Levensloop en pensioen
Levensloop
Als je kijkt naar het inkomen en de uitgaven van een persoon, zou je het leven in kunnen delen in drie fasen:
- De fase voordat je gaat werken
In deze periode heb je wel uitgaven, maar geen inkomsten, je bouwt een schuld op.
- De fase dat je werkt
In deze periode heb je uitgaven en inkomsten. Met je inkomsten betaal je de eerder opgebouwde schuld op en reserveer je geld voor je pensioen.
- De fase dat je met pensioen bent
In deze periode heb je wel uitgaven, maar geen inkomsten. Je maakt je opgebouwde vermogen op.
Menselijk kapitaal
Is het verstandig om straks na je havo- of vwo-opleiding nog een vervolgopleiding te gaan volgen?
Als je kijkt naar inkomsten en uitgaven is het duidelijk dat je hier te maken hebt met 'de kost gaat voor de baat uit'. Het volgen van een opleiding is een investering in menselijk kapitaal.
De investeerders zijn de overheid en mogelijk je ouders en net als in het bedrijfsleven, verwachten de investeerders dat hun investering rendement oplevert. Als je na je vervolgopleiding gaat werken betaal je de investering terug: je gaat belasting betalen, waarmee de overheidsuitgaven gedaan kunnen worden.
Menselijk kapitaal is meer dan alleen het volgen van een opleiding. Ook als je al werkt, gaat het investeren in menselijk kapitaal door. Levenslang leren op de werkvloer en leren door cursussen worden steeds belangrijker.
Pensioen
Als je 65 jaar of ouder bent, hoef je niet meer te werken. Als je tussen je 15e en 65ste in Nederland hebt gewoond, krijg je vanaf je 65ste een uitkering volgens de AOW, de Algemene Ouderdoms Wet.
Deze uitkering wordt direct betaald door de mensen die nog geen 65 zijn door middel van een inkomensheffing. Er is sprake van een omslagstelsel: het totale bedrag dat nodig is voor de uitkeringen wordt in de vorm van premies omgeslagen over de betalers.
Veruit de meeste 65-plussers hebben nog een inkomen naast de AOW-uitkering. Ze hebben tijdens hun werkzame leven gespaard voor hun pensioen. Vaak was dat contractueel bij een pensioenfonds, maar soms ook vrijwillig bij bijvoorbeeld een bank of verzekeringsmaatschappij.
Bij dit deel van het pensioen is er sprake van een kapitaaldekkingsstelsel: voor het bedrag dat wordt uitgekeerd heeft de ontvanger zelf premie betaald.
Nederlandse pensioenfondsen garanderen in hoge mate het niveau van de pensioenuitkering, waardoor de te betalen premie kan variëren.
Amerikaanse pensioenfondsen gaan meer uit van de in te leggen premie, waardoor de hoogte van de uitkering kan variëren.
Waardevast en welvaartsvast
Een pensioen wordt waardevast genoemd als de jaarlijkse uitkering stijgt met het inflatiepercentage. De pensioengerechtigde kan ieder jaar hetzelfde pakket goederen kopen.
Een pensioen wordt welvaartsvast genoemd als de jaarlijkse uitkering stijgt met de gemiddelde landelijke inkomensstijging.
Bij een welvaartsvast pensioen zal de jaarlijkse stijging doorgaans groter zijn dan bij een waardevast pensioen. Voor een welvaartsvast pensioen zal daarom tijdens de actieve periode een hogere premie betaald moeten worden dan voor een waardevast pensioen.