Blok: Macht in het dierenrijk hv123

Blok: Macht in het dierenrijk hv123

Macht in het dierenrijk

Intro

Bij dieren die in groepen leven heeft vaak één dier meer macht dan de andere dieren.
Zo’n dier noem je de leider.

In dit blok bestudeer je het gedrag van dieren en mensen in groepen.
Als eindopdracht onderzoek je hoe gedrag van mensen kan worden beïnvloed.

Startopdracht A

Manieren om te leiden

Er zijn verschillende manieren om de leider te zijn.
Je gaat twee filmpjes bekijken.

  • Lees eerst de vragen goed door.
  • Bekijk de filmpjes.
  • Beantwoord daarna de vragen.
  • Bespreek de antwoorden in de klas.

1. Paarden

De twee paarden Roos en Zina staan al enkele jaren in een natuurgebied bij Tilburg.
Vandaag kwamen daar twee paarden bij. Bekijk hier een video van deze introductie.

  1. Hoe verloopt de eerste kennismaking van de twee nieuwkomers?
  2. Kun je uit het filmpje opmaken welk paard de leider is?
  3. Op welke manier laat de leider zien dat hij/zij de leider is?
  4. Worden de twee nieuwe paarden uiteindelijk geaccepteerd door de kudde?
    Waaruit maak je dat op?

2. Leeuwen en olifanten

  1. Welke twee typen leiderschap komen voor in het filmpje?
  2. Welke verschillen zijn er tussen de twee typen leiderschap?
  3. ★ Heb je het blok ‘Zenden en ontvangen’  uit het Thema Waarnemen en reageren ook al gedaan?
    Bespreek dan het commentaar dat bij het filmpje is ingesproken.
    Wat valt je op? Hoe zou jij het doen?

Startopdracht B

Leiderschap

  • In twee- of drietallen.

In de filmpjes heb je een paar manieren van leiderschap gezien.

  1. Kennen jullie nog andere vormen van leiderschap bij dieren? Geef voorbeelden.
  2. Jij hebt ook dagelijks te maken met leiding: thuis, op school of bij een vereniging. Ervaar je daar verschillende manier van leiding geven? Kun je ze beschrijven?
  3. Ook in je klas zijn leiders. Hoe werkt dat leiderschap? Wat maakt iemand tot een leider?
  4. Is de leider steeds dezelfde?
  5. Hoe vind jij het om een leider te hebben? Of om een leider te zijn?

Voordat je begint

Benodigdheden:

  • grote petrischaal met deksel (of andere grote schaal)
  • insecten (pissebedden, mieren, meelwormen, fruitvliegjes)
  • afhankelijk van de onderzoeksvraag: havervlokken, suikerstroop, dennennaalden, aardappel, (sinaas)appel, vochtig filtreerpapier, ijsblokjes, heat pack (rijstkorrels in een katoenen zakje), zaklamp, verduisteringspapier.


Tijd blok:
6 uur

Leerdoelen en vaardigheden

Je kunt:

  • een beschrijving geven van verschillende manieren van groepsvorming in het dierenrijk en met voorbeelden toelichten;
  • aan de hand van een protocol van bepaalde gedragselementen de rangorde in een groep dieren vaststellen;
  • met voorbeelden verschillende vormen van leren en sociaal gedrag noemen en de functie(s) daarvan aangeven;
  • in situaties de rol beoordelen van gewenning, inprenten, trial & error, verbanden leggen, imiteren, belonen en straffen en inzicht;
  • voorbeelden geven van taakverdeling binnen groepen en rangorde;
  • voorbeelden geven van imponeergedrag en verzoeningsgedrag;
  • voorbeelden geven van rolpatronen en van normen en waarden bij mensen;
  • aan de hand van voorbeelden uitleggen hoe menselijk gedrag beïnvloed wordt door wat anderen om je heen doen of normaal vinden.

