Bij dieren die in groepen leven heeft vaak één dier meer macht dan de andere dieren.
Zo’n dier noem je de leider.
In dit blok bestudeer je het gedrag van dieren en mensen in groepen.
Als eindopdracht onderzoek je hoe gedrag van mensen kan worden beïnvloed.
Startopdracht A
Manieren om te leiden
Er zijn verschillende manieren om de leider te zijn.
Je gaat twee filmpjes bekijken.
Lees eerst de vragen goed door.
Bekijk de filmpjes.
Beantwoord daarna de vragen.
Bespreek de antwoorden in de klas.
1. Paarden
De twee paarden Roos en Zina staan al enkele jaren in een natuurgebied bij Tilburg.
Vandaag kwamen daar twee paarden bij. Bekijk hier een video van deze introductie.
Hoe verloopt de eerste kennismaking van de twee nieuwkomers?
Kun je uit het filmpje opmaken welk paard de leider is?
Op welke manier laat de leider zien dat hij/zij de leider is?
Worden de twee nieuwe paarden uiteindelijk geaccepteerd door de kudde?
Waaruit maak je dat op?
2. Leeuwen en olifanten
Welke twee typen leiderschap komen voor in het filmpje?
Welke verschillen zijn er tussen de twee typen leiderschap?
★ Heb je het blok ‘Zenden en ontvangen’ uit het Thema Waarnemen en reageren ook al gedaan?
Bespreek dan het commentaar dat bij het filmpje is ingesproken.
Wat valt je op? Hoe zou jij het doen?
Startopdracht B
Leiderschap
In twee- of drietallen.
In de filmpjes heb je een paar manieren van leiderschap gezien.
Kennen jullie nog andere vormen van leiderschap bij dieren? Geef voorbeelden.
Jij hebt ook dagelijks te maken met leiding: thuis, op school of bij een vereniging. Ervaar je daar verschillende manier van leiding geven? Kun je ze beschrijven?
Ook in je klas zijn leiders. Hoe werkt dat leiderschap? Wat maakt iemand tot een leider?
Is de leider steeds dezelfde?
Hoe vind jij het om een leider te hebben? Of om een leider te zijn?
Voordat je begint
Benodigdheden:
grote petrischaal met deksel (of andere grote schaal)
afhankelijk van de onderzoeksvraag: havervlokken, suikerstroop, dennennaalden, aardappel, (sinaas)appel, vochtig filtreerpapier, ijsblokjes, heat pack (rijstkorrels in een katoenen zakje), zaklamp, verduisteringspapier.
Tijd blok:
6 uur
Leerdoelen en vaardigheden
Je kunt:
een beschrijving geven van verschillende manieren van groepsvorming in het dierenrijk en met voorbeelden toelichten;
aan de hand van een protocol van bepaalde gedragselementen de rangorde in een groep dieren vaststellen;
met voorbeelden verschillende vormen van leren en sociaal gedrag noemen en de functie(s) daarvan aangeven;
in situaties de rol beoordelen van gewenning, inprenten, trial & error, verbanden leggen, imiteren, belonen en straffen en inzicht;
voorbeelden geven van taakverdeling binnen groepen en rangorde;
voorbeelden geven van imponeergedrag en verzoeningsgedrag;
voorbeelden geven van rolpatronen en van normen en waarden bij mensen;
aan de hand van voorbeelden uitleggen hoe menselijk gedrag beïnvloed wordt door wat anderen om je heen doen of normaal vinden.
Stap 1
Opdracht 1
Sommige dieren leven alleen.
Veel andere dieren leven in groepen, bijvoorbeeld spreeuwen, dolfijnen, koeien en zebra’s.
Toch is niet elke groep hetzelfde!
Spreeuwen
Bestudeer uit de Kennisbank de pagina's Leven in een groep en Sociaal gedrag.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bekijk het filmpje over een schaapskudde en beantwoord daarna de vragen.
Een zwerm of een kudde lijkt chaotisch, maar dat is het niet.
Dankzij twee vaste regels botsen er nooit dieren op elkaar.
Volg het dier voor je.
Ga even hard als het dier naast je.
Opdracht 3
Mensen in groepen
Mensen in groepen zijn meestal minder voorspelbaar in hun gedrag dan schapen.
