Vakdidactiek biologie - bronnen bij de herijkte kennisbasis

Vakdidactiek biologie - bronnen bij de herijkte kennisbasis

Inleiding [NHL Stenden, Rene Almekinders]

KennisbasisDit WIKIWIJS arrangement is bedoeld om gebruikt worden als gids naar bronmateriaal dat gebruikt kan worden bij onderwijs in de vakdidactiek van de biologie.

De doelgroep zijn studenten van de 2e graads lerarenopleidingen biologie die op diverse plaatsen in Nederland worden aangeboden. Er wordt geprobeerd om deze wikiwijs een gezamenlijk project van de vakdidactici biologie van die opleidingen te laten zijn.

De initiële doelgroep bij het opzetten van deze wiki zijn studenten die willen werken aan de FLEX module vakdidactiek van de lerarenopleiding biologie van NHL Stenden Hogeschool te Leeuwarden. Maar, ook studenten van andere lerarenopleidingen biologie zijn meer dan welkom om gebruik te maken van deze bronnenbank.

René Almekinders, docent vakdidactiek biologie bij NHL Stenden Hogeschool, voert momenteel de eindredactie. Hij heeft dankbaar gebruik gemaakt van het initiatief van Daphne Drenth (studente flexibele deeltijd aan NHL Stenden Hogeschool) om de structuur van het vakdidactisch domein van de herijkte kennisbasis biologie (2017) om te zetten in een wiki.

De herijkte kennisbasis is onderverdeeld in acht domeinen die ieder op hun beurt weer zijn onderverdeeld in subdomeinen. In deze wiki staat domein 7: vakdidactiek centraal. Domein 7 is onderverdeeld in 9 subdomeinen ieder met eigen indicatoren. Deze structuur is terug te vinden in het menu aan de linkerzijde van deze wiki.

7.1 Aard van de biologie als wetenschap, beroep en schoolvak

Aard van de biologie als wetenschap, beroep en schoolvak en betekenis van de biologie in de maatschappij

Biologie is zowel een fundamentele als een toegepaste wetenschap die het leven op ieder organisatieniveau (van molecuul tot Aarde) bestudeert. Begonnen als beschrijvende wetenschap is biologie tegenwoordig vooral een empirische wetenschap waarin het experiment volgens de natuurwetenschappelijke methode centraal staat.

Biologie als schoolvak weerspiegelt de breedte en interdisciplinariteit van de biologische wetenschap slechts gedeeltelijk. In termen van deze kennisbasis is er in de onderbouw van het voortgezet onderwijs en in het vmbo als geheel vooral aandacht voor domein 3, 4 en 5. Pas in de bovenbouw van het VO (havo en vwo) is er ook aandacht voor de andere domeinen. In het beroepsonderwijs ligt het accent meestal bij één of twee domeinen, bijvoorbeeld domein 1 en 2 bij opleidingen voor analisten, of domein 5 en 6 bij opleidingen gericht op natuurbeheer. Samengevat wordt er dus vanuit een gemeenschappelijke basis verbreed en verdiept, of gespecialiseerd in het vervolg van het beroepsonderwijs.

De volgende indicatoren horen bij subdomein 7.1:

De student kan:

7.1.1. Zijn visie op de biologie als wetenschap en als schoolvak verwoorden en daarbij persoonlijke accenten leggen, waarbij hij een koppeling maakt naar zijn toekomstige beroepspraktijk.

7.1.2. Een natuurwetenschappelijk literatuuronderzoek, of kleinschalig beschrijvend of empirisch onderzoek uitvoeren volgens de eisen die daar binnen de wetenschap aan worden gesteld en leerlingen daarin begeleiden.

7.1.3. Leerlingen voorbeelden geven van beroepsloopbanen die in de biologie en daaraan verwante disciplines mogelijk zijn en op die manier een arbeidsmarktperspectief schetsen.

7.1.4. Voor een gegeven onderwerp inventariseren op welke manier de relevante eindtermen en kerndoelen in relatie staan tot wat de wetenschap over het gegeven onderwerp zegt.

7.1.5. Voorbeelden geven van de rol die biologie in de maatschappij en in het maatschappelijk debat speelt of kan spelen.

7.1.1 Visie op biologie

7.1.1. Zijn visie op de biologie als wetenschap en als schoolvak verwoorden en daarbij persoonlijke accenten leggen, waarbij hij een koppeling maakt naar zijn toekomstige beroepspraktijk.