Stap 1

Opdracht 1

Spreeuw

Sommige dieren leven alleen.
Veel andere dieren leven in groepen, bijvoorbeeld spreeuwen, dolfijnen, koeien en zebra’s.
Toch is niet elke groep hetzelfde!

Spreeuwen

Bestudeer uit de Kennisbank de pagina's Leven in een groep en Sociaal gedrag.

Sociaal gedrag

Bekijk het filmpje over een spreeuwenzwerm.

Beantwoord daarna de vragen.

Opdracht 2

Schaapskudde

Bekijk het filmpje over een schaapskudde en beantwoord daarna de vragen.

Een zwerm of een kudde lijkt chaotisch, maar dat is het niet.
Dankzij twee vaste regels botsen er nooit dieren op elkaar.

  1. Volg het dier voor je.
  2. Ga even hard als het dier naast je.

Opdracht 3

Mensen in groepen

Mensen in groepen zijn meestal minder voorspelbaar in hun gedrag dan schapen.
Maar als er een sterke leider is, ontstaat er soms een eenheid.

In veel situaties is er geen duidelijke leider in een groep mensen.
Gedragen mensen zich dan toch volgens bepaalde patronen? Hebben mensen bepaalde ‘regels’?
Je bekijkt een aantal voorbeelden.

Opdracht 4

Sturen van grote groepen

Bij grote evenementen of op drukke plaatsen is het belangrijk om het gedrag van mensen te kunnen voorspellen en eventueel te kunnen sturen. Wetenschappers maken daar modellen voor.
Bekijk het volgende filmpje.

Opdracht 5

Kan het sneller?

Hoe meer mensen er rondom een deur staan, hoe minder mensen er doorheen kunnen. Sta je vooraan, dan voel je namelijk niet alleen mensen achter je duwen, maar ook naast je, waardoor het moeilijker wordt om je door de deur te wringen.

Duwen verstopt dus de ingang. Vergelijk het met een pak cornflakes: je schudt, er komen wat cornflakes uit, maar al snel komt er niets meer uit en moet je weer schudden om de cornflakes ruimte te geven. De schapen uit het filmpje in Opdracht 2 kennen deze regel blijkbaar!

Zijn er op jullie school ook knelpunten in de doorstroming op drukke plaatsen?

  • Maak in de klas een lijstje van deze knelpunten.
  • Bedenk samen hoe het beter kan.
  • Hoe kun je leerlingen sturen om het op 'de nieuwe manier' te doen?

Opdracht 6

Reageren op prikkels

Elk gedrag is een reactie op prikkels.
★ Heb je het blok Zenden en ontvangen in thema Waarnemen en reageren gedaan?
Dan heb je daarover al veel geleerd.
Heb je dat nog niet gedaan of weet je het niet meer precies, kijk dan eerst naar Stap 3 van dat blok.

Daarna kijk je hoe voorspelbaar het gedrag van insecten is.
Reageren alle insecten van de testgroep op dezelfde manier op een bepaalde uitwendige prikkel? Kun je gedrag inderdaad voorspellen?

Download het werkblad: Dieren reageren op prikkels
Voer de proeven uit en lever het na afloop in bij je docent.

Stap 2

Opdracht 1

In sociale groepen herkennen dieren elkaar en er is een taakverdeling.
Bij sommige soorten herkennen de dieren elkaar individueel.
Dat betekent dat er ook individuele verschillen zijn, bijvoorbeeld in de de manier waarop de dieren met elkaar omgaan.

Mieren

  • Bestudeer uit de Kennisbank de pagina's t/m Normen en waarden.

Sociaal gedrag

  • Bekijk de drie filmpjes en beantwoord dan de vragen.

Taakverdeling

Feromonen

Teamwork

 

Opdracht 2

Pikorde

  • Bekijk het filmpje over de pikorde bij kippen.
  • Beantwoord daarna de vragen.

Een groep kippen is gedurende enige tijd geobserveerd. In de figuur is het pikgedrag aangegeven.
Een pijl wijst naar de kip die door een ander wordt gepikt.