Maar als er een sterke leider is, ontstaat er soms een eenheid.
In veel situaties is er geen duidelijke leider in een groep mensen.
Gedragen mensen zich dan toch volgens bepaalde patronen? Hebben mensen bepaalde ‘regels’?
Je bekijkt een aantal voorbeelden.
Oefening: Voorbeeld 2
0%
Ook sociale dieren hebben behoefte aan een persoonlijke ruimte om zich heen.
Hoe groot die is, hangt af van het soort contact.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bij grote evenementen of op drukke plaatsen is het belangrijk om het gedrag van mensen te kunnen voorspellen en eventueel te kunnen sturen. Wetenschappers maken daar modellen voor.
Bekijk het volgende filmpje.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Hoe meer mensen er rondom een deur staan, hoe minder mensen er doorheen kunnen. Sta je vooraan, dan voel je namelijk niet alleen mensen achter je duwen, maar ook naast je, waardoor het moeilijker wordt om je door de deur te wringen.
Duwen verstopt dus de ingang. Vergelijk het met een pak cornflakes: je schudt, er komen wat cornflakes uit, maar al snel komt er niets meer uit en moet je weer schudden om de cornflakes ruimte te geven. De schapen uit het filmpje in Opdracht 2 kennen deze regel blijkbaar!
Zijn er op jullie school ook knelpunten in de doorstroming op drukke plaatsen?
Maak in de klas een lijstje van deze knelpunten.
Bedenk samen hoe het beter kan.
Hoe kun je leerlingen sturen om het op 'de nieuwe manier' te doen?
Opdracht 6
Reageren op prikkels
Elk gedrag is een reactie op prikkels.
★ Heb je het blok Zenden en ontvangen in thema Waarnemen en reageren gedaan?
Dan heb je daarover al veel geleerd.
Heb je dat nog niet gedaan of weet je het niet meer precies, kijk dan eerst naar Stap 3 van dat blok.
Daarna kijk je hoe voorspelbaar het gedrag van insecten is.
Reageren alle insecten van de testgroep op dezelfde manier op een bepaalde uitwendige prikkel? Kun je gedrag inderdaad voorspellen?
In sociale groepen herkennen dieren elkaar en er is een taakverdeling.
Bij sommige soorten herkennen de dieren elkaar individueel.
Dat betekent dat er ook individuele verschillen zijn, bijvoorbeeld in de de manier waarop de dieren met elkaar omgaan.
Mieren
Bestudeer uit de Kennisbank de pagina's t/m Normen en waarden.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Een groep kippen is gedurende enige tijd geobserveerd. In de figuur is het pikgedrag aangegeven.
Een pijl wijst naar de kip die door een ander wordt gepikt.
Opdracht 3
Gedrag van kippen bestuderen
In tweetallen.
Op een kinderboerderij of stadsboerderij zijn vaak kippen. Daar kun je het gedrag van kippen goed waarnemen.
Overleg met je docent wanneer je de opdracht kan gaan doen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In een bavianengroep bestaat een rangorde onder de vrouwtjes.
Wanneer er weinig voedsel is, lopen de spanningen op en ontstaan conflicten. Er treedt dan onder andere dreiggedrag op tussen de vrouwtjes van een groep. Ze laten bijvoorbeeld de hoektanden zien.
Het diagram geeft de resultaten weer van een onderzoek naar dit dreiggedrag.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Hieronder zie je twee afbeeldingen van verzoeningsgedrag.
Opdracht 7
Chimpansees
Bij chimpansees in Ivoorkust in Afrika wordt een onderzoek gedaan naar de rangorde van de vrouwtjes in een groep.
De onderzoekers ontdekken dat apen met een lagere rang met bepaalde geluiden een aap met een hogere rang begroeten. Hoger geplaatste chimpansees begroeten apen met een lagere rang niet met die geluiden.
Gedurende een periode noteren de onderzoekers het aantal van die begroetingen van de apen.
In de tabel hieronder staan de aantallen begroetingen tussen vijf vrouwtjesapen in die periode
Beantwoord de volgende vragen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Elk dier dat in een sociale groep opgroeit, leert om te overleven.
Maar dat is niet alles! Het dier zal ook de regels van de groep moeten leren.
