Opdrachten: Cultuurlandschappen - vmbo12

Opdrachten: Cultuurlandschappen - vmbo12

Cultuurlandschappen

Intro

Een landschap dat is ontstaan door de activiteiten van mensen noem je een cultuurlandschap.

Een cultuurlandschap bestaat uit elementen als wegen, akkers en weilanden, parken en vijvers, huizen en fabrieken, dorpen en steden.

Het grootste deel van het cultuurlandschap is in gebruik voor de agrarische sector.

Daaronder vallen akker- en tuinbouw, veeteelt, visserij en melkhouderij.

Heeft jouw woonomgeving een agrarische bestemming?
Waaraan merk je dat?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • het begrip landschap omschrijven en het verschil tussen een natuurlandschap en een cultuurlandschap beschrijven.
  • aangeven welke sector het grootste deel van het landoppervlak in gebruik heeft.
  • drie voorbeelden van agrarisch gebruik van het landoppervlak noemen.
  • omschrijven wat een polder of droogmakerij is.

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je beschrijft landschappen in de eigen omgeving.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leest over de toepassing van cultuurlandschap. Je leest in de Kennisbank over bodemgebruik en maakt er een oefening over.
Stap 2 Je leest over het agrarisch gebruik van de bodem en hoe verschillend het wordt toegepast in delen van Nederland. Je bekijkt een video en maakt een oefening.
Stap 3 Je leest over het nut van waterwerken en het zeewaterniveau. Je bekijkt een video en beantwoordt daar vragen over.
Stap 4 Je leest over het ontstaan van Flevoland. Je bekijkt er video's over en beantwoordt een vraag.
Stap 5

en

Je leest over polders en droogmakerijen. Je bekijkt een video en zoekt informatie over drie grote Nederlandse polders.
Stap 6 en Je bekijkt een video over natuurgebieden van Staatsbosbeheer. Je overlegt met een klasgenoot over de vraag of dit om natuur- of om cultuurlandschappen gaat.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over landschapsvormen.
Eindopdracht Je maakt de toets.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 à 3 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Bodemgebruik Nederland

Landbouwgrond

Zo’n beetje iedere vierkante meter van het Nederlandse landschap is door mensen aangelegd.
Je spreekt daarom over cultuurlandschap.
Dat is landschap dat onder invloed van de mens is gevormd.

Het grootste deel daarvan is agrarisch cultuurlandschap.
Het is ten behoeve van landbouw ontwaterd, in percelen verdeeld en toegankelijk gemaakt.

Verder wordt het cultuurlandschap ook gebruikt voor stedenbouw en voor industrie.
Het wordt dan ook vaak aangeduid als stedelijke of industriële landschappen.

Bestudeer uit de Kennisbank de pagina over bodemgebruik.

Bodemgebruik


Maak vervolgens de oefening.

Stap 2: Agrarische sector

Agrarisch terrein is terrein dat in gebruik is voor landbouw en tuinbouw.
Bestudeer uit de Kennisbank de pagina's over agrarisch gebruik en de regionale verschillen.

Agrarisch gebruik

 

Bekijk de video van Schooltv over de Nederlandse landbouw.
Noem eens twee producten die we wereldwijd exporteren.

Maak nu de oefening over de agrarische sector.

Stap 3: Waterwerken

NAP meter

Waterwerken zijn door mensen gemaakte gebouwen en constructies die ons moeten beschermen tegen water. Denk hierbij bijvoorbeeld aan dammen, dijken of sluizen.
Zonder onze waterwerken zou de helft van Nederland onder water staan.

Op de website van flood.firetree.net kun je zien welke delen van de wereld onder water komen te staan bij verschillende stijgingen van de zeespiegel.
Als je inzoomt en het zeespiegelniveau aanpast op de site, kun je zien wat het voor Nederland voor gevolgen heeft.

De grens tussen land boven en onder zeeniveau wordt aangeduid met NAP (Normaal Amsterdams Peil).

In deze video van Schooltv kun je zien wat Nederland al heeft gerealiseerd aan waterwerken om boven de zeespiegel te blijven.

 


Zoek in de Bosatlas een reliëfkaart van Nederland op.
Ligt de plaats waarin jij woont boven of onder zeeniveau?

 

Stap 4: Flevoland

Flevoland is een provincie in het midden van Nederland.
Het is de jongste en qua landoppervlakte de kleinste van de twaalf provincies.
Flevoland bestaat uit de Noordoostpolder en de Flevopolder.
Beide zijn ontstaan door drooglegging van delen van de voormalige Zuiderzee.
Het is het grootste waterwerk ter wereld.

