 3
Je ontdekt waarom dieren bepaald gedrag vertonen.
Stap 4
Je leert dat je gedrag kunt noteren in een ethogram of protocol.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de Kennisbanken en de begrippen die horen bij deze opdracht.
In de intro van deze opdracht hadden we het al over gedrag van mensen en dieren.
Hoe zorgen dieren nou dat ze voldoende eten en een veilige woonomgeving hebben?
Dat heeft allemaal te maken met hun gedrag. In de volgende oefening zie je verschillende vormen van gedrag.
Geef elke keer aan welke boodschap het dier wil laten zien.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In de kennisbank heb je gelezen dat gedrag vaak komt door een prikkel en door motivatie.
Bij een prikkel uit de omgeving gebeurt er iets rondom het dier, waar hij op reageert.
Zo valt een vos een andere vos aan die in zijn territorium komt.
Prikkel: een andere vos (in mijn territorium) Gedrag: in de aanval!
Maar een vos kan ook gedrag laten zien door motivatie.
Motivatie komt uit je eigen lichaam.
Zo gaat de vos op jacht naar eten als hij honger heeft.
Motivatie: ik heb honger. Gedrag: op jacht naar eten.
Maak nu de volgende oefeningen.
Stap 3: Doel van gedrag
Eten, slapen, vijanden verslaan. Dieren willen met hun gedrag iets bereiken.
Het gedrag van dieren heeft dus een doel.
Lees uit de kennisbank 'Wat is gedrag?' de volgende pagina:
Maak nu de volgende oefeningen.
De vragen gaan over de informatie die je net in de kennisbank hebt gelezen.
Stap 4: Ethogram en protocol
Als je het gedrag van dieren bestudeert is het belangrijk om zo precies mogelijk op te schrijven wat je ziet.
Het is dan belangrijk dat je niet je mening geeft, maar de feiten opschrijft.
Gedragsdeskundigen kunnen bij het observeren van dieren twee verschillende verslagen maken.
De eerste optie is een ethogram.
Hierin geef je een omschrijving van het gedrag van een dier.
Ook kan je een protocol gebruiken.
Dit is een lijst van gedragselementen.
Deze elementen schrijf je op in de volgorde waarin ze plaatsvinden.
Lees maar eens de volgende twee bladzijden uit de kennisbank 'Wat is gedrag?'.
Gedrag
Alles wat een mens of dier doet, zoals eten, lopen, slapen en zitten.
Prikkel
Vanuit een intern of extern milieu afkomstig signaal.
Motivatie
De inwendige prikkel om tot gedrag te komen.
Ethogram
Nauwkeurige beschrijving van alle gedragingen van een dier.
Protocol
Een door een onderzoeker gemaakte lijst van gedragselementen in de waargenomen volgorde.
Territorium
Een gebied van een dier om voedsel te zoeken en jongen te verzorgen. Dieren verdedigen hun territorium tegen soortgenoten. Verdediging bij vogels door zang (roodborst), dreigen of vechten. Verdediging bij bijvoorbeeld de hond ook door geur.
Balts
Gedrag dat voorafgaat aan de voortplanting (paring): verleiden of versieren van een partner.
Territoriumgedrag
Dieren verdedigen hun territorium tegen soortgenoten. Verdediging bij vogels door zang (roodborst), dreigen of vechten. Verdediging bij bijvoorbeeld de hond ook door geur.
Broedzorggedrag
Dieren zorgen voor hun jongen. Ze geven hen voedsel, warmte en veiligheid.
Voortplantingsgedrag
Gedrag dat te maken heeft met de voortplanting. Onder andere de balts, het bouwen van nesten en de bevruchting.
Trekgedrag
De verhuizing van een dier naar een andere leefomgeving om meer voedsel te verzamelen of vanwege weersveranderingen. Bijvoorbeeld de vogeltrek naar het zuiden in de herfst en winter.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Is er sprake van broedzorggedrag, territoriumgedragm, voortplantingsgedrag of trekgedrag? (Kunnen er ook meer dan één zijn).
Wat is de motivatie van de kraai?
Wat is het gedrag dat de kraai dan laat zien?
Zoek nu op Youtube of SchoolTV nog een video waarin diergedrag te zien is. Gebruik als zoekopdracht bijvoorbeeld de woorden: dieren+natuur.
Kopieer de link van je video in je Google document.
Beantwoord voor jouw video de volgende punten.
Wat is de prikkel die het dier binnen krijgt?
Wat is het gedrag dat het dier daardoor laat zien?
Is er sprake van broedzorggedrag, territoriumgedragm, voortplantingsgedrag of trekgedrag? (Kunnen er ook meer dan één zijn).
Wat is de motivatie die het dier heeft?
Wat is het gedrag dat het dier daardoor laat zien?
Beoordeling:
Je docent let bij de beoordeling op de volgende punten:
Je hebt de punten van de video over de eend netjes en duidelijk beantwoord in Google-document
Je hebt een video uitgezocht die een duidelijk diergedrag laat zien.
Van deze video heb je de punten allemaal behandeld.
Terugkijken
Intro
Lukte het om de verschillende kenmerken en het bijbehorende gedrag te ontdekken op de foto's? Bekijk de foto's nogmaals. Kun je nu ook aangeven welk soort gedrag hierbij hoort?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Klopt dat?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
Schrijf op wat nieuw voor je was. Schrijf ook op wat je al wist.
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht?
A: Is het gelukt om een voldoende te scoren voor de toets? Zo niet, wat heb je daarna gedaan om toch een voldoende te kunnen halen?
B: Hoe vond je het om het gedrag van een dier vanuit een video te bepalen? Is het gelukt om een geschikte video te vinden? Vond je dat lastig of ging dat eigenlijk wel vrij makkelijk? Was je achteraf tevreden met de video die je gebruikt had? Waarom wel/niet?
Het arrangement Diergedrag vmbo-b12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor basisberoepsgerichte leerweg, leerjaar 1 en 2. Het onderwerp van deze les is: diergedrag.
Je leert beschrijven wat gedrag, een prikkel en motivatie is, uitleggen wat het gedrag van een dier te maken heeft met zijn uiterlijk en leefomgeving, broedzorggedrag, territoriumgedragm, voortplantingsgedrag en trekgedrag herkennen, twee manieren noemen waarop een gedragsonderzoeker de gegevens van een gedragsonderzoek kan noteren.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor basisberoepsgerichte leerweg, leerjaar 1 en 2. Het onderwerp van deze les is: diergedrag.
Je leert beschrijven wat gedrag, een prikkel en motivatie is, uitleggen wat het gedrag van een dier te maken heeft met zijn uiterlijk en leefomgeving, broedzorggedrag, territoriumgedragm, voortplantingsgedrag en trekgedrag herkennen, twee manieren noemen waarop een gedragsonderzoeker de gegevens van een gedragsonderzoek kan noteren.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Gedrag bij dieren
Diergedrag
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.