Met deze indicator ga je waarschijnlijk pas aan het einde van je studie echt aan de gang en dan waarschijnlijk meteen ook in het kader van een leeruitkomst die gekoppeld is aan je afstudeerjaar. Bronnen als deze kan je dan overwegen:

http://natuurentechniek.slo.nl/biologie

https://www.knaw.nl/nl/actueel/publicaties/strategische-verkenning-nieuwe-biologie

https://www.knaw.nl/nl/actueel/publicaties/biologieonderwijs-een-vitaal-belang

 

 

7.1.2 Onderzoek

7.1.2. Een natuurwetenschappelijk literatuuronderzoek, of kleinschalig beschrijvend of empirisch onderzoek uitvoeren volgens de eisen die daar binnen de wetenschap aan worden gesteld en leerlingen daarin begeleiden.


Binnen de meeste opleidingen zal het uitvoeren van een of meer onderzoeken onderdeel van het reguliere curriculum zijn en daarbinnen ook begeleid en beoordeeld worden. Als dat zo is dan kan je volstaan met een verwijzing naar onderzoek(en) die je al uitgevoerd hebt om aan te tonen dat je aan deze indicator voldoet.

7.1.3 Biologie als beroep

7.1.3. Leerlingen voorbeelden geven van beroepsloopbanen die in de biologie en daaraan verwante disciplines mogelijk zijn en op die manier een arbeidsmarktperspectief schetsen.


Denk bij deze indicator aan bewijzen die laten zien dat je:

  • In je lessen concreet aandacht besteed aan de beroepscontext
  • Beroepsbeoefenaars in je lessen uitnodigt
  • Leerlingen adviseert bij hun profielkeuze en ook zicht hebt op aan biologie verwante vervolgopleidingen die open staan met een bepaalde profiel en vervolgopleidingen waarnaar de route juist wordt afgesloten bij een bepaalde keuze. Zie bijvoorbeeld https://www.studiekeuze123.nl/van-profiel-naar-studie en https://www.beroepeninbeeld.nl

7.1.4 Eindtermen en kerndoelen

7.1.4. Voor een gegeven onderwerp inventariseren op welke manier de relevante eindtermen en kerndoelen in relatie staan tot wat de wetenschap over het gegeven onderwerp zegt.

7.1.5 De maatschappelijke rol van biologie

7.1.5. Voorbeelden geven van de rol die biologie in de maatschappij en in het maatschappelijk debat speelt of kan spelen.

7.2 Leerstof, lesopbouw en toetsing

De volgende indicatoren horen bij subdomein 7.2:

De student kan:

7.2.1. Van de (herziene) kerndoelen analyseren hoe deze uitgewerkt zijn in de op zijn stageschool gebruikte lesmethode.

7.2.2. Een jaarplanning voor een gegeven niveau maken en daarbinnen een aantal lessenseries met toetsing en evaluatie ontwerpen.

7.2.3. De waarde van biologische kennis in een specifiek beroep duiden.

7.2.4. Onderzoeken waarin de kwalificatiestructuur van een aantal gerelateerde beroepen verschilt en hoe biologische begrippen samenhang kunnen brengen in een kwalificatiestructuur.

7.2.5. Beredeneren welke meerwaarde biologische denk- en werkwijzen hebben voor specifieke beroepsbeoefening (bijvoorbeeld homeostase en positieve/negatieve terugkoppeling in verzorgende beroepen).

7.2.6. Formatieve en summatieve toetsen selecteren en/of ontwerpen om te bepalen of de gestelde leerdoelen zijn behaald.

7.2.7. De resultaten van een toets analyseren, evalueren en een verbeterplan opstellen.

7.2.1 Kerndoelen

7.2.1. Van de (herziene) kerndoelen analyseren hoe deze uitgewerkt zijn in de op zijn stageschool gebruikte lesmethode.

7.2.2 Jaarplanning

7.2.2. Een jaarplanning voor een gegeven niveau maken en daarbinnen een aantal lessenseries met toetsing en evaluatie ontwerpen.

7.2.3 Biologische kennis in de praktijk

7.2.3. De waarde van biologische kennis in een specifiek beroep duiden.

7.2.4 Kwalificatiestructuur

7.2.4. Onderzoeken waarin de kwalificatiestructuur van een aantal gerelateerde beroepen verschilt en hoe biologische begrippen samenhang kunnen brengen in een kwalificatiestructuur.

