Gevangenendilemma
Meeliftgedrag
Mensen laten zich in hun doen en laten over het algemeen leiden door eigenbelang. Soms zal het nastreven van het eigenbelang in strijd zijn met het publieke belang. Het ontduiken van belasting levert persoonlijk gewin op, maar is niet in het belang van de publieke zaak. Je spreekt dan van meeliftgedrag. Door het ontduiken van de belasting betaal je niet mee aan de productie van collectieve goederen, terwijl je wel profiteert van de collectieve goederen die de overheid voortbrengt.
Meeliftgedrag kan er toe leiden dat de productie van collectieve goederen onder druk komt te staan. Het nastreven van eigenbelang kan er dan zelfs toe leiden dat het eindresultaat voor jezelf negatief is.
Sociale controle of het sluiten van een contract kunnen een uitweg bieden uit het dilemma van het streven naar eigenbelang versus het publieke belang. Als het de sociale norm is dat meeliftgedrag niet getolereerd wordt, zal het gedrag minder vaak voorkomen. Toch zullen er altijd mensen zijn die zich niets aantrekken van de sociale normen. Het meeliftgedrag kan dan alleen worden voorkomen door een 'contract' af te sluiten. Op basis van dit contract kan de overheid de bijdrage aan de collectieve goederen afdwingen.
Gevangenendilemma
Dat het voorop stellen van eigenbelang boven het collectieve belang kan leiden tot een negatief eindresultaat wordt vaak verduidelijkt met het gevangenendilemma.
Twee mannen die samen een misdrijf hebben gepleegd worden in aparte cellen opgesloten. Tijdens de ondervragingen kunnen ze bekennen of ontkennen en met de volgende gevolgen:
- als de één bekent en de ander niet, dan wordt degene die bekent vrijgesproken en krijgt de ander 20 jaar gevangenisstraf
- als ze allebei bekennen, gaan ze beide 5 jaar de gevangenis in
- als ze beide ontkennen, worden ze allebei wegens gebrek aan bewijs vrijgelaten
De keuzemogelijkheden en de uitkomsten zijn weergegeven in de tabel. De twee mannen zijn opgesloten en weten niet wat de ander zal doen. Als verdachte 1 er van uitgaat dat verdachte 2 bekent, dan heeft hij de keuze uit 20 jaar opgesloten worden (niet bekennen) of 5 jaar zitten (bekennen). Hij zal dus kiezen voor bekennen. Als verdachte 1 er van uitgaat dat verdachte 2 niet bekent, heeft hij de keuze uit 1 jaar opgesloten worden (niet bekennen) of meteen vrij (bekennen). Dus ook nu zal verdachte 1 bekennen. Voor verdachte 2 geldt hetzelfde: ook hij zal bekennen. Het resultaat: beide mannen worden vijf jaar opgesloten. Dat terwijl het voordeliger was geweest als beide niet hadden bekend.
Collectieve goederen
Het gevangenendilemma is exemplarisch voor collectieve goederen. Bekijk de tabel hiernaast.
In dit voorbeeld gaat het om de productie van een collectief goed.
De personen A en B hebben twee keuzes: bijdragen of niet bijdragen. De kosten van de bijdrage zijn 8 per persoon. De opbrengsten bedragen 6 per bijdrage en vallen toe aan iedereen, of iemand nu heeft bijgedragen of niet.
- Als beide spelers bijdragen is de totale opbrengst dus 12 en de netto opbrengst per persoon 4 (12 - 8).
- Als niemand bijdraagt is de netto opbrengst voor beide personen 0.
- Als persoon A alleen bijdraagt, is zijn netto opbrengst -2, terwijl de netto opbrengst voor persoon B 6 is.
- Als persoon B alleen bijdraagt, is de uitkomst andersom.
Als beide personen onafhankelijk van elkaar een beslissing nemen, zullen ze beide niet bijdragen en zal het collectieve goed niet worden geproduceerd. Het kenmerk van dit dilemma is dat beide personen anders zouden hebben besloten als ze hadden geweten dat de ander bereid was mee te betalen.
Nashevenwicht
Je spreekt in de speltheorie van een Nash-evenwicht als de uitkomst zodanig is dat geen van beide spelers, door individueel te veranderen, zijn winst kan vergroten. Elke speler kiest dus voor de strategie die optimaal is, ervan uitgaande dat de ander zijn strategie niet verandert.
Een Nash-evenwicht betekent niet altijd dat de totale opbrengst gemaximaliseerd is.
Bekijk de resultatenmatrix.
De twee speler A en B hebben de keuze uit twee strategiën (wel of niet meedoen). De startsituatie is dat beiden wel meedoen. Als speler A weet dat speler B niet van plan is zijn strategie te veranderen, zal speler A zijn strategie ook niet veranderen.
De situatie meedoen-meedoen is dus een Nash-evenwicht. Maar ook de situatie niet meedoen - niet meedoen is een Nash-evenwicht. Als speler A weet dat speler B niet van plan is zijn strategie te veranderen, zal ook nu speler A zijn strategie niet veranderen. Nu is de totale opbrengst echter niet maximaal.
Beroving
Als een onderneming om een bepaalde opdracht te kunnen binnenhalen een grote investering moet doen, dan kan de onderneming te afhankelijk worden van de opdrachtgever. Er moeten immers eerst kosten worden gemaakt en de opbrengsten volgen pas later. Als het contract met de opdrachtgever niet sluitend genoeg is, kan de opdrachtgever na verloop van tijd een gunstiger contract bedingen. We spreken dan van beroving.
Als een bedrijf veel investeert in de opleiding van hun werknemers kan het bedrijf ook te maken krijgen met het berovingsprobleem. Door de opleiding worden de werknemers meer waard en kunnen ze een hoger loon eisen of ze kunnen zelfs dreigen om een andere baan te gaan zoeken.