Tijdvak 2 begint 3000 v. Chr. en duurt tot het begin van de middeleeuwen, 550 n.Chr. Het is de tijd van de Grieken en Romeinen. Je bestudeert dan ook de antieke Griekse beschaving.
Genoeg te doen. Aan de slag!
Leerdoelen
Aan het eind van het thema kun je
uitleggen wat het verschil is tussen een mythologische en een rationeel-wetenschappelijke verklaring van de wereld.
vergelijken wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen de Atheense democratie en de huidige vorm van democratie in Nederland.
voorbeelden noemen van de Griekse en Romeinse bouwkunst en beeldhouwkunst.
Planning
Planning
'Tijdvak 2' bestaat uit de volgende onderdelen:
Onderdeel
Tijd
Eindproduct
Inleiding
1 lesuur
-
Opdracht: Griekse beschaving
4 lesuren
Eigen keuze
Opdracht: Griekse wereld en kunst
4 lesuren
-
Opdracht: Griekse en Romeinse godenrijk
2 lesuren
Kruiswoordpuzzel
Opdracht: De klassieke Olympische Spelen
2 lesuren
Spel
Totaal
13 lesuren
Werkplan
De tijd van de Grieken en Romeinen bestudeer je door een aantal opdrachten en de afsluiting te maken. In iedere opdracht wordt een ander aspect van de tijd van Grieken en Romeinen belicht.
Het is belangrijk dat je goed bijhoudt wat je gedaan hebt. Om je hierbij te helpen is er een werkplan gemaakt. Op dat werkplan kun je bijhouden welke onderdelen je al gedaan hebt.
Rond 800 v.Chr. ontstond in Griekenland een beschaving die zelfs vandaag nog veel invloed heeft.
In deze opdracht leer je wie de oude Grieken waren, waar ze woonden, hoe ze dachten over het bestuur en over de mens, de wereld en de goden.
Aan het eind van deze opdracht kun je:
in eigen woorden uitleggen waarom Griekenland geen eenheidsstaat was.
illustreren hoe en waarom de Grieken zich vanuit hun stadstaten hebben verspreid over een groot gebied.
in eigen woorden beschrijven wanneer en hoe een democratie ontstond in Athene.
ordenen wat de oorzaken en gevolgen waren van de spanningen tussen Sparta en Athene.
Eindproduct
Je kiest zelf een eindproduct waarmee je (een aspect) van de antieke Griekse beschaving in beeld wilt brengen.
Tip:
Maak een kruiswoordpuzzel of een woordzoeker met daarin woorden die te maken hebben met de antieke Griekse beschaving.
Tip:
Houd een interview met een docent Grieks op je school.
Beoordeling
Je krijgt een goede beoordeling voor de opdracht als:
Het eindproduct een goed beeld geeft van (een aspect) van de antieke Griekse beschaving.
Het eindproduct met zorg gemaakt is.
Het eindproduct op tijd klaar is.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Kennisbank 'Griekse beschaving' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 2
Alleen
Twee opdrachten maken.
Stap 3
Alleen
Zinnen in de juiste volgorde zetten en bespreken.
Stap 4
Alleen
Kennisbank 'Geboorte democratie' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 5
Alleen
Sleepvraag maken over de democratie in Athene.
Stap 6
Alleen
Kennisbank 'Vele oorlogen' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 7
Alleen
Kennisbank 'Een rationeel wereldbeeld' bestuderen en vragen beantwoorden.
Stap 8
Alleen
Opdracht 'Perikles' maken.
Stap 8
Alleen
Toets 'Griekse beschaving' maken.
Stap 9
Alleen
Een eindproduct naar keuze maken.
Benodigdheden
Voor het maken van deze opdracht heb je nodig:
een computer/tablet met internetverbinding.
een pen, kleurpotloden, (ruitjes)papier, schaar, lijm, .... voor het maken van het eindproduct.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 4 lesuren nodig.
Stap 1
De Poleis
In het gebied dat nu Griekenland heet, ontstond tussen 800 en 500 jaar v.Chr. een grote hoeveelheid stadstaten (polis = stadstaat, poleis = meervoud ), zo’n 700 in totaal. De machtigste stadstaten waren Athene en Sparta.
