Welkom op de wikiwijspagina van basisschool de Nieuwe Haven.
Op deze wikiwijspagina kun je de volgende onderwerpen vinden:
Hoe werk je met het programma WORD.
Hoe werk je met het programma EXCEL.
Programmeren kun je leren.
Het begin van WISKUNDE.
Word: Hoe werk je met het programma WORD
Opdracht 1.1 Basiskennis Word
Deze oefening is bedoeld om te kijken wat je allemaal al kunt met het programma Word.
Je zult Word veel gebruiken bij het maken van werkstukken. En zo'n werkstuk moet er natuurlijk netjes uitzien. Binnen Word zijn daar veel mogelijkheden voor. Die mogelijkheden moet je dus goed kennen. Daar dient deze oefening voor.
Het geeft helemaal niets als je sommige opdrachten niet kunt uitvoeren. Die opdrachten ga je dan straks oefenen.
Voor deze opdracht heb je onderstaand Word document nodig.
Open het bestand 'Basiskennis Word' door er op te klikken,
lees alle opdrachtjes goed door en voer ze uit in het document zelf.
Klaar? Als je klaar bent begin je aan opdracht 1.2
Word opdrachten ......................................................................................................
Door het maken van de volgende opdracht herhaal je alle stappen die je in de vorige opdracht geleerd hebt nog eens.
De tekst waarmee je aan de slag moet download je hier.
In deze tekst is alleen de inhoud van de tekst in orde gemaakt, de rest moet jij doen.
Loop de opdrachten die hieronder staan door en werk de tekst om naar een net document.
1. Bewaar het document, nadat je je eigen naam onderaan de tekst hebt gezet.
Je moet nu tussendoor regelmatig even je document opslaan
2. Selecteer de titel (Tekstverwerken.)
3. Zorg ervoor dat de titel met grotere letters
wordt geschreven.
Kies voor de lettergrootte 15 punts
4. Zet op de dezelfde manier de 2e kop (Wat is tekstverwerken?) op 13 punts grootte.
5. Doe hetzelfde met de andere 2 koppen en laat je werk controleren voordat je verder gaat.
6. Alle andere tekst moet nu in lettergrootte 10 (punt) worden gezet. Doe dat.
Als dit is gelukt laat je je werk weer controleren.
7. Denk je dat er een andere aanpak mogelijk is dan wat je hiervoor hebt gedaan?
Het volgende wat je gaat aanpakken is het lettertype.
Op de meeste computers heb je de beschikking over
(veel!) verschillende lettertypes.
Niet alle lettertypes kun je voor hetzelfde doel gebruiken.
Een uitnodiging voor een feestje ziet er duidelijk anders
uit dan een zakelijke brief.
Je moet ook in één document niet te veel verschillende lettertypes gebruiken.
Een vuistregel: niet meer dan 3 verschillende lettertypes.
Wat mooi is blijft een kwestie van smaak, maar als een tekst te druk is opgemaakt vinden de meeste mensen dat minder prettig leesbaar.
De tekst is nu opgemaakt in een Courier letter (die was vroeger op veel typemachines standaard). Alle letters en tekens zijn bij dit type even breed.
Bij andere lettertypes is vaak sprake van proportioneel schrift. De letters en tekens zijn dan niet meer allemaal even breed. De i bijvoorbeeld is dan veel smaller dan de M. Dit soort lettertypes zorgen ervoor dat een tekst er (meestal) beter uitziet
7. Selecteer nu de gehele tekst (dit kan heel snel met de toetscombinatie: ctrl-a)
en probeer een aantal verschillende lettertypes.
8. Kies een lettertype dat goed leesbaar is en zet de hele tekst in dat letertype.
Belangrijke woorden of stukjes tekst worden vaak geaccentueerd. (wat is dat?)
Dat kan door woorden vet, cursief (schuin) of onderstreept af te drukken.
