Aan de slag

Op de basisschool hebben we allemaal geleerd om STOP HOU OP te zeggen. Hoe goed dit ook klinkt soms helpt dit niet. We hebben tijdens de afgelopen lessen al gezien hoe belangrijk het is dat je gezichtsuitdrukking, je houding en je stemgebruik moeten kloppen bij wat je zegt en voelt.

 

We gaan vandaag oefenen met je grens aangeven en aanpakken als je last hebt van iemand.

 

Oefening 1: Dit is de grens!

Het is belangrijk om je genzen aan te geven. Soms letterlijk: je wilt niet dat iemand te dicht bij komt. Maar ook als iemand iets van je wilt wat jij niet wil.

 

Leerlingen gaan tegenover elkaar staan in een rij elk aan de andere kant van het lokaal. De leerlingen van de ene rij trekken in gedachten een een halve cirkel om zich heen om de grens te bepalen. Dit is de grens waar de andere persoon niet overheen mag. 

Als de andere leelring bij die denkebeeldige grens is zegt de leerling van wie de grens is duidelijk: Stop! gebruik hier ook je hand bij in een afwerend gebaar.

Als het duidelijk is dan stopt de andere leelring met lopen bij de grens.