De macht in een stadstaat lag meestal bij enkele adellijke families. In enkele poleis waren ook volksvergaderingen waaraan alle mannen mochten deelnemen. Die vorm van inspraak legde de basis voor de moderne democratie. Het gebied van de Griekse poleis werd later deel van het Romeinse Rijk. De Romeinen namen veel van de Griekse cultuur over.
Bekijk bovenstaande video en maak daarbij aantekeningen. Verwerk deze aantekeningen in je map "aantekeningen" in OneNote. Maak een nieuwe pagina met de titel: Histoclips de oude Grieken.
Bestudeer in de Kennisbank geschiedenis de twee pagina's van het volgende onderdeel.
Beantwoord de onderstaande vragen en verwerk zowel vragen als antwoord in OneNote, map "huiswerk" en geef jouw pagina de titel: Griekse beschaving.
Vragen:
Hoeveel stadstaten telde Griekenland tussen 800 en 500 v. Chr.?
Ongeveer 70 stadstaten
Ongeveer 700 stadstaten
Waarom spreek je over Griekenland in die tijd niet van een eenheidsstaat?
Omdat de centrale regering niet overal in Griekenland soldaten had.
Omdat iedere stad onafhankelijk was en zichzelf bestuurde.
Waar of niet waar?
In veel stadstaten was de macht in handen van rijke adellijke families.
Waar
Niet waar
Hoe noem je een regeringsvorm waarbij de politieke macht in handen is van slechts enkele rijke adellijke families?
Aristocratie
Democratie
Waar of niet waar?
Doordat er in Griekenland voldoende grond was, was er geen sprake van emigratie naar andere landen.
Waar
Niet waar
Bekijk nu de volgende video.
Stap 2
Maak ook de volgende twee opdrachten.
1
Hoewel de Grieken hun poleis verschillend bestuurden, voelden ze zich toch verbonden.
Kies vier zaken uit onderstaand lijstje die de Grieken wel verbonden.
Behandeling slaven
Olympische Spelen
Godsdienst
Taal
Handel
Economie
Democratie
Politiek
Kunst
2
Leg in je eigen woorden uit wat het verschil is tussen een democratie en een aristocratie.
Gebruik in je antwoord het woord volksvergadering.
Stap 3
Bevolkingsgroei en kolonisatie
In het onderdeel Bevolkingsgroei en kolonisatie heb je kunnen lezen waarom de Grieken zich verspreidden over het hele Middellandse Zeegebied.
Hieronder zie je zes zinnen. De zinnen staan niet in de goede volgorde.
In welke volgorde vormen de zinnen een logisch verhaal?
Daardoor nam de behoefte aan voedsel toe.
Door de emigratie verspreidde de Griekse cultuur zich over het Middellandse Zeegebied.
De bevolking in de stadstaten groeide.
Rondom de stadstaten was de vruchtbare grond schaars.
Daarom werd steeds gezocht naar mogelijkheden om het grondgebied uit te breiden.
Het gevolg was emigratie naar bijvoorbeeld Zuid-Italië.
Vergelijk je antwoord met het antwoord van een klasgenoot.
Komen jullie antwoorden overeen? Heeft je klasgenoot iets anders?
Bespreek dan de verschillen.
Stap 4
Bestudeer nu in de Kennisbank geschiedenis de eerste twee pagina's van het onderdeel.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Vergelijk Sparta en Athene.
Geef per uitspraak aan bij welke stadstaat de uitspraak het beste past.
Deze stadstaat had een sterk landleger.
Deze stadstaat had een sterke vloot.
Deze stadstaat had veel koloniën.
Deze stadstaat had geen koloniën.
Deze stadstaat had een democratisch bestuur.
Deze stadstaat had een aristocratisch bestuur.
Stap 7
Socrates ziet men wel als ‘de bron van wijsheid’. Hij was de eerste die de mens centraal stelde als onderwerp van de westerse filosofie. Hij spoorde mensen aan om zelf na te denken en niet domweg op het oordeel van anderen af te gaan.
De Griekse filosoof Plato wilde eigenlijk politicus worden. Maar uiteindelijk trad hij in de voetsporen van zijn leermeester Socrates. Zijn grootste erfenis: de ideeënleer.
Aristoteles was een Griekse filosoof die met zijn ideeën heel belangrijk is geweest voor niet alleen de filosofie, maar ook de wiskunde, biologie, kunst en politiek. Zijn leermeester was Plato, een andere belangrijke filosoof uit de Oudheid.
