Sociale Vaardigheidstraining

Sociale Vaardigheidstraining

Doel van de training

SOVA is een afkorting voor sociale vaardigheden. Iedereen heeft ze, maar niet iedereen weet ze goed te gebruiken.

Een SOVA training is bedoeld voor leerlingen die sociaal nog niet zo vaardig zijn en hierdoor problemen ervaren in de dagelijkse omgang met andere leerlingen of docenten. Dit kan betekenen dat leerlingen erg verlegen zijn, geen nee durven te zeggen, veel ruzie hebben of zich bijvoorbeeld terugtrekken uit sociale situaties.  Op zo’n moment kan een SOVA training hulp bieden.

Tijdens de SOVA training proberen we leerlingen handvatten aan te reiken die helpen om leerlingen sociaalvaardiger te maken. Doormiddel van rollenspellen van concrete situaties laten we leerlingen met deze handvatten oefenen.

Opzet van de training

Tijdens de training wordt er vastgehouden aan een vaste opzet. Die bestaat uit:

  • "Hoe was je week rondje"
  • Klus bespreken
  • Vaardigheid
  • Korte inleiding
  • Modeling
  • 2x ‘onhandig’
  • Leerpunten
  • 1x ‘handig’
  • Rollenspel spelen
  • Klus voor bespreken / les samenvatten
  • Energizer

(deze kan aan het begin, midden of einde van de training toegepast worden) Dit ligt aan de welke vaardigheid we gaan oefenen)

 

Voor de ‘’onhandige introverte manier’’ gebruiken we het woord: schildpad

Voor de ‘’onhandige extroverte manier’’ gebruiken we het woord: leeuw

Voor de ‘’ handige manier’’ gebruiken we het woord: pauw

 

De modeling en het rollenspel wordt altijd geopend en afgesloten met een klap, waardoor de deelnemers weten dat we in het ‘’spel’’ zitten.

Voor de leerling

Wat fijn dat je meedoet met de SOVA training.

Je hebt samen met een trainer leerdoelen opgesteld. Elke les werken wij met verschillende thema's. Bij elk thema hoort een huiswerkopdracht. Dit noemen we een klus. Deze klussen helpen je om je leerdoel te behalen door bewust te oefenen met een vaardigheid. Vergeet ze dus niet te maken!

Heel veel plezier en succes!

Voor de ouders/verzorgers.

Uw zoon of dochter doet mee met de SOVA training.

Tijdens een intake gesprek hebben wij leerdoelen besproken.De aankomende weken gaan wij werken aan deze leerdoelen. Dit doen wij tijdens de training, maar ook door klussen te doen. Als ouder/ verzorger is het belangrijk dat u belangstelling toont. Voor veel leerlingen is een verandering in gedrag en houding iets wat langzaam gaat maar ook erg spannend is. Hierbij hebben de leerlingen steun van thuis nodig.

Bijeenkomst 1: Naar elkaar luisteren en contact maken

Lesopzet

- Uitleg SOVA

- Uitleg klussen

- Kennismaken

- Doel van de les

- Rollenspel

- Klus 1 bespreken

Doel van de les

Ik kan goed luisteren, ik kan een gesprekje beginnen, ik weet wat ik kan doen om vrienden te maken en te houden

- Gezichtsuitdrukking

- Laten uitspreken en herhalen

- Hoe maak je vrienden (basis)

Aan de slag

1 Voorstellen: Dat is........, ik ben.............

Iedereen zit in een kring. De docenten naast elkaar.

Docent 1 begint. Ik ben.............. (en dan een kort verhaaltje)

Docent 2 herhaalt eerst. Dit is ........... en zij heeft.............

Dan verteld docent 2 zelf: Ik ben ...........................

Leerling naast docent 2 luisterd goed herhaalt eerst wat docent 2 heeft verteld. Dit is docent 2 en.............. enz enz.

 

Vrienden maken hoe doe je dat?

Vrienden maken klinkt heel makkelijk maar is best een kunst. Er zijn heel veel dingen die je wel , maar ook niet moet doen.

Het begint vaak met contact. 

Vandaag gaan we eerst eens kijken wat er allemaal komt kijken bij vrienden maken. Vul eerst voor jezelf de mind-map aan. Daarna gaan we met elkaar in gesprek en oefenen hoe je dat eerste contact maakt.

 

 

Rollenspel : Gesprek aanknopen.

Gesprekje met een nieuw iemand.

Vandaag gaan jullie een gesprekje met elkaar oefenen. Hoe doe je dat? Wat is belangrijk?

 

2 leerlingen maken een praatje met elkaar.
1 stelt vragen. (over vakantie, weekend, hobby, school)
Hoe kun je laten zien dat je geïnteresseerd bent?

 

De docent doet het eerst voor.

 Wat ging goed? Tips?

 

•Hummen 
•Knikken 
•Herhalen 
•Doorvragen
•Geïnteresseerd kijken

Klus 1 Luisteren

We hebben elkaar deze les een beetje leren kennen. We hebben geoefend met de namen,stevig moeten staan en hoe we iets kunnen vragen aan een docent.

Luisteren en je houding zijn hierbij heel erg belangrijk. 

