Opdracht: Internationale arbeidsverdeling - vmbo12
Opdracht: Internationale arbeidsverdeling - vmbo12
Internationale arbeidsverdeling
Intro
Op dit kaartje zie je van een aantal producten waar die in Europa geproduceerd worden.
Beantwoord samen met een klasgenoot een aantal vragen.
Welk land is bekend om zijn wijn?
In welk land wordt aardolie gewonnen?
Door welke producten is Nederland bekend?
In welke landen kun je het beste skiën?
Ken je nog meer specifiek Europese (export)producten?
Het hangt van een aantal factoren af, welke producten een land exporteert.
In deze opdracht leer je daar meer over.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
het begrip internationale arbeidsverdeling omschrijven.
de begrippen import en export omschrijven en twee voorbeelden noemen van producten die Nederland exporteert en twee voorbeelden van producten die Nederland importeert.
omschrijven wat wordt bedoeld met een open economie en een gesloten economie.
omschrijven wat wordt bedoeld met vrijhandel en wat wordt bedoeld met protectionisme.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je beschrijft de globale arbeidsverdeling in de wereld.
Stap
Activiteit
Stap 1
en
Je leert internationale arbeidsverdeling inhoudt. Je maakt een oefening en bespreekt de antwoorden met een klasgenoot.
Stap 2
Je krijgt uitleg over de begrippen import en export. Je bekijkt een video over wat Nederland aan producten importeert en exporteert. Je maakt er twee oefeningen over.
Stap 3
Je leert wat een open en gesloten economie is. Je bekijkt cirkeldiagrammen en maakt een oefening.
Stap 4
Je leert waarom Nederland een transportland is en wat de mainports in Nederland zijn. Je bekijkt video's en maakt een oefening.
Afronding
Begrippen
De begrippen hebben betrekking op de Nederlandse economie en internationale arbeidsverdeling.
Eindopdracht
Je maakt een toets over internationale arbeidsverdeling en mainports.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Benodigdheden
Voor deze opdracht heb je een rekenmachine nodig.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.
Aan de slag
Stap 1: Arbeidsverdeling
De verdeling van het maken van goederen en diensten over verschillende landen heet: internationale arbeidsverdeling.
Deze arbeidsverdeling maakt handel tussen landen nodig.
Door deze verdeling is het mogelijk dat een land producten maakt, die het best bij dat land passen.
Welke producten een land voortbrengt, hangt onder andere af van:
de ligging van het land
het klimaat
het opleidingsniveau van de inwoners van het land.
Maak de volgende oefening.
Bespreek na het maken van de oefening de antwoorden met een klasgenoot.
Bedenk samen nog een aantal factoren die mede bepalen welke producten een land voortbrengt.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het kopen van goederen en diensten in het buitenland noem je invoeren of importeren.
Het verkopen van producten aan het buitenland noem je uitvoeren of exporteren.
Bekijk het schema.
.
Bekijk nu de volgende video.
Je krijgt een indruk, wat Nederland aan landbouwproducten importeert en exporteert.
Waarom importeert Nederland zoveel sojabonen?
Maak nu de volgende opdrachten.
Je geeft daar steeds aan of het om export of import van goederen en diensten gaat.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bekijk de twee cirkeldiagrammen.
Het bovenste cirkeldiagram geeft aan welk deel een Nederlander gemiddeld besteedt aan producten die gemaakt zijn in het buitenland.
Het onderste cirkeldiagram geeft aan welk deel een Amerikaan gemiddeld besteedt aan producten die gemaakt zijn in het buitenland.
Maak onderstaande oefening over deze cirkeldiagrammen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Schiphol is het grootste vliegveld van Nederland en net als de haven van Rotterdam een mainport.
De luchthaven geeft toegang tot reisbestemmingen over de hele wereld.
Schiphol is makkelijk te bereiken over de weg en per spoor.
Dat Schiphol niet alleen passagiers vervoert, zie je in de video "Luchtvracht op Schiphol".
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement Opdracht: Internationale arbeidsverdeling - vmbo12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema 'Globalisering', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor vmbo12. In deze opdracht wordt uitgelegd welke landen welke producten produceren en waarom. De begrippen import en export, gesloten en open economie, en mainports worden toegelicht.
Je sluit de opdracht af met een toets. Veel succes!
Opdracht: Internationale arbeidsverdeling - vmbo12
nl
VO-content
2022-10-18 14:54:05
Deze opdracht hoort bij het thema 'Globalisering', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor vmbo12. In deze opdracht wordt uitgelegd welke landen welke producten produceren en waarom. De begrippen import en export, gesloten en open economie, en mainports worden toegelicht.
Je sluit de opdracht af met een toets. Veel succes!
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Factoren per land
Import of export
Open of gesloten economie
Rotterdamse haven
Schiphol
Internationale arbeidsverdeling en mainports
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.
en 
Benodigdheden
De verdeling van het maken van goederen en diensten over verschillende landen heet: internationale arbeidsverdeling.
Tegenover een gesloten economie staat een open economie.
Intro