Hieronder lees je drie uitspraken.
Zoek uit welke Griekse geleerde bij iedere uitspraak past.
In de natuur is alles geordend. Kijk maar naar de hemel: alles draait om de aarde.
Democratie? Waardeloos! Politici doen niets anders dan domme mensen misleiden, zodat ze verkeerde besluiten nemen.
De regering zou moeten bestaan uit wijze filosofen, die weten hoe je de waarheid zoekt.
Klaar?
Vergelijk je antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot.
Stap 8
Perikles
Perikles (495-429 v. Chr.) was een belangrijk staatsman in de Atheense stadstaat. Hij stond bekend om zijn welsprekendheid en zijn democratische ideeën.
Bij een onderzoek naar de ideeën van Perikles vindt je twee bronnen:
Het pamflet ‘Over Themistokles, Thukydides en Perikles’, geschreven door Stesimbrotus van Thasos (470-420 v. Chr.). Hierin werd Perikles ervan beschuldigd een affaire te hebben met zijn schoondochter. Tijdgenoten van Stesimbrotus noemen hem een roddelaar.
Het boek ‘Parallelle Levens’, geschreven door Plutarchus (46-120) waarin een biografie van Perikles is opgenomen. In dit boek worden de levens beschreven van beroemde Griekse en Romeinse personen. Plutarchus raadpleegde oude geschriften en inscripties die later verloren zijn gegaan.
Volgens Jochem is bron 1 het betrouwbaarst. Helen vindt bron 2 juist betrouwbaarder.
Geef een argument waarom bron 1 betrouwbaarder is.
Geef ook een argument waarom bron 1 niet betrouwbaar is.
Doe hetzelfde met bron 2.
Stap 9
Toets
Voor je begint aan de afsluiting maak je de toets 'Griekse beschaving'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De score wordt opgenomen in het volgsysteem.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Eindproduct
Je gaat een eindproduct maken waarmee je (een aspect van) de antieke Griekse beschaving in beeld brengt.
Je mag zelf kiezen wat voor soort eindproduct je maakt. Kijk voor ideeën eventueel in de gereedschapskist hieronder.
Heb je een eindproduct gekozen? Overleg dan even met je docent of hij het eens is met je keuze. Spreek met je docent ook af hoe het eindproduct beoordeeld gaat worden en wanneer je het eindproduct moet inleveren.
Klaar?
Laat het eindproduct beoordelen door je docent.
Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!
Extra: lvl
Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.
Hieronder staan een paar video's die goed passen bij dit thema.
Bekijk de video's. Kun je de video's goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video's met een klasgenoot.
Let op:
Als je een video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de pop-up weg.
Begrippenlijst
Stadstaten/Polis
Stad en omliggend gebied met een eigen bestuur.
Athene en Sparta
De twee machtigste stadstaten uit het oude Griekenland.
Socrates, Aristoteles en Plato
Drie filosofen uit het oude Griekenland die de basis hebben gelegd voor het westerse denken en doen.
Volksvergaderingen
Tijdens de volksvergaderingen mochten de mannen uit de stadstaten meebeslissen in de politiek.
Democratie
Regeringsvorm waarbij de macht bij het volk of een gedeelte van het volk ligt.
Aristocratie
Regeringsvorm waarbij de politieke macht in handen is van enkele rijke adellijke families.
Griekse wereld en kunst
Vooraf
Inleiding
Omstreeks 800 v.C. ontstond in het Middellandse Zeegebied een bloeiende Griekse beschaving. Latere culturen hebben veel van de Grieken overgenomen, zoals kunst, sport en wetenschap. Dit hoofdstuk gaat over de Griekse geschiedenis in de tijd van de Grieken en Romeinen (3000 v.C. - 500 n.C.).
Eindproduct
Als eindproduct van deze opdracht maak je op een kaart van Europa een (foto)collage met Griekse gebouwen.
Beoordeling
Je krijgt een goede beoordeling voor de opdracht als:
er minimaal tien Griekse gebouwen in de fotocollage verwerkt zijn.
de fotocollage origineel is.
de fotocollage met zorg gemaakt is.
de fotocollage op tijd klaar is.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Viertal
Democratie in Athene Sway opdracht
Stap 2
Alleen
Griekse bouwkunst
Stap 3
Alleen
Griekse architectuur
Stap 4
Alleen
kenmerken herkennen
Stap 5
Alleen
Een fotocollage met Griekse gebouwen maken.
