Werkloosheid
Werkloosheid
De arbeidsmarkt wordt gevormd door vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid.
Als er mensen zijn die werk zoeken, maar geen werk kunnen vinden is er sprake van werkloosheid.
In de tabel zie je de gegevens over de vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid in Nederland in 2017.
Totale bevolking |
16.400.000 |
Aantal personen van 16 tot 67 jaar |
11.600.000 |
Aantal personen met een baan |
7.600.000 |
Aantal vacatures |
250.000 |
Aantal werkzoekenden zonder baan |
390.000 |
In de tabel zie je dat er 390.000 mensen zijn die geen baan hebben en op zoek zijn naar werk. Zij zijn werkloos.
Geregistreerde en verborgen werkloosheid
De overheid houdt bij hoeveel mensen er werkloos zijn.
Er zijn twee groepen werklozen te onderscheiden.
Je behoort tot de geregistreerde werklozen als je:
- tussen de 15 en 67 bent
- geen werk hebt en minimaal 12 uur per week wilt werken
- staat ingeschreven bij UWV WERKbedrijf
- direct beschikbaar bent
Iemand die buiten zijn schuld om werkloos is geworden, kan een werkeloosheidsuitkering van de overheid krijgen.
Heb je geen werk, wil je wel werken, maar behoor je niet tot de geregistreerde werklozen, dan behoor je tot de verborgen werklozen. Verborgen werkloosheid wordt ook wel onzichtbare werkloosheid genoemd.
Conjuncturele werkloosheid
Als je kijkt naar de oorzaken van de werkloosheid kun je de werkloosheid verdelen in conjuncturele werkloosheid en structurele werkloosheid.
Je spreekt van conjuncturele werkloosheid als de oorzaak van de werkloosheid een te kleine vraag naar producten is. Het totaal van de bestedingen van de gezinnen (consumptie), de bedrijven (investeringen), de overheid (overheidsbestedingen) en het buitenland (export) wordt ook wel de effectieve vraag genoemd.
Als de effectieve vraag afneemt, neemt de vraag naar arbeid af en kan er werkloosheid ontstaan.
Een bijzondere vorm van conjuncturele werkloosheid is de seizoenswerkloosheid.
In sommige periode in het jaar is er naar sommige producten minder vraag.
Veel bedrijven in de toerisme-industrie en de agrarische sector hebben te maken met seizoenswerkloosheid.
Bestrijding conjuncturele werkloosheid
Als de overheid de conjuncturele werkloosheid wil bestrijden, moet de overheid er voor zorgen dat de vraag naar Nederlandse producten toeneemt.
Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld:
- gezinnen ➙ belasting verlaging ➙ hogere netto lonen ➙ meer consumeren
- bedrijven ➙ rente verlagen ➙ makkelijker geld lenen ➙ meer investeren
- overheid ➙ staatsschuld verhogen ➙ meer overheidsbestedingen
- buitenland ➙ exportsubsidies ➙ meer exporteren
Structurele werkloosheid
Als je kijkt naar de oorzaken van de werkloosheid kun je de werkloosheid verdelen in conjuncturele werkloosheid en structurele werkloosheid.
Je spreekt van structurele werkloosheid als de oorzaak van de werkloosheid aan de aanbodkant (productiestructuur) ligt.
Structurele werkloosheid ontstaat bijvoorbeeld als:
- een bedrijf failliet gaat;
- twee bedrijven fuseren;
- een bedrijf verhuist naar het buitenland;
- een bedrijf mensen vervangt door machines.
Je spreekt van kwalitatieve structurele werkloosheid als de scholingsgraad van de werknemers niet aansluit bij de vraag naar arbeid.
Frictiewerkloosheid is werkloosheid die het gevolg is van frictie op de arbeidsmarkt: tussen het ontstaan van een vacature en het vervullen ervan gaat tijd verloren.
Bestrijding structurele werkloosheid
Manieren om structurele werkloosheid te bestrijden zijn:
- Arbeidstijdverkorting
Je spreekt van arbeidstijdverkorting als werknemers minder gaan werken. Door de arbeidstijdverkorting verandert de hoeveelheid werk niet, maar het beschikbare werk wordt over meer mensen verdeeld.
- Bijscholing/omscholing
Je spreekt van bijscholing als iemand een opleiding krijgt om zijn kennis op het vakgebied te vergroten. Je spreekt van omscholing als iemand een opleiding krijgt om een ander beroep te leren. Bijscholing en omscholing zijn een middel tegen kwalitatieve structurele werkloosheid
- Loonmatiging
Je spreekt van loonmatiging als de lonen van de werknemers niet of nauwelijks stijgen. Hierdoor stijgen de arbeidskosten niet of nauwelijks en zullen de werkgevers de werknemers eerder in dienst houden.