Tegenwoordig kunnen we dat ook doen door te kiezen voor een kleurtje of een gekleurde achtergrond.
9. Zoek in de tekst een aantal belangrijke woorden en zorg ervoor dat die
worden geaccentueerd.
Denk eraan: gebruik maar één manier van accentueren!
10. Laat je document controleren en sla het daarna op.
11. Zoek op internet een leuk plaatje op dat je in dit document wilt plakken.
Weet jij hoe je dat voor elkaar krijgt? Klik anders hier voor een uitleg.
Een goede plaats om te zoeken is openclipart.org.
Alle plaatjes die je op deze site vind mag je vrij gebruiken.
Leuk plaatje gevonden?
Plak het in je document en zorg ervoor de het niet breder is dan een halve pagina, dat het
aan de rechterkant van de pagina staat EN dat de tekst alleen links van het plaatje staat.
12. Laat je document controleren en sla het daarna op.
Regels, alinea's, pagina's....
In een document deel je een tekst meestal op in blokken (onderdelen).
Titels staan alleen op een regel.
Een alinea is een stuk tekst dat uit één of meer zinnen bestaat.
Een alinea loopt meestal over meerdere tekstregels. De tekstverwerker zorgt er zelf voor dat er naar een volgende regel wordt gesprongen als de tekst te lang wordt voor een tekstregel.
Als je zelf op een nieuwe regel wilt beginnen kan dat op twee manieren:
je drukt op de Enter-toets. Je start dan een nieuwe paragraaf.
je drukt op Shift-Enter. Je gaat dan ook naar een nieuwe regel, maar blijft binnen dezelfde paragraaf.
Het verschil tussen beide kun je zichtbaar maken:
zoek op de werkbalk het volgende tekentje op en klik daarop. In je tekst zie je dan ineens allerlei extra symbolen, zolas hieronder afgebeeld.
Het symbool geeft aan dat er op de Enter-toets is gedrukt (paragraaf einde),
het symbool geeft aan dat je hebt gedrukt op Shift-Enter (regeleinde).
Je kunt er ook nog voor zorgen dat je zelf bepaald wanneer de tekst op een nieuwe pagina verder gaat. Dat doe je met Ctrl-Enter.
Opdracht 2 Boef
Natuurlijk ken je Word al. Deze oefening is bedoeld om te kijken wat je allemaal al kunt.
Je zult Word veel gebruiken bij het maken van werkstukken en zo'n werkstuk moet er natuurlijk netjes uitzien. Binnen Word zijn daar veel mogelijkheden voor en die mogelijkheden moet je dus goed kennen. Daar dient deze oefening voor.
Het geeft helemaal niets als je sommige opdrachten niet kunt uitvoeren. Die opdrachten ga je dan straks oefenen.
Voor de volgende opdracht ga je ook een 'automatische inhoudsopgave maken'. Hoe je dat doet, zie je in dit filmpje.
Ook het 'invoegen van paginanummers' is iets nieuws dat je gaat doen in deze opdracht. Hoe je dat doet, zie je in dit filmpje
Als je de filmpjes bekeken hebt, kun je aan de slag met de opdracht:
Open het Wordbestand "Boef laat andere kant van zichzelf zien in Supergaande talkshow"
Open nu het Wordbestand 'Oefenopdracht2'
Maak de opdrachten. Weet je niet hoe iets moet? Kijk dan in het document 'handleiding Word', vraag je buurman- of vrouw en vraag als je er echt niet uitkomt de docent.
Het bestand hieronder bevat een boekverslag Nederlands die wel wat mooier/beter/netter kan. Er zijn zeker 6 dingen die verbeterd kunnen worden. Kun jij ze vinden? Volg de onderstaande stappen uit:
Open het bestand 'Boekverslag Kappen'
Sla het bestand onder je eigen naam op (OPSLAAN ALS)
Zoek zoveel mogelijk dingen in het bestand die beter kunnen.