Leren begint al vanaf de geboorte.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Historici hebben niet kunnen achterhalen hoe het meisje in de bossen is gekomen en hoe ze daar heeft kunnen overleven.
Vaststaat dat ze heeft moeten leren te overleven!
Leren
Leren kan op veel manieren. Lees in Kennisbank welke vormen van leren er zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Als je een hond hebt, moet jij bovenaan staan in de rangorde!
Jij bent de leider van de roedel.
Dat niet iedereen de baas is over zijn hond, bewijst het volgende filmpje.
Hoe zorg je ervoor dat jij een goede roedelleider bent?
Dat lees je hier: De Roedelleider.
Opdracht 4
Geef een poot
In tweetallen.
Heb je zelf een huisdier dat je iets hebt geleerd of afgeleerd?
Beschrijf dan aan elkaar hoe je dat hebt gedaan.
Welke leerprocessen heb je gebruikt?
Wat lukte wel en wat juist niet?
Heb je geen huisdier? Of heb je zelf nooit geprobeerd een dier iets te leren?
Zoek dan een filmpje van iemand die dat wel gedaan heeft.
Leg aan elkaar stap voor stap uit wat je hebt gedaan en hoe de training is gegaan.
Opdracht 5
Normen en waarden
In drietallen.
In sociale groepen gaan dieren op een bepaalde manier met elkaar om. Voor een deel is dat gedrag aangeboren, voor een deel leren de jongen het gedrag van hun ouders.
Ook in mensengroepen is dat zo.
Lees in de Kennisbank de pagina's Normen en waarden en Rolpatroon.
Zijn er normen die voor jullie niet herkenbaar zijn?
Is dat voor iedereen hetzelfde? Zijn er verschillen?
Hoe komt dat?
Leef je altijd volgens deze normen? Waarom wel of niet?
In verschillende culturen kunnen de normen en waarden heel anders worden uitgelegd. Op het werkblad vind je een aantal voorbeelden.
Zijn er verschillen die jullie herkennen? Welke gevolgen heeft dat?
Hoe zou je dat oplossen?
Maak een kort verslag (ongeveer 250 woorden) van deze groepsactiviteit en lever je verslag in.
Een verslag is een goede manier om een onderzoek te beschrijven dat je hebt uitgevoerd.
Stap 4
Opdracht 1
Beïnvloeden van gedrag
In de vorige stappen ging het om gedrag van sociale dieren.
Veel daarvan geldt ook voor mensen. Mensen zijn toch ook sociale dieren.
Ook zij hebben te maken met leiders en macht.
'Macht' betekent dat je het gedrag van mensen kunt beïnvloeden. De leider stuurt het gedrag van de groep.
In sommige landen nemen de leiders zoveel macht dat de inwoners weinig te zeggen hebben.
Bekijk de video.
Maar je gedrag kan ook worden gestuurd zonder dat je het in de gaten hebt!
Kijk maar eens naar dit filmpje uit Klokhuis over onbewuste beïnvloeding.
Oefening 1: Wat beïnvloedt jouw gedrag?
In drie- of viertallen.
Uitwendige prikkels zoals temperatuur en geuren hebben invloed op jouw gedrag.
In deze opdracht kijk je vooral naar factoren vanuit de maatschappij. Hoe wordt ons gedrag gestuurd?
Om je op weg te helpen, staan hieronder een aantal linkjes naar teksten en filmpjes.
Verdeel de teksten en filmpjes over de groepsleden. Lees de teksten en bekijk de filmpjes.
Leg aan elkaar uit op welke manier het gedrag wordt gestuurd.
Zoek eventueel nog andere voorbeelden erbij.
Bespreek met elkaar de volgende vragen:
Welke manieren hebben het meest effect op jullie? Of zouden effect op jullie kunnen hebben? Hoe komt dat?
En welke manieren het minst? Hoe komt dat? Is dat voor jullie allemaal hetzelfde?
Geef elke prikkel een score van 1 t/m 10.
Geef een 10 aan een prikkel waarvoor jullie heel gevoelig zijn. Geef een 0 aan een prikkel waar je niet op zou reageren.
Verzamel de scores van de hele klas. Welke staat bovenaan? Welke onderaan?