Aankomende week ga jij opletten of jij mensen met elkaar ziet praten. Luisteren deze mensen goed naar elkaar?

Hoe zie je dat?

 

Beschrijf 1 situatie waarin er niet goed wordt geluisterd en 1 situatie waarbij dat wel goed gaat.

 

Tot volgende week!

Open bestand Klus les 1 Luisteren

Bijeenkomst 2 : Emoties tonen

Lesopzet

- Hoe was je week?

- Klus bespreken.

- Doel van de les.

- Rollenspel oefenen.

- Klus volgende keer.

Doel van de les

Ik kan laten zien dat ik boos, blij, verdrietig of bang ben.

- Gezichtsuitdrukking

- Lichaamstaal

- Stemgebruik

Aan de slag

Gevoelens laten zien is belangrijk. Je gevoel en je gedrag moet bij elkaar passen anders klopt er iets niet. Als jij heel blij kijkt maar zegt dat je boos bent, dan snappen mensen je niet.

 

*Docent doet voor hoe dat eruit ziet.

 

Gevoelens herkennen kan ook nog heel moeilijk zijn. Daarom gaan we eerst oefenen.

Probeer het gevoel bij de gezichtsuitdrukking te plaatsen

 

Bespreek nu of jullie alle emoties bij het zelfde gezicht hadden?

Misschien niet. Hoe komt dit?

 

1 Boos –Ontevreden

2 Walging

3 Vrolijk blij gelukkig

4 Boos agressief

5 Verbazing

6 Teleurgesteld

7 Bezorgd

8 Schrik

9 Verdrietig

10 Spijt

11 Vrolijk uitbundig

12 Trots

Omgaan met boos zijn

Plots boos worden gebeurt niet vaak. Meestal gebeuren er een heel aantal dingen die je niet leuk vindt, waardoor het steeds moeilijker wordt om rustig te blijven. In het begin lukt het nog goed om kalm te blijven, maar bij elk ding dat je niet leuk vindt, wordt je bozer. Je wordt steeds bozer tot je uiteindelijk ontploft. (Niet echt natuurlijk).

Hieronder vind je een stappenplan. Wat denk jij dat je het beste kan doen als je je bijvoorbeeld een beetje boos voelt? Als je het stappenplan helemaal hebt ingevuld, kan het je helpen om een moeilijke situatie goed op te lossen.

 

Als ik mij rustig voel doe ik dit

Als ik een beetje boos ben doe ik dit

Als ik boos ben doe ik dit

Als ik erg boos ben doe ik dit

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zelf doen

1 Speel nu het spel met de 5 kaarten.

De docent leest verschillende situaties voor. Ga staan bij de kaart met het gevoel dat het beste bij de situatie past volgens jou.

Groen = verdrietig

Geel = Blij

Blauw = Bang

Rood = Boos

Wit = jammer/teleurgesteld

 

Reageren we allemaal op de zelfde manier?

 

Situatie 1:

Je band is lek en nu kom je te laat op school. Wat voel je?

Situatie 2:

Een klasgenoot die je nog niet zo goed kent vraagt of je na school mee gaat naar het winkelcentrum om een donut te kopen.

Situatie 3

Je bent op school, maar komt er dan pas achter dat het 1e uur uitvalt.

Situatie 4:

Een klasgenoot die je nog niet zo goed kent vraagt of je na school mee naa rhuis gaat om huiswerk te maken.

Situatie 5:

De klas moet groepjes maken om samen te werken.

 

 

2 Gevoelens Tonen

•Ga in 2 rijen tegenover elkaar staan.
 
•De docent leest een situatie voor.
•De leerlingen uit rij 1 draaien zich bij de klap om en tonen de juiste emotie bij de situatie.
•De leerling er tegenover verteld of de emotie klopt.

 

Klus 2: Emoties tonen

Deze week hebben we geoefend met het laten zien van onze emoties.  We hebben geleerd dat we gevoelens kunnen laten zien met ons gezicht, houding en ons stemgebruik. Als je verdrietig bent laat je dat soms niet merken of doe je boos. De ander begrijpt dan niet waarom je zo doet en je wordt verkeerd begrepen!

Daarom is het belangrijk dat je gevoel met wat je laat zien klopt!

 

Deze week ga je letten op het tonen van gevoelens.  Beschrijf 2 situaties waarin je je gevoel goed hebt laten zien. Schrijf ook op hoe je dat liet zien.

Bijvoorbeeld:

Ik mocht ineens niet meer op de I-pad.

Ik was boos.

Dit liet ik zien door heel boos te kijken, mijn armen over elkaar te doen en te zeggen dat ik het niet eerlijk vond.

Open bestand Gevoelen tonen klus 2

Bijeenkomst 3 : Lichaamshouding

Lesopzet

- Hoe was je week?

- Klus bespreken.

- Doel van de les.

- Rollenspel oefenen.

- Klus volgende keer.

Doel van de les

Ik ben mij bewust van mijn lichaamshouding

- Lichaamshouding

- Gezichtsuitdrukking

Aan de slag

Vorige week hebben wij al geoefend met het tonen van je emoties. Hoe je je voelt moet kloppen met wat je laat zien.

