Wat kan ik straks?
Aan het eind van de opdracht kun je:
- beschrijven wat gedrag, een prikkel en motivatie is.
- uitleggen wat het gedrag van een dier te maken heeft met zijn uiterlijk en leefomgeving.
- broedzorggedrag, territoriumgedragm, voortplantingsgedrag en trekgedrag herkennen.
- twee manieren noemen waarop een gedragsonderzoeker de gegevens van een gedragsonderzoek kan noteren.