Opdracht 3

Gedrag van kippen bestuderen

  • In tweetallen.

Op een kinderboerderij of stadsboerderij zijn vaak kippen. Daar kun je het gedrag van kippen goed waarnemen.
Overleg met je docent wanneer je de opdracht kan gaan doen.

Download het werkblad: Kippengedrag

Lever het ingevulde werkblad na afloop bij je docent in.

Opdracht 4

Mantelbavianen

Bekijk het filmpje en beantwoord daarna de vragen.

Opdracht 5

Rangorde bij bavianen

In een bavianengroep bestaat een rangorde onder de vrouwtjes.
Wanneer er weinig voedsel is, lopen de spanningen op en ontstaan conflicten. Er treedt dan onder andere dreiggedrag op tussen de vrouwtjes van een groep. Ze laten bijvoorbeeld de hoektanden zien.

Het diagram geeft de resultaten weer van een onderzoek naar dit dreiggedrag.

Opdracht 6

Verzoeningsgedrag

In elke groep komt ruzie voor. De ruzie wordt vaak bijgelegd voordat er een echte strijd ontstaat.

Lees in de Kennisbank over agressief gedrag en verzoeningsgedrag.

Sociaal gedrag

Hieronder zie je twee afbeeldingen van verzoeningsgedrag.

Opdracht 7

Chimpansees

Bij chimpansees in Ivoorkust in Afrika wordt een onderzoek gedaan naar de rangorde van de vrouwtjes in een groep.
De onderzoekers ontdekken dat apen met een lagere rang met bepaalde geluiden een aap met een hogere rang begroeten. Hoger geplaatste chimpansees begroeten apen met een lagere rang niet met die geluiden.

Gedurende een periode noteren de onderzoekers het aantal van die begroetingen van de apen.
In de tabel hieronder staan de aantallen begroetingen tussen vijf vrouwtjesapen in die periode
Beantwoord de volgende vragen.

Aantal begroetingen tijdens het onderzoek

Apen die begroet worden

Ans

Bes

Cis

Do

Els

Apen die groeten

Ans

-

6

0

7

2

Bes

0

-

0

7

0

Cis

5

5

-

10

2

Do

0

0

0

-

0

Els

0

5

0

4

-

 

Stap 3

Opdracht 1

Leren leven in een groep

Elk dier dat in een sociale groep opgroeit, leert om te overleven.
Maar dat is niet alles! Het dier zal ook de regels van de groep moeten leren.
Leren begint al vanaf de geboorte.

Bekijk de twee filmpjes:

Aangeboren of erfelijk


Een nieuwe hond

Opdracht 2

Wolfskinderen

In 1717 werd in de bossen rond Zwolle een meisje gevonden.
Lees de tekst over dit meisje en beantwoord daarna de vragen.

Verhaal: Het wolfskind van de Kranenburg

Historici hebben niet kunnen achterhalen hoe het meisje in de bossen is gekomen en hoe ze daar heeft kunnen overleven.
Vaststaat dat ze heeft moeten leren te overleven!

Leren

Leren kan op veel manieren. Lees in Kennisbank welke vormen van leren er zijn.

Leren

Opdracht 3

Opvoeden van een hond

Als je een hond hebt, moet jij bovenaan staan in de rangorde!
Jij bent de leider van de roedel.
Dat niet iedereen de baas is over zijn hond, bewijst het volgende filmpje.

Hoe zorg je ervoor dat jij een goede roedelleider bent?
Dat lees je hier: De Roedelleider.

Opdracht 4

Geef een poot

  • In tweetallen.

Heb je zelf een huisdier dat je iets hebt geleerd of afgeleerd?
Beschrijf dan aan elkaar hoe je dat hebt gedaan.

  • Welke leerprocessen heb je gebruikt?
  • Wat lukte wel en wat juist niet?