Je lichaamshouding is ook erg belangrijk. Jij bepaalt hoe je overkomt en hoe je reageert. Vandaag gaan we dat oefenen met elkaar.

Stevig staan
Stevig staan

 

 

 

2 Stevig staan

Iedereen staat in een kring.

- Hoe sta je?

- Hoe kom je over?

- Hoe voel je je?

 

Nu gaan we stevig staan

- Voeten op heup breedte

- Schouders naar achter

- Armen langs je lijf

- Borst een klein beetje vooruit

- Gezicht naar voren.

 

We gaan even testen hoe dit voelt....

1 Schaduw boksen.

Tijdens deze oefenening gaan jullie stevig tegen over elkaar staan. Als je je armen strekt kan je elkaar met platte hand aanraken.

Jullie gaan proberen om elkaar uit balans te brengen en op die manier punten te scoren.

Denk eraan: jij bepaalt hoe je reageert.

•Vertrouw op jezelf. Jij bent de basis.

•Sta stevig

•Kom voor jezelf op, beweeg mee, of negeer.

Rollenspel :

Tunnel en strandhouding

Tijdens deze oefening gaan we kijken hoe je houding bepaalt hoe je je voelt, hoe je overkomt en hoe anderen op jou reageren.

 

Standhouding:

Kin op, stevige pas, schouders ontspannen, borstkas voelbaar naar voren gestoken. Deze sterkte houding noemen we de "standhouding'

Deze houding laat zien dat je zeker bent van jezelf, je weet wat je wilt en dat straal je uit naar buiten.

 

We gaan rondlopen terwijl de docent positieve dingen roept.

Hoe voel je je?

 

Tunnelhouding:

De zwakke "tunnelhouding'is het tegenovergestelde van de strandhouding. Je hoofd is omlaag, je kijkt mensen niet aan, je passen zijn klein en langzaan..

 

We gaan rondlopen terwijl de docent dingen roept die niet zo postief zijn.

Hoe voel je je? Wat gebeurt er met je ademhaling?

 

Oefening 1 Tunnelhouding aanwijzen.

1 iemand op de gang. de rest van de groep de strandhouding behalve 1.

De leerling op de gang krijgt een opdracht.

 

Oefening 2 Opkomen voor de tunnelhouding

Zelfde opdracht als hierboven.

De groep krijgt een opdracht

 

Oefening 3 Tunnelhouding als 1 front

Zelfde opdracht, maar nu vormen we 1 front. Je krijgt meer eenheid.

Scherm je klasgenoot af door naast elkaar te staan. Doe dit rustig zodat je geen aanval uitlokt.

Niet aanraken, maar puur door houding en uitstraling!

Klus 3: Lichaamshouding

Deze les hebben we geoefend met het bewust inzetten van onze lichaamshouding. We hebben gevoelt wat het met je lijf doet als je je op een bepaalde manier presenteerd.

 

Deze week kies je een situatie uit waarin je met een ander praatte en de controle over de situatie hield. Je beschijft deze situatie.

Bijvoorbeeld:

- Je zus moet weg en nu moet jij de vaatwasser inruimen. Het is eigenlijk haar beurt.

- Je vindt dit niet eerlijk.

- Je zegt met een stevige en rustige stem dat je het alleen doet als je zus het morgen moet doen.

- Je staat stevig , maar ontspannen (niet aanvallend)

- Je zus gaat akkoord en kan nu weg. Morgen doet zij de vaat.

- Jij ruimt de vaatwasser in. Morgen hoef je het niet te doen.

 

Open bestand Klus 3 Lichaamstaal

Bijeenkomst 4 : Observeren

Lesopzet

- Hoe was je week?

- Klus bespreken.

- Doel van de les.

- Rollenspel oefenen.

- Klus volgende keer.

Doel van de les

Ik kan goed observeren

- Gebeurtenis begrijpen ( wie zijn erbij, waar is het, wanneer, wat gebeurt er)

- Gevoel ( wat voor gevoel kreeg ik erbij)

- Gedachte 9 Wat dacht ik toen)

- Gedrag ( beschrijven wat je doet )

- Gevolg ( voor jou, voor de ander)

Aan de slag

Deze week gaan we heel goed leren obsereveren. Observeren is heel goed kijken wat er gebeurt. Door dit te doen met een 5- G model gaan we gebeurtenissen opknippen en zo kijken of wij zelf het gevolg kunnen veranderen.

 

•Gebeurtenis: expres, per ongeluk, situatie
•Gedachte: ‘kan gebeuren’, vervelend’, ‘dat heb ik weer’.
•Gevoel: bang, boos, geërgerd enz
•Gedrag: schelden/boos, weglopen/bang, rustig iets zeggen
•Gevolg: opgelost, ruzie, volgende keer weer bang/boos

Voorbeelden 5 G

•Gebeurtenis  Man met een grote hond. Jij moet er langs om     naar school te gaan
•Gedachte  Straks bijt de hond mij
•Gevoel  Bang
•Gedrag  Omlopen
•(Gevolg)  Te laat
 
•Gebeurtenis  Man met een grote hond. Jij moet er langs om     naar school te gaan
•Gedachte  Straks bijt de hond mij
•HELPENDE GEDACHTE   Hond zit aan de lijn.
•Gevoel  Rustig
•Gedrag  Er langs lopen
•Gevolg  Op tijd komen
 

•Gebeurtenis  Groepje zit te praten

•Gedachte    Ze zullen het wel over mij hebben en willen   mij er niet bij hebben.