In 1938 is men begonnen met het droogleggen van het IJsselmeer.
De eerste polder was de Noordoostpolder.
Enige jaren later was de beurt aan de Flevopolder.
In 1968 was de polder helemaal drooggemalen.

Bekijk de video:

Bekijk de video. Welke methode is gebruikt om Flevoland droog te leggen?

Stap 5: Polders/droogmakerijen

De Flevopolder is de grootste, maar zeker niet de eerste droogmakerij.

Bekijk de video ‘Polders in laag Nederland’.

Bij een polder zie je een molen of een gemaal voor het wegpompen van het water.
Een polder is ook altijd omringd door een stelsel van sloten.
De sloten zijn nodig voor het wegvoeren van het water en het verlagen van het grondwaterpeil.
Op deze afbeelding is dat goed zichtbaar.

 

Alleen door het water voortdurend op peil te houden konden de polders worden drooggelegd.
Daarna werden ze geschikt gemaakt om in te wonen en te werken.

Maak de volgende oefening over polders/droogmakerijen.

Stap 6: Nieuwe natuur

Puur ongerepte natuur die nog nooit door mensen is beïnvloed, is er al lang niet meer in Nederland. Maar, op steeds meer kleine en grote natuurterreinen mag de natuur weer haar eigen gang gaan. Zulke gebieden worden 'wildernisgebieden' genoemd.

In deze video laat Staatsbosbeheer zien hoe de natuur (na een storm) zijn gang kan gaan in een wildernisgebied.
“Wildernis bestaat in Nederland”, vindt Staatsbosbeheer.
“Gebieden waar we de natuur haar gang laten gaan. Het is de natuur op haar natuurlijkst.”

Kijk naar de video over een wildernisgebied in Drenthe.


Vallen wildernisgebieden van Staatsbosbeheer onder natuur- of onder cultuurlandschap?
Bespreek de vraag met een paar klasgenoten.

Afronding

Begrippen

Bodemgebruik

Polder
Een omdijkt gebied waarin de mens de waterstand kunstmatig beheerst.
Grondsoort
Materiaal dat op de aardkorst ligt.
Akkerbouwgebied
Gebied waar gewassen worden verbouwd.
(Glas)tuinbouwgebied
Gebied waar veel gewassen, zoals bloemen, fruit en groente, in kassen worden verbouwd.
Veeteeltgebied
Gebied waar veel vee wordt gehouden voor de consumptie van vlees en het verkrijgen van eieren, wol, leer, etc.
Industriegebied
Gebied met veel fabrieken, magazijnen, loodsen, etc. bij elkaar.
Recreatiegebied
Gebied dat is bedoeld om zich in de vrije tijd te vermaken.
Bodem
Het bovenste deel van de aardkorst.
Bodemvruchtbaarheid
In hoeverre een bodem voedingsstoffen bevat voor de vegetatie.
Natuurgebied
Beschermd gebied met veel natuur.
Bosgebied
Met bos begroeid gebied.
Infrastructuur
Alle verbindingen van punt A naar punt B.

Eindopdracht: Toets

In deze stap maak je de toets 'Cultuurlandschappen'.
De toets bestaat uit gesloten vragen, waarbij je het juiste antwoord moet kiezen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Kun je twee voorbeelden noemen van cultureel landschap?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen wat de oorzaak is van regionale verschillen in de agrarische sector?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 à 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Heb je genoeg tijd gekregen om alle opdrachten te voltooien en de toets te maken?
  • Het arrangement Opdrachten: Cultuurlandschappen - vmbo12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-05-04 16:40:11
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema 'Landschappen', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor vmbo12. in deze opdracht wordt aandacht besteed aan het bodemgebruik in Nederland, de agrarische sector en de strijd van Nederland tegen het water. Aan de hand van Flevoland als voorbeeld wordt uitgelegd hoe we in Nederland omgaan met het waterprobleem en hoe we met behulp van polders en droogmakerijen ervoor zorgen dat we onder zeeniveau kunnen leven. Deze opdracht sluit je af met een toets. Veel succes!
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Landschappen (en menselijke activiteit); Leven in verschillende klimaten op aarde; Landschapzones; Aardrijkskunde; Landschappen in Nederland;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    3 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    aardrijkskunde, agrarische sector, arrangeerbaar, cultuurlandschappen, infrastructuur, landschappen, polder, stercollectie, vmbo-12, waterproblemen

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Kennisbanken. (2018).

    Kennisbank Aardrijkskunde - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/134827/Kennisbank_Aardrijkskunde___vmbo12