 

7.2.5 Beroepsoefening

7.2.5. Beredeneren welke meerwaarde biologische denk- en werkwijzen hebben voor specifieke beroepsbeoefening (bijvoorbeeld homeostase en positieve/negatieve terugkoppeling in verzorgende beroepen).

7.2.6 Formatieve en summatieve toetsen

7.2.6. Formatieve en summatieve toetsen selecteren en/of ontwerpen om te bepalen of de gestelde leerdoelen zijn behaald.

7.2.7 Toetsanalyse

7.2.7. De resultaten van een toets analyseren, evalueren en een verbeterplan opstellen.

7.3 Doorlopende leerlijn en samenhang met andere schoolvakken

De volgende indicatoren horen bij subdomein 7.3:

De student kan:

7.3.1. De eindtermen voor zijn schoolvak op een gegeven niveau vergelijken met de eindtermen voor een hoger of lager niveau en op basis van een analyse van de eindtermen voor de bovenbouw bepalen welke kennis en vaardigheden in de onderbouw aangeboden moeten worden teneinde een voor de leerling optimale aansluiting tussen onder- en bovenbouw te garanderen.

7.3.2. Onderzoeken en benoemen welke kennis en vaardigheden uit andere schoolvakken relevant en verbindend zijn voor specifieke onderwerpen uit het vak biologie en inventariseren of deze op het juiste moment worden aangeboden.

7.3.3. Relaties leggen tussen wiskundige representaties en de biologische verklaringen hiervan.

7.3.1 Doorlopende leerlijn

7.3.1. De eindtermen voor zijn schoolvak op een gegeven niveau vergelijken met de eindtermen voor een hoger of lager niveau en op basis van een analyse van de eindtermen voor de bovenbouw bepalen welke kennis en vaardigheden in de onderbouw aangeboden moeten worden teneinde een voor de leerling optimale aansluiting tussen onder- en bovenbouw te garanderen.

7.3.2 Integratie ander vakken

7.3.2. Onderzoeken en benoemen welke kennis en vaardigheden uit andere schoolvakken relevant en verbindend zijn voor specifieke onderwerpen uit het vak biologie en inventariseren of deze op het juiste moment worden aangeboden.

7.3.3 Biologie en wiskunde

7.3.3. Relaties leggen tussen wiskundige representaties en de biologische verklaringen hiervan.

7.4 Begripsontwikkeling

De volgende indicatoren horen bij subdomein 7.4:

De student kan:

7.4.1. Inventariseren welke begrippen (concepten) geleerd moeten worden teneinde een kerndoel of eindterm te bereiken en het sleutelconcept benoemen.

7.4.2. Leerlingen leren hoe zij begrippen in een samenhangend verband kunnen plaatsen.

7.4.3. Een begrip ‘ontleden’ in deelbegrippen of onderliggende begrippen en bepalen welke leerlingen daarvan al kennen en in welke samenhang.

7.4.4. Begrippen contextualiseren en recontextualiseren volgens de aanpak van de concept-context benadering (Boersma et al. 20109 ) en een verantwoorde keuze maken tussen leefwereld, beroepswereld of wetenschappelijke context waarbij hij ook een keuze kan maken tussen een illustrerende, verbindende, centrale of ‘op afstand’ benadering (Bruning & Michels, 201310).

7.4.5. Onderzoeken en bepalen welke onderwijsleeractiviteiten voor een bepaald begrip aansluiten bij hun leerlingen gebaseerd op vakdidactische literatuur en ervaren collega’s.

7.4.6. Door wetenschappelijk onderzoek onderbouwde (vak)didactische benaderingen toepassen zoals yo-yo’en tussen organisatieniveaus (Knippels, 200211), de conceptcontext benadering en systeemdenken.

7.4.7. In de tekst van een lesmethode of andere bron bepalen welke vaktaal de leerlingen voor moeilijkheden kan stellen en met strategieën zoals ‘taalsteun, context en interactie’ (Hajer & Meestringa, 201512) om problemen doelmatig aanpakken.