•Gevoel  Bang/ nerveus

•Gedrag  Ergens anders gaan zitten

•Gevolg  Alleen

 

•Gebeurtenis  Groepje zit te praten

•Gedachte  Ze zullen het wel over mij hebben en willen   mij er niet bij hebben.

•HELPENDE GEDACHTE   Misschien vinden ze het niet erg als ik erbij      kom staan, maar juist gezellig.

•Gevoel  Opgelucht/ rustig

•Gedrag  Hoi zeggen en invoegen in het gesprek

•Gevolg  Gezellig samen zitten

Rollenspel : Discussie

We gaan observeren volgens het 5 g model
 
•1 docent
•2 leerlingen; Leerling nummer 1 vraagt steeds iets aan leerling nummer 2
•Lln 2 zegt eerst ‘sst’ en reageert daarna boos
•Docent: beschuldigt lln 2 onterecht van kletsen
 
•Leeuw  lln 2 gaat discussie aan. Docent stuurt lln uit de les.
 
Gebeurtenis: Leerling wordt vals beschuldigd door docent.
Gedachte: Het is niet eerlijk! Dit pik ik niet!
Gevoel: Boos
Gedrag: In discussie gaan met de docent
Gevolg: Eruit gestuurd.
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wat is je doel? Wat kun je anders of later doen?

 

Vul nu samen het 5-G model in.

 

Gebeurtenis: Leerling wordt vals beschuldigd door docent.

Gedachte: Het is niet eerlijk! Dit pik ik niet!

Helpende gedachte: Discussie aangaan heeft geen zin. Ik hou mijn mond en bespreek het later.

Gevoel: Rustig

Gedrag: Mond houden en klasgenoot negeren.

Gevolg: Rust in de klas, na de les docent aanspreken.

Klus 4: Observeren

We hebben deze week geoefend met het observeren met het 5-G model. 

Je gaat nu zelf een 5-G model invullen. Je kiest een situatie waarbij je een helpende gedachte hebt gebruikt of had kunnen gebruiken. 

Denk eraan: je gevoel kun je niet zomaar veranderen. Je gedachte wel!

Open bestand Klus 4: 5 g model

Bijeenkomst 5 : Contact maken

Lesopzet

- Hoe was je week?

- Klus bespreken.

- Doel van de les.

- Rollenspel oefenen.

- Klus volgende keer.

Doel van de les

Ik kan contact maken

- Keuze juist moment

- Zorgen dat een ander mij ziet

-Beginnen over iets dat je samen meemaakt.

Aan de slag

Rollenspel: Iets vragen aan de docent

We gaan vandaag een nieuwe vaardigheid oefenen. "Iets vragen aan de docent" We gaan dit 2 keer op een 'onhandige' manier laten zien . Daarna laten we het met jullie hulp op een 'handige'manier zien

 

De situatie is als volgt: De docent zit achter zijn bureau te werken. Jij wilt wat vragen aan de docent omdat je de opdracht niet hebt begrepen.

 

1 Schildpad: Zenuwachtig naar beneden kijken en iets heel zacht zeggen, zodat de docent je nooit kan horen.

Wat zagen jullie? Het lukte toch? Niet handig? Hoe kan ik het dan aanpakken?

 

2 Leeuw: Hard aankomen lopen. meteen hard beginnen te praten. Hulp eisen van de docent. Docent zijn schuld.

Wat zagen jullie? Het lukte toch? Niet handig? Hoe kan ik het dan aanpakken?

 

Handvatten

  • Rustig naar de docent toelopen
  • Mag ik iets vragen?
  • Duidelijk praten
  • Bedanken

 

Nu laat ik het op de handige manier zien.

 

3 Pauw

Leerling: Mevrouw mag ik wat vragen?

Reactie docent: Ja dat is goed

Leerling: Ik had de opdracht niet begrepen kunt u mij vraag 2 nog een keer uitleggen?

Reactie docent: Natuurlijk......................

 

 

Rollenspel : Invoegen in een groep

Als er een groepje aan het praten is kan het best spannend zijn om er bij te gaan staan en mee te doen in het gesprek. Vandaag gaan we dit oefenen.

De docent gaat het eerst weer voor doen.

Heeft iemand nog tips? Wat ging er goed?

 

Waar moet je op letten: 

  • Onhandig moment: lln hebben het over iets persoonlijks of serieus
  • Lln valt iemand in de rede
  • Lln valt plotseling in het gesprek terwijl de anderen hem/haar nog niet gezien hebben.
  • Lln begint over eigen onderwerp ipv waar over gepraat wordt.
 
Wat moet je wel doen?
  • Goed kijken
  • Erbij gaan staan
  • Begroeten
  • Luisteren waar het gesprek over gaat – dan pas meepraten.
 

We gaan nu oefenen.

Leerlingen en docent zijn aan het praten over een onderwerp.