Heb je geen huisdier? Of heb je zelf nooit geprobeerd een dier iets te leren?
Zoek dan een filmpje van iemand die dat wel gedaan heeft.
Leg aan elkaar stap voor stap uit wat je hebt gedaan en hoe de training is gegaan.

Opdracht 5

Normen en waarden

  • In drietallen.

In sociale groepen gaan dieren op een bepaalde manier met elkaar om. Voor een deel is dat gedrag aangeboren, voor een deel leren de jongen het gedrag van hun ouders.
Ook in mensengroepen is dat zo.

  • Lees in de Kennisbank de pagina's Normen en waarden en Rolpatroon.

Sociaal gedrag

Beantwoord samen de volgende vragen:

  1. Zijn er normen die voor jullie niet herkenbaar zijn?
    Is dat voor iedereen hetzelfde? Zijn er verschillen?
    Hoe komt dat?
  2. Leef je altijd volgens deze normen? Waarom wel of niet?
  3. In verschillende culturen kunnen de normen en waarden heel anders worden uitgelegd.
    Op het werkblad vind je een aantal voorbeelden.
    Zijn er verschillen die jullie herkennen? Welke gevolgen heeft dat?
    Hoe zou je dat oplossen?

Maak een kort verslag (ongeveer 250 woorden) van deze groepsactiviteit en lever je verslag in.

Verslag schrijven

Een verslag is een goede manier om een onderzoek te beschrijven dat je hebt uitgevoerd.        

 

Stap 4

Opdracht 1

Beïnvloeden van gedrag

In de vorige stappen ging het om gedrag van sociale dieren.
Veel daarvan geldt ook voor mensen. Mensen zijn toch ook sociale dieren.
Ook zij hebben te maken met leiders en macht.

'Macht' betekent dat je het gedrag van mensen kunt beïnvloeden. De leider stuurt het gedrag van de groep.
In sommige landen nemen de leiders zoveel macht dat de inwoners weinig te zeggen hebben.

Bekijk de video.

Maar je gedrag kan ook worden gestuurd zonder dat je het in de gaten hebt!
Kijk maar eens naar dit filmpje uit Klokhuis over onbewuste beïnvloeding.

Oefening 1: Wat beïnvloedt jouw gedrag?

  • In drie- of viertallen.

Uitwendige prikkels zoals temperatuur en geuren hebben invloed op jouw gedrag.
In deze opdracht kijk je vooral naar factoren vanuit de maatschappij. Hoe wordt ons gedrag gestuurd?

Om je op weg te helpen, staan hieronder een aantal linkjes naar teksten en filmpjes.

  • Verdeel de teksten en filmpjes over de groepsleden. Lees de teksten en bekijk de filmpjes.
  • Leg aan elkaar uit op welke manier het gedrag wordt gestuurd.
  • Zoek eventueel nog andere voorbeelden erbij.
  • Bespreek met elkaar de volgende vragen:
    1. Welke manieren hebben het meest effect op jullie? Of zouden effect op jullie kunnen hebben? Hoe komt dat?
    2. En welke manieren het minst? Hoe komt dat? Is dat voor jullie allemaal hetzelfde?
  • Geef elke prikkel een score van 1 t/m 10.
    Geef een 10 aan een prikkel waarvoor jullie heel gevoelig zijn. Geef een 0 aan een prikkel waar je niet op zou reageren.
  • Verzamel de scores van de hele klas. Welke staat bovenaan? Welke onderaan?
  1. Gebruik van kleur:
    Artikel: Minder snacken door onbewuste beïnvloeding met rode chips
  2. Social media:
  3. Marketing
  4. Games
  5. Macht van de groep
    Artikel: Koopgedrag helft kinderen beïnvloed door vlogs
  6. Challenge
    Artikel: Maak scholieren bewust van gevaren internet-challenges!
  7. Geuren
  8. Winkelinrichting

Opdracht 2

Nudging

Soms zou je graag willen dat iedereen een bepaald gedrag vertoont omdat het voor veel mensen beter zou zijn. Bijvoorbeeld afval in de prullenbak gooien.
Mensen een klein zetje in de goede richting geven noem je nudging.

