Bevolkingsopbouw heeft te maken met geslacht, leeftijd, inkomen, religie en nationaliteit.
Je kunt de leeftijdsopbouw in een bevolkingspiramide weergeven.
In armere landen ziet zo'n piramide er vaak anders uit dan in rijkere, westerse landen.
Heb je enig idee waarom?
Bevolkingsgroei heeft te maken met natuurlijke groei en migratie.
Deze verandert elke dag. Door betere leefomstandigheden worden mensen steeds ouder.
Aan de andere kant hebben we steeds minder grote gezinnen.
De omvang van de bevolking verandert ook door immigratie en emigratie.
Kun je uitleggen waarom?
Wat kan ik straks?
Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:
omschrijven wat in een bevolkingspiramide wordt weergegeven en uitleggen waarom de bevolkingspiramide (in veel arme landen) op een piramide lijkt.
de begrippen geboortecijfer en sterftecijfer omschrijven en uitleggen wanneer er sprake is van een geboorteoverschot of van een sterfteoverschot.
omschrijven dat er een verband is tussen welvaart en bevolkingsgroei.
het begrip demografische transitie omschrijven.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je kunt uitleggen welke factoren te maken hebben met bevolkingsgroei en -opbouw.
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je leest in de kennisbank over bevolkingsopbouw en hoe je een bevolkingspiramide moet bekijken. Je beantwoordt vragen over bevolkingsopbouw.
Stap 2
Je leert over de factoren die de omvang van de bevolking bepalen. Aan de hand van een tabel bepaal je geboortecijfer, sterftecijfer en overschot in een bepaalde periode.
Stap 3
en
Je vergelijkt twee bevolkingspiramides in twee landen en beantwoordt er vragen over.
Stap 4
Je bestudeert de Kennisbank over de groei van de Nederlandse bevolking en leest een tekst over hoe die groei tot stand is gekomen. Je beantwoordt vragen aan de hand van een bevolkingsgrafiek.
Stap 5
Je leest over de kind-politiek in China en de invloed van de Chinese overheid daarop. Je bekijkt video's en beantwoordt vragen.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippen
De begrippenlijst bevat begrippen over bevolkingsgroei en - opbouw.
Eindopdracht A
Kies je voor opdracht A; dan maak je de toets Bevolkingsopbouw.
Eindopdracht B
en
Kies je voor opdracht B; dan maak je een A4-poster over bevolkingspiramides met informatie, die je zelf via internet verzameld hebt.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 à 3 lesuren nodig.
Tijd hangt af de keuze van het eindproduct.
Aan de slag
Stap 1: Bevolkingsopbouw
Als je de bevolking van een land beschrijft, beschrijf je verschillende kenmerken.
Bestudeer in de Kennisbank beide pagina's over 'Bevolkingsopbouw'.
Bekijk ook de video in de Kennisbank waarin je kunt zien hoe een bevolkingspiramide is opgebouwd.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In Nederland wonen ruim 17 miljoen mensen en dat aantal verandert elke dag.
Hoe de omvang van de bevolking verandert, hangt af van natuurlijke groei en migratie.
Bestudeer in de Kennisbank Aardrijkskunde de pagina's 'Omvang bevolking 1-3'.
In de tabel staan gegevens over geboorte en sterfte in Nederland in 2000, 2005, 2010 en 2015.
Je gaat bekijken hoe snel de bevolking is gegroeid, het sterftecijfer is gestegen, etc.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De situatie in Nederland
Tot in de eerste helft van de 20e eeuw was er veel armoede in Nederland. Vanwege de armoede hadden mensen niet genoeg te eten en was er geen geld voor de dokter. Het gevolg was dat de sterfte hoog was, vooral onder kinderen. Omdat kinderen voor mensen ook een oudedagsvoorziening waren, had de hoge kindersterfte ook een hoog geboortecijfer tot gevolg. In die tijd had het Rijk nog niet de sociale voorzieningen geregeld zoals we dat nu kennen. Mensen kregen bijvoorbeeld nog geen uitkering als ze met pensioen gingen.
Vanaf 1950 verbeterden de leefomstandigheden, de gezondheidszorg en hygiëne, waardoor het sterftecijfer afnam. Het geboortecijfer bleef nog hoog zodat er een groot geboorteoverschot ontstond en dus ook een forse natuurlijke bevolkingsgroei.
Vanaf 1970 ging het geboortecijfer sterk omlaag. Waren eerst gezinnen van vier, vijf of meer kinderen heel normaal, na 1970 hadden veel gezinnen maar twee kinderen. Hierdoor werd het geboorteoverschot kleiner, waardoor de natuurlijke bevolkingsgroei afnam.
Nederland kreeg een algemeen ouderenpensioen (Algemene Ouderdomswet: AOW), waardoor een groot kindertal niet langer nodig was als voorziening voor de oude dag.
Heel belangrijk in deze ontwikkeling is de beschikbaarheid van anticonceptie geweest. Door de uitvinding van ‘de pil’ in 1965 werd het mogelijk zwangerschap te plannen en zelf te bepalen of en hoeveel kinderen je wilt.