1 leerling staat op de gang en krijgt de opdracht om in te voegen in een groep.

 

Hoe voelde dit?

Ging het goed?

Wat kan beter?

Eventueel nog een keer oefenen

Klus 5: Praatje maken

We hebben geleerd dat je eerst goed moet kijken voordat je een praatje begint. Dus niet als iemand iets heel moeilijks doet of haast heeft en niet in de rede vallen. Verder moet je zorgen dat de ander je ziet en hoort. Dus vlakbij gaan staan, aankijken en duidelijk praten. Je kunt makkelijk beginnen met iets wat je samen ziet of doet. Veel mensen vinden het leuk als je een praatje met ze maakt!

 

Deze week begin je twee keer een praatje.

Een keer met een bekende. Een keer met een onbekende: iemand waar je nog nooit echt mee hebt gepraat. Een van de twee moet ongeveer net zo oud zijn als jij. Vul voor elk praatje een schema in.

 

Open bestand klus 5 praatje maken

Bijeenkomst 6 : Omgaan met weigeren

Lesopzet

- Hoe was je week?

- Klus bespreken.

- Doel van de les.

- Rollenspel oefenen.

- Klus volgende keer.

Doel van de les

Ik weet hoe ik moet reageren als mij iets geweigerd wordt

 

Onredelijke weigering

- Vraag waarom

- Geef duidelijk je mening

- Loop stevig weg

 

Redelijke weigering

- Vraag waarom

- Zeg dat je het jammer vindt

- Accepteer de weigering

Aan de slag

Afgelopen lessen hebben we geoefend met stevig staan, contact maken en invoegen in een groep.

Dit zal steeds makkelijker worden, maar soms zal het voorkomen dat je iets geweigerd wordt. Niemand vindt het leuk als er iets geweigerd wordt. Goed reageren valt vaak niet mee. We gaan er vandaag achterkomen hoe je het beste kan reageren.

We gaan oefenen met een redelijke weigering en een onredelijke weigering.

 

Bij redelijke weigering

Mag ik meedoen? (antwoord is ‘nee’)

Wat kun je doen?

•0: niets doen
•1: Vragen waarom (niet)  dat dan accepteren.

 

Bij onredelijk:

Mag ik meedoen? (antwoord is ‘nee’)

Wat kun je doen?

 

Vragen waarom. Krijg je een onredelijke reden?

•2: Duidelijk zeggen wat je ervan vindt, andere oplossing geven
•3: Stevig weglopen

Rollenspel : Omgaan met weigeren

1 Leerlingen spelen met docent aan tafel commando pinkelen.

1 leerling krijgt de opdracht om in te voegen in de groep.

  • Goed kijken
  • Erbij gaan staan
  • Begroeten
  • Luisteren waar het gesprek over gaat
  • Vragen of je mee mag doen.

Er komt een redelijke weigering vanuit de groep

  • Vragen waarom je niet mee mag doen

Redelijk antwoord vanuit de groep

  • Accepteren of andere oplossing voorstellen

 

2 Leerlingen spelen met docent aan tafel commando pinkelen.

1 leerling krijgt de opdracht om in te voegen in de groep.

  • Goed kijken
  • Erbij gaan staan
  • Begroeten
  • Luisteren waar het gesprek over gaat
  • Vragen of je mee mag doen.

Er komt een onredelijke weigering vanuit de groep

  • Duidelijk zeggen wat je ervan vindt, andere oplossing geven
  • Stevig weglopen

 

Klus 6: Weigeren

We hebben geleerd wat je het beste kunt doen als iets je geweigerd wordt.     

Eerst vraag je waarom?

Dan denk je goed na: is de weigering redelijk  of onredelijk.

 

Bij een onredelijk weigering geef je duidelijk je mening: ‘Ik vind dit…….’ Dan loop je stevig weg. Want als ze zo stom doen, wil je niets met ze te maken hebben!!

        

Bij een redelijke weigering zeg je dat je het jammer vindt en accepteer je de weigering. Je gaat dus niet doorzeuren.

Wie goed reageert op een weigering, wordt minder vaak iets geweigerd.

 

We worden allemaal vaak iets geweigerd. Deze week ga je kijken of dat meer of minder wordt als je er bewust mee bezig bent. Misschien weet je al wel dat je geen chips mag eten vlak voor het avondeten. Of niet naar het toilet mag in les les als het net pauze is geweest. Je hoeft het dan ook niet meer te vragen.

Vul deze week het schema over weigeringen in. Zet bij elke weigering die je krijgt ene streepje in het juiste vak. Doet dit de hele week. Schrijf ook een paar weigeringen op die jij heel belangrijk vond. Waren deze weigeringen redelijk of onredelijk?

Open bestand Klus 6; : Omgaan met weigering

Bijeenkomst 7 : Aanpakken als je last hebt van iemand

Lesopzet

- Hoe was je week?

- Klus bespreken.

- Doel van de les.

- Rollenspel oefenen.

- Klus volgende keer.

Doel van de les

Ik weet wat ik moet doen als ik last heb van iemand.

- Duidelijk zeggen wat de ander doet

- Rustig zeggen waarom je daar last van hebt

- Stevig zeggen dat je wilt dat de ander stopt.