Soms zou je graag willen dat iedereen een bepaald gedrag vertoont omdat het voor veel mensen beter zou zijn. Bijvoorbeeld afval in de prullenbak gooien.
Mensen een klein zetje in de goede richting geven noem je nudging.
In het filmpje zie je twee experimenten om mensen te bewegen de trap te nemen in plaats van de lift.
Kunnen jullie na het bekijken van dit filmpje nog een oplossing bedenken die in deze bibliotheek effect zou kunnen hebben?
Tot slot
Opdracht: Ontwerp een nudge
Om dit thema af te ronden ontwerp je zelf een ‘nudge’.
Dit doe je samen een of meerdere klasgenoten.
Gebruik het werkblad ‘Nudge’ bij elke stap van deze opdracht.
Maak eerst een plan van aanpak.
Bedenk welk gedrag van mensen in je omgeving (school, buurt, vereniging) jij zou willen beïnvloeden en waarom.
Niet elk gedrag is makkelijk te sturen. De meest geschikte situatie om nudging toe te passen is als er sprake is van een gedrag dat mensen eigenlijk wel willen, maar nét niet doen, zoals bij de prullenbak op de foto.
Op welke manier zou je dat kunnen doen? Hoe ga je de doelgroep bereiken en beïnvloeden? Welke prikkel gebruik je? Ga je bijvoorbeeld werken met straffen en belonen? Kijk ook goed naar je lijstje uit opdracht 1 van deze stap!
Ontwerp je nudge. Zoek eventueel eerst enkele voorbeelden van bestaande nudges die je zou kunnen gebruiken of aanpassen. Maak een foto of filmpje van je nudge.
Meet of je nudge effect heeft.
Doe een meting vóór het toepassen van je nudge en erna. Je kunt bijvoorbeeld het gedrag filmen. Een andere manier is een bepaalde periode tellen hoe vaak het gewenste en het ongewenste gedrag voorkomt.
Bespreek het plan van aanpak met je docent.
Overleg òf en eventueel wanneer je het plan gaat uitvoeren.
Het arrangement Blok: Macht in het dierenrijk hv123 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Dit blok hoort bij het thema 'Macht en regels', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Mens en Natuur voor niveau hv123. In dit blok onderzoek je aan de hand van verschillende opdrachten de fascinerende wereld van groepsgedrag bij dieren en mensen. Je duikt in de dynamiek van macht en leiderschap in het dierenrijk, waarbij één dier vaak boven de anderen uittorent als leider. Je leert aan de hand van een protocol van bepaalde gedragselementen de rangorde in een groep dieren vaststellen en de functies van sociaal gedrag aangeven. Ook leer je in specifieke situaties beoordelen wat de rol van gewenning, imprenten, trail&error, imiteren, etc. is. Ook ga je kijken naar rolpatronen en normen en waarden bij mensen.
Wanneer je alle opdrachten hebt doorlopen kan je het blok gaan afronden. Je gaat in een groepje een 'nudge' ontwerpen. Je maakt hierbij gebruik van een werkblad. Veel succes!
Dit blok hoort bij het thema 'Macht en regels', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Mens en Natuur voor niveau hv123. In dit blok onderzoek je aan de hand van verschillende opdrachten de fascinerende wereld van groepsgedrag bij dieren en mensen. Je duikt in de dynamiek van macht en leiderschap in het dierenrijk, waarbij één dier vaak boven de anderen uittorent als leider. Je leert aan de hand van een protocol van bepaalde gedragselementen de rangorde in een groep dieren vaststellen en de functies van sociaal gedrag aangeven. Ook leer je in specifieke situaties beoordelen wat de rol van gewenning, imprenten, trail&error, imiteren, etc. is. Ook ga je kijken naar rolpatronen en normen en waarden bij mensen.
Wanneer je alle opdrachten hebt doorlopen kan je het blok gaan afronden. Je gaat in een groepje een 'nudge' ontwerpen. Je maakt hierbij gebruik van een werkblad. Veel succes!
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Leven in groepen
Voorbeeld 2
Sturen van grote groepen
Mieren
Mantelbavianen
Rangorde bij bavianen
Chimpansees
Leren leven in een groep
Vormen van leren
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.