Ontwikkelingssamenwerking is bedoeld om mensen in ontwikkelingslanden te helpen hun levensomstandigheden te verbeteren.
Die hulp kan zijn in de vorm van geld of goederen, maar ook in de vorm van kennis en materiaal.
Die hulp kan bestaan uit noodhulp of structurele hulp.
Hulp en samenwerking kan vanuit de overheid zijn, maar ook vanuit maatschappelijke organisaties, zoals Cordaid, Plan International Nederland of Artsen zonder Grenzen.
Op internationaal gebied zijn er ook organisaties die zich voor ontwikkelingssamenwerking inzetten.
Kun je twee organisaties noemen?
Wat kan ik straks?
Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je het verschil omschrijven tussen:
noodhulp en structurele samenwerking
gebonden en ongebonden samenwerking
bilaterale en multilaterale samenwerking
gouvernementele en niet-gouvernementele organisatie.
Je kunt bij elke omschrijving een voorbeeld geven.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je beschrijft en waardeert het Nederlandse ontwikkelingsbeleid en andere vormen van hulp.
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je leert welke soorten van ontwikkelingssamenwerking er zijn en maakt een oefening.
Stap 2
Je bekijkt een video waarin je kunt zien wat Nederland aan ontwikkelingssamenwerking doet. Je beantwoordt er vragen over.
Stap 3
Je leert over overheids- en niet-overheidsorganisaties. Je kijkt rond op de sites van Artsen zonder Grenzen en Plan International Nederland. Je beantwoordt vragen over die sites.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippen
De begrippen hebben te maken met ontwikkelingshulp en -samenwerking.
Eindopdracht A
Kies je voor eindopdracht A: dan maak je de toets.
Eindopdracht B
Kies je voor eindopdracht B: dan maak je een schema met de verschillende vormen van ontwikkelingssamenwerking en geef je voorbeelden.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Verschillende soorten
Ontwikkelingssamenwerking is de samenwerking tussen rijke westerse landen en ontwikkelingslanden.
Ontwikkelingssamenwerking kun je op verschillende manieren indelen.
Bestudeer de eerste drie pagina's van de Kennisbank.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De Nederlandse regering geeft ook geld voor ontwikkelingssamenwerking.
Elke lidstaat van de Europese Unie besteedt 0,8% van het BNP aan ontwikkelingshulp.
Bekijk de volgende video van Schooltv.
Daarin zie je wat Nederland doet aan ontwikkelingssamenwerking.
Bekijk de video goed om daarna de vragen te kunnen beantwoorden.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Ontwikkelingssamenwerking
De samenwerking tussen de rijke westerse landen en de ontwikkelingslanden. Het doel van de samenwerking is de leefsituatie van de bevolking in ontwikkelingslanden verbeteren.
Noodhulp/Incidentele ontwikkelingssamenwerking
Samenwerking die als doel heeft het helpen overleven van een noodsituatie.
Structurele ontwikkelingssamenwerking
Samenwerking die als doel heeft het ontwikkelingsland economisch zelfstandig te maken.
Gebonden hulp
Het land dat geld geeft stelt eisen aan de besteding van het geld.
Ongebonden hulp
Het land dat geld ontvangt, mag dit vrij besteden.
Bilaterale hulp
Hulp van land tot land.
Multilaterale hulp
Hulp via een internationale ontwikkelingsorganisatie, zoals de Verenigde Naties of de Wereldbank.
Overheidsorganisatie/gouvernementele organisatie
Een organisatie die namens de overheid taken uitvoert.
Niet-overheidsorganisatie/non-gouvernementele organisatie
Een organisatie die zich onafhankelijk van de overheid inzet voor een maatschappelijk belang, zoals ontwikkelingssamenwerking.
Eindopdracht A: Toets
In deze stap maak je de toets 'Ontwikkelingssamenwerking'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen, waarbij je het juiste antwoord moet kiezen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Met een tabel of een schema breng je gegevens overzichtelijk in beeld.
Als eindproduct van deze opdracht maken jullie een tabel of schema.
Daarin geef je de vormen van ontwikkelingssamenwerking weer.
In het schema staat:
het verschil tussen noodhulp en structurele samenwerking.
Geef ook een voorbeeld.
het verschil tussen gebonden samenwerking en ongebonden samenwerking.
Geef ook een voorbeeld.
het verschil tussen bilaterale en multilaterale samenwerking.
Geef ook een voorbeeld.
dat er verschillende soorten organisaties betrokken zijn bij ontwikkelingssamenwerking. Geef ook een voorbeeld.
Een tabel of schema is een manier om gegevens in beeld te brengen, op zo’n manier dat het er overzichtelijk uit ziet.
Klaar?
Bekijk in de gereedschapskist nog even de beoordelingscriteria.
Laat het schema beoordelen door jullie docent.
Jullie krijgen een goede beoordeling als jullie schema duidelijk maakt:
wat het verschil is tussen noodhulp en structurele samenwerking.
wat het verschil is tussen gebonden en ongebonden samenwerking.
wat het verschil is tussen bilaterale en multilaterale samenwerking.
dat er verschillende soorten organisaties betrokken zijn bij ontwikkelingssamenwerking.
Terugkijken
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je nu onderscheid maken tussen de verschillende soorten ontwikkelingssamenwerking? Heb je ook voorbeelden gegeven?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Heb je genoeg tijd gekregen om samen een tabel met alle vormen van ontwikkelingssamenwerking te maken?
Eindopdracht B
Wat vond je van de eindopdracht?
Hebben jullie duidelijk onderscheid laten zien tussen de verschillende vormen an samenwerking?
Het arrangement Opdracht: Ontwikkelingssamenwerking - vmbo12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema "Arm en rijk" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor vmbo12. Tijdens deze opdracht ga je je verdiepen in verschillende aspecten van ontwikkelingssamenwerking. Je leert het verschil omschrijven tussen noodhulp en structurele samenwerking, gebonden en ongebonden samenwerking, bilaterale en multilaterale samenwerking, en tussen gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties.
Om de opdracht af te sluiten maak je een toets en een schema waarin de leerstof van deze opdracht duidelijk in beeld komt. Veel succes!
Deze opdracht hoort bij het thema "Arm en rijk" en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor vmbo12. Tijdens deze opdracht ga je je verdiepen in verschillende aspecten van ontwikkelingssamenwerking. Je leert het verschil omschrijven tussen noodhulp en structurele samenwerking, gebonden en ongebonden samenwerking, bilaterale en multilaterale samenwerking, en tussen gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties.
Om de opdracht af te sluiten maak je een toets en een schema waarin de leerstof van deze opdracht duidelijk in beeld komt. Veel succes!