- Weglopen of negeren

Aan de slag

Op de basisschool hebben we allemaal geleerd om STOP HOU OP te zeggen. Hoe goed dit ook klinkt soms helpt dit niet. We hebben tijdens de afgelopen lessen al gezien hoe belangrijk het is dat je gezichtsuitdrukking, je houding en je stemgebruik moeten kloppen bij wat je zegt en voelt.

 

We gaan vandaag oefenen met je grens aangeven en aanpakken als je last hebt van iemand.

 

Oefening 1: Dit is de grens!

Het is belangrijk om je genzen aan te geven. Soms letterlijk: je wilt niet dat iemand te dicht bij komt. Maar ook als iemand iets van je wilt wat jij niet wil.

 

Leerlingen gaan tegenover elkaar staan in een rij elk aan de andere kant van het lokaal. De leerlingen van de ene rij trekken in gedachten een een halve cirkel om zich heen om de grens te bepalen. Dit is de grens waar de andere persoon niet overheen mag. 

Als de andere leelring bij die denkebeeldige grens is zegt de leerling van wie de grens is duidelijk: Stop! gebruik hier ook je hand bij in een afwerend gebaar.

Als het duidelijk is dan stopt de andere leelring met lopen bij de grens.

Rollenspel : Wegkruipen. Aanpakken, Knokken

Deze hele training gaat het over keuzes maken. 

Jij kiest ervoor om stevig te staan, helpende gedachtes inte zetten, om rustig te reageren bij een weigering, maar ook hoe je reageert als je last hebt van iemand. Situaties kunnen om een andere aanpak vragen. 

We hebben het bij deze training over het W.A.K. model

Wegkruipen: dit betekend dat je gaat huilen of je terugtrekt. Andere kunnen dan denken dat ze door kunnen gaan.

Aanpakken: Je zegt vriendelijk, stevig en duidelijk wat je er van vindt. Je zegt dat je iets niet leuk vindt, maar je laat niet merken dat je boos of verdrietig bent.

Knokken: Dan word je meestal boos, je gaat schelden of vechten. Meestal krijg je dan snel ruzie.

W.A.K.?
W.A.K.?

We gaan vandaag oefenen met het W.A.K. model.We gaan dit 2 keer op een 'onhandige' manier laten zien . Daarna laten we het met jullie hulp op een 'handige'manier zien

 

De situatie is als volgt: Je staat in de kantine naar een voetbalwedstrijd te kijken. Het is heel druk en iemand voor jou staat op je tenen.

Wegkruipen

1 Schildpad: Zenuwachtig naar beneden kijken en iets heel zacht zeggen, zodat de persoon die op je tenen staat je nooit kan horen.

Wat zagen jullie? Het lukte toch? Niet handig? Hoe kan ik het dan aanpakken?

 

Aanvallen

2 Leeuw: Heel hard schreeuwen. Eisen dat de persoon ergens anders gaat staan. Meteen de schuld geven.

Wat zagen jullie? Het lukte toch? Niet handig? Hoe kan ik het dan aanpakken?

 

Handvatten

  • Stevig staan
  • Duidelijk praten
  • Rustig en duidelijk zeggen wat er gebeurt
  • Vragen of ze ergens anders kunnen staan/opschuiven
  • Bedanken

 

Nu laat ik het op de handige manier zien.

3 Pauw:

Leerling A: Oh , je staat op mijn tenen.

Reactie leerling B : Oh sorry, ik had het niet door

Leerling A : Geeft niet,het is ook zo druk!  Misschien kunnen we een beetje naast elkaar staan.

Reactie leerling B: Natuurlijk.

 

Klus 7: Aanpakken als je last van iemand hebt

Deze week ga je kijken hoe je reageert als je last hebt van iemand? 

Open bestand Klus 7: Last hebben van iemand

Bijeenkomst 8 : Omgaan met pesten

Lesopzet

- Hoe was je week?

- Klus bespreken.

- Doel van de les.

- Rollenspel oefenen.

- Klus volgende keer.

Doel van de les

Ik weet hoe ik moet omgaan met pesten

Gepeste

- Duidelijk zeggen wat je ervan vindt

- Stevige houding

- Stevig weglopen

 

Pesters 

- Duidelijk zeggen wat je er van vindt

- Stevige houding

- Iets anders leuks voorstellen om te doen

Aan de slag

Vandaag gaan we het hebben over pesten. Wat is de beste manier op daar op te reageren? Kwaad worden? Huilen? Op die manier laat je zien dat de pester gewonnen heeft. Het beste wat je kunt doen is laten zien dat het je niet raakt. Dit kan heel moeilijk zijn, daarom gaan we dit oefenen.

Stevig zeggen wat je ervan vind.

Rustig weglopen.

Als je dit blijft doen dat zal het pesten niet meteen stoppen, maar na een tijdje wel minder worden. Het kost tijd?

Zelf pesten of meepesten is eigenlijk ook niet leuk. Soms gebeurt dit omdat je zelf bang bent om gepest te worden. Hoe zorg je er dan voor dat je kan stoppen met pesten?