7.4.1 Begrippen en sleutelconcepten

7.4.1. Inventariseren welke begrippen (concepten) geleerd moeten worden teneinde een kerndoel of eindterm te bereiken en het sleutelconcept benoemen.


http://www.ntwpracticumnet.ou.nl/content-e/Kennisbank_biologie_misconcepten/

7.4.2 Samenhangend begrip

7.4.2. Leerlingen leren hoe zij begrippen in een samenhangend verband kunnen plaatsen.

7.4.3 Begrip ontleden

7.4.3. Een begrip ‘ontleden’ in deelbegrippen of onderliggende begrippen en bepalen welke leerlingen daarvan al kennen en in welke samenhang.

7.4.4 Concept - context

7.4.4. Begrippen contextualiseren en recontextualiseren volgens de aanpak van de concept-context benadering (Boersma et al. 20109 ) en een verantwoorde keuze maken tussen leefwereld, beroepswereld of wetenschappelijke context waarbij hij ook een keuze kan maken tussen een illustrerende, verbindende, centrale of ‘op afstand’ benadering (Bruning & Michels, 201310).

7.4.5 Onderzoek

7.4.5. Onderzoeken en bepalen welke onderwijsleeractiviteiten voor een bepaald begrip aansluiten bij hun leerlingen gebaseerd op vakdidactische literatuur en ervaren collega’s.

7.4.6 Wetenschappelijk onderzoek

7.4.6. Door wetenschappelijk onderzoek onderbouwde (vak)didactische benaderingen toepassen zoals yo-yo’en tussen organisatieniveaus (Knippels, 200211), de conceptcontext benadering en systeemdenken.


https://didactiefonline.nl/blog/paul-kirschner/en-als-je-het-tekent

In een reeks studies hebben Jeffrey Wammes, Myra Fernandes en Melissa Meade gekeken naar de effecten van het tekenen van iets en hoe dat het herinneren (leren) daarvan beïnvloedt. Wij zeggen dat één beeld duizend woorden waard is, maar geldt dat ook voor leren? Door een reeks vernuftige experimenten uit te voeren over een aantal jaren hebben de onderzoekers gekeken of het tekenen van de aan te leren dingen het herinneren/leren daarvan verbetert en of deze studeerstrategie betrouwbaar en repliceerbaar is: verbetert deze de leerprestaties van leerlingen?

7.4.7 Vaktaal

7.4.7. In de tekst van een lesmethode of andere bron bepalen welke vaktaal de leerlingen voor moeilijkheden kan stellen en met strategieën zoals ‘taalsteun, context en interactie’ (Hajer & Meestringa, 2015) problemen doelmatig aanpakken.


http://downloads.slo.nl/Repository/redeneren-en-formuleren-bij-natuurwetenschappelijke-vakken.pdf

7.5 Karakteristieke denk- en werkwijzen in de natuurwetenschappen en techniek

De volgende indicator hoort bij subdomein 7.5:

De student kan:

7.5.1. Voor de natuurwetenschappen en in het bijzonder de biologie typerende denk- en werkwijzen integreren in onderwijsleeractiviteiten:

Natuurwetenschappelijke denkwijzen

  • Patronen;
  • Schaal, verhouding en hoeveelheid;
  • Oorzaak en gevolg;
  • Systeem en systeemmodellen;
  • Behoud, transport en kringloop van energie en materie;
  • Structuur en functie;
  • Stabiliteit en verandering;
  • Duurzaamheid;
  • Risico’s en veiligheid.

Natuurwetenschappelijke werkwijzen

  • Modelontwikkeling en -gebruik;
  • Onderzoeken;
  • Ontwerpen;
  • Informatievaardigheden;
  • Redeneervaardigheden;
  • Rekenkundige en wiskundige vaardigheden
  • Waarderen en oordelen.

Voor de biologie typerende denkwijzen

  • Evolutionair denken;
  • Ecologisch denken.

7.5.1 Denk- en werkwijzen

7.5.1. Voor de natuurwetenschappen en in het bijzonder de biologie typerende denk- en werkwijzen integreren in onderwijsleeractiviteiten:

Natuurwetenschappelijke denkwijzen

  • Patronen;
  • Schaal, verhouding en hoeveelheid;
  • Oorzaak en gevolg;
  • Systeem en systeemmodellen;
  • Behoud, transport en kringloop van energie en materie;
  • Structuur en functie;
  • Stabiliteit en verandering;
  • Duurzaamheid;
  • Risico’s en veiligheid.