Benodigdheden
Een computer/tablet met internet.
A3-papier, potlood, schaar en lijm.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 4 lesuren nodig.
Stap 1
Maak de opdracht over de democratie in Athene in Sway via de onderstaande link.
Om gebruik te kunnen maken van hun mooie bouwkunst
Hierboven staat de afbeelding met de drie zuilordes van de oude Grieken. Welk zuilorde zie je op de afbeelding hiernaast?
Dorische
Ionische
Korinthische
Welk gebouw zie je op de afbeelding hiernaast?
Het Parthenon in Athene
De tempel voor Hera in Paestum
Stap 3
Griekse architectuur
De Griekse bouwkunst is veelgeroemd. Voorbeeld van een gebouw die kenmerkend is voor de Griekse architectuur is het Parthenon
Bekijk de afbeelding.
Wat denk je dat je ziet op deze foto? Geef een zo volledig mogelijke beschrijving.
Stap 4
Kenmerken
Bekijk de twee afbeeldingen.
Links zie je een schilderij van Sir Lawrence Alma Tadema (1836-1912) en rechts zie je een Nationale bibliotheek van Athene (gebouwd tussen 1888 en 1891)
Volgens Irma kunnen beide bronnen gebruikt worden als authentieke bronnen bij onderzoek naar de tijd van Grieken en Romeinen.
George is het niet met haar eens. De Nationale bibliotheek kan volgens hem wel gebruikt worden als authentieke bron bij onderzoek naar de tijd van Grieken en Romeinen, maar een schilderij kan volgens hem nooit een authentieke bron zijn.
Ben jij het met Irma eens? Of met George? Of met geen van beide?
Stap 5
Eindproduct
Je gaat op een kaart van Europa een (foto)collage met Griekse gebouwen maken.
Download de kaart met daarop Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten.
Ga op internet op zoek naar minimaal tien Griekse gebouwen in Europa.
Verzamel informatie en afbeeldingen over deze gebouwen.
Maak met de informatie en afbeeldingen een fotocollage.
Klaar?
Controleer of:
er minimaal tien Griekse gebouwen in de fotocollage verwerkt zijn.
de fotocollage origineel is.
de fotocollage met zorg gemaakt is.
de fotocollage op tijd klaar is.
Voldoet jouw (foto)collage aan deze criteria?
Laat de (foto)collage dan beoordelen door je docent.
Ga met je muis over de verschillende goden.
Beantwoord de volgende vragen.
Hoe heet de god van de zee?
Hoe heet de godin van de liefde en schoonheid?
Hoe heet de god van de wijn?
Stap 3
De Romeinen hebben het polytheïsme van de Grieken overgenomen. Ook de meeste goden zelf hebben de Romeinen gewoon overgenomen. Soms hebben ze de naam van de goden wel veranderd.
Hieronder zie je vijf namen van Griekse goden.
Zoek op internet van iedere god de Romeinse naam op.
Poseidon – God van de zee
Hades – God van de onderwereld
Artemis – Godin van de jacht
Demeter – God van de landbouw
Aphrodite – Godin van de liefde
Stap 4
Je gaat samen met een klasgenoot een kruiswoordpuzzel maken.
Een kruiswoordpuzzel is een leuke manier om begrippen en hun omschrijvingen te presenteren. Door in een patroon van vakjes de letters van woorden in te vullen is de puzzel op te lossen.
De antwoorden worden meestal gegeven aan de hand van omschrijvingen.
Maar je kunt bijvoorbeeld ook afbeeldingen als omschrijvingen gebruiken.
De kruiswoordpuzzel die je gaat maken, gaat over de Griekse en Romeinse goden. Zoek vijftien namen van goden op.
Maak bij iedere naam een (korte) omschrijvingen.
Maak nu het hokjespatroon en schrijf de omschrijvingen erbij.
Kopieer de kruiswoordpuzzel twee keer. Laat de puzzel oplossen door een klasgenoot. Vraag om commentaar op jullie puzzel. Natuurlijk proberen jullie ook een puzzel van klasgenoten op te lossen.
Geef elkaar op een positieve manier feedback.
Bij een kruiswoordpuzzel vul je de letters van woorden in vakjes in.
Extra: lvl
Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.