Oefening: Natuurlijke groei of krimp van de bevolking?
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Tot 1978 was China een land met een hoog sterftecijfer, maar met een nog hoger geboortecijfer.
Het gevolg: de bevolking groeide zeer snel.
Na 1979 nam de natuurlijke groei van de Chinese bevolking af.
Het geboortecijfer nam af. In dat jaar startte China namelijk met de eenkindpolitiek.
Dat is een streng beleid om de groei van de Chinese bevolking af te remmen.
Echtparen mochten maar één kind nemen.
Wie nog een tweede kind nam, kreeg een boete en moest flink betalen aan de overheid.
De gevolgen van deze politiek zie je terug in de bevolkingspiramide van 2013.
In 2013 werd het overheidsbeleid soepeler. Bekijk de video over de voordelen van een tweekindpolitiek.
Sinds 2015 geldt in China een tweekindpolitiek.
In 2015 werd in het nieuwe vijfjarenplan van China aangekondigd, dat het beleid volledig zou worden afgeschaft. Dit om verdere vergrijzing te voorkomen en het tekort aan arbeidskrachten te beperken.
Op 31 mei 2021 hebben de Chinese autoriteiten laten weten dat het voortaan is toegestaan om drie kinderen te krijgen, in een poging het geboortecijfer verder te doen stijgen.
Bekijk de video 'Ouders in China mogen voortaan drie kinderen krijgen'.
Maak daarna de opdracht.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bevolkingspiramide
Diagram dat de leefijdsopbouw van de bevolking in beeld brengt.
Vergrijzing
Aandeel ouderen in de bevolking neemt toe. De gemiddelde leeftijd stijgt.
Natuurlijke bevolkingsgroei
Het aantal geboorten min het aantal sterfgevallen, oftewel het saldo van het aantal geboorten en sterftegevallen.
Geboortecijfer
Het aantal geboortes per 1.000 inwoners.
Sterftecijfer
Het aantal sterfgevallen per 1.000 inwoners.
Geboorteoverschot
Wanneer er meer mensen worden geboren dan er sterven. Berekend over een jaar.
Sterfteoverschot
Wanneer er meer mensen sterven dan er worden geboren. Berekend over een jaar.
Migratie(saldo)
Het verhuizen van het ene naar het andere gebied binnen een land (binnenlandse migratie) of van het ene naar het andere land (buitenlandse migratie).
Immigratie
iemand komt vanuit een ander land of gebied in een land of gebied om daar voor langere tijd te gaan wonen.
Emigratie
Iemand vertrekt uit een land of een gebied om zich in een ander land of gebied voor langere tijd te vestigen.
Demografische transitie
Is de overgang van een hoog sterfte- en geboortecijfer naar een laag sterfte- en geboortecijfer binnen een bepaalde bevolkingsgroep.
Eindopdracht A: Toets
In deze stap kun je de toets 'Bevolking(sgroei)' maken.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen, waarbij je het juiste antwoord moet kiezen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Kun je een reden geven waarom mensen langer leven?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je aangeven wat je in een bevolkingspiramide kunt aflezen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 à 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Heb je genoeg tijd gehad om de poster te maken?
Eindopdracht B
Wat vond je van de eindopdracht?
Heb je voldoende informatie kunnen verzamelen om een poster te maken?
Het arrangement Opdracht: Bevolking(sgroei) - vmbo12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema "Bevolking en ruimte 1" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor vmbo12. Deze opdracht behandelt de bevolkingsopbouw van landen en hoe dit wordt weergegeven in een bevolkingspiramide. Je leert hoe een land zijn bevolkingsopbouw verkrijgt en hoe deze opbouw kan veranderen over de tijd. Belangrijke begrippen zoals bevolkingsoverschot, geboortecijfer, sterftecijfer, geboorteoverschot en sterfteoverschot worden uitgelegd. Het demografisch transitie model wordt geïntroduceerd en toegepast op China als voorbeeld, om deze concepten te verduidelijken.
Om de opdracht af te sluiten maak je een toets en/of een poster over bevolkingsgroei. Veel succes!
Deze opdracht hoort bij het thema "Bevolking en ruimte 1" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor vmbo12. Deze opdracht behandelt de bevolkingsopbouw van landen en hoe dit wordt weergegeven in een bevolkingspiramide. Je leert hoe een land zijn bevolkingsopbouw verkrijgt en hoe deze opbouw kan veranderen over de tijd. Belangrijke begrippen zoals bevolkingsoverschot, geboortecijfer, sterftecijfer, geboorteoverschot en sterfteoverschot worden uitgelegd. Het demografisch transitie model wordt geïntroduceerd en toegepast op China als voorbeeld, om deze concepten te verduidelijken.
Om de opdracht af te sluiten maak je een toets en/of een poster over bevolkingsgroei. Veel succes!
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Bevolkingsopbouw
Bevolking van Nederland
Natuurlijke groei of krimp van de bevolking?
China
Bevolking(sgroei)
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.