De Evolutietheorie

De Evolutietheorie

Home

Wat is evolutie?

Als je thuis op de bank naar national geographic zit te kijke zie je van alles voorbij komen, reusachtige olifanten, zeer giftige slangen, razendsnelle jachtluipaarden en haaien met ontzettend veel vlijmscherpe tanden. Vraag je je weleens af hoe al deze dieren ontstaan zijn en waarom er zo veel verschillende soorten zijn?
Dit ga je allemaal tijdens deze digitale les leren!  

Pixabay - Olifant, Young, Gieter Gat [Foto]. (z.d.) https://pixabay.com/nl/olifant-young-gieter-gat-2380009/

 

Wat ga je precies leren?

Je kunt na deze digitale les beschrijven wat de neodarwinistische evolutietheorie inhoudt.                                               

  Je bent dan bekend met de begrippen:

  • Evolutie
  • Verscheidenheid in genotypen
  • Natuurlijke selectie
  • Soortvorming door isolatie

Evolutie

Alle planten, dieren en andere organismen die nu op aarde leven, hebben niet altijd bestaan. De meeste biologen zijn ervan overtuigd dat de levensvormen op aarde in de loop van zeer lange tijd zijn ontstaan en veranderd. In de loop van miljarden jaren zijn uit eenvoudig gebouwde organismen steeds ingewikkelder gebouwde organismen ontstaan. Deze ontwikkeling wordt evolutie genoemd.

De theorie van de evolutie gaat uit van het ontstaan, veranderen en verdwijnen van soorten. Deze theorie is pas in de negentiende eeuw ontwikkeld. Tot die tijd waren veel biologen ervan overtuigd dat de soorten organismen die op aarde leefden alijd zo hadden bestaan. 

Een andere verklaring voor het ontstaan van het leven op aarde is de theorie van de schepping. De aanhangers van deze theorie (creationisten) baseren zich op de letterlijke uitleg van de bijbel en het eerste boek (Genesis). Hierin staat beschreven hoe de aarde en de basisvormen van organismen zijn geschapen. Creationisten stellen tegenwoordig dat deze basisvormen in de loop van de tijd door mutatie, recombinatie, isolatie en selectie kleine veranderingen hebben ondergaan. Door verandering van het klimaat zijn soorten uitgestorven. We gaan op deze theorie niet verder in.

De theorie van de evolutie is vooral ontwikkeld door de Engelse onderzoeker Charles Darwin. Zijn ideeën zijn naderhand door andere onderzoekers verder uitgewerkt, waarbij vooral ontdekkingen in de erfelijkheidsleer van belang zijn geweest. De grondgedachten van Darwin zijn in de huidige evolutietheorie terug te vinden. We spreken dan ook van de neodarwinistische evolutietheorie of van het neodarwinisme. Deze evolutietheorie gaat uit van verscheidenheid in genotypen, natuurlijke selectie en soortvorming door isolatie.

 

Darwin

Lijkt het je nou interessant om meer te weten te komen over het leven van Charles Darwin? Bekijk dan deze video om een kijkje te kunnen nemen in het leven van Darwin. 

In deze video wordt uitgebreider uitgelegd hoe Darwin nou precies tot zijn theorie kwam en waarom hij het lastig vond om zijn theorie bekend te maken aan het publiek.

Verscheidenheid in genotypen

Als het goed is ben je al bekend met de begrippen genotype en fenotype. Iedereen heeft een unieke samenstelling van genen. Jouw combinatie van genen noem je jouw genotype. Jouw genotype is verantwoordelijk voor hoe je eruit ziet. Hoe je eruit ziet noemen we je fenotype. Je fenotype wordt veroorzaakt door je genotype, maar ook door andere factoren. Wanneer je je haar verft heb je bijvoorbeeld zelf invloed op je fenotype.

Individuen van een soort verschillen van elkaar in genotype. Eerder heb je geleerd dat bij geslachtelijke voortplanting recombinatie optreedt. Bovendien treden er mutaties op. Door mutaties en recombinatie is er een grote verscheidenheid (diversiteit) in genotypen binnen een populatie. De individuen van een populatie kunnen daardoor ook verschillen in fenotype (zie afbeelding).