Verbeter die dingen (denk aan:
1. lettergrootte en -type overal hetzelfde
2. plaatjes netjes in de tekst
3. spelfouten verbeteren
4. (automatische) inhoudsopgave
5. Paginanummers invoegen
6. voorblad/voorkant op pagina 1 (naam, klas, bijpassende plaatjes)
Vergelijk je oplossingen met die van je buurman/buurvrouw
Om eens te kijken wat je allemaal hebt bijgeleerd hebben we een oefentoets Word gemaakt. Hiervoor moet je onderstaande bestanden openen.
Je hebt TWEE bestanden nodig, in het ene bestand vind je de opdrachten en in het andere bestand vind je de tekst waarin je de opdrachten moet gaan verwerken.
Het is belangrijk dat je alle opdrachten alvast goed doorleest voordat je gaat starten.
Om te starten dien je de twee onderstaande bestanden te openen. LET OP! bij het tekstbestand zijn de eerste pagina's leeg!
Excel is software die overal ter wereld gebruikt wordt. En dat komt omdat je in Excel je gegevens goed kunt ordenen, mooie grafieken kunt maken, maar vooral: omdat je in Excel kunt rekenen.
In het filmpje zie je dat Excel eigenlijk een rekenblad is met hokjes. Als je je cursor beweegt spring je van hokje naar hokje.
Je kunt de hokjes groter en kleiner maken of een kleurtje geven. Maar vooral kun je er in typen. Je kunt er tekst in zetten en getallen. Die tekst of getallen kun je opmaken: groter of kleiner maken, een kleur geven enzovoorts.
Maar het belangrijkste in Excel zijn de getallen. En met die getallen kun je in Excel rekenen.
Kijk onderstaand filmpje
Introductie Excel
Opdracht 1.1 Tabel cijfers
Wat is een tabel?
Een tabel is een lijst met gegevens die netjes geordend zijn. Bijvoorbeeld een lijst van alle leerlingen in de klas, op alfabet. Of een lijst van alle cijfers die je behaald hebt.
Een tabel kent rijen en kolommen.
Eén hokje in zo'n tabel noem je (in Excel) een cel.
In Excel kun je zo'n geordende lijst heel gemakkelijk maken.
Maak de tabel hierboven na in Excel. Denk erom dat je de kolommen breed genoeg maakt.
Sorteer daarna de tabel op alfabetische volgorde
Zorg dat de kopregel opvalt
Open het bestand hieronder om te zien hoe het moet.
Opdracht 1.2 statistiek in de klas (DIT IS EEN INLEVEROPDRACHT)
Grafiek maken in Excel
Grafiek in Excel
Grafieken zijn een goed hulpmiddel om gegevens in één klap duidelijk te presenteren. Er zijn verschillende soorten grafieken. De bekendste soorten zijn de kolomgrafiek, de lijngrafiek en het cirkeldiagram. In Excel kun je die grafieken gemakkelijk maken. In het filmpje zie je:
Gemakkelijk een grafiek maken
Werken met 'aanbevolen grafieken'
De opmaak van een grafiek aanpassen
De opdracht
De opdracht vind je in onderstaand document 'statistiek in de klas'. Klik er op om het te openen. Zorg ook dat je zelf een LEEG Excel bestand opent om de opdracht in te kunnen maken.
Antoinette meet een aantal weken haar bloedsuikersspiegel. Ze vult de scores elke keer in een spreadsheet in. Om de waarden te kunnen bepalen prikt ze iedere dag twee keer bloed: vóór het avondeten en ná het avondeten.
Open het excelbestand bloedsuiker. Je ziet dit bestand onderaan deze pagina.
In het excelbestand bloedsuiker vind je een tabel. Maak op basis van die tabel onderstaande grafiek.