Hieronder staat een video die goed past bij dit thema.
Bekijk de video. Kun je de video goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video met een klasgenoot.
Let op:
Als je de video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de pop-up weg.
De klassieke Olympische Spelen
Vooraf
In de tijd van de Grieken (rond 500 voor Christus) bestonden de Olympische Spelen al. De Olympische Spelen uit die tijd worden wel de Klassieke Olympische Spelen genoemd.
Aan het eind van deze opdracht kun je
weergeven waar de Olympische Spelen zijn ontstaan.
in eigen woorden uitleggen wie er aan de Olympische Spelen meededen.
minimaal drie sporten beschrijven die op de Olympische Spelen werden beoefend.
Eindproduct
Je maakt een spel met als onderwerp de klassieke Olympische Spelen.
Beoordeling
Gebruik voor het beoordelen van het eindproduct de volgende vragen:
Gaat het spel over de klassieke Olympische Spelen?
Is het duidelijk hoe het spel gespeeld moet worden?
Is het spel niet te makkelijk, of te moeilijk?
Ziet het spel er verzorgd uit?
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Video 'Olympische spelen bij de oude Grieken' bekijken en vragen beantwoorden.
Stap 2
Samen met een klasgenoot
Vragen beantwoorden over de Klassieke Olympische Spelen.
Stap 3
Samen met een klasgenoot
Een spel maken over de Olympische spelen.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor de opdracht heb je 2 à 3 uur nodig.
Stap 1
Verkennen
Bekijk het volgende filmpje.
De tekst is soms wat lastig te lezen.
Beantwoord n.a.v. het filmpje de volgende zeven vragen:
Hoe worden de klassieke Olympische Spelen ook wel genoemd?
De eerste Olympische Spelen
De Griekse Olympische Spelen
De antieke Olympische Spelen
Waarom zijn de Olympische spelen waarschijnlijk ontstaan?
Om de Griekse goden gunstig te stemmen.
Om de Griekse koning te plezieren.
Omdat er oorlog was tussen Sparta en Athene.
In welk jaar waren de eerste Olympische Spelen?
1004 v. Chr.
776 v. Chr.
456 v. Chr.
Wat was de allereerste sportdiscipline?
Hardlopen.
Discuswerpen.
Worstelen.
Welke sport werd niet beoefend tijdens de klassieke Olympische Spelen?
Speerwerpen.
Boksen.
Wielrennen.
Wat kreeg de winnaar van een sportonderdeel?
Een geldprijs.
Een lauwerkrans.
Een gouden medaille.
Wat is niet waar?
Vrouwen mochten niet meedoen met de klassieke Olympische Spelen.
Alle atleten die meededen met de klassieke Olympische Spelen waren naakt.
De eerste moderne Olympische Spelen vonden plaats in Parijs.
Stap 2
Klassieke Olympische Spelen
Hieronder zie je een nog een aantal vragen over de klassieke Olympische Spelen.
Ga op zoek naar het antwoord op de vragen.
In welke stad werden de Klassieke Olympische Spelen gehouden?
Ter ere van welke Griekse god werden de Olympische Spelen georganiseerd?
Hoeveel dagen duurden de Olympische Spelen?
Welke activiteiten vonden plaats op de eerste dag? En op de tweede dag? En op de derde dag? Enz.
Vergelijk jouw antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot.
Hebben jullie dezelfde antwoorden? Bespreek de verschillen.
Stap 3
Je gaat samen met een klasgenoot aan de slag met het eindproduct.
Jullie maken een spel over de Klassieke Olympische spelen.
Jullie mogen zelf bepalen wat voor soort spel jullie maken.
Denk bijvoorbeeld aan een kwartet, een memory-spel, een kaartspel, een ganzenbord, enz.
Als jullie klaar zijn met het maken van het spel, spelen jullie het spel natuurlijk met enkele klasgenoten.
Vraag om commentaar. Jullie spelen ook het spel van jullie klasgenoten.
Geef op een goede manier feedback. Gebruik daarbij de vragen die beschreven staan bij het onderdeel: Eindproduct-Beoordeling
Tevreden?
Laat het spel beoordelen door jullie docent.
Een spel is een creatieve manier om informatie te presenteren. Een deel van de lesstof verwerk je in een spel en door deze te spelen onthoud je de kennis beter. Er zijn veel verschillende soorten spellen waarin je informatie kunt verwerken. Denk bijvoorbeeld aan ganzenbord, memory, galgje, een kaartspel, een dominospel, enzovoorts.
