Een landschap dat is ontstaan door de activiteiten van mensen noem je een cultuurlandschap.
Een cultuurlandschap bestaat uit elementen als wegen, akkers en weilanden, parken en vijvers, huizen en fabrieken, dorpen en steden.
Het grootste deel van het cultuurlandschap is in gebruik voor de agrarische sector.
Daaronder vallen akker- en tuinbouw, veeteelt, visserij en melkhouderij.
Heeft jouw woonomgeving een agrarische bestemming?
Waaraan merk je dat?
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
het begrip landschap omschrijven en het verschil tussen een natuurlandschap en een cultuurlandschap beschrijven.
aangeven welke sector het grootste deel van het landoppervlak in gebruik heeft.
drie voorbeelden van agrarisch gebruik van het landoppervlak noemen.
omschrijven wat een polder of droogmakerij is.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je beschrijft landschappen in de eigen omgeving.
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je leest over de toepassing van cultuurlandschap. Je leest in de Kennisbank over bodemgebruik en maakt er een oefening over.
Stap 2
Je leest over het agrarisch gebruik van de bodem en hoe verschillend het wordt toegepast in delen van Nederland. Je bekijkt een video en maakt een oefening.
Stap 3
Je leest over het nut van waterwerken en het zeewaterniveau. Je bekijkt een video en beantwoordt daar vragen over.
Stap 4
Je leest over het ontstaan van Flevoland. Je bekijkt er video's over en beantwoordt een vraag.
Stap 5
en
Je leest over polders en droogmakerijen. Je bekijkt een video en zoekt informatie over drie grote Nederlandse polders.
Stap 6
en
Je bekijkt een video over natuurgebieden van Staatsbosbeheer. Je overlegt met een klasgenoot over de vraag of dit om natuur- of om cultuurlandschappen gaat.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippen
De begrippen gaan over landschapsvormen.
Eindopdracht
Je maakt de toets.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 à 3 lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Bodemgebruik Nederland
Zo’n beetje iedere vierkante meter van het Nederlandse landschap is door mensen aangelegd.
Je spreekt daarom over cultuurlandschap.
Dat is landschap dat onder invloed van de mens is gevormd.
Het grootste deel daarvan is agrarisch cultuurlandschap.
Het is ten behoeve van landbouw ontwaterd, in percelen verdeeld en toegankelijk gemaakt.
Verder wordt het cultuurlandschap ook gebruikt voor stedenbouw en voor industrie.
Het wordt dan ook vaak aangeduid als stedelijke of industriële landschappen.
Bestudeer uit de Kennisbank de pagina over bodemgebruik.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Agrarisch terrein is terrein dat in gebruik is voor landbouw en tuinbouw.
Bestudeer uit de Kennisbank de pagina's over agrarisch gebruik en de regionale verschillen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Waterwerken zijn door mensen gemaakte gebouwen en constructies die ons moeten beschermen tegen water. Denk hierbij bijvoorbeeld aan dammen, dijken of sluizen.
Zonder onze waterwerken zou de helft van Nederland onder water staan.
Op de website van flood.firetree.net kun je zien welke delen van de wereld onder water komen te staan bij verschillende stijgingen van de zeespiegel.
Als je inzoomt en het zeespiegelniveau aanpast op de site, kun je zien wat het voor Nederland voor gevolgen heeft.
De grens tussen land boven en onder zeeniveau wordt aangeduid met NAP (Normaal Amsterdams Peil).
In deze video van Schooltv kun je zien wat Nederland al heeft gerealiseerd aan waterwerken om boven de zeespiegel te blijven.
Zoek in de Bosatlas een reliëfkaart van Nederland op.
Ligt de plaats waarin jij woont boven of onder zeeniveau?
Stap 4: Flevoland
Flevoland is een provincie in het midden van Nederland.
Het is de jongste en qua landoppervlakte de kleinste van de twaalf provincies.
Flevoland bestaat uit de Noordoostpolder en de Flevopolder.
Beide zijn ontstaan door drooglegging van delen van de voormalige Zuiderzee.
Het is het grootste waterwerk ter wereld.
In 1938 is men begonnen met het droogleggen van het IJsselmeer.
De eerste polder was de Noordoostpolder.
Enige jaren later was de beurt aan de Flevopolder.
In 1968 was de polder helemaal drooggemalen.
Bij een polder zie je een molen of een gemaal voor het wegpompen van het water.
Een polder is ook altijd omringd door een stelsel van sloten.
De sloten zijn nodig voor het wegvoeren van het water en het verlagen van het grondwaterpeil.
Op deze afbeelding is dat goed zichtbaar.
Alleen door het water voortdurend op peil te houden konden de polders worden drooggelegd.
Daarna werden ze geschikt gemaakt om in te wonen en te werken.
Maak de volgende oefening over polders/droogmakerijen.
Stap 6: Nieuwe natuur
Puur ongerepte natuur die nog nooit door mensen is beïnvloed, is er al lang niet meer in Nederland. Maar, op steeds meer kleine en grote natuurterreinen mag de natuur weer haar eigen gang gaan. Zulke gebieden worden 'wildernisgebieden' genoemd.
In deze video laat Staatsbosbeheer zien hoe de natuur (na een storm) zijn gang kan gaan in een wildernisgebied.
“Wildernis bestaat in Nederland”, vindt Staatsbosbeheer.
“Gebieden waar we de natuur haar gang laten gaan. Het is de natuur op haar natuurlijkst.”
Kijk naar de video over een wildernisgebied in Drenthe.
Vallen wildernisgebieden van Staatsbosbeheer onder natuur- of onder cultuurlandschap?
Bespreek de vraag met een paar klasgenoten.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Kun je twee voorbeelden noemen van cultureel landschap?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je uitleggen wat de oorzaak is van regionale verschillen in de agrarische sector?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 à 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Heb je genoeg tijd gekregen om alle opdrachten te voltooien en de toets te maken?
Het arrangement Opdrachten: Cultuurlandschappen - vmbo12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema 'Landschappen', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor vmbo12. in deze opdracht wordt aandacht besteed aan het bodemgebruik in Nederland, de agrarische sector en de strijd van Nederland tegen het water. Aan de hand van Flevoland als voorbeeld wordt uitgelegd hoe we in Nederland omgaan met het waterprobleem en hoe we met behulp van polders en droogmakerijen ervoor zorgen dat we onder zeeniveau kunnen leven.
Deze opdracht sluit je af met een toets. Veel succes!
Deze opdracht hoort bij het thema 'Landschappen', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor vmbo12. in deze opdracht wordt aandacht besteed aan het bodemgebruik in Nederland, de agrarische sector en de strijd van Nederland tegen het water. Aan de hand van Flevoland als voorbeeld wordt uitgelegd hoe we in Nederland omgaan met het waterprobleem en hoe we met behulp van polders en droogmakerijen ervoor zorgen dat we onder zeeniveau kunnen leven.
Deze opdracht sluit je af met een toets. Veel succes!
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Bodemgebruik Nederland
Agrarische sector
Cultuurlandschappen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.