•Niet mee doen,
•Zeggen wat je er van vindt
•SNEL iets anders voorstellen
•Niet meer bij de pesters gaan staan.

Rollenspel : Omgaan met pesten

Docenten doen een rollenspel voor:

1

Jullie moeten bij gym verspringen. Je kan dit niet zo goed en valt. Een andere leelring lacht heel hard en maakt je uit voor een nijlpaard.

1 Schildpad: Zachtjes huilen en zeggen dat hij moet stoppen

Wat zagen jullie? Het lukte toch? Niet handig? Hoe kan ik het dan aanpakken?

2 Leeuw: Woedend worden en uitdagend schreeuwen dat als hij niet stopt je hem in elkaar stompt.

Wat zagen jullie? Het lukte toch? Niet handig? Hoe kan ik het dan aanpakken?

 

Handvatten

  • Stevig staan
  • Duidelijk praten
  • Rustig zeggen wat je er van vind
  • Rustig weglopen.

 

Nu laat ik het op de handige manier zien.

 

3 Pauw: Wat ontzettend kinderachtig zeg.

Haal eventueel schouders op .Loop rustig weg.

Klus 8: Letten op pesten

We hebben geleerd wat je het beste kunt doen als je gepest wordt. Zeg er een keer duidelijk wat van en loop je stevig weg.

Dus laat zien dat je niet bang bent. Ga niet huilen, terugschelden of je verdedigen.

Daarnaast kun je nog letten op de volgende dingen:

- Blijf rustig

- Laat je niet uitlokken

- Doe niet kwaad terug

- Let op je houding; niet bang en niet uitdagend  maar STEVIG

Als je zo reageert zal het pesten niet direct stoppen, maar wel steeds minder worden.

 

We hebben ook geleerd wat je kunt doen als anderen van je verwachten dat je (mee)pest. Doe niet mee. Zeg er een keer duidelijk en stevig wat van. En verzin snel iets echts leuks om te doen zodat de anderen het pesten vergeten. Als je zo reageert weten ze na een tijdje dat jij niet pest maar gewoon leuke dingen verzint.

Open bestand Klus 8: Letten op pesten

Bijeenkomst 9 : Vertrouwen om met verschillende situaties om te gaan

Lesopzet

- Hoe was je week?

- Klus bespreken.

- Doel van de les.

- Rollenspel oefenen.

- Klus volgende keer.

Doel van de les

Je hebt de afgelopen weken veel geleerd. Je hebt geleerd om op je zelf te vertrouwen en in verschillende situaties te reageren die bij jou en de situatie past. Vandaag gaan we verschillende rollenspellen doen.

 

- Oefenen met reageren in verschillende situaties.

 

Aan de slag

 

 

1 Vertrouwens doolhof.

Iedereen zoekt een plekje op in het lokaal.

De docent vraagt je om je ogen dicht te doen en door het lokaal te lopen.

 

 

Hoe was dit? Wie heeft z'n ogen open gedaan? Was dit erg? Mocht dit niet? Hoe hard heb je gelopen? Wat zou er kunnen gebeuren? Hoe maak je het veilig voor jezelf?

 

Nu proberen we het nog een keer.

 

Was het nu anders?

 

Denk erom. JIJ BEPAALT!

Rollenspel oefenen.

We hebben kaartjes met verschillende rollenspellen.

Het kan zijn dat het gaat over :

 

Weigeren

- Vragen waarom

- Bij redelijke weigering accepteren en eventueel iets anders voorstellen.

- Bij onredelijke weigering zeggen wat je er van vind en rustig weglopen zonder emotie te laten zien.

 

Opkomen voor je zelf

- Stevig staan

- Duidelijk zeggen wat je er van vind

- Rustig weglopen zonder emotie te laten zien

 

Praatje maken

- Zoek een goed moment.

- Begin b.v. over een situatie die jullie samen mee maken.

- Kijk de ander persoon aan.

- Vraag door.

 

Invoegen in de groep:

-Duidelijk hallo zeggen

-Luisteren waar het over gaat

-Meepraten met het onderwerp ( vraag stellen enz)

Bijeenkomst 10: Evaluatie / Complimenten

Lesopzet

- Hoe was je week?

- Klus bespreken.

- Doel van de les.

- Rollenspel oefenen.

- Klus volgende keer.

Doel van de les

Ik kan goed complimenten geven en ontvangen

- Goed luisteren

- Gezichtsuitdrukking

- Duidelijk spreken en antwoorden

Ik weet wat ik de afgelopen periode geleerd heb tijdens de SOVA en weet waar ik nog aan moet werken.

 

Aan de slag

Het is vaak veel makkelijker om iets onaardigs tegen jezelf te zeggen dan iets aardigs. Bijvoorbeeld: Ik kan het toch niet, wat heb ik dit weer stom gedaan, ze vinden me vast niet aardig.

Maar het is veel leuker om aardige dingen tegen jezelf te zeggen en een beetje liever tegen jezelf te zijn.

Bijvoorbeeld: Ik kan het nog niet, maar als ik veel oefen lukt het mij vast ook. Ik heb dit goed gedaan.

 

We gaan vandaag een aatal kwaliteiten kaarten uitzoeken. 

