Betalingsbalans
De betalingsbalans
Ieder land houdt een soort huishoudboekje bij waarin alle geldstromen met het buitenland worden genoteerd.
Zo'n huishoudboekje noem je een betalingsbalans.
De betalingsbalans is onderverdeeld in verschillende deelrekeningen:
Ontvangsten |
Uitgaven |
Goederenrekening |
Ontvangsten wegens export van goederen. |
Uitgaven wegens import van goederen. |
Dienstenrekening |
Ontvangsten wegens aan het buitenland geleverde diensten. |
Uitgaven wegens door het buitenland bewezen diensten. |
Inkomensrekening |
- Ontvangen primaire inkomens.
- Ontvangen inkomensoverdrachten.
|
- Betaalde primaire inkomens.
- Betaalde inkomensoverdrachten.
|
Kapitaalrekening |
- Buitenlandse beleggingen in Nederland.
- Uit het buitenland ontvangen kredieten.
|
- Nederlandse beleggingen in buitenland.
- Aan het buitenland verleende kredieten.
|
Salderingsrekening |
Afname van de valutareserve |
Toename van de valutareserve |
Goederenrekening
Als we sinaasappelen uit Spanje importeren vind je de betaling terug aan de rechterkant op de goederenrekening. De geldstroom die hoort bij de export van goederen vanuit Nederland vind je terug op de linkerkant van de goederenrekening.
Dienstenrekening
Je vakantie-uitgaven in Frankrijk vind je terug aan de rechterkant van de dienstenrekening. Andere diensten op deze rekening zijn bijvoorbeeld: vervoer, verzekeringen en technische dienstverlening.
Inkomensrekening
Als een Nederlandse arts in Duitsland een operatie uitvoert, komt de betaling op de inkomensrekening. Maar ook de opbrengsten uit een buitenlandse belegging komen aan de rechterkant op de inkomensrekening.
Als een Turkse werknemer geld overmaakt naar zijn familie in Turkije vind je deze betaling terug op de inkomensrekening. Maar ook de bijdragen van Nederland aan de EU staan op deze rekening.
Kapitaalrekening
Als Philips € \(\small{10}\) miljoen leent van Duitse beleggers wordt de kapitaalinvoer op deze rekening geboekt. Ook als een Nederlandse verzekeringsmaatschappij Amerikaanse staatsobligaties koopt, zie je dat terug op de kapitaalrekening.
Betalingsbalans en nationaal inkomen
De betalingsbalans is onderverdeeld in verschillende deelrekeningen:
- de goederenrekening
- de dienstenrekening
- de inkomensrekening
- de kapitaalrekening
- de salderingsrekening
De goederenrekening (1) is het zichtbaar verkeer.
De dienstenrekening (2) en de inkomensrekening (3) vormen het onzichtbare verkeer.
De goederen-, diensten- en inkomensrekening worden samen de lopende rekening genoemd.
Het saldo op de lopende rekening heeft invloed op het nationaal inkomen.
Een overschot op de lopende (meer ontvangsten dan uitgaven) heeft een positief effect op het nationaal inkomen.
Een tekort heeft een negatief effect op het nationaal inkomen.
Beleggingen (en investeringen) in het buitenland, die worden bijgehouden op de kapitaalrekening (4), hebben geen invloed op het nationaal inkomen.
De opbrengsten van de beleggingen/investeringen natuurlijk wel. Die opbrengsten komen op inkomensrekening.
Evenwicht op de betalingsbalans
De optelling van de lopende rekening en de kapitaalrekening geeft het saldo van de betalingsbalans.
Als het saldo van de betalingsbalans nul is, spreek je van materieel betalingsbalans-evenwicht.
Als het saldo negatief is (meer uitgaven dan ontvangsten) neemt onze valutareserve af.
Is het saldo positief dan loopt onze valutareserve op.
De veranderingen van de valutareserves worden geboekt op de salderingsrekening (5).
Deze boeking zorgt er per definitie voor dat de balans in evewicht komt: dit evenwicht heet het formeel evenwicht. |
Betalingsbalans over het jaar ... |
Goederenrekening |
€ 242 mld |
€ 225 mld |
Dienstenrekening |
€ 52 mld |
€ 46 mld |
Inkomensrekening |
€ 62 mld |
€ 69 mld |
Kapitaalrekening |
€ 17 mld |
€ 21 mld |
Salderingsrekening |
|
€ 12 mld |
TOTAAL |
Het salderingsrekening zorgt voor het formele evenwicht.
Komt er een bedrag links te staan dan neemt de valutareserve af.
Komt er een bedrag rechts dan neemt de valutareserve toe. |
€ 373 mld |
€ 373 mld |