Natuurwetenschappelijke werkwijzen

  • Modelontwikkeling en -gebruik;
  • Onderzoeken;
  • Ontwerpen;
  • Informatievaardigheden;
  • Redeneervaardigheden;
  • Rekenkundige en wiskundige vaardigheden
  • Waarderen en oordelen.

Voor de biologie typerende denkwijzen

  • Evolutionair denken;
  • Ecologisch denken.

7.6 Leefstijl

De volgende indicatoren horen bij subdomein 7.6:

De student kan:

7.6.1. De voor lessen biologie relevante thema’s zoals die geformuleerd zijn in het leerplankader ‘sport, bewegen en gezonde leefstijl’ toepasbaar maken voor leerlingen uit verschillende leeftijdsgroepen in het voortgezet en beroepsonderwijs. De thema’s en bijbehorende kernen zijn:

  • Sociaal-emotionele ontwikkeling: zelf, zelfsturing, de ander, relaties en kiezen.
  • Voeding: voeding en gezondheid, voedselkwaliteit, eten kopen, bereiden en beleven.
  • Fysieke activiteit: leer-/ werkplek, pauze, bewegingsonderwijs, transport en vrije tijd.
  • Persoonlijke verzorging: lichaamshygiëne, huid, zintuigen, mond en gebit.
  • Genotmiddelen: alcohol, roken, cannabis, (overige) softdrugs, harddrugs en grenzen stellen en bewaken bij het gebruik van genotmiddelen.
  • Relaties en seksualiteit: lichamelijke ontwikkeling en zelfbeeld, intieme relaties, voortplanting, gezinsvorming en anticonceptie, seksualiteit en grenzen stellen.
  • Veiligheid: fysieke veiligheid en assertiviteitstraining.

7.6.1 Leefstijl

7.6.1. De voor lessen biologie relevante thema’s zoals die geformuleerd zijn in het leerplankader ‘sport, bewegen en gezonde leefstijl’ toepasbaar maken voor leerlingen uit verschillende leeftijdsgroepen in het voortgezet en beroepsonderwijs. De thema’s en bijbehorende kernen zijn:

  • Sociaal-emotionele ontwikkeling: zelf, zelfsturing, de ander, relaties en kiezen.
  • Voeding: voeding en gezondheid, voedselkwaliteit, eten kopen, bereiden en beleven.
  • Fysieke activiteit: leer-/ werkplek, pauze, bewegingsonderwijs, transport en vrije tijd.
  • Persoonlijke verzorging: lichaamshygiëne, huid, zintuigen, mond en gebit.
  • Genotmiddelen: alcohol, roken, cannabis, (overige) softdrugs, harddrugs en grenzen stellen en bewaken bij het gebruik van genotmiddelen.
  • Relaties en seksualiteit: lichamelijke ontwikkeling en zelfbeeld, intieme relaties, voortplanting, gezinsvorming en anticonceptie, seksualiteit en grenzen stellen.
  • Veiligheid: fysieke veiligheid en assertiviteitstraining.

7.7 De leeromgeving

De volgende indicatoren horen bij subdomein 7.7:

De student kan:

7.7.1. Benoemen welke objecten en artefacten kenmerkend zijn voor een biologielokaal, beschrijven hoe een practicumlokaal wordt ingericht en de rol van de toa hierin.

7.7.2. Benoemen welke veiligheidseisen in een practicumlokaal gelden en weten waar deze te vinden zijn (www.veiligpracticum.nl). Om de veiligheid te waarborgen heeft hij ook kennis van specifieke ARBO regels en is in staat EHBO te verlenen, zonder dat daarbij de eis gesteld wordt dat de student in het bezit is van een geldig EHBO diploma.

7.7.3. Drie typen practicum – zoals die door van den Berg & Buning (1994) worden onderscheiden – inzetten ten behoeve van vaardigheidsontwikkeling, begripsvorming en ontwikkeling van onderzoekend vermogen en geeft deze op een adequate manier vorm in lesplannen.

7.7.4. Practicumvaardigheden en praktische opdrachten beoordelen.

7.7.5. Verantwoord omgaan met dode en levende organismen, met name planten en dieren.

7.7.6. Leerlingen op specifieke kenmerken van specimen wijzen

7.7.7. Biologische activiteiten buiten school zoals veldwerk of een excursie (mede)organiseren. Hij let daarbij naast de biologische inhoud ook op de veiligheid en het bij elkaar blijven van de leerlingen.

7.7.8. De natuur- en landschapswaarden van de omgeving waarborgen zodat veldwerkactiviteiten of excursies de omgeving niet (blijvend) verstoren.

7.7.9. De (soorten)kennis en vaardigheden die hij (met name) binnen de context van domein 4 en 5 van deze kennisbasis verworven heeft inzetten in het veld.

7.7.10. Leerlingen de buitenomgeving als zodanig laten beleven.

7.7.1 Het biologielokaal

7.7.1. Benoemen welke objecten en artefacten kenmerkend zijn voor een biologielokaal, beschrijven hoe een practicumlokaal wordt ingericht en de rol van de toa hierin.

7.7.2 Veiligheid

7.7.2. Benoemen welke veiligheidseisen in een practicumlokaal gelden en weten waar deze te vinden zijn (www.veiligpracticum.nl). Om de veiligheid te waarborgen heeft hij ook kennis van specifieke ARBO regels en is in staat EHBO te verlenen, zonder dat daarbij de eis gesteld wordt dat de student in het bezit is van een geldig EHBO diploma.

7.7.3 Practica

7.7.3. Drie typen practicum – zoals die door van den Berg & Buning (1994) worden onderscheiden – inzetten ten behoeve van vaardigheidsontwikkeling, begripsvorming en ontwikkeling van onderzoekend vermogen en geeft deze op een adequate manier vorm in lesplannen.

 

7.7.4 Practica beoordelen

7.7.4. Practicumvaardigheden en praktische opdrachten beoordelen.

7.7.5 Verantwoordelijkheid

7.7.5. Verantwoord omgaan met dode en levende organismen, met name planten en dieren.

7.7.6 Kenmerken

7.7.6. Leerlingen op specifieke kenmerken van specimen wijzen.

7.7.7 Biologie excursies

7.7.7. Biologische activiteiten buiten school zoals veldwerk of een excursie (mede)organiseren. Hij let daarbij naast de biologische inhoud ook op de veiligheid en het bij elkaar blijven van de leerlingen.

7.7.8 Natuurbehoud

7.7.8. De natuur- en landschapswaarden van de omgeving waarborgen zodat veldwerkactiviteiten of excursies de omgeving niet (blijvend) verstoren.

7.7.9 Kennis in het veld

7.7.9. De (soorten)kennis en vaardigheden die hij (met name) binnen de context van domein 4 en 5 van deze kennisbasis verworven heeft inzetten in het veld.

7.7.10 Belevingsonderwijs

7.7.10. Leerlingen de buitenomgeving als zodanig laten beleven.

7.8 ICT in het biologie onderwijs

De volgende indicatoren behoren tot subdomein 7.8:

De student kan:

7.8.1. Diverse soorten hardware en software voor meten, modelleren, simuleren en animeren van biologische onderwerpen benoemen en gebruiken.

7.8.2. Kan applets en tools selecteren en didactiseren voor inzet bij specifieke begripsontwikkeling en vaardigheidsontwikkeling waaronder verslaglegging.

7.8.3. Relevante nationale en internationale websites, digitale kennisbanken en bronnenverzamelingen voor het biologieonderwijs gebruiken (bijvoorbeeld: bioplek, ecent, kennisnet, de kennis van nu, en NEMO Kennislink) en toont dat hij in staat is vergelijkbare of nieuwe bronnen te vinden.

7.8.4. Applicaties noemen om digitale toetsen in de klas af te nemen en deze ook toepassen.

7.8.1 Hardware en software

7.8.1. Diverse soorten hardware en software voor meten, modelleren, simuleren en animeren van biologische onderwerpen benoemen en gebruiken.

7.8.2 Tools in de les

7.8.2. Kan applets en tools selecteren en didactiseren voor inzet bij specifieke begripsontwikkeling en vaardigheidsontwikkeling waaronder verslaglegging.

7.8.3 Biologie bronnen

7.8.3. Relevante nationale en internationale websites, digitale kennisbanken en bronnenverzamelingen voor het biologieonderwijs gebruiken (bijvoorbeeld: bioplek, ecent, kennisnet, de kennis van nu, en NEMO Kennislink) en toont dat hij in staat is vergelijkbare of nieuwe bronnen te vinden.

7.8.4 Digitaal toetsen

7.8.4. Applicaties noemen om digitale toetsen in de klas af te nemen en deze ook toepassen.

7.9 Professionele ontwikkeling en collegiale samenwerking

De volgende indicatoren horen bij subdomein 7.9:

De student kan:

7.9.1. Gebruikmakend van sociaalwetenschappelijke onderzoeksinstrumenten een praktijkgericht vakdidactisch onderzoek uitvoeren en hierover volgens de geldende regels rapporteren.

7.9.2. Functioneren binnen een vaksectie en daarin een actieve rol spelen door bijvoorbeeld ontwikkeltaken op zich te nemen.

7.9.3. Beargumenteren welke meerwaarde beroepsorganisaties zoals de NVON en het NIBI voor de beroepsgroep hebben en benoemen dat zij belangen behartigen, congressen organiseren, nascholing aanbieden en voor hem relevante tijdschriften publiceren.

7.9.4. Een keuze maken uit voor hem relevante aanbieders van na- en bijscholing en globaal aangeven welk aanbod zij hebben.

7.9.1 Praktijkonderzoek

7.9.1. Gebruikmakend van sociaalwetenschappelijke onderzoeksinstrumenten een praktijkgericht vakdidactisch onderzoek uitvoeren en hierover volgens de geldende regels rapporteren.

7.9.2 Rol in vaksectie

7.9.2. Functioneren binnen een vaksectie en daarin een actieve rol spelen door bijvoorbeeld ontwikkeltaken op zich te nemen.

7.9.3 Beroepsorganisaties

7.9.3. Beargumenteren welke meerwaarde beroepsorganisaties zoals de NVON en het NIBI voor de beroepsgroep hebben en benoemen dat zij belangen behartigen, congressen organiseren, nascholing aanbieden en voor hem relevante tijdschriften publiceren.


Zie bijvoorbeeld https://www.nvon.nl/ en https://www.nibi.nl/

Bewijs dat je voldoet aan deze indicator is bijvoorbeeld dat je een nieuwtje op de site of uit een tijdschrift van een van deze (of een vergelijkbare) organisaties tot lesmateriaal verwerkt hebt, bewijs van deelname aan een conferentie of nascholing, deelname aan een examenbespreking, et cetera.

In een reflectie bij het bewijs kan je iets zeggen over de mogelijke meerwaarde (of niet) van dergelijke vereningen voor jou als (toekomstig) beroepsbeoefenaar.

7.9.4 Na- en bijscholing

7.9.4. Een keuze maken uit voor hem relevante aanbieders van na- en bijscholing en globaal aangeven welk aanbod zij hebben.


Er is een enorm aanbod aan trainingen, na- en bijscholing, professionalisering en hoe het verder ook genoemd wordt. Bewijs bij deze indicator is bijvoorbeeld dat je laat zien dat je enig zicht hebt op het aanbod, aangeeft naar welk deel van het aanbod je voorkeur uitgaat, dat je al deelgenomen hebt, dat je weet waar je in het kader van je (toekomstige) aanstelling als docent recht op hebt en dat je weet dat aanbod gevalideerd kan zijn voor https://www.lerarenregister.nl/ en een plaats kan krijgen in jouw portfolio in het leraren register.

Suggesties:

https://www.nibi.nl/

https://www.nvon.nl/ en https://www.nvon.nl/agenda/ce-correctietraining

https://www.wur.nl/nl/Onderwijs-Opleidingen/Docenten-vwo/Activiteiten-voor-docenten.htm

https://www.uu.nl/onderzoek/freudenthal-instituut/onderwijs/professionalisering

https://www.cps.nl/academie

https://www.kpcgroep.nl/opleidingen/opleidingsagenda/

  • Het arrangement Vakdidactiek biologie - bronnen bij de herijkte kennisbasis is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteurs
    Rene Almekinders
    Laatst gewijzigd
    2019-05-12 14:09:22
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    HBO - Bachelor;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie;
    Eindgebruiker
    leraar
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    840 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    biologie, kennisbasis 2017, nhl stenden, tweedegraads, vakdidactiek

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Drenth, Daphne. (z.d.).

    Vakdidactisch portfolio

    https://maken.wikiwijs.nl/131086/Vakdidactisch_portfolio

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.