Kies er 4 uit die bij jou aanspreken. Misschien iets wat je wel vaker tegen jezelf mag zeggen? Leg ze neer en maak er een foto van! Kijk elke dag naar deze kwaliteiten en zeg ze maar ardop tegen jezelf! Dit voelt misschien raar, maar het werkt echt!

 

Het is altijd leuk om iets aardigs te horen, maar ook om iets aardig te zeggen.

Hoe zou je kunnen reageren als iemand:

- De jongen uit je klas heeft een lekke band

- Een meisje uit je klas laat haar tas vallen en alles vliegt over straat

- Je buurman in de klas heeft een slecht cijfer voor zijn wiskunde toets gehaald.

- Je vriend(in) heeft zijn brood vergeten

Afgelopen periode heb je een heleboel geoefend en geleerd. Wat wij hopen dat je vooral geleerd heb is om vertrouwen te hebben in jezelf. Jij bepaalt hoe je reageert, welke houding je aanneemt, wat je zegt. Dit is soms niet altijd even makkelijk maar oefenen helpt!

Vandaag gaan we kijken wat je hebt geleerd. Dit ga je doen door de competentiemeter met je leerdoelen weer in te vullen.

•Stevig staan                                                             Zelfvertrouwen
•Luisteren+ uitspreken                                              Contact maken
•Iets vragen aan de docent                                       Contact maken, hulp vragen
•Gevoelens tonen                                                     Gevoelens tonen/uiten
•Tunnel+strandhouding + opkomen als groep          Zelfvertrouwen, reageren
•Balans                                                                      Zelfvertrouwen
•GGGGG                                                                   Reageren
•Invoegen in groep                                                    Contact maken, reageren
•Weigeren                                                                  Reageren, omgaan kritiek, nee zeggen
•Aanpakken                                                               Nee zeggen, Reageren
•Compliment                                                              Zelfvertrouwen
•Discussie                                                                 Omgaan kritiek, reageren
•Omgaan met pesten                                                Reageren op pesten
•Gesprekje doorvragen                                             Contact maken

Rollenspel: Complimenten geven

Complimenten geven

Wat kan je iemand voor compliment geven?

 

 

Aardig. Helpt andere altijd. Neemt altijd alle spullen mee. Kan goed rennen. Serieus werken. Grappig. Mooi tekenen.

 

Hoe reageer je op een compliment?

- mompelend dank je wel zeggen.

- Overdreven dank je zeggen. Ik ben ook heel erg goed!

- Gemeend dank je wel zeggen.

 

Jullie krijgen allemaal een A4 papier.

Deze plak je op je rug.

Nu schrijven we bij elkaar een compliment op de rug

 

Hoe was dat? Welke dingen herken je? Welke niet?

Extra materiaal

Rollenspel: Negeren. Concentreren

1 Iemand zit met een pen te tikken op de tafel. Jij hebt hier last van. Hoe reageer je?De persoon die tikt stopt pas als de docent het rollenspel stopt of als ze zelf willen stoppen.

 

a Schildpad: naar beneden kijken. zachtjes vragen of ze willen stoppen

Hoe voelt dit voor de persoon die tikt? Is het leuk?

 

b Leeuw. Boos worden. NU STOPPEN

Hoe voelt dit voor de persoon die tikt? Is het leuk?

 

c Pauw: Rustig vragen of ze willen stoppen omdat je er last van hebt.

Wat doe je als ze toch door gaan?

Negeren! Niet reageren, Dus: Niets zeggen, niet kijken, niet lachen, niet zuchten.

Hoe voelt dit voor de persoon die tikt? Is het leuk?

 

2 Concentreren.

Als je een lastige som maakt kan het best moelijk zijn om je te concentreren als iemand iets aan je vraagt en dat blijft doen. Hoe kan je je dan toch concentreren?

Dit gaan we oefenen door met en ovenwand een toren te bouwen van damstenen.

Een andere leerling probeert je af te leiden. ( niet aanraken)

Hoe voelt dit? Wat helpt? Wat niet?

 

We gaan vandaag beginnen met een oefening.

In het lokaal staan op 2 plekken een vouwblaadje op een bepaalde manier. Het is de bedoeling dat je dit zelf gaat namaken. Er zijn 3 regels.

Als je klaar bent zeg je heel hard het is gelukt!

Je zegt tegen niemand hoe je het hebt gedaan

Je gaat op je plek zitten als ik het heb gecontroleerd.

Je hebt 10 minuten.

 

Wat gebeurt er met je?

Hoe voel je je?

Wat zeg je tegen jezelf als het niet lukt? Als iemand anders al wel klaar is?

 

Hoe je tegen jezelf praat heeft invloed op hoe je over jezelf denkt en hoe je je voelt!

Oefen met positieve gedachtes over jezelf! schrijf ze op en herhaal ze elke dag!

 

Bronnen voor trainers Castricum

  • Het arrangement Sociale Vaardigheidstraining is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Mirjam Westerhof Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2023-05-25 13:57:43
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Het doel van de training is het aanleren en toepassen van sociale vaardigheden in de schoolomgeving en daarbuiten. Door succes ervaringen hopen wij dat de leerlingen zelfverzekerder zijn dan bij start van de cursus.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten