startpagina
start
Welkom op de pagina over voedselwebben en voedselketens
na het bestuderen en gebruiken van deze pagina kun je:
- Alle begrippen gebruikt in de paragraaf voedselketen en voedselweb benoemen en gebruiken.
- een voedselketen en voedselweb aflezen en opstellen.
Voedselketen en Voedselweb
voedselketen
Voedselketen:
Bij een voedselketen kun je de verschillende stappen benoemen. Alle organismen vervullen zo hun eigen taak en kun je makkelijk onderscheiden. Een voedselketen begint altijd met een producent, een producent is namelijk in staat om zijn eigen voedsel te produceren. De rest van de dieren zijn afhankelijk van de producent en elkaar. We noemen daarom de producent ook autotroof.
Een voedselketen is een reeks organismen die elkaar consumeren. Een voedselketen heeft een start en begint altijd met een producent, een producent produceert voedsel met behulp van fotosynthese. Een voorbeeld van een producent is bijvoorbeeld een appelboom, de appelboom gebruikt: water,zonlicht, koolstofdioxide en mineralen. Het proces wat optreed heet fotosynthese en de boom maakt hier bladeren en appels mee.
voedselweb
wat is een voedselweb?
Een voedselweb lijkt sterk op een voedselketen, er is alleen 1 duidelijk verschil. Een voedselketen is 1 keten van organismen die elkaar consumeren. Bij een voedselweb zijn er meerdere voedselketens aanwezig die gelinkt zijn aan elkaar. Dat kan even lastig zijn maar als je het eenmaal begrijpt komt het helemaal goed, kijk even mee naar dit voorbeeld.
hoe lees je een voedselweb af?
Bij het voorbeeld zie je een voedselweb die start helemaal onderaan met de Eik. Een voedselweb start altijd met een producent in dit geval dus de Eik. Daarna komen de consumenten van de 1e orde dit zijn de dieren die direct voedsel eten van de producent, in dit geval dus van de eik. Dit kunnen de bladeren zijn of de eikeltjes.
kringloop?
Naast voedselketens en een voedselweb kan je ook een voedselkringloop tegen komen, dit is een voedselketen die zichzelf in stand houdt. Hiervoor moeten 3 soorten organismen aanwezig zijn: de producent, de consument en de reducent. De producent zet anorganische stoffen om in organische stoffen, de consument eet de producent (organische stoffen blijven organische stoffen). Maar als de consument doodgaat wordt hij opgeruimt door reducenten. Dit zijn schimmels en bacteriën die de consument weer omzetten naar anorganische stoffen zodat die weer opgenomen kunnen worden door de consument
begrippenlijst
Producent: een organisme dat in staat is om zijn eigen voedsel te produceren, een voorbeeld hiervan is een appelboom. Hij gebruikt anorganische stoffen en zet hij ze om naar organische stoffen en heeft hier geen andere organismen voor nodig.
consument: een organisme dat afhankelijk is van een ander organisme voor voedsel, een voorbeeld hiervan is een paard. Het paard heeft gras nodig om niet overleven want hij kan niet zijn eigen voedsel produceren.
reducent: een organisme dat afhankelijk is van consumenten voor voedsel en hij zet die om tot anorganische stoffen voor de producenten. Een voorbeeld daarvan is bijvoorbeeld een rottingsbacterie. Deze bacterie 'eet' dode consumenten en producenten en hij zet de organische stoffen weer om naar anorganische stoffen.
kringloop: een doorlopende gelinkte keten van organismen die elkaar nodig hebben voor voedsel, de keten is zelfonderhoudend en blijft doorlopen als alle organismen aanwezig zijn.
voedselketen: een gelinkte keten van organismen die elkaar nodig hebben voor voedsel, deze keten is niet zelfonderhoudend.
voedselweb: meerdere voedselketens aanwezig die gelinkt zijn aan elkaar.
autotroof: zelfvoorzienend
organismen: levend object, dit kunnen dieren, planten of schimmels zijn
anorganisch: niet-levend
organisch: levend (of heeft ooit geleefd)
reducenten: schimmels en bacteriën die organische stoffen omzetten in anorganische stoffen.
popplet opdracht voedselketen
POPLET VERHAALOPDRACHT
om de opdracht te kunnen maken, moet je eerst de kennisclip bekijken.
Hierin wordt de gehele opdracht uitgelegd en hoe je werkt met popplet,
hieronder staat de tekst waaruit je de voedselketen moet maken, let op alle organismen die je in de voedselketen moet gebruiken staan dikgedrukt in de tekst.
een geweldadige dag in Zimbabwe
Op 4 oktober loopt Freek Vonk door een natuurreservaat in Zimbabwe, en wat is er een hoop te zien daarzo! DIEREN DIEREN overal. Freek gaat op onderzoek en vind in het hoge savanne gras een hoop rode vuurmieren die druk bezig zijn de nectar uit de bloemtjes te halen. Een stukje verder ziet freek een enorme termieten hoop staan, zij zijn op jacht naar allerlei kleine insecten. Verder ziet freek nog een hoop andere insecten en dieren. Een jagende leeuw die opzoek is naar een lekker maaltje, hij jaagt vooral op grote zoogdieren.
Freek wandelt een stukje verder en ziet een grote poel met allerlei dieren, in het water ziet hij een oostelijke smalbekkikkers. Deze kikkersoort eet vooral grote inseceten waaronder termieten. Maar de kikkers moeten oppassen want schoenbekooievaars zijn op jacht. Naast de grote waterpoel staat weer dat hoge savanne gras nu ziet freek dat er ook kleine antiloppes in het gras verscholen zitten, deze zijn natuurlijk aan het schuilen voor al de gevaarlijke roofdieren.
kennisclip: Hoe maak je een voedselweb
Kennisclip: Hoe maak je een voedselweb?
ondersteunde video's
test je zelf
Toets: TEST JE ZELF
Start
De Toets
Toets