Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je beschrijft landschappen in de eigen omgeving.
Aan de slag | ||
Stap | Activiteit | |
Stap 1 | ![]() |
Je leest over de toepassing van cultuurlandschap. Je leest in de Kennisbank over bodemgebruik en maakt er een oefening over. |
Stap 2 | ![]() |
Je leest over het agrarisch gebruik van de bodem en hoe verschillend het wordt toegepast in delen van Nederland. Je bekijkt een video en maakt een oefening. |
Stap 3 | ![]() |
Je leest over het nut van waterwerken en het zeewaterniveau. Je bekijkt een video en beantwoordt daar vragen over. |
Stap 4 | ![]() |
Je leest over het ontstaan van Flevoland. Je bekijkt er video's over en beantwoordt een vraag. |
Stap 5 |
|
Je leest over polders en droogmakerijen. Je bekijkt een video en zoekt informatie over drie grote Nederlandse polders. |
Stap 6 | ![]() ![]() |
Je bekijkt een video over natuurgebieden van Staatsbosbeheer. Je overlegt met een klasgenoot over de vraag of dit om natuur- of om cultuurlandschappen gaat. |
Afronding | ||
Onderdeel | Activiteit | |
Begrippen | ![]() |
De begrippen gaan over landschapsvormen. |
Eindopdracht | ![]() |
Je maakt de toets. |
Terugkijken | ![]() |
Terugkijken op de opdracht. |
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 à 3 lesuren nodig.