Hoe je dit moet doen, vind je in het bestand bloedsuiker UITLEG
In de vorige opgave heb je een kolomgrafiek gemaakt van de bloedsuikerspiegel van Antoinette. Je hebt alleen de bloedsuikerspiegel vóór het eten in de grafiek gezet. Je gaat nu verder met de grafiek die je hebt gemaakt in opgave 5.
Nu ga je de grafiek uitbreiden. Je gaat óók de bloedsuikerspiegel na het eten in je grafiek opnemen. Je gebruikt daarvoor een ander grafiektype: de gegroepeerde kolomgrafiek.
Hoe het moet lees je in het bestand 'Bloedsuiker voor en na" onderaan deze bladzijde.
Als je klaar bent ziet je grafiek er ongeveer zo uit:
Je kunt een heleboel cellen tegelijk vullen met de vulgreep, het kleine vierkantje dat je rechtsonder ziet als je op een cel gaat staan. Excel denkt bij het vullen met je mee.
Je kunt ook de inhoud van cellen kopieren (net als in Word) met kopieren en plakken. Ook dan denkt Excel mee.
In Excel kun je formules maken. Een formule begint altijd met een = teken.
EXTRA OPDRACHT
1.8 Tafel van 79
Maak de tafel van 79 in Excel.
Maak de kolommen breed of smal genoeg
Maak de tekst bovenaan vet
Geef de kop bovenaan een mooie kleur
Let op: in de kolom antwoord gebruik je een formule.
Typ niet alles in maar kopieer wat je nodig hebt of gebruik de vulgreep.
Kopieer ook je formule
Controleer of de antwoorden kloppen.
2.2.2 Tafel van 54301
Kun je nu in 10 seconden de tafel van 54301 maken?
Verander je tabel uit opdracht 3a zo dat je de tafel van 54301 krijgt.
Werken met + - * en /
Je hebt geleerd dat een formule in Excel altijd begint met =.
Je hebt ook gezien dat je in Excel kunt vermenigvuldigen door het sterretje * te gebruiken.
Je kunt in Excel op dezelfde manier ook aftrekken, vermenigvuldigen en delen.
Programmeren kun je leren
Hour of code
Scratch
In dit onderdeel ga je aan de slag met programmeren.
De komende weken ga je kennis maken met het vak wiskunde.
Voor het vak wiskunde heb je een aantal materialen nodig.
- Een schrift (met een kantlijn van minimaal 2 hokjes)
- Een pen, potlood, gum en puntenslijper
- Een geodriehoek
- Oordopjes zodat je de filmpjes kunt bekijken
- Werkbladen (deze deelt je docent altijd uit.)
Een paar afspraken:
We tekenen altijd met een potlood.
Rechte lijnen trekken we met behulp van onze geodriehoek.
Schrijf bij iedere opgave een berekening of een uitleg op. Zonder berekeningen of uitleg krijg je geen punten voor je gemaakte werk. Schrijf netjes en leesbaar. Neem de tijd om de opgaven goed uit te werken.
De komende lessen behandelen we de volgende onderwerpen:
- Verschillende soorten hoek.
- Hoeken meten.
- Hoeken tekenen.
- Hoeken berekenen.
Hfd 1 Hoeken
Paragraaf 1
In deze paragraaf leer je verschillende soorten hoeken herkennen en benoemen.
Je gaat naar de paragraaf door op deze link te klikken
Paragraaf 2
In deze paragraaf leer je hoe je met behulp van je geodriehoek een hoek kunt meten.
In deze paragraaf leer je wat het begrip loodrecht betekend.
Ook leer je twee lijnen loodrecht op elkaar tekenen met behulp van de ingebouwde loodlijn van je geodriehoek.
In paragraaf 2 leer je dat een assenstelsel uit minimaal 2 assen bestaat. De assen hebben beide ook een naam. Daarna leer jij je weg vinden in het assenstelsel.
Het arrangement ICT Groep 8 De Nieuwe Haven is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
D. Giessen
Laatst gewijzigd
2019-03-28 12:07:42
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0
Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of
bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.