Extra: lvl
Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.
Hieronder staat een video die goed past bij dit thema.
Bekijk de video. Kun je de video goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video met een klasgenoot.
Let op:
Als je de video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de pop-up weg.
Afsluiting tijdvak
Opdracht
Gebeurtenissen
Tijdvak 2 begint 3000 v. Chr. en duurt tot het begin van de Middeleeuwen (550 na Chr.).
Bekijk de volgende vijf ‘gebeurtenissen’ die horen bij dit tijdvak.
De Romeinse keizer Theodosius roept het Christendom uit tot staatsgodsdienst.
Julius Ceasar breidt het Romeinse Rijk uit tot een wereldrijk.
In de stadstaat Athene wordt de democratie ingevoerd.
De Germaanse generaal Odoaker zet de Romeinse keizer af.
In 69 na Chr. vindt de Bataafse opstand plaats in de buurt van de Limes.
Bedenk in welke chronologische volgorde deze ‘gebeurtenissen’ hebben plaatsgevonden.
Vergelijk je antwoord met het antwoord van een klasgenoot.
Bespreek eventuele verschillen.
Tijdvak 2
Je hebt alle opdrachten van Tijdvak 2 gemaakt, tijd voor de afsluiting.
Je sluit het af met het inrichten van een tentoonstelling of je kiest voor een taboewoordenopdracht.
Tijdens het maken van de opdrachten hebben jullie een aantal producten gemaakt. Met deze producten kunnen jullie een tentoonstelling inrichten.
Overleg met je docent waar jullie de tentoonstelling mogen inrichten.
Vraag ook aan je docent wanneer jullie de tentoonstelling mogen inrichten.
Natuurlijk bespreek je ook wie de bezoekers van de tentoonstelling gaan worden.
Taboewoorden
De klas wordt verdeeld in teams van drie of vier leerlingen. De teams spelen tegen elkaar.
De opbouw van de opdracht is als volgt:
1. Ieder team leerlingen krijgt een kaartje met een begrip uit de Begrippenlijsten van alle thema’s binnen het hoofdthema ‘Grieken-Romeinen’ en schrijft onder dat begrip zes taboewoorden. Deze woorden mogen jullie bij de omschrijving niet gebruiken.
Bijvoorbeeld bij ‘aquaduct’ zijn dan mogelijke taboewoorden: water, steden, brug, bouwwerk. Als je het begrip moet uitleggen kan je bijvoorbeeld zeggen: ‘ze werden ontworpen zodat mensen konden drinken’ of ‘de meeste vind je in Rome maar ook in Zuid-Frankrijk’.
2. De kaartjes van de teams worden in een envelop doorgegeven aan een ander team.
3. In elk team zit één ‘uitlegger’ die het kaartje leest en bedenkt hoe hij/zij het begrip wil omschrijven zonder de taboewoorden te gebruiken; er is één ‘rader’ die probeert het bedoelde begrip te raden en er is één ‘notulant’ die bijhoudt hoeveel en welke omschrijvingen er nodig zijn voordat het begrip geraden wordt.
Elk goed antwoord is goed voor een punt. Een leerling van het andere team staat achter de ‘uitlegger’ en zorgt ervoor dat de verboden woorden niet worden gebruikt. Wordt dat toch gedaan dan gaat het punt naar het andere team en gaat ook de beurt naar het andere team. Dit gebeurt ook als het antwoord niet binnen een gegeven tijd wordt gegeven.
4. Nabespreking: welke van de woorden kende jullie al? Op welke manier hebben jullie de taboewoorden gevonden en hoe hebben jullie het gebruik van de taboewoorden kunnen vermijden? Welke strategie hebben jullie ingezet?
Het arrangement Tijdvak_2_De_Grieken___HV1 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Marc Boiten
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2018-11-08 09:42:17
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Deze module is ontwikkeld door medewerkers van StudioVO.
Fair Use
In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use
Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Leerniveau
VWO 2;
HAVO 1;
VWO 1;
HAVO 3;
VWO 3;
HAVO 2;
Leerinhoud en doelen
Geschiedenis;
De tijd van Grieken en Romeinen (3000 v C - 500 n C);
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Democratie in Athene
Griekse beschaving
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.