Deze les hebben we geoefend met het bewust inzetten van onze lichaamshouding. We hebben gevoelt wat het met je lijf doet als je je op een bepaalde manier presenteerd.
Deze week kies je een situatie uit waarin je met een ander praatte en de controle over de situatie hield. Je beschijft deze situatie.
Bijvoorbeeld:
- Je zus moet weg en nu moet jij de vaatwasser inruimen. Het is eigenlijk haar beurt.
- Je vindt dit niet eerlijk.
- Je zegt met een stevige en rustige stem dat je het alleen doet als je zus het morgen moet doen.
- Je staat stevig , maar ontspannen (niet aanvallend)
- Je zus gaat akkoord en kan nu weg. Morgen doet zij de vaat.
- Jij ruimt de vaatwasser in. Morgen hoef je het niet te doen.