Verschillende fenotypen binnen een populatie

Natuurlijke selectie

Organismen krijgen meestal veel nakomelingen die niet allemaal in leven kunnen blijven. Slechts enkele nakomelingen worden volwassen en krijgen op hun beurt nakomelingen. Individuen met een betere aanpassing aan het milieu hebben een grotere overlevingskans. Darwin noemde dit natuurlijke selectie.

Van individuen met een gunstig genotype zullen meet nakomelingen in leven blijven dan van individuen met een minder gunstig genotype. Deze selectie leidt ertoe dat soorten voortdurend veranderen. Bij de voorouders van giraffen bijvoorbeeld konden individuen die door een mutatie een wat langere nek hadden aan meer bomen van de bladeren eten. Daardoor hadden deze dieren een grotere overlevingskans, door een opeenvolging van mutaties recombinatie en natuurlijke selectie zouden de huidige giraffen met lange hals zijn ontstaan.

De okapi is de enige nog levende verwant van de giraffe. Ze delen een gezamelijke voorouder.
De okapi is de enige nog levende verwant van de giraffe. Ze hebben een gezamelijke voorouder.

 

Soortvorming door isolatie

Pas als de verschillende vormen van een soort van elkaar geïsoleerd (gescheiden) raken, kunnen op den duur verschillende soorten ontstaan. Doordat de twee vormen steeds meer van elkaar gaan verschillen, zijn individuen van de verschillende vormen niet meer in staat zich onderling voort te planten en daarbij vruchtbare nakomelingen voort te brengen. De twee vormen zijn dan twee soorten geworden. Hetzelfde kan gebeuren als individuen. van één soort geïsoleerd raken. In de loop van de tijd kan dan aanpassing plaatsvinden-aan verschillende milieus.

Een bekend voorbeeld hiervan zijn de darwinvinken. Darwin ontdekte op de Galapagoseilanden voor de westkust van Zuid-Amerika 14 vinkensoorten. De vinken lijken sterk op elkaar. Alleen de bouw van de snavel is verschillend. De bouw van de snavel is aangepast aan het beschikbare voedsel en dit is op de diverse eilandjes verschillend. Doordat de vinken op verschillende eilandjes leven en zich daardoor niet meer onderling voortplanten, zijn verschillende soorten ontstaan. Darwin veronderstelde dat al deze soorten waren ontstaan uit één soort voorouders, die van het Zuid-Amerikaanse vasteland waren overgevlogen.

Als een kleine groep individuen van een soort geïsoleerd raakt, kan een gemuteerd gen snel in frequentie toenemen. Dat wil zeggen dat steeds meer individuen het gemuteerde gen bezitten. Meestal is een gemuteerd gen recessief. In een kleine populatie is de kans groot dat individuen die een gemeenschappelijke voorouder hebben, met elkaar paren. Als de parende individuen beide een recessief gemuteerd gen van de voorouders hebben gekregen, kan dit gen in de nakomelingschap tot uiting komen (Aa x Aa = aa).

Individuen raken vaak door geografische oorzaken geïsoleerd. Het ontstaan van gebergten, eilanden, rivieren, meren e.d. kan isolatie veroorzaken. Zo veronderstelt men dat de continenten miljoenen jaren geleden met elkaar verbonden zijn geweest. Door bewegingen in de aardkorst zijn de continenten langzaam uit elkaar gedreven. Voorouders van organismen uit Afrika zouden zo gescheiden zijn van voorouders van organismen uit Australië en Zuid-Amerika. Dit verklaart misschien waardoor in Australië en Zuid-Amerika buideldieren voorkomen, die op de andere continenten niet (meer) voorkomen.

 

Kennisclip

Kennisclip Evolutie

Schutkleuren spel

Eindtoets

  • Het arrangement De Evolutietheorie is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Shane van der Wal Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2019-01-31 16:24:51
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    HAVO 4;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie; Natuurlijke, seksuele en kunstmatige selectie; Mutatie en recombinatie; Evolutie; Variatie in populaties; Soortvorming;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    1 uur en 0 minuten

    Bronnen

    Bron Type
    Kennisclip Evolutie
    https://youtu.be/dbv_W58KzN8
    Video