In het filmpje zie je twee experimenten om mensen te bewegen de trap te nemen in plaats van de lift.
Kunnen jullie na het bekijken van dit filmpje nog een oplossing bedenken die in deze bibliotheek effect zou kunnen hebben?


Tot slot

Opdracht: Ontwerp een nudge

Om dit thema af te ronden ontwerp je zelf een ‘nudge’.
Dit doe je samen een of meerdere klasgenoten.
Gebruik het werkblad ‘Nudge’ bij elke stap van deze opdracht. ​

Maak eerst een plan van aanpak.

  1. Bedenk welk gedrag van mensen in je omgeving (school, buurt, vereniging) jij zou willen beïnvloeden en waarom.
    Niet elk gedrag is makkelijk te sturen. De meest geschikte situatie om nudging toe te passen is als er sprake is van een gedrag dat mensen eigenlijk wel willen, maar nét niet doen, zoals bij de prullenbak op de foto.

  2. Op welke manier zou je dat kunnen doen? Hoe ga je de doelgroep bereiken en beïnvloeden? Welke prikkel gebruik je? Ga je bijvoorbeeld werken met straffen en belonen? Kijk ook goed naar je lijstje uit opdracht 1 van deze stap!

  3. Ontwerp je nudge. Zoek eventueel eerst enkele voorbeelden van bestaande nudges die je zou kunnen gebruiken of aanpassen. Maak een foto of filmpje van je nudge.

  4. Meet of je nudge effect heeft.
    Doe een meting vóór het toepassen van je nudge en erna. Je kunt bijvoorbeeld het gedrag filmen. Een andere manier is een bepaalde periode tellen hoe vaak het gewenste en het ongewenste gedrag voorkomt.

Bespreek het plan van aanpak met je docent.
​Overleg òf en eventueel wanneer je het plan gaat uitvoeren.

Begrippenlijst

  • gedrag
  • prikkel
  • groepsvorming
  • territoriumgedrag
  • verzoeningsgedrag
  • sociaal gedrag
  • rangorde
  • taakverdeling
  • leren
  • rolpatronen
  • ethogram
  • protocol
  • normen
  • waarden
  • Het arrangement Blok: Macht in het dierenrijk hv123 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-10-24 14:46:01
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit blok hoort bij het thema 'Macht en regels', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Mens en Natuur voor niveau hv123. In dit blok onderzoek je aan de hand van verschillende opdrachten de fascinerende wereld van groepsgedrag bij dieren en mensen. Je duikt in de dynamiek van macht en leiderschap in het dierenrijk, waarbij één dier vaak boven de anderen uittorent als leider. Je leert aan de hand van een protocol van bepaalde gedragselementen de rangorde in een groep dieren vaststellen en de functies van sociaal gedrag aangeven. Ook leer je in specifieke situaties beoordelen wat de rol van gewenning, imprenten, trail&error, imiteren, etc. is. Ook ga je kijken naar rolpatronen en normen en waarden bij mensen. Wanneer je alle opdrachten hebt doorlopen kan je het blok gaan afronden. Je gaat in een groepje een 'nudge' ontwerpen. Je maakt hierbij gebruik van een werkblad. Veel succes!
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VWO 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO theoretische leerweg, 1; HAVO 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2; VWO 1; HAVO 3; VWO 3; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Interactie; NaSk; Biologie; Mens en natuur; Natuur en leven; Mens en gezondheid; Ecosysteem;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    6 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, gedrag, groepsvorming, hv123, macht en regels, macht in het dierenrijk, mens en natuur, rolpatronen, sociaal gedrag, stercollectie

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content - Kennisbanken. (2017).

    Kennisbank Biologie

    https://maken.wikiwijs.nl/87304/Kennisbank_Biologie